Ja klopt, hij is groot!

Eerder kwam er al eens een blog voorbij: Ja klopt, ze is klein. En nu schrijf ik: Ja klopt, hij is groot!

Want ja, dat is mijn zoon. Die jongen waar je hardop over praat. “Wie is die grote jongen? Hoort hij wel tussen die kleintjes? Hij is zo groot!”

Ik kan je vertellen, hij is geen jongen die graag jullie ‘kleine kinderen’ opzij duwt om eens even te laten zien wie er de grootste is. En nee, sommige dingen begrijpt hij nog niet. Hij is niet lomp of wild en ook al lijkt het alsof hij jouw kind als ontbijt kan nuttigen, hij is ook niet gevaarlijk. Hij is vijf, geen zevenjarige. Hij hoort gewoon in deze leeftijdscategorie.

Maar hij is ook gewoon groot. En lief, slim en zachtaardig.

Ja, ik weet het zeker, hij is vijf! Ik lieg niet over zijn geboortejaar. En nee, ik geef hem ook geen pokon, dat is namelijk iets wat je aan plantjes geeft, niet aan kleutertjes.

Oh, dat wist je al? Waarom stel je dan zo een gekke vraag? 

Lees meer

Gaan jullie ook scheiden?

En toen kwam daar opeens de vraag: “Mama, gaan jullie ook een keer scheiden?”

ouders-scheiden

Lief klein kind van me,

Ten eerste, ik weet geen malle moer van relaties, ik heb er geen brood van gegeten. Maar op de één of andere manier ben ik toch in een gelukkige relatie terecht gekomen. De relatie met je vader.

Zoals je misschien wel ziet en voelt, leven met elkaar gaat niet elke dag over een leie dakje. Er zijn misschien gezinnen waarbij het lijkt alsof er elke dag liefde in overvloed is, maar dat bestaat niet. Het is geen realiteit.

Ik zie ze zelf ook. Ik zie ze op Instagram of Facebook, de elke dag weer happy family’s en o zo blij met elkaar. Begrijp me niet verkeerd, ik houd van positiviteit, van liefde voor elkaar, van gelukkige gezinnen, maar het bestaat niet.

Over het algemeen gelukkig zijn met elkaar. Dát bestaat wel.  Lees meer

Kinderen stellen vragen

Kinderen stellen vragen. Héél veel vragen. Nee, in het begin nog niet natuurlijk, eerst moeten ze leren praten. Het begint zo schattig met een paar woordjes en dan ineens verandert je kind in een soort pratend Duracell konijn. Het praten begint zodra je kind wakker wordt en houdt pas op als het ’s avonds slaapt.

De eerste twee jaar leer je je kinderen lopen en praten. De daarop volgende zestien jaar hoop je dat ze eindelijk eens stilzitten en stil zijn.

Zodra een kind een beetje kan praten begint het vragen te stellen. De vragen behelzen niet veel meer dan wie, wat en waarom. Dus ”wie is dat?” ”wat is dat?” en ”waarom is dat?”. Daar kun je nog wel wat mee, maar op een gegeven moment worden de vragen natuurlijk moeilijker.

Toen mijn kleuter vier was vroeg ze me op een avond “Papa, waarom is de lucht ‘s avonds zwart?”. Moest ik hier antwoord op geven? De vraag was moeilijk, zou ze een serieus antwoord begrijpen? Ik besloot een poging te wagen.

“Nou kijk, de zon draait om de aarde. En als de zon aan de andere kant van de aarde staat, dan valt het licht op de andere kant van de aarde. Daar is het nu dag en hier is het nu nacht.”, zeg ik. Mijn kleuter is tevreden met deze uitleg en ik krijg een “Oh, ok!” ter bevestiging. Daarmee lijkt de kous af te zijn.

De volgende dag vertel ik dit aan mijn collega’s en die geven mij meteen een lesje sterrenkunde. De aarde heeft een draaiing om haar as en de aarde draait ook nog om de zon. De draaiing van de aarde om haar as zorgt ervoor dat het hier dag en nacht is. Het is duidelijk, ik zat er nogal naast, maar zal het onthouden.

Een paar weken later vraagt mijn kleuter ineens: “Papa, de zon draait toch om de aarde? Daarom is het hier nu toch donker en ergens anders nu licht?”.

Ok, mijn kleuter is dus in staat om antwoorden op moeilijke vragen te onthouden. Zal ik haar nu uitleggen dat mijn antwoord niet helemaal klopte? Nee, ik hou de illusie dat papa’s alles weten gewoon nog even in stand. Dit keer maak ik me er gemakkelijk van af: ”Dat klopt schat!”.

Er komt een dag dat mijn kleuter te moeilijke vragen gaat stellen, maar ik ben voorbereid. ”Google dat maar even lieverd!”