Over jongensnamen en langharig tuig

Als je zwanger bent, staat je een zware taak te wachten. Als vrouw moet je je natuurlijk voorbereiden op de bevalling en als man moet je voldoen aan allerlei onredelijke eisen van je zwangere vrouw.

Zo kan het zomaar gebeuren dat je ineens mee moet naar een borstvoeding-voorlichtingsavond . En hoop je vooraf daar op zijn minst een paar borsten te zullen zien, als je daar zit is elke vorm van erotiek beslist ver te zoeken en hoop je alleen nog maar dat deze avond snel voorbij zal gaan. Zelfs al zou je er wat opsteken, na de komst van de baby heb je toch geen enkel recht meer op de borsten van je vrouw en deze avond is dus eigenlijk volstrekt nutteloos voor jou. Toch moest je gewoon meegaan, het was dat, of ruzie met je vrouw…

Of wat dacht je van het verplichte avondje meepuffen op de zwangerschapsgym. Hoeveel mannen hebben daar al niet met tegenzin gezeten? Zit je daar als man, dan kun je niet veel meer doen dan enkele begripvolle blikken uitwisselen met je lotgenoten, je berusten in je lot en op de juiste momenten meepuffen in de maat van ’altijd is kortjakje ziek’. Het is dat, of ruzie met je vrouw… en met een zwangere vrouw wil je echt geen ruzie maken.  Lees meer

Het Amsterdam Light Festival vanaf het water

Mijn 7-jarige dochter houdt wel van de donkere dagen zo vlak voor kerstmis. Het gaat haar dan vooral om alle lichtjes, die natuurlijk bij deze donkere dagen horen. Rijden we ’s avonds in het donker naar huis, dan zakt ze onderuit in haar stoel met haar hoofd tegen het raam en staart naar alle mooi versierde huizen die voorbij komen. Regelmatig worden wij door haar geattendeerd op een huis met een mooi verlichte sneeuwpop, engel of kerstman in de tuin. Maar ook de huizen waarvan de eigenaar zich iets te veel heeft uitgeleefd op de kerstverlichting worden benoemd met een “dat zijn wel héél erg veel lichtjes hoor”.

Amsterdam

Lees meer

Tot nooit meer ziens!

We waren een middagje met de kinderen weggeweest en de dochter mocht een vriendinnetje meenemen. Aan het eind van de middag brachten we het vriendinnetje weer naar huis. De twee andere kleintjes zaten achterin de auto al lekker te slapen, terwijl de dochter en haar vriendinnetje nog vrolijk zaten te kletsen.

Ineens werd het ijzig stil achterin de auto. Het vriendinnetje was verdrietig, want ons engeltje had gezegd dat ze niet op haar feestje mocht komen. Het vriendinnetje wilde niet meer praten, ze wilde eerst excuses. Maar de dochter wilde haar geen excuses aanbieden, want het was maar een grapje. Dat het grapje niet in goed aarde viel, kon haar niet deren. De kinderen stonden schaakmat, of zoals ik tegen mijn collega’s zou zeggen “in een deadlock”.  Lees meer

Genieten van de illusie

Stel je bent een vader met drie kleine kinderen. Al snel kom je er achter dat je regelmatig al je vindingrijkheid nodig hebt om je kinderen allemaal tevreden te houden. Want hoe vaak willen ze niet tegelijkertijd met hetzelfde speelgoed spelen, willen ze allemaal tegelijkertijd in de buggy zitten of kunnen ze het niet eens worden over de dvd die ze willen kijken?

Als vader heb je de afgelopen jaren hard gewerkt om een aantal standaard trucjes en afleidingstechnieken onder de knie te krijgen, speciaal voor zulk soort gevallen. Maar wat als je kinderen doorkrijgen dat je als een soort Hans Klok probeert ze in de maling te nemen? Wat als je trucjes niet meer werken?

Vorige week was het zo ver.

Lees meer

De wasstraat

Vond jij het als kind ook zo geweldig om door de wasstraat te gaan? Met je neus tegen het raam gedrukt, zag je hoe het schuimende water langzaam de auto bedekte. Dan was het wachten op de borstels. Als die dan eindelijk langzaam begonnen te draaien en bulderend op de auto afkwamen, dan werd het toch ook wel een beetje spannend…

We waren met z’n allen onderweg naar huis en kwamen praktisch langs de wasstraat. Het was echt weer eens tijd om de auto te wassen en omdat ik dacht de kinderen er een plezier mee te doen, besloot ik de kleine omweg even te maken.

wasstraat auto

Daar was de kleuter het niet mee eens, terwijl we al in de wasstraat stonden, met drie auto’s achter ons, gaf ze aan dat ze echt niet de auto wilde wassen. “Nee, daar moest ze zo van plassen”, was het argument dat vanaf de derde zitrij naar voren geworpen werd. Maar we konden geen kant meer op, dus haar argument mocht niet baten.

Terwijl de auto onder een laag schuim bedekt werd, begon het gezicht van de kleuter steeds meer te betrekken. Toen ze in huilen uitbarstte, lieten we haar door de auto over de tweede zitrij naar voren klimmen, waar ze tussen haar broertje en zusje in weer langzaam bedaarde.

Nu was het de beurt aan de peuter. Ondertussen was de auto al omringd door borstels en zagen we hoe hij een steeds bedenkelijker gezicht trok. Hij durfde niet meer uit het raam te kijken, maar hield vanuit zijn ooghoeken de borstels gespannen in de gaten. Die kwamen steeds dichterbij en we konden de angst van zijn gezicht aflezen. Dit vond hij helemaal niet leuk. Uiteindelijk barstte ook hij in huilen uit.

Terwijl we hem troostten, keek de dreumes wat argwanend en verward uit het raam. Waarom moesten broer en zus zo huilen om die borstels? Moest ze hierin meegaan, of was dit wel leuk? Ze wist het niet zo goed. Voor ze haar beslissing kon nemen, waren we aan het einde van de wasstraat, waar de “dansende zemen” de auto afdroogden en vrolijk uit leken te zwaaien.

Ik had mijn beslissing ondertussen wèl genomen: volgende keer weer lekker alleen door de wasstraat!

Afbeelding: Shutterstock

Een bullebak in de ballenbak

Ik heb gemerkt dat ik me over mijn dochters toch wat meer zorgen maak dan over mijn zoon. Het liefst zou ik de hele dag een bodyguard met ze mee sturen om ze te beschermen tegen alle schurken, bandieten en gladjakkers die hun maar lastig zouden kunnen vallen in de grote boze buitenwereld.

Gelukkig heb ik ook een zoon die de taak van bodyguard op zich kan nemen. Hij heeft het als jochie van vier niet altijd even gemakkelijk met een oudere en jongere zus om zich heen. Zijn grote zus wint het fysiek nog gemakkelijk van hem. Zijn kleine zus laat zich de kaas niet van het brood eten, ze heeft als jongste geleerd goed van zich af te bijten. Toch merk je nu al dat hij, als het nodig is, voor zijn zussen door het vuur gaat.

Laatst waren we in een warenhuis met een aparte speelruimte voor de kinderen. De vrouw wilde graag even ongestoord shoppen, dus ik nam de kinderen mee naar de speelruimte, waar ze alle drie de ballenbak in gingen. Zelf installeerde ik me in een hoekje op een stoel en hield een oogje in het zeil.

Er waren nog een paar kinderen in de ballenbak aan het spelen, waaronder een irritante jongeman die met een psychopatisch plezier zijn broertje en zusje terroriseerde. Toen zijn broertje en zusje op zoek naar hun ouders gingen om hun beklag te doen, zocht de jongen meteen een nieuw slachtoffer. Zodra hij de kans kreeg duwde hij mijn oudste dochter hardhandig van een speeltoestel af. Mijn dochter begon zich snikkend een weg naar de uitgang van de ballenbak te banen en ik wilde al overeind komen om het vervelende jongetje vermanend toe te spreken en mijn dochter bij de uitgang op te vangen. Maar dat eerste bleek niet nodig, want mijn zoon was al in aktie gekomen.

Hij stapte resoluut op de bullebak af. Die was zo’n twee koppen groter, dus ik was benieuwd wat er zou gebeuren en besloot het even af te wachten. Van twee meter zie ik mijn peuter een ballenbakbal midden tussen de ogen van de bullebak gooien. De jongen had dit niet aan zien komen en keek verdwaasd om zich heen. Pats! Meteen nog een bal midden in zijn gezicht. Nu sprongen de tranen in zijn ogen. Ik besloot mijn zoon terug te fluiten: “Bodhi, niet met ballen naar andere kinderen gooien, dat is niet leuk!”. Hij keek me vol verbazing aan en mompelde: “Maar papa, hij ging Fenne pijn doen!?”.

Nu ben ik niet voor gewelddadige oplossingen, maar stiekem ben ik toch wel trots op mijn kleine man, die de confrontatie niet uit de weg gaat. Want wat is het heerlijk om te weten dat ik een bodyguard voor mijn kleine meiden in huis heb!

Je moet niet boos worden

Ken je de film “Gremlins” uit de jaren 80 nog? Een man geeft zijn zoon een Mogwai, een lief klein beestje, cadeau. Mogwais mogen alleen geen water, geen eten na middernacht en geen fel licht. Als zijn zoon zich niet aan deze regels houdt, verandert het beestje in een verschrikkelijke Gremlin en breekt de hel los.

Jouw kinderen, je eigen vlees en bloed, je trots. Die lieve schattige kleine kinderen kunnen soms van het ene op het andere moment veranderen in verschrikkelijke Gremlins die precies weten op welk knopje ze moeten drukken om jou als een bom op scherp te zetten. Meestal is dat je eigen schuld, want je hebt je waarschijnlijk niet aan de belangrijkste regels gehouden. Dit zijn bijna dezelfde regels als voor Mogwais: Je moet ze geen cola geven, ze moeten op tijd naar bed (zeker vóór middernacht), en je moet ze niet aan al te veel heftige impulsen bloodstellen.

Maar goed, je hebt weer eens niet goed opgelet en je Gremlins hebben je weer eens tot het uiterste gedreven. Als je geluk hebt, laten ze je nu meteen ‘ontploffen’. Maar soms willen ze met je spelen, en laten je een eeuwigheid op het randje van waanzin balanceren. In teamverband drukken ze ombeurten steeds weer even op je knopjes, maar net niet zo hard dat je zal ontploffen. Toch is er geen ontkomen aan. Uiteindelijk plof je toch een keer, want als deze bom op scherp gezet is, valt hij met geen mogelijkheid meer te ontmantelen.

Maar… er is een eenvoudig trucje. Het ligt zo voor de hand dat je je af zal vragen waarom je er niet eerder aan gedacht hebt. Of misschien kende je het trucje al, maar was je het door de tijd heen weer vergeten. Je zal het misschien moeten oefenen, maar dan kun je het echt onder de knie krijgen. Halen je kinderen weer eens het bloed onder je nagels vandaan en kun je dit niet op een opvoedkundig goedgekeurde manier oplossen?

Denk hieraan: Word vooral niet boos, laat je niet op scherp zetten. Wat er ook gebeurt, blijf kalm!

Ik ben een gelukzoeker

Ik heb de afgelopen dagen veel gelezen. Veel gezien. Veel nagedacht. Ik had besloten om er niet over te schrijven.

Nu doe ik het toch.

Ik ben een gelukzoeker. Elke ochtend als ik wakker word, ga ik weer op zoek naar mijn geluk.

Mijn kinderen. De ene dag is mijn geluk dichtbij. Mijn kinderen waar ik van geniet. Het besef dat ik ze in veiligheid kan grootbrengen. Dat ik ze kan omarmen en alles kan bieden wat ze nodig hebben. De andere dag is mijn geluk wat verder weg. Dan geniet ik er minder van, plak ik mijn verwende wezens achter het behang. Ik zoek verder voor mijn geluk.

Uiteindelijk blijkt, mijn geluk is altijd dichtbij.

Mijn leven. Ik zoek naar geluk in mijn leven. Er zijn dagen dan lacht het geluk mij toe. Heb ik alles wat mijn hartje begeert. Er zijn ook dagen dan ben ik minder gelukkig. Dan weet ik niet wat ik wil of hoe ik iets bereiken moet. Ik moet wat verder zoeken naar het geluk.

Uiteindelijk blijkt, mijn geluk is altijd dichtbij.

De plek waar ik woon. De plek waar ik woon is mijn geluk. Ik leef niet in angst, in geweld, in gevangenschap. Ik leef in vrijheid. Ik hoef hierin niet mijn geluk te zoeken, ik heb het geluk.

Geluk. We willen het allemaal. Voor onszelf. Voor onze kinderen.

Stel je eens voor…

Pats, kaboem! Weg is het geluk om mijn kinderen in veiligheid groot te brengen. Weg is het geluk om een leven te hebben met alles wat mijn hartje begeert. Weg is het geluk van de plek waar ik woon.

Maar ik ben een gelukzoeker. Dus ik pak mijn spullen en ik ga op zoek naar het geluk. Voor mezelf. Voor mijn kinderen.

Het geluk is niet meer zo dichtbij. Ik moet over land, over zee. Ik moet alles geven om mijn kinderen bij mij te houden, om mijn kinderen het geluk te geven. Het geluk wat we allemaal zoeken.

Ieder mens is een gelukzoeker.

De vraag is alleen, heb jij het geluk dat de ander het je ook gunt?

Het naar-bed-breng-ritueel (volgens mijn kinderen)

Als allereerste wil ik even zeggen dat ik diep, diep respect heb voor alle alleenstaande moeders (en vaders) die elke avond hun kleintjes naar bed moeten brengen. Alleen.

Want drie kleintjes naar bed brengen in je eentje, het is gewoon bijna niet te doen.

Het begint al bij de aankondiging, het moment waarop ik mijn kleintjes vertel dat het bedtijd is. Hoe kan ik ze zoiets vreselijks aandoen? Elke avond weer. Het is het alsof ik ze vertel dat ze nooit meer een feestje mogen geven of dat Sinterklaas niet bestaat. Maar feitelijk zeg ik alleen maar dat het weer tijd is om lekker te gaan slapen.

Als ik mijn kleintje aan het woord zou laten over hoe het naar-bed-breng-ritueel zou gaan, dan zou ze ongeveer het volgende zeggen.

Kleintje aan het woord

We moeten eerst helemaal zelf naar boven lopen, niemand die ons wil tillen. Belachelijk, want we zijn zo mooeeee! Dan zet mama ons onder de douche, waar we niet eens alle flessen shampoo leeg mogen knijpen. Vervolgens mag mama wel in die fles knijpen en smeert ze het nog over onze hoofdjes ook. Het prikt niet, beweert ze. Ze heeft zelf zeker nog nooit dat spul met ogen open onder de douche uitgespoeld.

Als we dan eindelijk lekker onder de douche staan, moeten we er alweer uit! Meteen afdrogen en pyjama’s aan. Het liefst rennen we nog even rond in onze blote kont, maar dat vind mama ook al geen goed idee. Pyjama’s aan dus. We willen het niet zelf doen, we zijn te moooeeee!!

“Hebben jullie al geplast?”, vraagt mama.

“PLASSEN EN TANDENPOETSEN!”, roept mama dan. We horen haar wel, maar we luisteren gewoon liever niet. Ik heb het namelijk veel te druk met het treiteren van mijn broertje. Die hapt zo lekker op alles wat ik zeg. Plassen en Tandenpoetsen NU! Oké, het is menens. Braaf hobbelen we naar de badkamer, waar ik als eerste roep “Ik eerst!”. “Nee, ik eerst!”, roept mijn broertje dan. Maar mijn zusje vindt dat zij als eerste aan de beurt is.

“Hebben jullie al geplast?”, vraagt mama.

Mwaaah, mwhaaaaa! Opeens hebben we ontzettende drang om het op een gillen te zetten. Alle drie. Mama maakt overigens gewoon gebruik van de mondjes die wijd open staan en poetst onze tandjes. Ho, wacht even. Niet de bedoeling dat het gemakkelijk gaat. Alle drie klappen we onze kiezen op elkaar en klemmen de tandenborstel…

Tjonge, mama kan ook nergens om lachen.

Oké, oké, we gaan naar bed. Maar eerst rennen we nog even die kamer in en verstoppen we achter het gordijn. Grappig grapje toch?

“Hebben jullie al geplast?”, vraagt mama.

Okéokéoké, nu gaan we echt naar bed.

We kiezen een boekje. Of eigenlijk kiezen we alle drie een boekje. Mijn zusje is duidelijk; die roept 98 keer “Nijntje viert feest!”. Ik vind het persoonlijk nog even nodig om te gaan blèren. Gewoon omdat ik moe ben en een hekel aan Nijntje heb. Logisch toch?

Door al het geblèr heeft mama geen zin meer om voor te lezen. Lekker dan…

We liggen hoor! Opeens bedenken we dat we alle drie nog moeten plassen… Mama zegt natuurlijk geen nee, die heeft namelijk geen zin om drie keer per week een pisbed te moeten verschonen. Ik ken haar wel een beetje.

En zo staan we alle drie weer voor de piespot te duwen. Ik was eerst, nee ik was eerst en ja hoor, natuurlijk gaat mijn broertje uitgebreid zitten poepen. “Ga beneden naar de wc dan!”, roept mama. Maar we willen niet naar beneden, want we zijn mooooeeeee! Het poepen bleek vals alarm. 

We liggen weer in bed.

“Mama, wil je bij me liggen?”
“Nee, mama wil je bij mij liggen?”
“Néé, mama je moet bij mij liggen!”

Mama gaat op de gang zitten.

Ik ben vergeten mijn handen te wassen! Nee, dat is heel erg, heel onhygiënisch! Ik móét nog even mijn handen wassen. Mijn zusje vindt het ook heel onhygiënisch en móét ook nog even haar handen wassen.

Mijn broertje vraagt zich nog even af wanneer we gaan avondeten en is diep teleurgesteld als blijkt dat de aardappelen met spinazie het avondeten waren.

Mama zegt nu met een dringende toon dat we écht moeten gaan slapen, anders wordt ze knettergek. Ik denk bij mezelf ‘dat is ze allang’, maar ik weet dat het verstandiger is om dat niet hardop te zeggen.

Het wordt stil in de kamers van mijn broertje en zusje. Ik probeer het nog één keer: “Mama, wil je bij me liggen?”. Ze geeft geen antwoord. Nou, nog één keertje dan: “Mama, wil je bij me liggen?”. Ze kan het niet meer aan en komt bij me liggen! Yes! “Kriebel je nog even op mijn rug?” Yes! 

GAAP, ik ben zo mooeeee…. zzzzz

Afbeelding kinderen in bed: Shutterstock

5 irritante feitjes voor elke (jonge) ouder

Voor je aan kinderen begon hoorde je wel het één en ander over het ouderschap, maar eigenlijk drong dat nooit echt door. Je natuurlijke oerinstinct negeerde al het negatieve en alleen de rozengeur en maneschijn was wat je voor je zag. Maar als dat kleintje er eenmaal is, dan is er geen weg meer terug. Dan zijn daar toch bepaalde dingen die je irriteren. Bijvoorbeeld dat slaapgebrek. Dat is irritant. Of die jaarlijks terugkerende Pieten discussie. Ook behoorlijk irritant. Het zijn welbekende irritante feitjes. Maar er zijn nog meer irritante feitjes die elke ouder leert kennen dankzij het ouderschap…

Feitje 1. De wereld draait door als je kleintje (eindelijk) een middagdutje doet

Waarom, oh waarom komt de pakketbezorger toch altijd op het moment dat je kleintje net (na een hevige strijd) in slaap gevallen is? Het lijkt zelfs wel alsof het volume van de bel twintig keer zo hard staat als hij erop drukt. En waarom hebben de vliegtuigen, altijd op het moment van het middagdutje, opeens een koers, zo laag mogelijk over jouw dak? Om nog maar te zwijgen over alle hulpdiensten die plots een route langs jouw huis lijken te hebben.

Feitje 2. Je krijgt altijd ongevraagde adviezen

Ik weet het, de adviezen zijn allemaal goed bedoeld. Maar dat maakt ze niet minder irritant. Voorbeeldje: ‘Zorg goed voor jezelf! Want hoe kun je voor een kleintje zorgen als je niet goed voor jezelf zorgt?’. Leuk en aardig allemaal, maar maak ondertussen dan maar even het avondeten, doe mijn kleintje maar even in bad, geef het meteen even de borst en zorg dat het in zijn eigen bedje slaapt. Dan zorg ik wel even voor mezelf…

Feitje 3. Je kleintje heeft een eigen mening

Ja ik weet het, dat is een zéér goede eigenschap. Maar niet als jij even snel een boodschap wil doen en je kleintje niet. Of als je je kleintje ’s morgens wil aankleden met je nieuw gekochte leuke jurkje, maar zij liever dat spuuglelijke Hello Kitty shirt aan trekt.

Feitje 4. Het is noodzakelijk om áltijd alert te zijn op plastic speelgoed dat over de vloer slingert

En het maakt niet uit hoe oud ze zijn, er ligt altijd wel ergens een lego blokje, een Barbie schoentje of een ander godvergeten plastic stuk speelgoed dat jouw blote voetzool (midden in de nacht) weet te vinden.

Feitje 5. Er komt een dag dat je wenst dat je je kleintje nooit had leren praten

Is het niet omdat je kleintje aan één stuk door ratelt en geen moment z’n kwebbel meer kan houden, dan is het wel om de meest genante opmerkingen die een kleintje maakt waar andere mensen bij zijn. Bijvoorbeeld als je kleintje op het (openbare) toilet opmerkt dat zijn vader een staart aan de voorkant heeft. Of als je kleintje in de supermarkt opmerkt dat die ene mevrouw een baby krijgt… Not! Of als je met je kleintje in de lift staat en je kleintje zich hardop afvraagt wie die gekke enge meneer is? Of als… Nou ja, er komt een dag dat je wenst dat je je kleintje nooit had leren praten.

Afbeelding jong gezin: Shutterstock