Wat je niet wist… Totdat er één naar school ging (de ochtenden)

Vroeger, toen ik nog geen kleintjes op school had, twee jaar geleden, waren mijn ochtenden relaxt en vredig. Ik werd wakker, stond op, kleedde me aan, kleedde mijn kleintjes aan, we gingen een ontbijtje eten en daarna keken we wel wat de dag ons zou brengen. Nu, in het heden, vandaag de dag, doe ik op zich niet heel veel anders. Ik word wakker, sta op, kleed me aan, kleed mijn kleintjes aan, we gaan ontbijten en daarna brengen we de zesjarige naar school. Dat klinkt niet heel moeilijk toch? Maar toch gaat er geen ochtend voorbij dat er niet gejankt of geschreeuwd (sorry buren) wordt. Dat wakker worden is namelijk niet op een tijdstip dat ik wakker zou willen worden. Mezelf aankleden lukt meestal wel, maar dan ga ik aan de slag met mijn kleintjes. Als ik geluk heb, zijn ze allemaal al wakker, maar eigenlijk ligt er altijd nog wel één te pitten.

Mijn kleintje wakker maken, ik weet dat dat heel onverstandig is, maar wat moet ik anders? Ze moet naar school en dus moet ze wakker worden! Ik begin heel liefelijk met een gezellig liedje ‘wakker worden, wakker worden, hoor de vogeltjes fluiten’. ‘GA WEG’, krijg ik als antwoord. Ze trekt het dekbed over haar hoofd en keert mij haar rug toe. ‘Nee echt, je moet naar school. Wakker worden meisje.’ Van binnen begin ik al een beetje te koken, want ja ik ben ook geen ochtendmens.

Ondertussen houd ik de twee andere kleintjes zoet met de tv. Ja, ik beken, deze staat het eerste half uur van de dag op Netflix. Als alles is aangekleed komt de volgende uitdaging. De televisie uit krijgen en allemaal naar beneden voor een ontbijtje. Maar inmiddels zitten ze met z’n drieën in trance naar Peppa Big te staren. Nog geen drie kwartier wakker, wordt mijn geduld voor de tweede keer op de proef gesteld, omdat ik met geen mogelijk mijn kleintjes naar beneden krijg.

Wat er ook gebeurt, ik móét nu eerst koffie en een ontbijtje. Ik weet niet hoe, maar uiteindelijk belanden ze toch alle drie aan de ontbijttafel. Het ontbijt, er wordt gekibbeld over smeerkaas, pindakaas, wie eerst, wie daarna, zelf smeren en er pleurt minimaal één keer een beker om. 

En in de tussentijd staar ik naar mijn koffie. Denkend aan vroeger, toen er nog geen tijdsdruk was…

Oh shit, de tijd.

‘We moeten gaan! Schoenen aan, jas aan. O nee, jullie HAREN. Ga maar weer zitten. Hup, hup huhup!!’  Ik flats er snel een vlecht en wat staarten in. En dan moeten we echt gaan. Net voor de bel gaat rennen we naar de overkant. Thank God dat we tegenover school wonen.

Jeetje, ik wist dat ik geen ochtendmens was, maar nu weet ik het zeker. Ik ben géén ochtendmens, echt niet. Ik pleit daarom ook voor schooltijden die beginnen om 10.00. Op z’n vroegst.

Afbeelding: Shutterstock

Pin It