Gisteren had ik een koffiedate in een stad verderop. Aangezien ik geen auto heb, ben ik aangewezen op het openbaar vervoer. Ambitieus en vol vertrouwen nam ik mijn drie kleintjes mee op sleeptouw. Ik dacht bij mezelf ‘dit kan ik, ik ben een goede moeder. En bovendien als we niet thuis zijn, wordt het ook geen bende in huis’.
Ik weet het, ik ben een denker. Hoewel ik even de hond vergeten was, die een leuk rieten mandje naar de filistijnen heeft geholpen. Ander verhaal.
Hoe dan ook, we gingen met de bus naar Haarlem. Naar een leuk koffietentje waar ik met een heerlijk bakkie kon genieten van een goed gesprek en waar de kleintjes ondertussen konden spelen in de gigantische speelhoek.
We hadden een fijne middag maar aan alle leuke dingen komt een einde en zo gingen we weer richting huis. In de bus op de weg naar huis realiseerde ik mij iets. Iets wat ik theoretisch al heel lang wist, maar wat je één keer in de zoveel tijd in de praktijk ervaart: mijn kinderen ratelen maar door en door en door… Die kleine bekkies stoppen nooit, nooit, maar dan ook NOOIT met praten.
Ja, als ze iemand een beleefd antwoord moeten geven, dan kunnen ze opeens doen alsof ik ze nooit heb leren praten.
Maar buiten dat is het altijd een stortvloed van woorden die er op mij afgevuurd wordt.
“Mama, Brams opa is Sinterklaas. Wel jammer voor Bram, dan ziet hij hem maar één keer per jaar.”
“Mama, wat gaan we eigenlijk doen?”
“Mama, ik heb honger.”
“Mama, wie zijn al deze mensen in de bus?”
“Mama, wat is dat geluidje?”
“Mama, wat gaan we doen?”
“Mama, mijn onderbroek zit niet lekker.”
“Mama, hoe groot is de zon eigenlijk. Hij is groter dan de wereld. Wie is er groter dan de wereld? Zijn wij groter dan de wereld? Papa is groter dan de wereld.”
“Mama, ik moet plassen.”
“Mama, ik denk dat die meneer nieuwe schoenen moet kopen.”
“Mama, waar gaan al deze mensen naartoe?”
“Mama, waarom weet je dat niet?”
En door en door en door en door en door… En ook thuis gaat het door.
Mijn hemel! Echt stop even met praten! Even-niet-praten. Één minuutje. Kan dat?
Nee dat kan niet. Ze zijn meedogenloos. Ze nemen niet eens de tijd om adem te halen. Het praat alleen maar. Of jankt. Of piept. Of zingt. Maar er is al-tijd geluid.
Ik vind het gezellig om met ze te kletsen. Ik vind het leuk om met ze te kletsen. Ik hoor graag wat ze te zeggen hebben. Maar na driehonderd keer “Mama, wat gaan we doen?” of “Mama, waarom weet je dat niet?” en “Mama, ik moet plassen / ik heb honger” ben ik moe van het luisten naar al dat gepraat en worden míj́n antwoorden steeds korter.
Ik wou dat ik het talent van de man had. Hij kan naast ze zitten en letterlijk het geluid het ene oor in en het andere oor weer uit laten glijden. En ik heb het geprobeerd. Het negeren. En dat bracht mij in de volgende situatie. Met de peuter. Ja echt, met de peuter.
“Mama, mama, mama, mama, mama, mama”
“Mama, hoor je me niet ofzo?”
“Jawel, maar ik probeer je te negeren”
“Kun je me dan even hier komen negeren?”
Dus.
Ik weet het, als mijn kinderen het huis uit zijn zal ik het geratel missen.
Zal het echt?
Afbeelding pratende meisjes: Shutterstock
Update 2015/2023