Ik heb geen uitzonderlijk bijzondere wereldburgers op de wereld gezet. Het zijn gewoon kinderen.

Laat ik voorop stellen dat ik mijn kleintjes, net als iedere moeder, de knapste, slimste en leukste kinderen van de hele wereld vind. Maar zijn ze bijzonder en uitzonderlijk? Neh.

Mijn kleintjes zijn gemiddeld. In alles. En ik vind dat prima.

Zoals ik al ongeveer zei, voor mij zijn ze heel bijzonder. Maar ze zijn niet uitzonderlijk in iets bijzonders.

Nee, ze zijn niet bijzonder getalenteerd. Ze zijn gemiddeld op school. Ze halen het niveau, maar moeten er wel wat voor doen. Ze kunnen lekker sporten, maar voor een koprol op een rekstok moet een aantal keer geoefend worden. Ze kunnen in mijn oren leuk zingen, maar ik kan mij voorstellen dat een buitenstaander liever heeft dat ze daarmee stoppen.

Ze halen niet uitzonderlijk snel hun zwemdiploma. Ze kunnen niet uitzonderlijk vroeg hun naam schrijven. Ze kunnen wel bijzonder veel herrie maken, maar ik weet dat meerdere kinderen dat kunnen. Zo uitzonderlijk is dat dus ook weer niet.

En hoe uitzonderlijk ik ze ook vind, ze doen gewoon mee met de middenmoot.

En ja, ik vind ze bijzonder grappig. Ik kan lachen om de simpelste grapjes die ze maken. Ik kan uren naar hun schoonheid kijken en me er vooral over verwonderen dat die wezentjes uit mij voortgekomen zijn. Hoe bijzonder!

En ik heb het gedacht hoor… Ik weet nog goed dat mijn eerste met twee maanden drie keer omrolde, van buik naar rug. Ik had een uitzonderlijk, bijzonder kind gebaard! Een motorisch genie. Uiteraard bleef het bij die ene keer en heeft ze vervolgens maanden op haar buik of rug gelegen, zonder enkele drang om om te rollen. Of toen mijn tweede met acht maanden achter een poppenwagentje aanliep. Hoe snel! Uiteindelijk bleek dat geen enkele versnelling te geven in het loslopen.

De eerste jaren van het ouderschap is een mijnenveld. Wie zegt er zijn eerste woordje? Wie loopt er als eerst? Wie is er als eerste zindelijk? Wie slaapt er als eerste door? Wie kunnen we alvast inschrijven voor de universiteit?

En ik zal niet liegen. Ik zou graag willen dat mijn kleintjes later gemakkelijk een HBO’tje halen. Maar ik ga ook steeds meer inzien dat ‘gelukkig zijn en plezier hebben in wat je doet’ veel, maar dan ook veel belangrijker is dan uitzonderlijk zijn.

Ik heb geen uitzonderlijk bijzondere wereldburgers op de wereld gezet. Het zijn gewoon kinderen. Maar deze kinderen maken mijn wereld wel uitzonderlijk bijzonder.

Wat ik zeg en wat zij hoort… Twee totaal verschillende dingen

eigenwijs kind

Ja, ik heb er zo één. Zo een eigenwijs, oost Indisch doof mormeltje. Ééntje die volledig haar eigen gangetje gaat, haar eigen plan trekt. Oftewel, gewoon doet waar ze zin in heeft. Je zal misschien wel denken dat ik totaal geen controle heb… Nah, misschien heb je wel gelijk! Ze is oncontroleerbaar.

Dus. Als ik iets zeg, dan hoort zij totaal iets anders. Echt waar. Het is onverklaarbaar. Maar voor haar blijkbaar heel logisch.

Bijvoorbeeld…

Als ik zeg ‘nee’

Dan hoort zij ‘ja’.

Of ze weet niet zeker wat ze nou gehoord heeft en vraagt het voor de zekerheid nog even aan haar vader.

Of ze hoorde inderdaad ‘nee’, maar heeft voor zichzelf besloten dat het best een ‘ja’ kan zijn.

Als ik zeg ‘niet in de shampoofles knijpen’

Dan hoort zij ‘knijp de fles leeg in het pannetje’.

Of… ‘haal de hele dop eraf en schudt ermee in de rondte’.

Óf ‘knijp deze fles leeg en doe dat ook bij alle andere flessen onder de douche’.

Als ik zeg ‘we gaan even opruimen’

Dan hoort zij ‘gooi die laatste bak ook nog maar even leeg’.

Of ze hoort ‘gooi die laatste bak ook nog maar even leeg over de hond’.

Als ik zeg ‘doe je jas aan’

Dan hoort zij ’trek je sokken uit’. Serieus, waarOM?

Of ze hoort ‘ga alsjeblieft knetterhard krijsen alsof je een prikkeldraad om je heen gewikkeld krijgt’.

Als ik zeg ‘sssst, je broertje en zusje slapen’

Dan hoort zij ‘ga even knetter hard zingen, schreeuwen, doe in ieder geval iets om je broertje en zusje wakker te maken’.

Als ik zeg ‘blijf aan tafel zitten’

Dan hoort zij ‘ren zo snel mogelijk naar buiten en negeer alles om je heen’.

Of misschien hoort ze  ‘ik wil graag dat je naast je stoel gaat staan en mij met een brede grijns aankijkt’.

Als ik zeg ‘zeg maar even dankjewel…’

Dan hoort zij ‘zeg maar even helemaal niks en negeer degene die je eigenlijk bedanken moet volledig’.

Of ze hoort ‘zeg maar even piemel’.

Als ik zeg ‘niet met water spelen, dan word je nat’

Dan hoort zij ‘draai de kraan zo ver mogelijk open, vul een bak en gooi het over jezelf heen. Oh ja en ook nog even over de keukenvloer graag’.

Of , na de turnles van haar zus, ‘ga maar even onder de douche staan terwijl iemand anders op het knopje drukt’.

Als ik zeg ‘je mag je broer niet pijn doen’

Dan hoort zij ‘ram hem zo hard als je kan’.

Als ik zeg ‘zachtjes doen met Lily (de hond)’

Dan hoort zij ‘doe maar net alsof Lily een paard is en ga maar een rondje rijden’.

Of ’trek maar zo hard als je kan aan haar staart’.

En als ik zeg ‘dat mag niet!!!’

Dan zegt zij: ‘Kusje erop?’

Afbeelding: Shutterstock

Een mamablog uit de jaren ’80 – weekoverzicht-

ouderwets kind

Lief dagboek, het was afgelopen week weer een week net als vele andere weken. Ik had graag wat foto’s erbij geplakt, maar ik had niet genoeg huishoudgeld over voor de 24 uur ontwikkeling, dus ik kan ze pas volgende week ophalen. Ik hoop dat ze een beetje gelukt zijn, want die van vorige week waren niet waardig genoeg om erbij te plakken. Wazige gezichten, vingers voor de lens, dat soort dingen.

Maar goed, wat hebben we afgelopen week allemaal beleefd? Basje begon de maandagochtend gezellig (niet dus) met een fikse dramabui. Zondagavond was klaverjas-avond en Basje weigert dan altijd te gaan slapen. Stilletjes zit hij bovenaan de trap te luisteren naar… JA naar wat? Naar hoe wij aan het kaarten zijn en wat borreltjes drinken. Maar goed, dat moet hij dus op maandagochtend bezuren. En ik ga natuurlijk niet mee in zijn drama, daar trap ik niet in. ’s Avonds een man, overdag een man. Dan heeft hij dat maar alvast jong geleerd.

Toen de kleintjes op school zaten kon ik eindelijk mijn nieuwste doktersromannetje uitlezen, wat bleek? Ze leefden weer lang en gelukkig.

Liesje had steeds wat zakgeld gespaard en samen met het geld dat ze voor haar verjaardag en rapport had gekregen, heeft ze na lang twijfelen tussen rolschaatsen en LAGear gympen, toch de rolschaatsen gekocht.

Basje daarentegen had niet zo een mooi rapport. Na thuiskomst van het tien minuten gesprek zat hij peultjes te zweten op de bank. En terecht! De juf was niet zo enthousiast over zijn resultaten die mede mogelijk gemaakt zijn door zijn onoplettendheid en hij is nogal snel afgeleid door alles om zich heen. Je snapt dat zijn commodore 64 voorlopig niet meer aangaat…

Door de vorst van afgelopen week smaakte de boerenkool uit eigen moestuin ook verrukkelijk! De kleintjes waren het daar na drie dagen achtereen niet meer zo mee eens. Gelukkig weten ze nog niet dat er volgende week voornamelijk bietjes op het menu staan. Ik zal ze belonen met een Saroma toetje. 

Verder heb ik afgelopen week 10 cassettebandjes terug moeten draaien omdat de tape er weer eens een halve meter uitgetrokken was. Heb ik totaal 3 uur naar de kleintjes moeten zoeken omdat ze buiten verdwenen waren. Is er één pak pleisters doorheen gegaan (schaafwonden op knieën, ellebogen en een voorhoofd), één fles azijn (brandnetels) en een half flesje jodium (ja ik ben zuinig). Maar ik heb zaterdagochtend ook lekker kunnen uitslapen terwijl de kleintjes naar Villa Achterwerk keken. 

Tot volgende week -x-

Afbeelding: Shutterstock

Het leven wordt steeds makkelijker naar mate de kleintjes groter worden…

Het leven wordt steeds makkelijker naarmate de kleintjes groter worden… Wie heeft deze uitspraak in hemelsnaam bedacht?

De babyspekbeentjes en het pamperkontje op je heupen. De spekarmpjes om je nek. Hoe heerlijk, hoe fijn! Het gebrabbel waar je niks van maken kunt. De verrassende blikken en de nieuwsgierigheid als er een maaltijd voorgeschoteld wordt en vervolgens door je haren wordt gesmeerd. De afhankelijkheid van jou. Van jouw kunnen, jouw handelen.

Het komt nooit meer terug.

Natuurlijk zijn mijn kleintjes nog afhankelijk. Natuurlijk wordt het avondeten nog steeds af en toe in mijn haren gegooid. Natuurlijk zeggen ze dingen waar ik niets van maken kan en natuurlijk krijg ik nog onverwachte knuffels die uit hun tenen komen.

Maar wordt het leven steeds makkelijker naarmate de kleintjes groter worden? Nah. 

Een middagslaapje, oftewel een uurtje stilte in de middag, dat zit er niet meer in. De was met babykleertjes was schattig om te wassen. Maar inmiddels puilt de wasmand zo uit, dat het verre van schattig is. Kreeg je vroeger de vraag ‘Mama, waarom ga je naar de wc?’. Nu komen ze met vragen als ‘Waarom geven mannen geen kusjes aan mannen en wel aan vrouwen?‘ of ‘Waar staat hectometerpaaltje 1?‘ En jawel hoor, ook aan de vraag ‘Hoe komt er een baby in je buik?’ is geen ontkomen meer.

En oké, ik geef het toe. Het is een verheerlijking om van de luiers af te zijn. Maar hoe schattig was de babypoep in vergelijking met de bolussen die ze nu af en toe draaien met een geur waar je U tegen zegt. En hun eigen kont afvegen? Ho maar! Je zou het eigenlijk ook niet moeten willen in sommige gevallen…

Ik weet nog zo goed dat ik, toen ik net moeder werd, voor even naar de supermarkt gaan een hele ochtend uittrok. Kind in de maxicosi, maxicosi in de auto, alleen dat al was een dagtaak. En dan was ik nog geeneens vertrokken. Je zou denken dat het nu allemaal lekker vlot gaat… Op het moment dat ik de kleintjes zover heb gekregen hun schoenen aan te doen, moet de eerste alweer plassen en om de één of andere reden kan dat niet met schoenen aan. Alles weer uit dus. Als ik de driejarige in haar stoel wil hijsen, is zij het daar totaal niet mee eens en om de één of andere reden, moet haar weg naar de auto weer helemaal opnieuw. Vanaf de voordeur ja! Heb ik ze allemaal in de auto? Dan is de middelste zijn tas (die hij eigenlijk helemaal niet nodig heeft) vergeten. Oh man, waar is die tijd toen ik snel een maxicosi de auto in mikte om vervolgens geluidloos naar de supermarkt te rijden?

Het moment dat je kleintje voor het eerst ‘mama’ zegt. Wat een eer, wat een verrukkelijkheid dat een klein mensje dat tegen jou zegt. Nu vraag ik me soms af waarom ik überhaupt die kleintjes heb leren praten. En denk je dat een driftbui van een tweejarige niet te handelen is? Dan heb je een 7-jarige zijn zinnen nog nooit zien verliezen… Oké, ze gaan niet zo snel meer op de supermarktvloer liggen stampvoeten, maar de woorden ‘Mama, ik haat je’ moet je inmiddels wel kunnen incasseren.

Het leven wordt steeds makkelijker naarmate de kleintjes groter worden? Nah.

Afbeelding: Shutterstock

Kansloze dreigementen, waarom doe ik dat toch?

Ik ben een moeder en ik maak fouten. Hoe graag ik ook alles perfect zou willen doen, mijn kleintjes laten opgroeien in harmonie zonder te straffen, zonder mijn irritatie op hen te uiten en zonder te schreeuwen. Echt, ik zou het willen. Maar het lukt niet.

Sterker nog, af en toe laat ik mijn kansloze dreigementen op ze los. Dreigementen waarvan ik weet dat ik ze toch niet waar zal maken. Dreigementen die zomaar barstjes kunnen geven in hun vertrouwen in mij. Ik weet dat het kansloos is. En toch doe ik het.

Ik zal eens een voorbeeld geven van zo een kansloos dreigement; ‘Als je nu niet komt, dan blijf je maar hier! Ik ga wel zonder jou.’ 

In de supermarkt, in de woonkamer, midden op straat, in de dierentuin, in het zwembad, op het speelpleintje, in de auto, of waar ook mijn kleintje opeens besluit dwars te gaan doen, zijn kont tegen de krib te gooien.

Soms heb ik tijd, geduld, de energie om het op een redelijke manier op te lossen.

Maar soms ook niet. Soms ontbreken alle elementen om die op een redelijke manier toe te passen. En dan floept het zo uit mijn mond. En heel af en toe zelfs uit mijn tenen.

‘Als je nu niet komt, dan blijf je maar hier! Ik ga wel zonder jou.’ 

Resultaat? Een kleintje die nog harder gaat blèren. Omdat hij nu te dealen heeft met een boze moeder. Omdat hij serieus geen stap verder meer wil zetten. En misschien wel omdat hij bang is. Bang om achtergelaten te worden. Uiteindelijk rent hij achter me aan en zitten we het volgende half uur gezamenlijk met een chagrijnige porem uit het raam te kijken. Ik met een beetje schuldgevoel. Hij met een beetje angst.

Natuurlijk meen ik het niet. Ik zou mijn kleintje nooit ergens achterlaten. Dat weet hij. Maar toch checkt hij het ’s avonds voor het slapen gaan nog even.

“Mama, je gaat toch niet weg?”
“Nee natuurlijk niet schatje, ik zou je toch nooit alleen laten!?”

Ahum. Opeens besef ik het me.

Stomme kansloze dreigementen…


dreigementen pinterest

Afbeelding: Shutterstock

Boys will be boys, inclusief de piemels en de scheten

boys will be boys

Na een weekje op de camping te hebben gebivakkeerd, met de kleintjes en de vriendjes, werd ik er weer even aan herinnerd hoe het ook alweer zat met jongens. Kamperen is toch een beetje back to basic, iets wat jongens graag willen, en ook mijn kleine man bevalt dat maar al te goed. Wat mij betreft overigens helemaal geen probleem, ik ben namelijk ook best wel in mijn element tijdens het kamperen. Geen make-up op mijn snoet. Geen high heels, maar rondbanjeren op mijn kaplaarzen. En elke avond aan de barbecue een halve koe naar binnen werken. Misschien schuilt er diep van binnen ook wel een beetje een kerel in mij.  Lees meer

Waarom koken de grootste rotklus is…

moeder kookt

Wij hebben een kleintje die het avondeten verafschuwd. ’s Morgens vroeg vraagt ze al wat voor avondeten haar te wachten staat. Ze zegt er tegenwoordig wel bij ‘Ik zal niet zeggen dat ik het niet lust’. Maar als ik met mijn antwoord kom, trekt ze een kop alsof ze een zure hondendrol voorgeschoteld gaat krijgen. Het enige goede antwoord dat ik kan geven, is patat of spinazie à la crème. Aangezien we dat niet elke avond eten, is het weleens een drama bij ons aan tafel. Niet echt gezellig, maar het gebeurt helaas vaker dan me lief is.

Nee, het maken van het avondeten is, voor de flopkok die ik ben, echt een hels karwei. Alleen al om het feit dat er (bijna) niemand blij is met het geleverde werk. Maar er zijn meerdere redenen waarom koken de grootste rotklus is…

Voor koken heb je voedsel nodig. Voedsel komt niet vanzelf in je koelkast, tenzij je elke week Appie laat komen, maar die luxe is mij niet gegund. Het betekent voor mij simpelweg boodschappen doen. Zelf een lijstje maken en zelf boodschappen doen in de supermarkt. Aangezien ik verschrikkelijk slecht ben in plannen en pas voor het boodschappen doen mét kleintjes (waarom lees je hier), ben ik gedoemd om in het weekend de nodige boodschapjes in huis te halen die we nodig hebben voor het leuke en gezellige avondeten van de komende week. En geloof me, ik weet echt héél veel leukere dingen te doen in het weekend.

En dan mag ik de hele week een fijn diner voor mijn gezin verzorgen. Om dat diner klaar te maken, is een goede planning tevens een vereiste. Zoals je net al las, plannen behoort niet tot mijn talenten. Maar er moet toch gekookt worden en dus waag ik mijzelf elke avond weer aan deze uitdaging. Helaas blijkt altijd dat de aardappelen al 10 minuten klaar zijn, terwijl de groente nog gewassen moet worden. Dit komt door mijn klunzigheid, maar ook door een kleintje die mij, altijd opeens tijdens het koken, vraagt om te helpen met haar huiswerk. En anders is er wel een kleintje dat opeens besluit om uitgebreid te gaan poepen en de poep daarna overal op te smeren… Oké, you get the point.

Als dan eenmaal het gekookte eten op tafel staat en iedereen klaar is om te eten, komt het spannendste deel. Gaan we met z’n allen gezellig eten, of valt de ene na de andere kegel, al “DIT LUST IK NIET”schreeuwend, om? Helaas voor ons is dat laatste drie van de vier keer het geval. Laat ik het zo zeggen, het motiveert me niet om mijn best te doen om een gezonde maaltijd op tafel te zetten.

Als beloning krijg ik de zooi die er achtergelaten wordt. Geen fooitje of bedankje voor de ‘lekkere’ maaltijd, alleen maar spinazieresten die vastgeplakt zijn aan de tafel, soms zelfs onder tafel en een aanrecht vol met vuile vaat. En heus, ik zou het het allemaal waard vinden als, als iedereen heerlijk genoten heeft van mijn fijne maaltijd…

Koken… Hoe graag ik het zou willen kunnen, het is de grootste rotklus die er is.

 

Afbeelding: Shutterstock

5 feitjes voor een moeder van een peuter

peuter

Zomaar op een dag verandert je lieve kleine dreumesje in een peutermonster. Als ‘moeder met een perfect leventje met lief klein kindje’ word je dan ook opeens een ‘oververmoeide moeder met een peuterpuber (from hell), die leeft op al dan niet afgekloven rijstwafels, koffie en wijn’. Misschien wat overdreven, maar je snapt het punt.

Althans, je snapt het punt als je de volgende feitjes bijzonder goed herkent…

Feitje 1: Babydoekjes zijn niet alleen voor babybilletjes. Ook de handjes, neusje, eigenlijk je hele peuter kun je er prima mee wassen vlak voordat je de deur uitmoet. Ze zijn ook bijzonder nuttig tijdens de fase ‘zindelijk worden’. Denk namelijk maar niet dat je dan van de vieze poepbillen af bent, zo nu en dan staat je peuter doodleuk naast je te poepen. Midden op het schoolplein. Geloof me, dit wil je niet met een washandje schoonmaken, dit doe je met een half pak billendoekjes. En met de andere helft van het pak maak je de badkamervloer schoon.

Feitje 2: Soms is de dag te lang. Maar je weet, een middagdutje betekent de hele avond een wakkere peuter. En dat willen we niet. Aan het einde van de middag kun je dus ook beter geen autoritjes meer plannen. En als het dan toch moet, radiovolume op voluit, alle ramen open en af en toe heel luid naar je peuter roepen “HÉ, MOET JE DAAR NOU KIJKEN!” Werkt het niet, dan is er nog maar één oplossing: wijn. Voor jezelf uiteraard.

Feitje 3: Peuters willen wat jij hebt. Misschien is het zelfs wel de truc om je peuter aan het eten te krijgen. Als je net doet alsof die aardappel een klomp goud is, die je never nooit niet zou weggeven, die je beschermt met je leven. Dan kun je op je vingers natellen dat je peuter die aardappel van jou moet en zal hebben. Als je peuter deze dan te pakken heeft, doe dan alsof je ontzettend verdrietig bent, grote kans dat je peuter er snel een hap van neemt. En dan zijn er peutertjes die medelijden met je krijgen en het klompje goud (de aardappel) met je delen. Maar er zijn ook van die monsters die de aardappel zo snel mogelijk naar binnen werken en in de tussentijd naar je blijven kijken om te zien of je wel aan het lijden bent.

Feitje 4: Waarom, WAARom, WAAROM? En echt, vraag me niet waarom, want ik weet het niet.

Feitje 5: Juich nóóit te vroeg! Is je peuter zindelijk? Slaapt je peuter eindelijk de hele nacht, na drie jaar, door? Lust je peuter sperziebonen? Op het moment dat je het nieuws wereldkundig maakt, pist je peuter zijn broek vol. Of is de komende maand elke nacht weer aan het krijsen. En die sperziebonen kun je in je neus stoppen. Juich nooit te vroeg.

 


feitjes moeder peuter

Afbeelding: Shutterstock

Zindelijkheidstraining ala lik-me-vessie

Ik durf het bijna te zeggen. Wel zachtjes en niet te hard en ondertussen klop ik voor de zekerheid op een houten plank, maar… Mijn kleintjes zijn zindelijk! Alle drie. Stuk voor stuk. Mag je op zich wel verwachten van een 6-jarige en een kleuter. Maar nu heeft dus ook de peuter dit level bereikt.

No more luiers in da house!

Nou ja, ‘zo goed als’ dan. ’s Nachts doe ik er nog eentje bij haar om. Voor de zekerheid. Eigenlijk vooral omdat ik te lui ben om ’s nachts bedden te moeten verschonen. Maar overdag, echt chapeau voor mijn peutertje. Totdat ik het heel enthousiast aan iemand vertel. Dan piest ze uiteraard acuut haar broek en de vloer vol.

Zindelijkheidstraining? Daar doe ik niet aan. Alleen aan de zindelijkheidstraining á la lik-me-vessie Luie moeders, zijn gelukkigere moeders heb ik ooit ergens gelezen. Zulke uitspraken vergeet ik niet, daar kan ik mij helemaal in vinden. En bovendien, met een peuter die net zindelijk is de deur uitgaan, is vragen om ‘situaties waarbij ik mijn schoen bij opvreet’.

Samen met je peuter winkelen? Geheid dat ze midden in de Specsavers (je weet wel, waar ze brillen genoeg hebben, maar geen wc-brillen voor klanten) roept dat ze plassen moet. En wat voor antwoord krijg je van het personeel als je vraagt of je peuter even gebruik mag maken van het toilet? “Nee mevrouw, het toilet is niet voor klanten. U kunt 3 kilometer verderop naar het toilet in de HEMA.”

Ik krijg op zulke momenten de neiging om tegen mijn peuter te zeggen, plas maar in je broek en vervolgens de betreffende verkoper even erop te attenderen waar er gedweild moet worden.

En dat wil ik voorkomen.

Zindelijkheidstraining ala lik-me-vessie. Hoe gaat dat dan in zijn werk? Heel simpel. Zorg dat je de eerste vier jaar een budget hebt ingecalculeerd voor de luiers die aangeschaft moeten worden. Daar moet je verder ook niet over zeiken. Luiers verschonen is nou eenmaal heel goor en luiers zijn allemachtig duur, maar luie moeders vergeten regelmatig om hun kleintje te verschonen. En treffen aan het einde van de dag een gigantisch gevulde, maar vooral compleet benutte luier. Scheelt er toch weer zo een drie op een dag.

En dan komt er een dag dat je kleintje vindt dat het genoeg is. Weg met die luiers, ik ga plassen op de pot. In eerste instantie probeer je dat nog tegen te gaan, gewoon om ‘Specsavers’ situaties, zoals hierboven beschreven, te voorkomen. En bovendien weet je dat als je kleintje eenmaal ‘de wc’ ontdekt heeft, hij of zij ook werkelijk elk toilet op deze wereldbol een keer zal willen bekijken, wáár je ook bent.

Maar goed, je kleintje weet hoe hij zijn broek naar beneden moet trekken en ook de luier weet hij te ontgrendelen. Geen voorkomen meer aan. Je kleintje wil op het potje plassen. Meestal, als ze dit punt bereikt hebben, zijn ze er ook daadwerkelijk wel aan toe.

En wat blijkt? De zindelijkheidstraining á la lik-me-vessie werkt! Je kleintje heeft zichzelf zindelijk gemaakt en plast en poept alleen nog maar op zijn potje.

Behalve dan als je het heel enthousiast aan iemand vertelt….

Afbeelding: Shutterstock