Beste moeder waar het geen bende in huis is

Je zegt dat je huis netjes en schoon is. Maar ik geloof je niet. Het is bijna net zo een bende als de mijne. Het kan niet anders. Die plaatjes die je op Instagram zet, zijn niet de realiteit. Al de zooi op de tafel heb je een veeg gegeven, de rotzooi op de vloer heb je in een hoek geduwd en je kleintje in haar kekke jurkje was bij het laatste stukje witte schone muur, of niet dan?

Zeg het maar hoor, als ik het helemaal verkeerd zie. Want dat kan, ik heb het ook weleens mis. Maar toch heb ik hier veel over nagedacht en kan ik gewoon niet geloven dat het bij jou altijd netjes en schoon is.

Als ik door mijn huis loop en rondkijk, denk ik bij mezelf ‘wat the heck is er hier toch gebeurd?’. Hoe, HOE kan het dat werkelijk in elke kamer, de woonkamer, de keuken, de hal, de badkamer, de slaapkamer, o-ver-al ligt troep. Alsof iedereen hier in huis speelgoed rond spuugt, papier niest of zoals Elsa ijs uit haar vingertoppen laat komen, zo kunnen wij stof in de rondte laten dwarrelen. Poef, poef, POEF!

Ja, beste moeder waar het geen bende in huis is, vertel mij nou eens. Hoe doe jij dat? Want al is het hier een keer netjes, binnen een uur van menselijke aanwezigheid is het weer een complete bende. Na elke maaltijd staat het aanrecht vol. En nee, dat kan niet altijd gelijk de vaatwasser in, want ook die is vol.

De vaatwasser doet er zo een twee uur over om schoon te worden. Negen van de tien keer kom ik er pas na een uur achter (of dan pas heb ik er zin in) dat de vaatwasser leeggeruimd en weer gevuld kan worden. Dat houdt in dat het aanrecht minimaal de helft van de dag gevuld staat met wachtende vaat. Oftewel, het aanrecht is grotendeels van de tijd meer gevuld dan leeg.

Als we niet meteen de afwas doen na de lunch.
Als we niet meteen de afwas doen na de lunch

De badkamer. Dé plek waar de was zich verzameld. En echt waar, ik heb attributen die zouden moeten helpen om een geordend huishouden te hebben, zoals een wasmand. MAARRRR…. Dan zou het ook wel handig zijn om de was in de wasmand te mikken en niet er naast. 

Serieus, dit is mijn freaking badkamer mét, hoe luxe, een wasmand!
Serieus, dit is mijn freaking badkamer mét, hoe luxe, een wasmand!

En dan het speelgoed. Ik weet niet hoe jij dat doet, beste moeder waar het geen bende in huis is, maar sinds de kleintjes hier in huis zijn gekomen zijn mijn fancy woonaccessoires vervangen door plastic troep die heel veel herrie maakt. Ze noemen het ook wel speelgoed. Al vraag ik me af of dat wel de juiste benaming is voor deze aftandse crappy zooi, aangezien de kinderen het vooral gebruiken om op één hoop te gooien midden in een kamer. Om er vervolgens doorheen te banjeren en het eenzaam achter te laten. En dit allemaal binnen vijf minuten ná het opruimen van hun kamertje…

Je denkt, de zooi valt toch best mee... Totdat je een kijkje om de hoek neemt.
Je denkt, de zooi valt toch best mee…                Totdat je een kijkje om de hoek neemt.

Al zou ik een keer flink de bezem door dit hele *piep* huis halen, binnen no time is het alsof er een bom in de kruipruimte is ontploft.

Echt. HOE DAN, BESTE MOEDER, hoe? 

Als ik denk aan jouw perfect gestylde Instagram woning, dan ga ik het liefste in een foetushouding liggen janken en vraag ik mezelf serieus af hoe ik kan overleven in deze omstandigheden.

En ja, ik voel me verslagen als ik de trapkast open en word aangevallen door een stofzuigerslang, een dweilstok en krat oud papier. Alsof het een teken is. Of als ik eindelijk de 20 stapels babykleding heb gesorteerd om weg te geven. En vervolgens toch weer in een hoek van de kamer zet. Want tja…

Nogmaals, HOE DAN, BESTE MOEDER, hoe?

En vertel me niet dat ik mijn kleintjes moet leren om hun speelgoed op te laten ruimen, voordat ze ander speelgoed pakken. Want dan mag je me toch even vriendelijk uitleggen hoe je dat dan doet zonder te veranderen in een krankzinnige schreeuwkoningin.

Misschien is dat het. Misschien is het niet mijn aard.

Of ik ben gewoon heel onhandig. Of lui.

Of, beste moeder… jij liegt.

Of je bent geniaal.

Kan ook.

Ik heb gekeken naar… mijn telefoon

Ik zit met mijn peuter in een speeltuintje. Ik moet van haar in het speeltoestel wat een vliegtuig moet voorstellen gaan zitten. Ze geeft duidelijke instructies. Braaf en gedachteloos volg ik ze op.

Mijn telefoon heb ik (vrijwel standaard) in mijn hand. Ik check mijn mail. Mijn Twitter en tik Instagram nog een keer aan. Niks veranderd sinds 3 minuten geleden, wat een teleurstelling. Facebook nog maar een keer dan.

“Mama. Mama. Mama. Kijk door het raampje. Mama. MAM-MA.” 

Huh?’ Oh het raampje. ‘Waar dan?’

‘Hier mama, kijk door het raampje, we zijn in Azië.’

Ik neem het vaag in me op. Azië galmt het ergens in mijn achterhoofd. Wacht…. Zei mijn peuter nou ‘we zijn in Azië’? Tjonge, ze blijft me verwonderen. Een Facebookbericht over Justin Bieber zijn piemel overigens ook. Die klik ik toch even aan. Al grinnikend zit ik naar mijn beeldschermpje te staren, terwijl mijn peuter haar grootste fantasieverhalen op me afvuurt.

‘We gaan héééél ver vliegen. MAma, blijf uit het raampje kijken, mama, mama, mamaaaaa…’

O ja, we zitten in het vliegtuig en we gaan naar Azië. Azië, hoe komt ze daar toch bij bedenk ik me terwijl ik mijn telefoon vergrendel.

‘Mama, je moet nu hier zitten.’ Beveelt mijn peuter.

‘Hmmm, daar is het nat, vind je het goed als ik hier blijf zitten?’ Vraag ik haar.

‘O, okay’ Soms is ze zo lekker makkelijk die peuter van mij.

Ze gaat weer door met haar vliegtuigfantasie. En ongemerkt zit ik weer door mijn Instagram tijdlijn te scrollen, wederom met weinig vernieuwende plaatjes.

Shit hey, wat zit ik nou toch de hele tijd op dat beeldschermpje te kijken, denk ik bij de laatste teleurstelling van weinig nieuws. Nu doe ik dat ding in mijn broekzak en speel ik even mee in de fantasie van mijn peuter.

Yep, zo een moeder ben ik. Zo een moeder die meer naar haar beeldschermpje kijkt dan naar haar spelende kleintjes in de speeltuin.

Maar weet je, ik hoef ook niet elk sprongetje, draaitje, dansje, lachje te zien. En ik wil ook niet in elk fantasietje meespelen. Ik heb namelijk de hele ochtend al gekeken wat mijn kleintjes deden.

Ik heb gekeken hoe ze wakker werden terwijl ik ‘wakker worden, wakker worden’ voor ze zong, om vervolgens een ‘laat me slapen!’ toegesnauwd te krijgen. Ik heb gekeken hoe ze hun kleding binnenstebuiten en achterstevoren aantrokken en hoe ze in gevecht waren om hun eigen sokken aan te trekken. Ik heb met verwondering gekeken hoe ze hun ontbijt naar binnen werkten en hoe de helft van het beleg op hun wangen eindigde. Ik heb gekeken hoe ze nog een dansje deden voordat ik honderd keer beval om schoenen aan te trekken. Ik heb gekeken hoe ze hun klasje binnen wandelden en hoe ze hun vriendjes begroetten. Ik heb mijn peuter geduwd op de schommel tijdens ons wandelingetje terug naar huis. Ik heb gekeken hoe ze al kletsend terug naar huis liep. Ik heb gekeken hoe ze met de poppetjes van de PLAYMOBIL hele verhalen uit het echte leven naspeelden. Ik heb gekeken hoe ze een puzzel van 50 stukjes maakten. Ik heb gekeken…

En soms kijk ik even naar mijn telefoon. Want stel je voor dat je de piemel van Justin Bieber zou mislopen… 😉

Borstvoeding in het openbaar? Kap ermee!

borstvoeding openbaar

Het is een zonnige woensdagmiddag. Ik zit gelukzalig op mijn bakfiets. We fietsen langs een willekeurig huis met een ooievaar in de tuin. ‘Hoera een jongen’, staat er op het raam. ‘Fijn voor jullie’, is wat ik denk. Mijn peuter en mijn kleuter zitten in de bak. In mijn hoofd reken ik uit over hoeveel maanden mijn peuter een kleuter wordt.

Ondanks dat ik uitkijk naar de nieuwe fase (geen kleintjes onder de vier meer in huis), gaat er ook een scheut mixed-feelings door mijn lichaam. Van top tot teen. En ondanks dat ik denk ‘Fijn voor jullie’, denk ik ook ‘Jemig wat k*t voor mij’.

Een zonnige woensdagmiddag. Ik zit op een terrasje. Tegenover mij, in mijn gezichtsveld, zit er een moeder borstvoeding te geven aan haar kleintje. Moet dit nou serieus zo pal voor mijn neus? Ja, natuurlijk kan ik de andere kant op kijken of weggaan. Maar hey, ik zat hier eerst!

Maar ja, dat heeft die kersverse moeder die samen met haar newborn in hun eigen wereldje zitten, totaal niet in de gaten. Ik vind het verschrikkelijk dat ze dit zo in het openbaar doet!

Want nu moet ik naar dat schattige koppie kijken, en dat gretige geslurp aanhoren. Dat lieve handje dat zachtjes in haar borst knijpt, of aan haar haren trekt of speelt met haar shirt. Die heerlijke voetjes die om op te vreten zijn en zweetteentjes om mee te spelen.

Het geslurp wat ik nu dagelijks hoor is een beker yoki die naar binnen gegoten wordt. Die lieve handjes zijn nu vuisten die hard tegen mijn bovenarm gemept worden onder het mom van een potje vechten. En die lekker teentjes zijn grote zweettenen die je niet dichtbij je neus hebben wilt.

Weet je, het wordt er allemaal ingewreven. Die ooievaars in de tuinen, die mama die recht voor mijn neus borstvoeding zit te geven. Die scheut mixed-feelings, ik realiseer me dat het nooit meer terugkomt.

Echt, wat haalde ik in mij hoofd? Om ooit te stoppen met borstvoeding. Om uit te kijken naar die nieuwe fase? Straks zit ik hele ochtenden en middagen alleen. Straks heb ik alleen nog maar kleintjes die het allemaal beter weten. Die steeds onafhankelijker worden. Die steeds meer de wijde wereld in trekken.

Ik wil mijn baby’s terug!

Borstvoeding in het openbaar, kap er alsjeblieft mee! Niet omdat het er goor uitziet, niet omdat het er aanstootgevend uitziet. Maar omdat het er voor ‘moeders-die-geen-baby’s-meer-willen’ te mooi uitziet en de afgesloten eierstokken acuut weer open laat rammelen.

 

Ps. geniet ervan lieve moeders! En maak je al helemaal niet druk om wat iemand anders ervan vindt.

 

Afbeelding: Shutterstock

De verschrikkelijke moeder

Vandaag was ze er weer, die verschrikkelijke moeder. Die moeder die telkens weer pogingen doet om er te zijn voor haar kleintje, maar wie het simpelweg niet lukt om te geven wat ze diep van binnen zou willen geven.

Die moeder die begint te schreeuwen en de meest wanhopige en gekste dingen blèrt naar de lieve kleine oortjes van haar kleintje. Dingen die ze ooit had genoemd en zichzelf had beloofd om nooit te zeggen tegen haar eigen kleintje.

“Ik word knettergek van je. Als je dit niet doet, dan zet ik je buiten. Je zoekt maar een andere moeder.”

Die verschrikkelijke moeder, was ik.

En ik schaam me. Wat voelt dit klote.  Ik zou dit scenario zo graag terug willen draaien. Ongedaan willen maken. Maar helaas. Het is gebeurd.

Mijn dochter moet medicijnen slikken tegen haar epilepsie. Medicijnen in de vorm van een drankje. Dat drankje mogen we mixen door haar drinken zodat het wat makkelijker wegdrinkt. Tot op heden ging dat altijd redelijk goed. Totdat daar onlangs nog een drankje aan toegevoegd werd. Een drankje met een sterke, onaangename smaak. Een drankje wat mijn dochter niet drinken wil.

We zitten in een machtsstrijd waar we allebei niet in willen zitten. En het is geen strijd om eten, waarin je kunt onderhandelen of kunt denken, laat maar zitten, ze eet morgen wel weer. Nee, in deze strijd móét álles naar binnen, terwijl we het beiden diep van binnen niet willen. In deze strijd zou ik zo graag de macht aan een ander willen geven, want ik wíl hier helemaal geen macht in. Ik heb überhaupt een hekel aan het woord.

Controle verliezen. Een verschrikkelijke moeder worden. Ik haat het.

De kleine lettertjes: Moeders kunnen niet ziek zijn

Er is een onaangename gast hier in huis binnen gedrongen. Genaamd griep. Al een paar dagen heb ik koude rillingen en toen ik gisteravond mijn tanden aan het poetsen was, stond de 7-jarige plots achter mij met de mededeling dat ze moest ‘kotsen’. Wat heerlijk dat een 7-jarige dat netjes in het toilet doet! Het is al ranzig genoeg. Ondanks dat ik zelf ook bijna over mijn nek ga, probeer ik mezelf staande te houden.

Ergens in het boek der moederschap staat namelijk met kleine lettertjes geschreven:

Moeders kunnen niet ziek zijn.

Als (fulltime) moeder ben ik weleens strontjaloers op de man als hij ziek is. Hij stuurt zijn collega’s een berichtje dat hij niet komt en duikt zijn bed weer in (wat overigens ook volkomen terecht is), om ‘lekker’ uit te zieken. Voor een moeder is dat over het algemeen genomen een onhaalbare zaak. De kleintjes moeten ontbijten en naar school gebracht worden. De peuter wil aandacht en een avondmaal komt vrijwel nooit aangewaaid.

Nee het beste wat een moeder kan doen, is ontkennen. Blijven ontkennen. We weten allemaal dat het uiteindelijk onhaalbaar is, maar wat moet ik anders?

Want al zou ik even onder de wol duiken, dan komen de kleintjes om de vijf minuten vragen of ik me weer wat beter voel, ze willen namelijk wat te drinken. Ze zijn hun sokken weer eens kwijt. Of ze kunnen opeens een kunstje wat ik écht moet zien.

Daarbij, wie maakt er een lekker bouillonnetje voor me klaar?

Soms, heel soms wil ik zelf weer even kind zijn. Met een moeder die mij in de watten legt. Een appeltje voor me schilt, paracetamol voor me klaar legt, me instopt onder een dekentje en ondertussen de boel even draaiende houdt.

Maar ja… ergens in het boek der moederschap staat nou eenmaal met kleine lettertjes geschreven: moeders kunnen niet ziek zijn. 

Afbeelding: Shutterstock

Hier zeg ik geen nee tegen

Wij, moeders in het algemeen, zeggen vaak nee. Niet alleen tegen onze kinderen, maar ook tegen hulp. En vooral voor ongevraagde adviezen keren wij graag onze rug toe. We vinden dat we het allemaal zelf (moeten) kunnen en we willen ons vooral niet laten kennen. Eigenlijk is dat best jammer, want een beetje hulp hier en daar kan het leven een stuk soepeler en misschien ook wel leuker maken.

Vanaf nu ga ik, áls het me aangeboden wordt, tegen het volgende geen nee (meer) zeggen.

Ik zeg geen nee tegen iemand anders die de beslissing neemt. Het leven van een moeder bestaat 75% uit beslissingen nemen. Welke naam gaan we het kleintje geven? Blijven we werken? Gaan we thuis zitten? Heeft het honger? Heeft het een schone luier nodig? Welke kinderopvang? Welke school? Wat eten we vanavond? Mogen mijn kleintjes alleen buiten spelen? Mogen ze zonder jas buiten spelen? Mag mijn kleintje dat speeltje afpakken van dat andere kleintje? Mag mijn kleintje dat vervelende ventje een mep verkopen? Mag ze bij een vriendinnetje spelen? Mag ze op gitaarles? Of op blokfluit? Of op drummen? Vinden de buren dat leuk? Keuzes, keuzes, keuzes. Wil iemand anders aub af en toe even een beslissing nemen?

Ik zeg geen nee tegen iemand die aanbiedt om mijn kleintjes een middagje mee te nemen, gewoon zomaar, zodat ik even rustig Netflix kijken kan. Of iets anders waar ik zin in heb. In ieder geval niet het huishouden.

Ik zeg overigens ook geen nee tegen iemand die aanbiedt om even het huishouden te doen.

Ik zeg geen nee tegen iemand die aanbiedt om een poging te doen om een krijsende peuter even te kalmeren.

Ik zeg geen nee tegen iemand die ’s nachts de kleintjes weer terug naar hun eigen bed brengt. In dit geval is de enige aangewezen persoon die ik me voor deze taak bedenken kan, de man.

wijn drinken

Ik zeg geen nee tegen een wijnavond met mijn vriendinnen.

Ik zeg geen nee tegen een onbeperkt lange, warme douchebeurt. Zónder kinderen welteverstaan.

Ik zeg geen nee tegen warme koffie.

Ik zeg geen nee tegen iemand die de auto wil voltanken. Ik heb nu geen auto meer, maar man wat had ik daar toch altijd een hekel aan. Alsof het uren tijd in beslag nam.

En ik zeg geen nee tegen een ‘mute-knop’. Als er ooit iemand is die deze knop uitvindt, is diegene mijn held! Gewoon even voor 20 minuten die mute-knop indrukken, waarin iedereen even geen geluid kan produceren. Desnoods een freeze-knop, waar iedereen voor een uurtje, of twee even bevriest. Hoe fijn zou dat zijn! Never gonna happen.

Afbeelding wijn: Shutterstock

De oplossing is simpel

Kinderen lijken soms wel een beetje op mannen. Of zijn het de mannen die op kinderen lijken? Anyway, ze zijn oplossingsgericht. En eigenlijk is de oplossing altijd heel simpel.

oplossing vrouw

Mijn kleintjes zijn bijvoorbeeld gek op schilderen. Het begint heel netjes met een schortje en een kwastje. Een kloddertje hier, een kloddertje daar. Maar al snel worden de klodders met de handen op het papier gesmeten en dan gaat het weleens mis. Opeens zit er een klodder op de muur. Uiteraard ben ik daar als moeder niet blij mee, maar gelukkig heeft mijn kleintje een prima oplossing: ‘Dan verf je de hele muur toch effe blauw mama?’

Zo simpel is dat.

Of wanneer ze iemand spotten met autopech? Dat kunnen mijn kleintjes toch echt niet begrijpen. Want hoezo kan de auto niet meer rijden? Het is namelijk heel simpel om weg te rijden. ‘Gewoon je sleutel erin, bij je voeten zit zo een ding, daar moet je op trappen en dan gaat de auto vanzelf rijden…’

Zo simpel is dat.

Mijn kleintjes maken ook regelmatig, tot grote wanhoop van mij en de man wat kapot. Dat doen ze (meestal) niet expres, het gebeurt gewoon. Helaas zijn het meestal wel de dingen waarvan we ze liever heel houden. Het is nooit dat irritante speeltje waar die pokkeherrie uitkomt. Maar dat glas water gaat wel over de nieuwe MacBook. Of er gaat wéér iemand boven op de bril van papa zitten. Of het is de eReader die van net even te hoog naar beneden pleurt. En ook hiervoor is de oplossing van mijn kleintjes heel simpel: ‘Dan koop je toch een nieuwe?’

Zo simpel is dat.

En dan hebben we nog dat gevalletje dat mijn kleintjes aan het einde van de dag van narigheid niet meer weten wat ze met zichzelf aan moeten. Ze zijn moe zijn. Heel erg moe. Al gapend blèren ze de boel bij elkaar  ‘ik ben niet moe, ik ben niet moeeeee’. En verzinnen de gekste dingen om maar niet toe te geven aan hun moeheid. Ook ik ben op z’n tijd oplossingsgericht: ‘Naar bed!’

Zo simpel is dat niet.

Afbeelding: Shutterstock

Je zegt nu sorry! Of toch niet?

Kinderen maken weleens ruzie. Nou ja, ok, mijn kinderen maken weleens ruzie. Met elkaar, maar ook met andere kinderen. Soms wordt er heel onaardig gedaan en soms wordt er zelfs geduwd, geknepen of geslagen. Als ouder spring je daar altijd meteen tussen, want dat willen we natuurlijk echt niet hebben. En het eerst wat wij ouders doorgaans dan ook roepen is: “zeg nu sorry!”

Herkenbaar?

Maar waarom willen wij zo graag dat woordje zo snel mogelijk uit het bekkie van ons kleintje horen? Misschien voelt het voor ons als de juiste reactie. Wij vinden dat het niet door de beugel kan en vinden het verschrikkelijk om ons kind als agressieveling te zien. En dus moet er zo snel mogelijk zand over. Misschien vinden we dat we het juiste voorbeeld moeten geven, wat op zich natuurlijk helemaal geen gek idee is.

Ik roep maar wat.

In de praktijk weigeren mijn kleintjes meestal om meteen sorry te zeggen na een vurig gevecht. En belanden in een nieuwe strijd, de strijd om het ‘sorry’ zeggen. En soms roepen ze meteen ‘sorry’, maar menen er ondertussen geen snars van.

Wat heeft het voor nut om ‘sorry’ af te dwingen?

Creëren we daar niet alleen maar nog meer frustratie mee?

Stimuleren om sorry te zeggen zou wellicht beter zijn. Niet meteen ‘zeg sorry!’ blèren, maar achterhalen waarom er gevochten werd en dan je kleintje laten nadenken. “Hoe zou jij het vinden om een beuk in je buik te krijgen en wat zou je dan verwachten van de ander om het weer goed te maken?”

Als ze daar dan eenmaal rustig over na kunnen denken, realiseren ze zich dat het inderdaad niet zo geinig was, wat er zojuist gebeurde.

En soms komt daar dan alsnog een ‘sorry’. Soms ook niet. Dan realiseert hij waarschijnlijk dat hij gewoon echt te ver is gegaan.

Een perfecte moeder zijn is zó overschat

Een perfecte moeder, wat zouden we dat toch allemaal graag willen zijn. Maar de praktijk leert ons dat het maar voor een handje vol moeders is weggelegd. En dan nog, zijn die wel zo perfect als ze beweren? Maar dat terzijde, want ik heb goed nieuws! Een perfecte moeder zijn is zó overschat. Weet je waarom?

Kinderen hebben helemaal geen perfecte moeder nodig. Ze moeten weten dat het oké is om gewoon een mens te zijn. Een die fouten maakt, en excuses aanbiedt, van zijn fouten leert en weer doorgaat. Dat zal ze namelijk verder in het leven brengen dan een wereld vol perfectie. En bovendien, mensen houden niet van een perfect persoon, ze houden van wie je bent, met alle eigenschappen erop en eraan.

Daarnaast kost het zoveel energie om te voldoen aan een perfecte moeder zijn, die energie kun je beter steken in aandacht geven aan je kleintjes. Of gewoon gebruiken om zelf op adem te komen. Kinderen herinneren namelijk geen wonderschone woonkamer, ze herinneren het spelen en lol maken in die woonkamer.

Denk eens even terug aan je eigen kindertijd. Waar speelde jij het liefst? Bij dat vriendinnetje waar je niks mocht aanraken of daar waar overal speelgoed lag en waar je relaxt op de bank kon zitten.

Oh ja, en uiteindelijk is het feit: de perfecte moeder bestaat niet. Dus waarom iemand willen zijn, die toch niet bestaat?


Afbeelding perfecte moeder: Shutterstock 

Wat wil je later worden? Moeder!

Mijn dochter wil later van alles worden. Het begon ooit met prinses, al snel werd dat een K3 en tegenwoordig gaat het er wat serieuzer aan toe. Nu komen de beroepen als juf, dokter, kapper en jawel, moeder aan bod.

Ze wil dus moeder worden. Ik vraag mij wel af waarom. Blijkbaar denkt ze om de één of andere reden dat het leuk is. Ik zie het dan maar als een compliment.

moeder worden

Ik zal ook niet ontkennen dat het leuk is. Ik heb namelijk drie pareltjes van kleintjes, die mijn leven elke dag opfleuren. Maar volgens mij was zij de afgelopen zeven jaar toch ook getuige, ze nam er zelfs deel aan, van een chaos met drie kleine kindertjes die alles in de strijd gooien om de meeste aandacht van hun mama. Vechtpartijen om het roze bord bij het ontbijt, over wie er op het liftknopje mag drukken en om wat er op tv gekeken wordt.

Ze heeft me dagelijks horen schreeuwen om hun schoenen aan te trekken, omdat we anders te laat op school zouden komen. Ze heeft me tot tranen aan toe zien smeken dat er iemand naar mij moest luisteren. ‘WAAROM LUISTEREN JULLIE NIET!!!!’

En toch wil ze later een moeder worden.

Misschien moet ik haar informeren over de minder leuke kanten van het beroep, ook al is moeder zijn geen baan. Haar een realistisch beeld geven van het moederschap….

Om te beginnen zal ik haar een paar keer per nacht wakker blèren en haar dwingen om wat drinken voor mij te halen. En vervolgens zal ik haar rond een uur of 5.00 dwingen om beneden te blijven, bij mij, kijkend naar Dora, Nijntje, of iets anders waar ze compleet gek van wordt.

De rest van de dag? Waar ze gaat, zal ik haar volgen. Naar het toilet, naar de douche, als ze begint met haar huiswerk. En zodra ze een gesprek met iemand begint zal ik haar elke 14 seconde onderbreken met een zéér belangrijke mededeling, bijvoorbeeld dat ik zojuist een scheet liet. Of een boer.

Op het moment dat ze met haar vriendinnetje belt, of haar oma, is dat een uitstekend moment om te vragen hoe oud ze eigenlijk is. En waarom. Oh ja, dan vraag ik ook meteen even waarom de lucht blauw is en de zon geel. En of dat wel echt zo is? Of misschien heeft ze dat wel gewoon verzonnen. Wie heeft dat haar verteld dan? Van wie heeft ze dat geleerd.

Uiteindelijk ben ik gewoon niet tevreden met haar antwoord. Ik weet het zelf veel beter.

Terwijl we de auto instappen, veeg ik mijn snotneus af aan haar mouw. In de auto ga ik brullen, totdat ze mijn lievelingsliedje op de radio aanzet. Maar dan begin ik toch weer te huilen, want het is mijn lievelingsliedje niet meer…

Óf ik laat haar lekker in haar waan en vertel haar dat ik heel graag oma wil worden van haar kleintjes. Want eigenlijk ben ik er zeker van dat ze op een dag een geweldige moeder zal zijn!