Ik ben gek op mijn kleintjes, ik help ze graag met het aantrekken van hun pyjamaatjes, ik help ze ook graag met het poetsen van hun tandjes, ik lees ze graag een verhaaltje voor het slapen gaan en als ik tijdens het voorlezen niet zelf in slaap gevallen ben, lees ik zelfs graag nog het tweede verhaaltje voor en ik knuffel en kroel graag nog voor een laatste keer voordat de oogjes toe gaan.
Schreeuwtijd
Ik doe dat heel graag…. Áls mijn kleintjes ook zo graag met me mee zouden werken om dit gesmeerd te laten lopen. Want er zijn van die dagen dat bedtijd (iemand omschreef dat ooit eens heel correct en realistisch) schreeuwtijd is.
Laatst was het weer zo een avond.
Het was een avond dat ik de klok, het laatste uur voor bedtijd, even op ‘fastforward’ wilde zetten. En daar gaat het mis. In mijn hoofd liggen ze namelijk al heerlijk in hun bedje te slapen, maar in de werkelijkheid staan ze nog als dolgeslagen gremlins op mijn bed te springen. Ze negeren alles wat ik zeg, werkelijk geen enkel woord van wat ik zeg komt binnen, alsof ze alleen nog maar in gremlin-taal kunnen praten.
Na tien keer gevraagd te hebben om een pyjama aan te trekken, is er werkelijk nog geen enkele beweging in deze handeling gekomen. Verschillende opvoedboeken en opvoedmethodes zitten daar ergens in mijn hoofd opgeslagen, maar het enige wat ik eruit kan blaten is een ‘Als jullie nu geen pyjama’s aan gaan trekken, ga je meteen naar bed en lees ik geen verhaaltje voor.’
>> Lees ook: beste bedtijden voor kinderen
Als ik ze dan, na een hoop geblèr in hun pyjamaatjes heb gekregen, begint het tandenpoetsdrama. Spelletjes ervan maken, liedjes erbij zingen, ik ken het allemaal en voer deze technieken in het heetst van de strijd (o nee, opvoeden is geen strijd, in het heetst van mijn eigen strijd dan) uit. Maar als kind nummer drie dan ook al stellig met haar kiezen op elkaar, haar tanden laat poetsen, komen de vlammen inmiddels uit mijn oren.
Allemaal naar bed!
Goed, naar bed. Allemaal naar bed. Allemaal in jullie eigen bed graag. In jullie eigen kamer. Na het drie keer vriendelijk gevraagd te hebben, komt er een soort oerkreet uit mijn strot, waarvan ik zelf niet wist dat het er überhaupt uit kon komen. Maar gut, het lijkt te werken. Ze liggen alle drie in hun eigen bed. En op dat moment beland ik in een soort flipperkast en wordt ik van de ene kamer naar de andere kamer gestuiterd.
Kamer 1> Mama, ik moet nog plassen.
Kamer 2> Mama, ik moet je nog iets HEEL belangrijks vertellen!
Kamer 1> Mama, ik wil nog een slokje water.
Kamer 3> Mama, wanneer gaan we avondeten?
Kamer 2> Mama, ik kan niet slapen.
Kamer 2> Mama, ik ben niet moe
Kamer 3> Mama, ik wil nog een slokje water.
Kamer 1> Mama, ik kan niet slapen.
En terwijl ik wanhopig op zoek ga naar het laatste stukje geduld in mijn lijf, stort ik in mijn hoofd mezelf van de trap. Maar de stilte lijkt mijn redding, want slapen ze nou echt? Ja! thank God ze slapen. Wijn.
En dat allemaal voor een schrale 4 uur, want rond 00.15 meldt de eerste zich weer aan bij ons bed.
Afbeelding: Shutterstock