Het is 8.00 zondagmorgen. “Mama, mag ik bij jou?” hoor ik zachtjes in mijn oor. Ik schep haar in mijn bed om vervolgens samen, half slapend uitgebreid te knuffelen.
“Mama, ik heb honger”, hoor ik net even wat harder als daarnet in mijn oor. En nog eens en nog eens. ‘Dit is echt te vroeg’ galmt er in mijn hoofd. “Pak maar een appel”, antwoord ik haar.
“Nee ik wil geen appel, ik wil dat jij een ontbijtje voor mij maakt.” beveelt ze. Hier kom ik niet onderuit, ze is niet van plan om nog even verder te kroelen en te snoezen. Mijn dag is begonnen.
Ze begeleidt me naar beneden direct de keuken in. Hier moet je een ontbijtje voor me maken, herhaalt ze nog eens. Haar broer en zus zijn inmiddels op de hoogte van het ontwaken en verwachten ook snel een ontbijtje voorgeschoteld te krijgen.
Ik smeer een boterham met pindakaas. Zal ik nog even checken of dit is wat ze verwachtte, misschien wil ze toch liever smeerworst op haar broodje? Je weet het immers nooit met mijn lieve, gezellige, maar bovenal eigenwijze meisje. Ik waag het gokje, met het risico dat ze het op een blèren zet. Lees meer