5 feitjes voor een moeder van drie

Drie is het nieuwe twee, wordt er tegenwoordig gezegd. Met drie kleintjes is je gezin helemaal 2020 (of 2021 of… welk jaar leven we?). Toch is er iemand die die kleintjes moet baren en zoals jullie weten is dat ‘de moeder’. En als moeder van drie kan ik je een paar feitjes geven, die (over het algemeen) zeer herkenbaar zullen zijn voor een moeder van drie.

Feitje 1. Je hebt maar twee handen. Heel erg leuk hoor, dat ‘drie is het nieuwe twee’, maar bij een derde kleintje wordt geen derde hand geleverd. Als moeder van drie zul je dan ook regelmatig ervaren dat je een hand tekort komt. Als namelijk één kleintje een hand van je wil, dan willen de andere twee kleintjes ook een hand van je. Wil er één kleintje naast je zitten, dan willen alle drie de kleintjes naast je zitten. Maar ja, het feit blijft, je hebt ‘maar’ twee handen.

Feitje 2. Tijdens het niezen sproeit er niet alleen maar vocht uit je mond… Need I say more???

Feitje 3. Het luchtkussen of trampolines kunnen beter vermeden worden. Op het moment dat je heel enthousiast op het luchtkussen begint te springen, realiseer je je na drie keer springen dat dat geen goed idee is. Again, need I say more??

Feitje 4. De verantwoording die je (soms aan wildvreemden) moet afleggen. Je moet minimaal 8 (de bofkonten) tot 800x in je leven even bevestigen of je nu echt werkelijk klaar bent met het maken van baby’s. Want zo is het toch wel echt genoeg. Drie is al zoveel! Hoe houd je het vol? Word je niet knettergek? En zelfs: Je bent knettergek!

Feitje 5. Drie kleintjes betekent veel, heel veel vriendjes en vriendinnetjes. Je moet als moeder van drie met heel veel vriendjes kunnen dealen, ze kiezen namelijk alle drie zelf hun eigen vrienden. Die ook het liefst allemaal op hetzelfde moment bij jou in huis komen spelen. Leuk en gezellig hoor. Maar ook herrie, heel veel herrie. En troep. En (nu nog) kannen vol limonade en pakken koek die er doorheen gaan.


Afbeelding: Shutterstock
Bijgewerkt: 2021

Ik doe aan kinderverwaarlozing. Want ze spelen buiten. Alleen.

buiten spelen

Mijn kleintjes loslaten. Ik vind het een dingetje. Een lastig dingetje kun je wel zeggen. Vooral als mijn kleine bloedjes buiten gaan spelen. Ik krijg het gevoel alsof ik ze loslaat in een donker bos vol met boze wolven die op de loer liggen en, als ik even niet kijk, toeslaan.

In de realiteit spelen ze aan de overkant. Op het schoolplein, zichtbaar vanuit mijn keukenraam. Ik voel me een zeiksnor als ik niet wil dat ze de straat op gaan, stel je voor wat er allemaal gebeuren kan. En bovendien heb ik geen zin om constant mee te moeten, want de peuter wil ook mee. En ik voel een vlaag paniek als ik mijn kleintjes even niet zie terwijl ik naar ze gluur.

‘Er komt een dag dat jouw 8-jarige vraagt of ze alleen buiten mag spelen.’ Ho, stop! Wat? Wacht even… 8-jarige? Het is de eerste regel die ik lees uit een artikel van VROUW (Telegraaf) en dat maakt mij natuurlijk nieuwsgierig naar meer. Want ik voel mij, mede door de boventitel ‘Kinderen alleen laten buitenspelen is kinderverwaarlozing’, een beetje aangesproken.

Mijn kleintjes zijn 4 en 6. En ze spelen buiten. Alleen. En nee ik laat ze niet de busbaan over sprinten. Of vissen aan de waterkant. Maar ze zijn daar wel, op het schoolplein. Alleen. Weet ik veel wat aan het spelen.

Als ik het artikel moet geloven, zou ik in sommige staten van Amerika worden aangeklaagd voor verwaarlozing. Bijvoorbeeld in Kansas is het verboden om kinderen onder de zes jaar alleen buiten te laten spelen. En in Illinois is het voor kinderen tot hun veertiende zelfs verboden om alleen thuis te blijven.

Pfff. Ik heb laatst de kleintjes voor de tv gezet en ik ben de hond uit gaan laten. Zolang er een kinderserie van Netflix aanstaat, hebben ze toch geen aandacht voor überhaupt iets wat er om hen heen gebeurt.

Ik vind het nogal wat, ik ben blijkbaar helemaal niet zo slecht in het loslaten. Sterker nog, ik verwaarloos ze zelfs!

En toch denk ik dat het wel goed is zo. Ik moet ze ook de ruimte kunnen geven om de wereld te ontdekken. Om zichzelf te laten ontdekken, wie ze zijn en waar ze staan. Zelfstandig vriendschappen te sluiten om vervolgens weer ruzie met deze vrienden te maken. En ja, ook kattenkwaad uit te halen. Is dat nou echt kinderverwaarlozing? Of misschien kinderverrijking?

 

Afbeelding: Shutterstock

Waarom koken de grootste rotklus is…

moeder kookt

Wij hebben een kleintje die het avondeten verafschuwd. ’s Morgens vroeg vraagt ze al wat voor avondeten haar te wachten staat. Ze zegt er tegenwoordig wel bij ‘Ik zal niet zeggen dat ik het niet lust’. Maar als ik met mijn antwoord kom, trekt ze een kop alsof ze een zure hondendrol voorgeschoteld gaat krijgen. Het enige goede antwoord dat ik kan geven, is patat of spinazie à la crème. Aangezien we dat niet elke avond eten, is het weleens een drama bij ons aan tafel. Niet echt gezellig, maar het gebeurt helaas vaker dan me lief is.

Nee, het maken van het avondeten is, voor de flopkok die ik ben, echt een hels karwei. Alleen al om het feit dat er (bijna) niemand blij is met het geleverde werk. Maar er zijn meerdere redenen waarom koken de grootste rotklus is…

Voor koken heb je voedsel nodig. Voedsel komt niet vanzelf in je koelkast, tenzij je elke week Appie laat komen, maar die luxe is mij niet gegund. Het betekent voor mij simpelweg boodschappen doen. Zelf een lijstje maken en zelf boodschappen doen in de supermarkt. Aangezien ik verschrikkelijk slecht ben in plannen en pas voor het boodschappen doen mét kleintjes (waarom lees je hier), ben ik gedoemd om in het weekend de nodige boodschapjes in huis te halen die we nodig hebben voor het leuke en gezellige avondeten van de komende week. En geloof me, ik weet echt héél veel leukere dingen te doen in het weekend.

En dan mag ik de hele week een fijn diner voor mijn gezin verzorgen. Om dat diner klaar te maken, is een goede planning tevens een vereiste. Zoals je net al las, plannen behoort niet tot mijn talenten. Maar er moet toch gekookt worden en dus waag ik mijzelf elke avond weer aan deze uitdaging. Helaas blijkt altijd dat de aardappelen al 10 minuten klaar zijn, terwijl de groente nog gewassen moet worden. Dit komt door mijn klunzigheid, maar ook door een kleintje die mij, altijd opeens tijdens het koken, vraagt om te helpen met haar huiswerk. En anders is er wel een kleintje dat opeens besluit om uitgebreid te gaan poepen en de poep daarna overal op te smeren… Oké, you get the point.

Als dan eenmaal het gekookte eten op tafel staat en iedereen klaar is om te eten, komt het spannendste deel. Gaan we met z’n allen gezellig eten, of valt de ene na de andere kegel, al “DIT LUST IK NIET”schreeuwend, om? Helaas voor ons is dat laatste drie van de vier keer het geval. Laat ik het zo zeggen, het motiveert me niet om mijn best te doen om een gezonde maaltijd op tafel te zetten.

Als beloning krijg ik de zooi die er achtergelaten wordt. Geen fooitje of bedankje voor de ‘lekkere’ maaltijd, alleen maar spinazieresten die vastgeplakt zijn aan de tafel, soms zelfs onder tafel en een aanrecht vol met vuile vaat. En heus, ik zou het het allemaal waard vinden als, als iedereen heerlijk genoten heeft van mijn fijne maaltijd…

Koken… Hoe graag ik het zou willen kunnen, het is de grootste rotklus die er is.

 

Afbeelding: Shutterstock