Lief middelste kind, mijn zoon,
Je bent niet mijn eerste en ook niet mijn laatste. Maar jij bent mijn zoon. Mijn eerste én mijn laatste.
Het krijgen van een zoon, was voor mij één groot mysterieus raadsel. Hoe ga ik dat doen? Hoe ga ik daarmee om? Hoe voed ik dat op? Een jongen. Een zoon.
Mensen vertelden mij: bereid je maar voor. Bereid je maar voor op rommel, op chaos, op dynamiek. Jongens worden vies en houden van gorigheid. Wilde bewegingen en harde geluiden zijn aan de orde van de dag. En ze zijn koppig! Oh, bereid je maar voor, een jongen is koppig!
Maar ik kreeg jou. Ik kreeg jou, mijn zoon. Ik wilde jou, zoals een bloem de zon wil. Lees meer