Hoe vaak ik dit de afgelopen week wel niet gezegd heb, is niet op één hand te tellen. Mijn peuter wordt bijna vier en gaat dus ook bijna naar school. En ja, ze is klein.
In het ouderschap lijkt het altijd wel een dingetje te zijn. Tegen forse baby’s wordt luidkeels “Wow! wat is hij groot!” gezegd, en tegen smalle en kleine poppetjes van bijna vier “Wow, wat is ze klein!”.
Het gaat niet bewust, daar ben ik van overtuigd, ik hoor het zo uit mijn eigen mond floepen. Maar nu ik het tig keer gehoord heb de afgelopen tijd begin ik er een beetje gefrustreerd over te raken.
Verbazende blikken en de vraag “is ze echt bijna vier, ze is nog maar zo klein?” met vraagtekens in de ogen. Ja ik sta je niet te fucken, ze is gewoon écht bijna vier!
Het is niet eens zozeer dat ik me gekwetst voel (tenzij je gaat zeggen dat ik haar meer te eten moet geven ofzo), maar mijn bijna kleuter heeft ook oren. En de afgelopen tijd heeft ze “wat is ze klein” iets te vaak gehoord. Lees meer