Het naar-bed-breng-ritueel (volgens mijn kinderen)

Als allereerste wil ik even zeggen dat ik diep, diep respect heb voor alle alleenstaande moeders (en vaders) die elke avond hun kleintjes naar bed moeten brengen. Alleen.

Want drie kleintjes naar bed brengen in je eentje, het is gewoon bijna niet te doen.

Het begint al bij de aankondiging, het moment waarop ik mijn kleintjes vertel dat het bedtijd is. Hoe kan ik ze zoiets vreselijks aandoen? Elke avond weer. Het is het alsof ik ze vertel dat ze nooit meer een feestje mogen geven of dat Sinterklaas niet bestaat. Maar feitelijk zeg ik alleen maar dat het weer tijd is om lekker te gaan slapen.

Als ik mijn kleintje aan het woord zou laten over hoe het naar-bed-breng-ritueel zou gaan, dan zou ze ongeveer het volgende zeggen.

Kleintje aan het woord

We moeten eerst helemaal zelf naar boven lopen, niemand die ons wil tillen. Belachelijk, want we zijn zo mooeeee! Dan zet mama ons onder de douche, waar we niet eens alle flessen shampoo leeg mogen knijpen. Vervolgens mag mama wel in die fles knijpen en smeert ze het nog over onze hoofdjes ook. Het prikt niet, beweert ze. Ze heeft zelf zeker nog nooit dat spul met ogen open onder de douche uitgespoeld.

Als we dan eindelijk lekker onder de douche staan, moeten we er alweer uit! Meteen afdrogen en pyjama’s aan. Het liefst rennen we nog even rond in onze blote kont, maar dat vind mama ook al geen goed idee. Pyjama’s aan dus. We willen het niet zelf doen, we zijn te moooeeee!!

“Hebben jullie al geplast?”, vraagt mama.

“PLASSEN EN TANDENPOETSEN!”, roept mama dan. We horen haar wel, maar we luisteren gewoon liever niet. Ik heb het namelijk veel te druk met het treiteren van mijn broertje. Die hapt zo lekker op alles wat ik zeg. Plassen en Tandenpoetsen NU! Oké, het is menens. Braaf hobbelen we naar de badkamer, waar ik als eerste roep “Ik eerst!”. “Nee, ik eerst!”, roept mijn broertje dan. Maar mijn zusje vindt dat zij als eerste aan de beurt is.

“Hebben jullie al geplast?”, vraagt mama.

Mwaaah, mwhaaaaa! Opeens hebben we ontzettende drang om het op een gillen te zetten. Alle drie. Mama maakt overigens gewoon gebruik van de mondjes die wijd open staan en poetst onze tandjes. Ho, wacht even. Niet de bedoeling dat het gemakkelijk gaat. Alle drie klappen we onze kiezen op elkaar en klemmen de tandenborstel…

Tjonge, mama kan ook nergens om lachen.

Oké, oké, we gaan naar bed. Maar eerst rennen we nog even die kamer in en verstoppen we achter het gordijn. Grappig grapje toch?

“Hebben jullie al geplast?”, vraagt mama.

Okéokéoké, nu gaan we echt naar bed.

We kiezen een boekje. Of eigenlijk kiezen we alle drie een boekje. Mijn zusje is duidelijk; die roept 98 keer “Nijntje viert feest!”. Ik vind het persoonlijk nog even nodig om te gaan blèren. Gewoon omdat ik moe ben en een hekel aan Nijntje heb. Logisch toch?

Door al het geblèr heeft mama geen zin meer om voor te lezen. Lekker dan…

We liggen hoor! Opeens bedenken we dat we alle drie nog moeten plassen… Mama zegt natuurlijk geen nee, die heeft namelijk geen zin om drie keer per week een pisbed te moeten verschonen. Ik ken haar wel een beetje.

En zo staan we alle drie weer voor de piespot te duwen. Ik was eerst, nee ik was eerst en ja hoor, natuurlijk gaat mijn broertje uitgebreid zitten poepen. “Ga beneden naar de wc dan!”, roept mama. Maar we willen niet naar beneden, want we zijn mooooeeeee! Het poepen bleek vals alarm. 

We liggen weer in bed.

“Mama, wil je bij me liggen?”
“Nee, mama wil je bij mij liggen?”
“Néé, mama je moet bij mij liggen!”

Mama gaat op de gang zitten.

Ik ben vergeten mijn handen te wassen! Nee, dat is heel erg, heel onhygiënisch! Ik móét nog even mijn handen wassen. Mijn zusje vindt het ook heel onhygiënisch en móét ook nog even haar handen wassen.

Mijn broertje vraagt zich nog even af wanneer we gaan avondeten en is diep teleurgesteld als blijkt dat de aardappelen met spinazie het avondeten waren.

Mama zegt nu met een dringende toon dat we écht moeten gaan slapen, anders wordt ze knettergek. Ik denk bij mezelf ‘dat is ze allang’, maar ik weet dat het verstandiger is om dat niet hardop te zeggen.

Het wordt stil in de kamers van mijn broertje en zusje. Ik probeer het nog één keer: “Mama, wil je bij me liggen?”. Ze geeft geen antwoord. Nou, nog één keertje dan: “Mama, wil je bij me liggen?”. Ze kan het niet meer aan en komt bij me liggen! Yes! “Kriebel je nog even op mijn rug?” Yes! 

GAAP, ik ben zo mooeeee…. zzzzz

Afbeelding kinderen in bed: Shutterstock

5 irritante feitjes voor elke (jonge) ouder

Voor je aan kinderen begon hoorde je wel het één en ander over het ouderschap, maar eigenlijk drong dat nooit echt door. Je natuurlijke oerinstinct negeerde al het negatieve en alleen de rozengeur en maneschijn was wat je voor je zag. Maar als dat kleintje er eenmaal is, dan is er geen weg meer terug. Dan zijn daar toch bepaalde dingen die je irriteren. Bijvoorbeeld dat slaapgebrek. Dat is irritant. Of die jaarlijks terugkerende Pieten discussie. Ook behoorlijk irritant. Het zijn welbekende irritante feitjes. Maar er zijn nog meer irritante feitjes die elke ouder leert kennen dankzij het ouderschap…

Feitje 1. De wereld draait door als je kleintje (eindelijk) een middagdutje doet

Waarom, oh waarom komt de pakketbezorger toch altijd op het moment dat je kleintje net (na een hevige strijd) in slaap gevallen is? Het lijkt zelfs wel alsof het volume van de bel twintig keer zo hard staat als hij erop drukt. En waarom hebben de vliegtuigen, altijd op het moment van het middagdutje, opeens een koers, zo laag mogelijk over jouw dak? Om nog maar te zwijgen over alle hulpdiensten die plots een route langs jouw huis lijken te hebben.

Feitje 2. Je krijgt altijd ongevraagde adviezen

Ik weet het, de adviezen zijn allemaal goed bedoeld. Maar dat maakt ze niet minder irritant. Voorbeeldje: ‘Zorg goed voor jezelf! Want hoe kun je voor een kleintje zorgen als je niet goed voor jezelf zorgt?’. Leuk en aardig allemaal, maar maak ondertussen dan maar even het avondeten, doe mijn kleintje maar even in bad, geef het meteen even de borst en zorg dat het in zijn eigen bedje slaapt. Dan zorg ik wel even voor mezelf…

Feitje 3. Je kleintje heeft een eigen mening

Ja ik weet het, dat is een zéér goede eigenschap. Maar niet als jij even snel een boodschap wil doen en je kleintje niet. Of als je je kleintje ’s morgens wil aankleden met je nieuw gekochte leuke jurkje, maar zij liever dat spuuglelijke Hello Kitty shirt aan trekt.

Feitje 4. Het is noodzakelijk om áltijd alert te zijn op plastic speelgoed dat over de vloer slingert

En het maakt niet uit hoe oud ze zijn, er ligt altijd wel ergens een lego blokje, een Barbie schoentje of een ander godvergeten plastic stuk speelgoed dat jouw blote voetzool (midden in de nacht) weet te vinden.

Feitje 5. Er komt een dag dat je wenst dat je je kleintje nooit had leren praten

Is het niet omdat je kleintje aan één stuk door ratelt en geen moment z’n kwebbel meer kan houden, dan is het wel om de meest genante opmerkingen die een kleintje maakt waar andere mensen bij zijn. Bijvoorbeeld als je kleintje op het (openbare) toilet opmerkt dat zijn vader een staart aan de voorkant heeft. Of als je kleintje in de supermarkt opmerkt dat die ene mevrouw een baby krijgt… Not! Of als je met je kleintje in de lift staat en je kleintje zich hardop afvraagt wie die gekke enge meneer is? Of als… Nou ja, er komt een dag dat je wenst dat je je kleintje nooit had leren praten.

Afbeelding jong gezin: Shutterstock

Langer dan een kwartier échte aandacht

echte aandacht kind

Vandaag zal je een bekentenis lezen. Sommige van jullie zullen het misschien niet begrijpen en mij de slechtste moeder aller tijden vinden. Andere van jullie begrijpen meteen wat ik bedoel.

Het is niet dat ik er een hekel aan heb als één van mijn kleintjes dé vraag stelt. Het is gewoon dat ik het niet zo lang volhoud.

Ach, what the heck, ik vind het soms ook echt-niet-leuk! Slééécht…

Ik denk weleens dat mijn kleintjes de concentratieboog van een goudvis hebben, maar als ik even kritisch naar mezelf kijk, is de mijne niet veel beter. Althans, als het op spelen met mijn kleintjes aankomt.

“Mam, wil je met mij spelen?”

Mijn eerste gedachte: ‘Oh God! Pffff Kun je niet even zelf gaan spelen? Nou, laat ik even leuk doen… Als je maar niet dát spelletje kiest’. 

Mijn antwoord: “Tuurlijk lieverd, wat wil je doen?”

Een spelletje Levensweg? Ik trek dat niet. Het duurt veel te lang , het is verschrikkelijk saai en er zit totaal geen uitdaging in. Muizenval, nog zo een spel rechtstreeks uit de hel. De bouwwerken pleuren altijd binnen de kortste keren weer in elkaar en niemand snapt eigenlijk de clou van het spel. Mijn kleintjes zetten constant het muisje onder de val, zonder enkele spelregel te volgen. Na wat pogingen tot uitleg ben ik er dan alweer klaar mee. Want er luistert toch niemand. Memory daarentegen, daar kan ik wel een potje van spelen. Iedereen snapt wat de bedoeling is, ook met kleintjes kan het een ware uitdaging zijn en het is ook weer zo opgeruimd.

Langer dan een kwartier échte volledige aandacht geven. Het lijkt zo simpel…

Met de poppen spelen? Of Playmobil? Of LEGO… Het draait er allemaal op uit dat ik doe wat het kleintje zeg. Als ik wat eigen inbreng aan het verhaal geef, wordt dat meteen afgekeurd. ‘Nee mam, zo gaat het verhaal niet!’. En binnen vijf minuten dwaal ik af en ben ik weer door mijn facebook tijdlijn aan het scrollen. Vadertje en moedertje spelen daarentegen, dat kan ik voor een langere tijd volhouden. Zolang ik de baby spelen mag.

Langer dan een kwartier échte volledige aandacht geven. Ik vind het verrekte lastig.

Voorlezen, ook zo een dingetje. Mijn hemel, wat zijn sommige boeken slaapverwekkend. Ik lig nog eerder te knorren dan de kleintjes. Of als je kleintje zelf gaat leren lezen en het dolgraag elke avond aan jou wil laten horen. Heel knap hoor en trots ben ik ook heus. Maar man man, wat gaat dat langzaam. Ondertussen kan ik gerust een wasje vouwen.

Ik weet dat er een dag komt dat mijn kleintjes niet meer met we wíllen spelen. En ongetwijfeld zal ik me er dan schuldig over voelen dat ik niet langer dan een kwartier échte volledige aandacht geven kon. Dat kan dan op de grote stapel schuldgevoel.

Want hoe erg mijn ego het ook vindt om het toe te geven, het lukt me niet om langer dan een kwartier échte volledige aandacht te geven.


 

Afbeelding: Shutterstock / fizkes

Monsterlijke peuters… van een ander

We zitten weer lekker in het ritme. Kleintjes naar school, peuter haar rust weer terug, de hond kan weer normaal rondlopen zonder dat er elke meter aan haar poot getrokken wordt, voor een dikke (voor haar onplezierige) goedbedoelde knuffel weliswaar, maar toch denk ik dat ze dat niet héél erg mist en ik kan mezelf zo nu en dan weer eens horen denken.

Ook de, bij mijn peuter, nogal populaire knutselclub is weer van start gegaan. Voor wie denkt ‘oh my god, een knutselclub, serieus?’, ja die gedachte klopt wel een beetje. Een hok vol met iets te hard pratende, over elkaar heen vallende, maar oh zo lieve peutertjes, met als één doel: knutselen oftewel wat door kinderhandjes gesmeten glitter- en verf opvangen op een blaadje. En dat vervolgens een vogel noemen. Of een zon.

Anyway. Peuters dus. Onderdeel van mijn ‘guilty pleasure’.

Want iedereen heeft dat, een guilty pleasure. Voor de één is het het foute uur op de radio. Voor de ander is het een enorm stuk cheesecake tijdens een quinoa dieet. Voor mij? Voor mij is dat het kijken naar andermans peuter die zichzelf even volledig verliest in zijn eigen krankzinnigheid. En er is geen betere plek om dat te doen op de knutselclub.

Nu kun je twee dingen denken.
1. Wat een rotmens! Maar stiekem heeft ze wel een beetje gelijk.
2. Inderdaad! Hoe fijn is het dat als je aan winkelen bent en je een krijsende peuter hoort, je niet hoeft in te grijpen. Wat een ongepast en onaardig gevoel, maar wat een vreugde komt er direct als een wervelstorm overheen. Je hoeft er niks mee! Alleen toekijken en eventueel wat troostende blikken toewerpen. Verder nada, niks, helemaal niets!

En zo gebeuren dat soort taferelen ook regelmatig bij de glansrijke knutselclub. Peuters van een ander met doodnormale, of soms een tikkie overdreven, peutertrekjes. En als die trekjes dan uit de hand lopen, geeft het je gewoon een lekker goed moedergevoel, want het gebeurd ook bij een ander. Ook al heeft je eigen krijskuiken nog geen 5 minuten eerder een soort gelijke instorting gehad, welke je met omkoping hebt weten te sussen.

Ja die guilty pleasure van mij. Ik zou er bijna notities van maken. Want wat kunnen sommige moeders, ondanks de hoge decibellen, toch creatief nadenken om hun kleintje te temmen. Daar kan ik wat van leren. Maar het allermooiste aan mijn guilty pleasure is dat je weer bewust wordt dat je niet de enige moeder bent met een lief klein mensje dat zich binnen no-time kan ontpoppen tot een monsterlijk wezen.

Heimwee naar een bolle buik?

Ik heb drie kleintjes (ruim) negen maanden in mijn buik gehad. Wie ook een baby in haar buik heeft gehad, weet dat je buik enorme vormen aan kan nemen, die in je wildste verbeeldingen niet voorkomen. Soms duwt de baby zijn kont tegen de krib met als gevolg dat je mooie ronde basketbal plotseling een rechtsdragende rugbybal is geworden.

Heimwee naar die buik

Voor mij zijn die enorme buiken achter de rug. En, misschien klinkt het voor sommigen gek, maar ik heb weleens heimwee naar die buik. Punt 1. omdat alles lekker strak stond en daardoor strakke jurkjes ook gewoon gedragen konden worden. Punt 2. omdat ik weet dat het nu echt achter de rug is. Klaar mee, basta, afgelopen… En ja, dat vind ik jammer.

Maar goed, er zijn weer genoeg zwangeren die met zo een enorme buik nog mogen pronken. En voor je het weet, nadert het einde ook voor jou en kun je nog maar kort genieten van je bolle buik. Doen hoor!

Einde van de bolle buik!

Om je er even aan te herinneren te genieten van je buik… Dit is wanneer je weet dat het einde van de bolle buik nabij is:

– Als elke deur die je naar je toe opent tegen je buik aanklapt. Je zou denken dat je er na drie keer inmiddels wel rekening mee houdt… Nope!

– Als je dreumes, peuter of kleuter pal voor je staat, maar je kunt hem of haar in de verste verte niet bekennen.

– Als je moet gaan zitten om je broek aan te trekken.

– Als je moet gaan zitten om je sokken aan te trekken, of om je voeten af te drogen.

– Als je jezelf moet gaan scheren op de bonnefooi. Geloof me, die resultaten wil je niet met je eigen ogen ondervinden.

– Als je dreumes, peuter of kleuter denkt dat je buik een skippybal is.

– Als je niet meer aan tafel eten kunt, maar beter op de bank kan gaan zitten met je eigen persoonlijke ‘bijzettafeltje’.

– Als je alleen nog maar wijdbeens kan zitten. Wat nogal onhandig is aangezien je ook alleen nog maar jurkjes aan kan trekken, omdat alle broeken niet meer over je heupen komen.

– Als je jezelf  in bed niet meer normaal kunt omdraaien. Laat staan er normaal uit kan komen.

– Als, het er überhaupt nog van komt, je tijdens het seksen alleen nog maar bovenop kunt zitten. Lui op je rug liggen zit er niet meer in. 

– Als je het huishouden alleen nog maar van opzij kunt uitvoeren. Afwassen, was in de wasmachine, eten koken, toilet schoonmaken, het kan allemaal niet meer recht vooruit.

– Net als je auto parkeren. Dat kan alleen nog maar in file-stand, want met een auto naast je kom je nooit (meer) je eigen auto uit of in.

– Als je bij het begroeten eerst iemand met je buik aantikt en vervolgens drie zoenen geeft.

En als laatste, als je die buik echt helemaal spuugzat bent en zelfs begint aan dat vieze hart van een ananas of zelfs aan tepelstimulatie om maar van die buik af te komen…

Om vervolgens weer heimwee te hebben naar je bolle zwangere buik. Gelukkig krijg je er zoveel voor terug! 😉


Afbeelding: Shutterstock

Second opinion, deel 2

Ze zeggen weleens dat het zwaarste van het ouderschap is, om je kind te zien lijden. Dat is absoluut waar, je wilt het lijden wegnemen, desnoods overnemen, maar ondertussen weet je dat het harde feit is dat je er helemaal niets aan kunt doen, behalve toekijken en troosten.

Maar wat als je je kind heen en weer ziet slingeren in emoties en je weet dat je er wel wat aan kunt doen? Je kunt iets wegnemen, maar daar staat wel iets tegenover.

Het verhaal begon hier, toen we besloten te gaan voor een second opinion.

Trots was ik. Trots omdat ik mijn dochter zag zoals ze zou moeten zijn. Medicijnloos. Overal kwamen reacties vandaan. ‘Wat is ze opener en spontaner’. En ook de schoolprestaties schoten weer omhoog. Tijdens een uitgebreid onderzoek met een 24 uurs EEG scan kon ik ook niet trotser zijn. Ze onderging het met een lach, ze leek er zelfs een beetje lol in te hebben. Ze wilde samen spelletjes spelen. Ze gaf antwoord op de vragen van de dokter. Ze wilde samen gezellig kletsen. Ze had een open blik en positieve kijk op het leven. Het klinkt misschien gek, maar zo kende ik mijn dochter niet.

Ondanks dat ik ontzettend blij was om mijn kleintje medicijnvrij te zien, bleven de absences aanhouden en er kwamen zelfs weer een aantal ‘grote’ epileptische aanvallen voorbij. Ik nam ze voor lief en besloot om te gaan genieten van een fijne zomervakantie. De uitslag van het onderzoek zou immers na de vakantie plaatsvinden, meer konden we toch niet doen.

Maar toen werd ik een week voor de vakantie gebeld door de arts die zijn zorgen uitsprak en vond dat het noodzakelijk was om te gaan starten met een medicijn. Mijn eerste reactie was, ‘Hoezo is het zo ontzettend noodzakelijk? Het is immers niet levensbedreigend, toch?’ Een reactie die wel te maken zal hebben met eerdere ervaringen… En daarbij, ik genoot nu zo van mijn meisje zoals ze was. De arts merkte mijn terughoudendheid, maar wilde toch graag voor de vakantie nog afspreken en starten met medicijnen.

Tja en als de echte specialist zoiets aanbeveelt, ga je er uiteindelijk toch maar weer in mee. Weer starten met medicijnen dus. En ja, de medicijnen lijken aan te slaan. Vrijwel geen absences meer en ‘grote’ aanvallen blijven misschien ook wel weg. Wat fijn! Wat een vooruitgang.

Maar ondertussen doet het pijn in mijn hart. Ik zie mijn kleintje namelijk regelmatig vechten met zichzelf. Ik zie haar veranderen onder mijn neus. Is het gewoon de leeftijd? Gaat ieder kind door zo een fase? Of zijn het toch de medicijnen?

Ook ik voer een innerlijke strijd. Ik kan het misschien wegnemen, maar daar staat dan wel iets tegenover…

Soepele ochtenden

Wij in het noorden hebben er alweer een paar ochtenden op zitten. En zoals jullie misschien wel weten, ik ben geen ochtendmens. Nog even en dan moeten ook Midden- en Zuid-Nederland er weer aan geloven. De scholen gaan weer beginnen en in vele gevallen gaan ook de ochtenden weer beginnen.

Hoog tijd om eens wat eenvoudige tips te geven om die ochtenden wat soepeler te laten verlopen…

Gebruik ochtendroutine kaarten, zoals deze die je gratis kunt uitprinten. Je kunt ze natuurlijk ook heel simpel zelf maken. De kaarten zullen je kleintje er aan helpen herinneren wat hij of zij allemaal moet uitvoeren en het scheelt jou weer alles 10 keer te herhalen. “Trek je kleren aan, poets je tanden, trek je schoenen aan, trek je schoenen aan, trek je schoenen aan, trek je schoenen aan”, behoort tot de verleden tijd…

– Discussies over kleding in de ochtend? Ben je vergeten om de avond van te voren de kleding klaar te leggen? Ga op zondagavond samen met je kleintje voor de kast staan en laat je voor één keer los in een vurige discussie, maar kies dan wel 5 setjes voor de komende week uit. Gebruik organizers zoals deze of deze en de rest van de week hoef je niet meer over de kleding na te denken.

– Dit is een lastige, althans voor mij. Zet de ontbijtspullen de avond van te voren klaar. Lastig omdat ik er regelmatig al niet eens in slaag om de zooi van het avondeten van het aanrecht af te krijgen. Maar mijn hemel, wat een tijd scheelt het als je beneden komt en alles staat er netjes bij en klaar om aan te schuiven…

– En dat brengt me bij het volgende: Geef je kleintjes een gezond maar wel snel ontbijt. Een paar tips vind je hier. En nu nog zorgen dat die kleintjes een beetje dooreten… Sorry daar heb ik geen tips voor. 

– Als laatste, iets waar bij ons thuis heel veel tijd aan verspild wordt: wéér omkleden omdat er altijd wel iemand binnen een half uur weer vies is. Oplossing: draag allemaal een ochtendjas, schort of wat dan ook over je kleding. Vergeet dit alleen niet uit te trekken op het moment dat je het huis verlaat.

BBQ vs Crock-Pot op de camping

Ik weet niet hoe het bij jullie zit, maar de tijd van de zakken aardappelen en potten bruine bonen mee op vakantie is voorbij. Het is niet dat we elke avond in een restaurant zitten, maar er wordt ook niet veel gekookt door mij. Het is eigenlijk vooral de bbq die zijn werk doet. En daarnaast worden er wat salades (voornamelijk door een vriendin) en vooral veel rauwkost in elkaar geflanst.

Mij hoor je niet klagen, ik vind het heerlijk.

Maar goed, zoals ik voor de vakantie in mijn enthousiasme beloofd had, moet ik ook daad bij woord voegen en zo ging de Crock-Pot mee op vakantie. Stiekem vond ik het ook wel erg leuk, omdat ik allang door had dat een gerecht maken in de slowcooker helemaal niet zo ingewikkeld is als het lijkt en belangrijker nog, als het smaakt!

Hier kon ik dus wel een paar puntjes mee scoren naast al dat bbq geweld van de mannen en de culinaire salades van mijn vriendin.

Maar wat is een nu een Crock-Pot?

Ik kreeg eigenlijk meteen al de vraag: ‘Wat is het principe van slowcooking?’. Met de Crock-Pot, oftewel een slowcooker maak je gerechten die op een lage stand heel langzaam garen. En daardoor blijven de vitamines, aroma’s en smaak beter behouden. Dat klinkt als lekker én gezond. De mogelijkheden zijn talloos. Van soepen tot een appeltaart en van een hele kip tot een chili con carne.

De slowcooker die ik heb (Crock-Pot, Digital Sauté) heeft 2 kookstanden (Low en High) en een warmhoudstand. De binnenpan is geschikt voor gebruik op gas en elektrische fornuizen, zodat het vlees voor bijvoorbeeld draadjesvlees direct in de pan kan aanbraden.

Een Crock-Pot op de camping?

Nu hoor ik je denken; ‘Een Crock-pot in de tent, is dat nu wel zo veilig?’ Een Crock-pot is heel veilig. Het gerecht kan niet aanbranden en van een vlam in de pan is ook geen sprake. Het is een beetje vergelijkbaar met een koelkast, die laat je ook gewoon aan staan. Een Crock-pot verbruikt weinig elektriciteit en dit is dus ook geen probleem op de camping.

kip

Goed, het gerecht. Ik begon met een hele kip. Deze werd bij de introductie ook gemaakt en ik kies graag voor de makkelijke weg, zeker als het op koken aankomt. Ik heb de kip gevuld met uien en knoflook, iets wat al veel bekijks trok zo midden op de camping. Ik voelde mezelf bijna een bekende tv kok die daar een Crock-pot demonstratie aan het geven was. Bij de Carrefour had ik wat Provençaalse kruiden gevonden, deze heb ik over de kip gestrooid en vervolgens de pan 8 uur op een lage stand gezet. Al met al hooguit een kwartiertje werk, de rest van de dag hadden we dus volop de tijd om bij het zwembad te hangen.

Het resultaat? Een heerlijk ruikende tent. Een super gare kip. Een aantal blije vrienden en een paar kleintjes die hun vingertjes erbij aflikten. Kon het op tegen de kippenpoten van de bbq? Zeker. 1-0 voor de Crock-Pot

crock-potUiteraard bleef het niet bij de kip. We gingen ook nog voor de spareribs. Gelukkig heeft de Carrefour alles en zo kwamen we op de camping met een pak spareribs. Amateur als ik ben, realiseerde ik me een beetje te laat dat de spareribs voorgegaard waren en dus niet geschikt voor in de Crock-pot. Deze gingen rechtstreeks op de bbq en dat maakte gelijkstand.

Bij de pakken neerzitten is niet onze stijl en dus proberen we het gewoon nog een keer. DeProvençaalse kruiden bevielen prima en heb ik wederom gebruikt voor de spareribs. Een extra knoflookje erbij en vervolgens de pan weer 8 uur met rust gelaten. Het idee was om de spareribs nog even af te bakken op de bbq, maar hier kwam niet veel van terecht. Bij het vastpakken van een bot, trok ik dit namelijk zo van het vlees af, zo gaar was het. De marinade liet wat te wensen over en daar val ik dan door de mand. De pan had zijn werk gedaan, ik moet nog wat oefenen op het op smaak brengen van de gerechten. Toch een punt voor de de Crock-Pot.

spareribs

Conclusie

Ik houd van de bbq, maar de afwisseling met de Crock-pot is toch wel heel erg fijn. Daarnaast kun je in de Crock-pot ook sauzen, bijvoorbeeld voor de spaghetti, of soepen maken. Een afwisseling die op de camping ook geen kwaad kan. Volgend jaar mag de Crock-pot weer mee.

Ik wil de zomer terug

gezin zomer

Maandagochtend. Ondanks de afschuw voor mijn wekker breng ik mijn kleintjes, toch met een beetje innerlijke vreugde, weer naar school. De zomervakantie is weer voorbij en langzaamaan vervaagt het mooie weer. Of eigenlijk, zoals dat in Nederland gaat, het weer slaat om en het lijkt acuut herfst te zijn. Mijn puike plan om met een bakkie koffie in het zonnetje te zitten, gaat mooi niet door. Gelukkig smaakt de koffie binnen op de bank net zo lekker. Ik geniet van de rust. Van maar één peuter die apegapend naar Netflix aan het kijken is.

Ik realiseer me dat het schooljaar toch echt weer begonnen is en ik beeld me, dankzij de schoolkalender, in wat er allemaal komen gaat. Nog even en het is herfstvakantie. Sinterklaas, Kerst, Studiedagen. Vriendjes en vriendinnetjes willen weer afspreken, sportclubjes gaan weer van start. En ook het ondenkbare gaat het komende schooljaar gebeuren. Mijn peuter, mijn kleintje, mijn baby gaat dit schooljaar naar school. NAAR SCHOOL!

Dinsdagochtend. Alweer die verrekte wekker. Aan die schooltijden moeten we echt wat gaan doen. Dit is te vroeg. Ik voel ook opeens een stuk minder innerlijke vreugde om de kleintjes weer naar school te brengen. Moet ik ze nu weer de hele dag missen? Het is lekker hoor, maar ook best saai zonder het geschreeuw, het laveloze gedrag zonder een druppel alcohol en het eeuwige jubelende gekibbel tussen de kleintjes.

Toen ik net moeder geworden was, kon ik mijn kleintje wel groot kijken. Hoe zou ze zijn als ze 3-5 of 7 zou zijn? Hoe zou het leven er dan uitzien? Mensen zeiden: ‘Geniet er maar van. Voor je het weet zijn ze groot. Je knippert met je ogen en ze gaan niet meer mee op vakantie’ . En oh ja, wat heb ik afgelopen zomer regelmatig gedacht ‘hoe lang gaan ze nog mee?’. Maar opeens lijkt de band vooruit gespoeld en zijn daar al een aantal zomers verstreken. En er zijn er steeds minder in het verschiet.

Ik mis de zomervakantie. Nu al. De tweede schooldag. En nee, ik mis niet de hysterische huilbuien omdat er iemand nat gespoten werd met een waterpistool of de verwende koppen omdat ze geen euro kregen voor in een prutautomaat. Ik mis de zomer omdat ik opeens voel hoe snel het gaat. Ik mis de zomer omdat ik mij realiseer dat ik niet altijd die attente en die betrokken moeder ben, die ik eigenlijk had willen zijn. Ik mis de zomer omdat ik weet dat die koppies van mijn kleintjes er volgend jaar weer een jaar ouder uitzien. Ik mis de zomer omdat de tijd door mijn vingers glipt.

Ik mis de zomer, omdat ik weet dat mijn laatste, mijn kleintje dit schooljaar naar school gaat.

Ik wil de zomer terug!


 

Afbeelding: Shutterstock / Maria Sbytova

De eerste schooldag en de andere moeders

Het ‘echte leven’ gaat weer beginnen, de kleintjes gaan weer naar school. Niet alleen de kleintjes, ook wij mama’s (en papa’s) moeten weer wennen aan het schoolleven. Simpelweg omdat, ook al neem ik mezelf al een week voor om alvast weer in het schoolritme te komen, ik tot de laatste vakantiedag in de vakantiemodus sta. Ik heb wel zo een ideaal beeld voor me om mijn kleintjes in alle rust op hun eerste schooldag naar school te brengen, maar helaas…

En ook al breng ik nu mijn kleintjes al een paar jaartjes naar school, ik blijf mezelf telkens weer een nieuweling voelen. Het moment waarop ik weer voor die eerste keer van het schooljaar op het schoolplein stap, is gewoon een beetje ongemakkelijk. Toch weet ik inmiddels wel een beetje wat ik verwachten kan en dat zijn een aantal verschillende ‘soorten moeders’.

1. De fotografen

‘Kijk eens naar mij! Zeg KAAAAAAS!’ De moeder met haar telefoon of camera in haar hand omdat ze van plan is om van elke stap een foto te maken. Ze duwt de andere mensen een beetje opzij omdat haar kroost wel volledig op ’the picture’ moet. Een foto bij het hek, een foto bij de deur, een foto bij de luizenzak, een foto van het wegzetten van de beker, een foto van het gedag zeggen met de juf, een foto bij het tafeltje, een foto van het zwaaien. 10 Minuten later zijn de foto’s te bekijken op Facebook.
Zeer confronterend overigens, omdat ik me, bij het bekijken van de foto’s op Facebook, realiseer dat ik ook wel even een fotootje had kunnen maken… 

2. De huilies

Op deze moeders ben ik eigenlijk wel een beetje jaloers. Ze zijn namelijk zó verdrietig dat de leuke zomervakantie voorbij is, dat ze het niet droog kunnen houden.

3. De klassemoeder

Deze moeders zijn schaars, maar als er eentje is, dan staat ze daar met een brede glimlach en met een lijst in haar hand om vrijwilligers te werven voor de luizenpluis, de schoonmaak-ochtenden en andere vervelende klusjes.
Door mijn gebrek aan assertiviteit en ‘nee’ kunnen zeggen, probeer ik deze moeder zoveel mogelijk te ontwijken.

4. De Popiejopies, oftewel de ‘op de vroege ochtend er gelikt uitziende moeders’

Ja, het lijkt de middelbare school wel, maar ze bestaan nog steeds! Van die groepjes die ‘het’ gewoon hebben. Er op maandagochtend uitzien alsof ze zo bij de styliste vandaan komen. En dan zien ze er ook nog altijd zo gelukkig uit. Of schijn bedriegt? Daar kom je nooit achter, je komt er bij zo een groepje namelijk niet tussen.

5. De afzetter

Deze moeder zie je niet, of in ieder geval zie je haar enkel zwaaiend vanuit de auto. Ze zet haar kinderen namelijk alleen maar af en scheurt vervolgens zo snel mogelijk naar haar werk om daar waarschijnlijk een vreugdedansje te doen en de champagne te laten ploppen omdat de schoolvakantie weer voorbij is.

6. De wanhopige moeder die eruit ziet alsof ze wel een weekje vakantie gebruiken kan

Deze moeder heeft een leger aan kinderen (allemaal in een andere klas) en het lukt haar maar niet om de kleintjes op een normale manier, rustig en op tijd op de eerste schooldag in de klas te krijgen. Ze is blij dat de vakantie weer voorbij is, zodat de kinderen weer vermaakt en ‘opgevoed’ worden op school, maar heeft er daarentegen ook zo de pest in dat elke ochtend weer een race tegen de klok is.

Yep, that’s me…


Afbeelding: Shutterstock