5 feitjes over het avondeten

Weet je nog, die tijd dat uitgebreid koken en lekker eten niet alleen noodzaak, maar ook voor de lol was. En ook nog omdat het lekker was en je er zin in had? Om de een of andere reden, verandert het ouderschap je hele beleving van het avondeten. Waar het vroeger een fijne bezigheid was, is het nu een ‘moetje’, waarvan je het resultaat eigenlijk net zo goed meteen voor de helft op de grond kunt flikkeren en voor de andere helft in de vuilnisbak. Want dat is de plek waar het iedere avond weer belandt.

avondeten-kind

Althans, zo gaat dat bij ons wanneer ik broccoli, snijboontjes of bietjes klaarmaak. Natuurlijk niet bij patat. De snackbar krijgt wel eer voor zijn werk. Maar voor mij geldt als synoniem voor nutteloos: eten koken voor de kleintjes.

Heb je ook regelmatig last van het avondeten-drama? Dan herken je vast de volgende feitjes.

Feitje 1. De vraag: ‘wat eten we vanavond?’ komt elke dag weer hoopvol voorbij, maar eigenlijk weten de kleintjes zelf al dat ze het antwoord helemaal niet horen willen. Bovendien kun je net zo goed met ‘niks’ beantwoorden, dat is namelijk waar het meestal op uitdraait.  Lees meer

5 feitjes over dineren met jonge kinderen

Weet je nog dat je uitgebreid een avondmaaltijd maakte, gewoon omdat je het leuk vond om iets speciaals te maken. Of misschien omdat je heel erg trek had in dat speciale gerecht?

Nee, ik ook niet meer. Het ouderschap heeft een heel andere dimensie gegeven aan het dineren. Voorbij zijn de tijden van het uitproberen van nieuwe gerechten, gewoon voor de lol. Voorbij zijn de dankbare complimentjes voor het maken van dat bijzondere gerecht.

Spinazie à la crème it is…

Net als die tijd dat je uitgebreid kookte voor mensen die er blij mee waren, is ook dineren met jonge kinderen een fase. Tot die tijd gelden de volgende feitjes.

Feitje 1. Elke avond moet je hetzelfde aanhoren. Dat kan zijn van ‘Dat lust ik niiiieeeet!!!’ tot aan ‘Mam, ik zit vol’ (na twee happen) om vervolgens binnen 5 minuten te vragen om iets ‘lekkers’.  Ja echt, kleintjes zijn zo voorspelbaar. Op de vraag ‘wat eten we vanavond?’ kan ik ook net zo goed ‘poep’ antwoorden. Maar ja, ook dat lusten ze niet.  Lees meer

Waarom toch dat avondeten drama?

Ik snap het avondeten drama niet. Ik ben gek op etenstijd! Voor mezelf dan, want dan mag ik weer eten. Ik houd van eten. Echter heeft etenstijd ook een donkere, vuile kant. Het is namelijk zo dat ik degene ben die dat avondeten klaar moet maken.

En dat zou ik niet zo erg vinden als ik het helemaal voor mijzelf klaarmaak, ik geniet namelijk van eten. Maar de kinderen in dit huis zijn iets minder enthousiast over het avondeten dan dat ik ben.

En dat is, op z’n zachts gezegd, jammer.

1. Omdat ze de godganse dag ‘wat eten we vanavond?’ vragen, blijkbaar zijn ze er nogal mee bezig. Maar ik dus eigenlijk net zo goed de vraag met ‘niks’ kan beantwoorden, dat is namelijk waar het meestal op uitdraait.

2. Omdat ze blijkbaar wel erg honger hebben, aangezien ze de hele dag door zaniken om een snoepje. En als ik dan ‘nee’ zeg, ze de meest dramatische ‘maar ik heb zo een hongeeeeeeeeeeer’ eruit gooien. 

Avondeten drama dus

Koken voor mijn gezin is in de meeste gevallen compleet nutteloos en het komt er dus ook regelmatig op neer dat ik voor helemaal niks, nada, noppes in de keuken heb staan ploeteren. De één roept nog harder dan de ander ‘DIT IS GOOR!’ en de derde spuugt zijn hap pontificaal voor mijn neus zo weer terug op zijn bord.

Etenstijd is inmiddels uitgegroeid tot een somber moment van de dag. En dus geeft het mij maar weinig motivatie om er veel energie in te steken. Ik verbruik meer energie aan de irritatie rondom de maaltijd, dan dat een maaltijd mij energie oplevert. Want ik weet dat het één groot avondeten drama wordt.

Peptalk voor het koken

Tijd voor een peptalk voor de gewenste motivatie om tóch weer te gaan koken…

– Rond 16.00: Na 8x de vraag ‘wat eten we vanavond’ is het dus hoog tijd om iets te verzinnen. Ugh.
– Shoot! Ik had vanmorgen die Crockpot moeten vullen.
– Oké, plan B. Wat zouden we morgen eten? Hutspot, oh daar zullen ze blij mee zijn.
– Misschien toch maar frietjes in de airfryer gooien? O nee, dat had ik eergisteren al gedaan.
– Hutspot ‘it is’.

– Half uur lang: ‘Dát ga ik NIET eten!’ én ‘DAT LUST IK NIEEEEEEEEET’
– Sta ik nu op het punt om op te geven en een brood uit de vriezer te halen? Nee, nee, nee, ik geef niet op!
– Hutspot is gezond.
– En bovendien ik heb het in de koelkast, zonde om weg te gooien.
– Ze eten maar gewoon een keer wat de pot schaft.

– Oké, maar dan moet ik het nu wel klaar gaan maken.
– Of hebben we misschien nog iets anders in de koelkast? Restjes of zo? Lekker makkelijk.
– *Opent de koelkast* Wat is dat? Oh, de boerenkool van vorige week. Nu nog groener. Die maar niet.
– En wat is dat? Oh, de kippensoep. Huh, lijkt wel broccolisoep geworden. Die ook maar niet.
– Nee, het wordt toch echt hutspot.

– Hutspot is gezond.
– En bovendien ik heb het in de koelkast, zonde om weg te gooien. (Ja, ik val in de herhaling).
– ‘Mama, ik heb honger!’
– ‘Ja ik ga nu koken’
– Nee, daar heb ik geen honger in, mag ik een snoepje?’
What the fuck?

– Oké, ik ga nu echt beginnen. Wat fijn dat iedereen straks lekker smikkelt van de hutspot. Not
– Misschien moet ik toch maar een ei bakken?
– Nee, nee, nee, als ze het maar vaak genoeg proeven, dan lusten ze het op een gegeven moment wel.
*Zucht*, *Zucht*, ik *Zucht* haat koken!

Lees hier >> Mijn gedachtes tijdens het koken

Afbeelding: Shutterstock