Wat een moeder zichzelf wijsmaakt

Een moeder zou graag willen dat haar kleintje altijd de waarheid spreekt, zelfkennis en een realistische kijk op het leven heeft. Maar zijn wij zelf eigenlijk wel zo eerlijk en realistisch?

moeder zijn is leuk

Ik kan je vertellen, er is heel wat dat wij moeders, onszelf wijsmaken en waar we nog bijna in geloven ook…

– Zo zijn 5 uurtjes slaap per nacht meer dan voldoende, ja toch?

– En met die 8 bakken koffie kom ik prima de dag door. Bovendien bestaat koffie voor het grootste deel uit water, dus 8 bakken koffie is nog best gezond ook.

– Ze eten komkommer, dus ze eten best goed groente.

– Ze leren veel van tv. Dora, Umizoomi en Disney films zijn zeer educatief.

– Na dat wijntje ga ik de keuken opruimen, zodat ik morgenochtend in een schone keuken kan ontbijten.

– Laten we vanmiddag met z’n allen even naar het winkelcentrum gaan, dat wordt vast gezellig.

– Bovendien hebben ze ook echt nieuwe kleding nodig, er ligt bijna niks meer in hun kastjes.

– Op de supermarktvloer liggen krijsen? Dat doet mijn kind niet…

– Een brutale mond geven? Dat doet mijn kleintje niet…

– Wildplassen? Dat doet mijn kleintje niet…

– Als ik ze een uurtje later naar bed breng, slapen ze morgen uit.

– Het is écht genieten die kleintjes! Zelfs als ze je de halve nacht wakker houden, de boel onder schijten en werkelijk nooit hun troep opruimen. Écht genieten…

– Je krijgt er zoveel voor terug!

Maar echt, je krijgt er zoveel voor terug.

Afbeelding: Shutterstock 

Moe van het opvoeden

Ik ben moe, want dat opvoeden valt niet mee.

Wij hebben de laatste jaren al heel wat meegemaakt met onze drie kleintjes. Toen we er nog maar één hadden, vonden we het al een ramp als zij een griepje had. Maar nu, met drie kleintjes en de medische geschiedenis die we het afgelopen jaar opgebouwd hebben, zijn we door de wol geverfd. We zijn een lopende medische encyclopedie en kennen alle huis-, tuin- en keukenmiddeltjes voor de heersende ziektes. Wij draaien ons hand niet met meer om voor een griepje of de waterpokken. Spuugt een van de kleintjes ’s nachts ons bed onder, dan kan er gewoon ’s nachts gedoucht worden, maken we het bed opnieuw op en wachten we rustig af tot het bed opnieuw onder gespuugd wordt. Dan maar een nachtje wat minder slaap, morgen is er weer een nacht. Nee, op medisch gebied behoren wij tot de top van de amateurs… We raken niet zo snel in de stress. We volgen de standaard routines en als het nodig is, hebben we een goede huisarts en onze contacten op de kinderafdeling in het ziekenhuis…

Maar de rest van dat opvoeden, hoe moet dat dan?

Waarom zijn kinderen het nooit eens met het eten dat geserveerd wordt? Waarom springen ze door het hele huis, als je zelf geen sprankje energie hebt? Waarom zijn ze niet vooruit te branden als je met ze weg wilt? Waarom doen ze altijd het tegenovergestelde van wat je vraagt? Waarom willen ze een konijn als jij een hond wilt? Waarom willen ze niet luisteren als jij praat? Waarom praten ze als jij niet wilt luisteren? Waarom drinken ze hun drinken niet gewoon op, maar gieten het standaard elke dag wel een keer in hun t-shirt? Waarom stoppen ze hun eten nooit gewoon in hun mond, maar verspreiden het op de vloer rond hun plek aan tafel? Waarom vragen kinderen de hele dag om snoep? Waarom slapen ze nooit eens een keer de hele nacht in hun eigen bed? Waarom willen ze altijd op rubber laarsjes lopen? Waarom willen ze nooit hun jas aan als het koud is, en juist wel een jas aan als het bloedheet is?

Het moet haast wel aan de ouders liggen. Want bij anderen gedragen onze kleine monstertjes zich altijd voorbeeldig… natuurlijk…

De keuzes van een puber

Bij het bedenken en inspiratie opdoen voor mijn columns schrijf ik vaak tussendoor iets bij mijn notities of ik kijk wat om me heen. Er gebeurt iets of er valt iets op wat mogelijk een column maakt. Ik ben een denker, wat er ook gebeurt, ik denk er over na. En wat opvallend is, bij alles wat ik doe, waar ik ben, wat ik eet, alles bestaat uit het maken van keuzes. Best vermoeiend, soms heb ik gewoon helemaal geen zin om na te denken. Ok, er zijn zaken in het leven die je moet doen, anders heb je geen poen of ga je dood. Dus werken moet, eten en drinken moet, maar blijf vooral ademhalen (zelfs dat is nog een keuze). Werk je niet, “soms” ook een keuze, dan moet je het met minder poen doen, maar nogmaals blijf vooral ademhalen.

Maar waar wij volwassenen soms niet kunnen kiezen of we nu spinazie moeten eten of pizza, hebben pubers hun andere “soms” moeilijke keuzes te maken.

Wat ideeën:

  • Iedere ochtend weer het dilemma met kleding. Skinny jeans of geen skinny jeans. En dan; wat draag ik er boven? Denk intussen even aan de bekende berg kleding… We weten inmiddels dat de keuze reuze is.
  • Puberlief doet aan wedstrijd dansen. Ga ik weer auditie doen? Het heeft tot 5 dagen voor de audities geduurd om hierover na te denken en ze heeft toen na veel twijfelen een keuze gemaakt. Gelukkig heeft ze het gedaan. Dansen vindt ze geweldig! En ze is inmiddels vergroeid met de dansschool. Ik-zit-soms-dwars-met-mezelf keuze.
  • Skype is “hot” vanaf de bank of bed. Hoe-wil-ik-hangen keuze. Dit gaat gepaard met veel geluid. Boxjes worden gekoppeld aan de iPhone of laptop. Geluidskeuze en comfortzone keuze.
  • Blijf ik thuis met vrienden of gaan we buiten chillen op het veldje? Dit is een gezamenlijke keuze.
  • Maak ik huiswerk of niet? Gemak, geen-zin-in keuze.
  • Bel ik op tijd naar mijn moeder als ik thuis verwacht word of niet en stel ik het zo lang mogelijk uit. Te-leuk-om-met-vrienden/dinnen-te-zijn keuze. mpuber-,maakt-keuze
  • Vriendjes keuze
  • Vriendinnen keuze
  • Schoenen keuze
  • Schoolvakken keuze
  • Beroepskeuze
  • Eten/drinken keuze
  • Ram-ik-mijn-maandgeld-er-in-een-keer-doorheen keuze

Wat voor keuzes maken jullie pubers? Hier in huis wordt vooral veel gezucht bij het maken van, herstel, nadenken over iets. Het is ook vast een zware belasting om over sommige dingen een beslissing te moeten nemen en dit op puberale leeftijd. Als liefhebbende moeder kies ik er voor om te werken, te sporten, te schrijven, sociaal bewogen te zijn, zoveel mogelijk te genieten van het leven, mijn leven met eten en drinken in balans te houden, te veel hooi op mijn vork te nemen waardoor ik soms te weinig heb aan 24 uur in een dag en het mezelf dus niet altijd even makkelijk maak. Maar, ik blijf vooral rustig ademhalen.

Liefs,
Diana

Logeren bij het Betere BoerenBed – Hoeve Meijer

Ik heb een droom. Ik droom van een charmant boerderijtje met een geitje en een fijn stukje grond. Ik zit dan in het zonnetje te genieten van een kopje koffie en kijk naar mijn spelende kleintjes. Ze vermaken zich de hele dag met skelters, de kippen en de natuur. Alles is vredig. De man stookt relaxt een vuurtje en bereidt de bbq voor. En ook de hond is helemaal in haar nopjes.

Vorig weekend werd deze droom een beetje werkelijkheid. Het Betere BoerenBed, Hoeve Meijer liet ons een beetje van het boerenleven proeven. En net als in mijn droom zat ik met een kopje koffie in het zonnetje. De kleintjes kwamen ’s morgens aanzetten met een vers eitje(zelf geraapt!) en waren de rest dag aan het ravotten, springen en spelen. En natuurlijk hielpen ze af en toe de boer. En de man? Die kon zijn geluk niet op met een kuub hout en een potkachel.

boerderij-safaritent

De boer helpen

Lees meer

Ik heb geen uitzonderlijk bijzondere wereldburgers op de wereld gezet. Het zijn gewoon kinderen.

Laat ik voorop stellen dat ik mijn kleintjes, net als iedere moeder, de knapste, slimste en leukste kinderen van de hele wereld vind. Maar zijn ze bijzonder en uitzonderlijk? Neh.

Mijn kleintjes zijn gemiddeld. In alles. En ik vind dat prima.

Zoals ik al ongeveer zei, voor mij zijn ze heel bijzonder. Maar ze zijn niet uitzonderlijk in iets bijzonders.

Nee, ze zijn niet bijzonder getalenteerd. Ze zijn gemiddeld op school. Ze halen het niveau, maar moeten er wel wat voor doen. Ze kunnen lekker sporten, maar voor een koprol op een rekstok moet een aantal keer geoefend worden. Ze kunnen in mijn oren leuk zingen, maar ik kan mij voorstellen dat een buitenstaander liever heeft dat ze daarmee stoppen.

Ze halen niet uitzonderlijk snel hun zwemdiploma. Ze kunnen niet uitzonderlijk vroeg hun naam schrijven. Ze kunnen wel bijzonder veel herrie maken, maar ik weet dat meerdere kinderen dat kunnen. Zo uitzonderlijk is dat dus ook weer niet.

En hoe uitzonderlijk ik ze ook vind, ze doen gewoon mee met de middenmoot.

En ja, ik vind ze bijzonder grappig. Ik kan lachen om de simpelste grapjes die ze maken. Ik kan uren naar hun schoonheid kijken en me er vooral over verwonderen dat die wezentjes uit mij voortgekomen zijn. Hoe bijzonder!

En ik heb het gedacht hoor… Ik weet nog goed dat mijn eerste met twee maanden drie keer omrolde, van buik naar rug. Ik had een uitzonderlijk, bijzonder kind gebaard! Een motorisch genie. Uiteraard bleef het bij die ene keer en heeft ze vervolgens maanden op haar buik of rug gelegen, zonder enkele drang om om te rollen. Of toen mijn tweede met acht maanden achter een poppenwagentje aanliep. Hoe snel! Uiteindelijk bleek dat geen enkele versnelling te geven in het loslopen.

De eerste jaren van het ouderschap is een mijnenveld. Wie zegt er zijn eerste woordje? Wie loopt er als eerst? Wie is er als eerste zindelijk? Wie slaapt er als eerste door? Wie kunnen we alvast inschrijven voor de universiteit?

En ik zal niet liegen. Ik zou graag willen dat mijn kleintjes later gemakkelijk een HBO’tje halen. Maar ik ga ook steeds meer inzien dat ‘gelukkig zijn en plezier hebben in wat je doet’ veel, maar dan ook veel belangrijker is dan uitzonderlijk zijn.

Ik heb geen uitzonderlijk bijzondere wereldburgers op de wereld gezet. Het zijn gewoon kinderen. Maar deze kinderen maken mijn wereld wel uitzonderlijk bijzonder.

Het leven wordt steeds makkelijker naar mate de kleintjes groter worden…

Het leven wordt steeds makkelijker naarmate de kleintjes groter worden… Wie heeft deze uitspraak in hemelsnaam bedacht?

De babyspekbeentjes en het pamperkontje op je heupen. De spekarmpjes om je nek. Hoe heerlijk, hoe fijn! Het gebrabbel waar je niks van maken kunt. De verrassende blikken en de nieuwsgierigheid als er een maaltijd voorgeschoteld wordt en vervolgens door je haren wordt gesmeerd. De afhankelijkheid van jou. Van jouw kunnen, jouw handelen.

Het komt nooit meer terug.

Natuurlijk zijn mijn kleintjes nog afhankelijk. Natuurlijk wordt het avondeten nog steeds af en toe in mijn haren gegooid. Natuurlijk zeggen ze dingen waar ik niets van maken kan en natuurlijk krijg ik nog onverwachte knuffels die uit hun tenen komen.

Maar wordt het leven steeds makkelijker naarmate de kleintjes groter worden? Nah. 

Een middagslaapje, oftewel een uurtje stilte in de middag, dat zit er niet meer in. De was met babykleertjes was schattig om te wassen. Maar inmiddels puilt de wasmand zo uit, dat het verre van schattig is. Kreeg je vroeger de vraag ‘Mama, waarom ga je naar de wc?’. Nu komen ze met vragen als ‘Waarom geven mannen geen kusjes aan mannen en wel aan vrouwen?‘ of ‘Waar staat hectometerpaaltje 1?‘ En jawel hoor, ook aan de vraag ‘Hoe komt er een baby in je buik?’ is geen ontkomen meer.

En oké, ik geef het toe. Het is een verheerlijking om van de luiers af te zijn. Maar hoe schattig was de babypoep in vergelijking met de bolussen die ze nu af en toe draaien met een geur waar je U tegen zegt. En hun eigen kont afvegen? Ho maar! Je zou het eigenlijk ook niet moeten willen in sommige gevallen…

Ik weet nog zo goed dat ik, toen ik net moeder werd, voor even naar de supermarkt gaan een hele ochtend uittrok. Kind in de maxicosi, maxicosi in de auto, alleen dat al was een dagtaak. En dan was ik nog geeneens vertrokken. Je zou denken dat het nu allemaal lekker vlot gaat… Op het moment dat ik de kleintjes zover heb gekregen hun schoenen aan te doen, moet de eerste alweer plassen en om de één of andere reden kan dat niet met schoenen aan. Alles weer uit dus. Als ik de driejarige in haar stoel wil hijsen, is zij het daar totaal niet mee eens en om de één of andere reden, moet haar weg naar de auto weer helemaal opnieuw. Vanaf de voordeur ja! Heb ik ze allemaal in de auto? Dan is de middelste zijn tas (die hij eigenlijk helemaal niet nodig heeft) vergeten. Oh man, waar is die tijd toen ik snel een maxicosi de auto in mikte om vervolgens geluidloos naar de supermarkt te rijden?

Het moment dat je kleintje voor het eerst ‘mama’ zegt. Wat een eer, wat een verrukkelijkheid dat een klein mensje dat tegen jou zegt. Nu vraag ik me soms af waarom ik überhaupt die kleintjes heb leren praten. En denk je dat een driftbui van een tweejarige niet te handelen is? Dan heb je een 7-jarige zijn zinnen nog nooit zien verliezen… Oké, ze gaan niet zo snel meer op de supermarktvloer liggen stampvoeten, maar de woorden ‘Mama, ik haat je’ moet je inmiddels wel kunnen incasseren.

Het leven wordt steeds makkelijker naarmate de kleintjes groter worden? Nah.

Afbeelding: Shutterstock

Ruim je stront op!

Ik behoor nu een half jaar tot de hondenbezitters. Had je mij dat een jaar geleden gezegd, dan had ik je knetterhard uitgelachen. Maar zou het hondje ons nu onverwachts verlaten, dan zou ik knetterhard gaan huilen. En nu ik dus een hondenbezitter ben, begrijp ik de andere hondenbezitters ook steeds een beetje meer.

Ik begrijp dus dat je je hecht aan zo een beestje en dat het onderdeel wordt van je gezin. Ik begrijp dat je het niet kunt voorstellen dat mensen en kinderen bang zijn voor je trouwe viervoeter. Ik begrijp zélfs dat je kunt zeggen: ‘Hij doet niets hoor.’ Iets waar ik me voorheen pissig om kon maken, want hoezo doet dat beest niks? Je zult het (nog) niet uit mijn mond horen hoor, want zij doet wel degelijk nog wat. Ze springt overal nog tegenaan en kan je zomaar opeens ongewenst gaan likken.

Ik bedoel maar…

Maar ik weet ook, dat ze lief is, met je wil spelen en geen vlieg kwaad doet.

Toch is er iets wat ik niet begrijp aan (sommige, laat ik ze niet allemaal over één kam scheren) andere hondenbezitters. Ik vind het zelfs hooguit irritant, want ik wil er niet mee geassocieerd worden. Ik begrijp niet dat ze de stront van hun eigen hond niet opruimen. Maar gewoon daar laten liggen, soms zelfs midden op de stoep. MIDDEN OP DE STOEP! Vóór het schoolplein notabene nog wel!

Maar ook in het gras vind ik het uiterst vervelend. Kinderen spelen namelijk heel vaak in gras. Ze plukken er bloemetjes of maken er een radslag met alle gevolgen van dien. En daarbij poept mijn hond ook in het gras. Als ik dus die drol probeer op te rapen, moet ik eerst als een soort survivaller door het gras ploeteren en balanceren om die drol van mijn hond te kunnen pakken.

Ik schaam mij, ik schaam mij diep dat er zoveel drollen in het openbaar liggen. Daarom loop ik ook maar al te graag met mijn zichtbare poepzakhouder, zodat ik niet aangesproken kan worden op al die dampende drollen. Want serieus, hoe moeilijk is het nou om hem daar even weg te pakken en in de hondenbak, die op vrijwel elke hoek van de straat staat, te mikken?

Dus bij deze, ruim je stront op!

Afbeelding: Shutterstock

Kansloze dreigementen, waarom doe ik dat toch?

Ik ben een moeder en ik maak fouten. Hoe graag ik ook alles perfect zou willen doen, mijn kleintjes laten opgroeien in harmonie zonder te straffen, zonder mijn irritatie op hen te uiten en zonder te schreeuwen. Echt, ik zou het willen. Maar het lukt niet.

Sterker nog, af en toe laat ik mijn kansloze dreigementen op ze los. Dreigementen waarvan ik weet dat ik ze toch niet waar zal maken. Dreigementen die zomaar barstjes kunnen geven in hun vertrouwen in mij. Ik weet dat het kansloos is. En toch doe ik het.

Ik zal eens een voorbeeld geven van zo een kansloos dreigement; ‘Als je nu niet komt, dan blijf je maar hier! Ik ga wel zonder jou.’ 

In de supermarkt, in de woonkamer, midden op straat, in de dierentuin, in het zwembad, op het speelpleintje, in de auto, of waar ook mijn kleintje opeens besluit dwars te gaan doen, zijn kont tegen de krib te gooien.

Soms heb ik tijd, geduld, de energie om het op een redelijke manier op te lossen.

Maar soms ook niet. Soms ontbreken alle elementen om die op een redelijke manier toe te passen. En dan floept het zo uit mijn mond. En heel af en toe zelfs uit mijn tenen.

‘Als je nu niet komt, dan blijf je maar hier! Ik ga wel zonder jou.’ 

Resultaat? Een kleintje die nog harder gaat blèren. Omdat hij nu te dealen heeft met een boze moeder. Omdat hij serieus geen stap verder meer wil zetten. En misschien wel omdat hij bang is. Bang om achtergelaten te worden. Uiteindelijk rent hij achter me aan en zitten we het volgende half uur gezamenlijk met een chagrijnige porem uit het raam te kijken. Ik met een beetje schuldgevoel. Hij met een beetje angst.

Natuurlijk meen ik het niet. Ik zou mijn kleintje nooit ergens achterlaten. Dat weet hij. Maar toch checkt hij het ’s avonds voor het slapen gaan nog even.

“Mama, je gaat toch niet weg?”
“Nee natuurlijk niet schatje, ik zou je toch nooit alleen laten!?”

Ahum. Opeens besef ik het me.

Stomme kansloze dreigementen…


dreigementen pinterest

Afbeelding: Shutterstock

Boys will be boys, inclusief de piemels en de scheten

boys will be boys

Na een weekje op de camping te hebben gebivakkeerd, met de kleintjes en de vriendjes, werd ik er weer even aan herinnerd hoe het ook alweer zat met jongens. Kamperen is toch een beetje back to basic, iets wat jongens graag willen, en ook mijn kleine man bevalt dat maar al te goed. Wat mij betreft overigens helemaal geen probleem, ik ben namelijk ook best wel in mijn element tijdens het kamperen. Geen make-up op mijn snoet. Geen high heels, maar rondbanjeren op mijn kaplaarzen. En elke avond aan de barbecue een halve koe naar binnen werken. Misschien schuilt er diep van binnen ook wel een beetje een kerel in mij.  Lees meer

Gewoonlijke chaos

Is het bij jullie wel eens rustig? Bij mij thuis niet. Een gewone rustige werkweek in mijn gezinsleven lijkt niet te lukken, mijn leven is een gewoonlijke chaos. En terwijl ik dit schrijf bedenk ik dat dit voor een groot deel aan mezelf ligt.

Ik schets een “gewone” werk- schooldag. Het begint op het moment dat de wekker gaat, 7 uur, een lastig moment maar oké. Ik hijs mezelf uit bed en loop als eerste naar de kamer van mijn puber, hier volgt een hele klus om haar wakker te krijgen. Na het eindeloos irritante geluid van haar eigen wekker die ze nooit hoort, roep ik en probeer haar wakker te schudden. Het laatste middel is de dekens van haar af trekken, eindelijk een teken van leven. Bij de kleuter is het iedere dag anders, soms wordt hij wakker van de geluiden van de puber, soms uit zichzelf. Maar als ik hem wakker moet maken, is het geen vrolijke noot.

Na het langzaam wakker worden volgt medicatie, ontbijt, douchen, aankleden, stress, make-uppen, haren, chaos en lunchpakketten. Denk hierbij aan een kleuter die zichzelf nog niet aankleedt en een puber die een kast vol kleding heeft, maar dagelijks zuchtend en stampvoetend door het huis loopt, omdat ze “niets” heeft om aan te trekken. Het standaard rijtje lukt niet dagelijks. Mijn puber bedenkt ’s ochtends ook wel eens dat ze haar schooltas nog moet inpakken en tussen alle haast door roepen natuurlijk Instagram en de nodige chat apps.

Met een beetje geluk gaan we op tijd de deur uit. Iedere dag is het weer een strijd tegen de klok.

Kids op school, ik race naar mijn werk. Op tijd? Op het nippertje of net niet. Eindelijk, computer aan, cappuccino erbij. Mijn werkdag kan beginnen en duurt tot 5 uur. Einde werkdag, richting huis maar eerst langs de plaatselijke supermarkt voor de dagelijkse boodschappen. Ik ben zeer goed in plannen, maar zeer slecht in het bedenken wat we morgen gaan eten. Eenmaal thuis is de kleuter op stuiterbal niveau, de partner op zijn vaste stek, dochter op haar kamer of nog niet thuis. Maar het koken kan beginnen en met een beetje mazzel heb ik gehaald wat iedereen graag wil.

Diner time! Sinds mijn kleuter ziek is geweest, is de structuur in dit gezin ver te zoeken, voor zover het er was. Maar we doen ons best dit terug te vinden. Gezamenlijk eten is iedere dag een uitdaging. In dit gezin eet niet iedereen altijd wat de pot schaft, maar ik probeer een ieder te geven wat ze lekker vinden. Ook dit is een lering die ik heb getrokken tijdens de ziekte van mijn kleuter. Na het eten is iedere dag anders. Doordeweeks volgen 2 dansavonden van de puber inclusief ik als taxi, heeft de partner 2 clubavonden, heeft de kleuter (thank God) nog niets en heb ik minstens 1 vriendinnenavond en probeer ik 1 sportavond te hebben.

Ergens is er rust, na de gewoonlijke chaos. Dan plof ook ik op de bank, ligt de kleuter op bed en zit de puber op haar kamer series te kijken of op haar chat apps.

Balans is mijn manier van leven, maar chaos houdt mijn motor draaiend.

Terwijl ik op de bank zit probeer ik de Zenmodus te vinden. Ik schrijf aan mijn column, of lees wat, ik app met wat vriendinnen, kijk tv en check mijn Facebook.

Ik kijk naar de klok, het is tijd en moet vroeg op. Ik zet de wekker en weet nu al dat ik baal van dat geluid.

Weer een dag met de gewoonlijke chaos.

Liefs, Diana