De kleine lettertjes: Moeders kunnen niet ziek zijn

Er is een onaangename gast hier in huis binnen gedrongen. Genaamd griep. Al een paar dagen heb ik koude rillingen en toen ik gisteravond mijn tanden aan het poetsen was, stond de 7-jarige plots achter mij met de mededeling dat ze moest ‘kotsen’. Wat heerlijk dat een 7-jarige dat netjes in het toilet doet! Het is al ranzig genoeg. Ondanks dat ik zelf ook bijna over mijn nek ga, probeer ik mezelf staande te houden.

Ergens in het boek der moederschap staat namelijk met kleine lettertjes geschreven:

Moeders kunnen niet ziek zijn.

Als (fulltime) moeder ben ik weleens strontjaloers op de man als hij ziek is. Hij stuurt zijn collega’s een berichtje dat hij niet komt en duikt zijn bed weer in (wat overigens ook volkomen terecht is), om ‘lekker’ uit te zieken. Voor een moeder is dat over het algemeen genomen een onhaalbare zaak. De kleintjes moeten ontbijten en naar school gebracht worden. De peuter wil aandacht en een avondmaal komt vrijwel nooit aangewaaid.

Nee het beste wat een moeder kan doen, is ontkennen. Blijven ontkennen. We weten allemaal dat het uiteindelijk onhaalbaar is, maar wat moet ik anders?

Want al zou ik even onder de wol duiken, dan komen de kleintjes om de vijf minuten vragen of ik me weer wat beter voel, ze willen namelijk wat te drinken. Ze zijn hun sokken weer eens kwijt. Of ze kunnen opeens een kunstje wat ik écht moet zien.

Daarbij, wie maakt er een lekker bouillonnetje voor me klaar?

Soms, heel soms wil ik zelf weer even kind zijn. Met een moeder die mij in de watten legt. Een appeltje voor me schilt, paracetamol voor me klaar legt, me instopt onder een dekentje en ondertussen de boel even draaiende houdt.

Maar ja… ergens in het boek der moederschap staat nou eenmaal met kleine lettertjes geschreven: moeders kunnen niet ziek zijn. 

Afbeelding: Shutterstock

Een bullebak in de ballenbak

Ik heb gemerkt dat ik me over mijn dochters toch wat meer zorgen maak dan over mijn zoon. Het liefst zou ik de hele dag een bodyguard met ze mee sturen om ze te beschermen tegen alle schurken, bandieten en gladjakkers die hun maar lastig zouden kunnen vallen in de grote boze buitenwereld.

Gelukkig heb ik ook een zoon die de taak van bodyguard op zich kan nemen. Hij heeft het als jochie van vier niet altijd even gemakkelijk met een oudere en jongere zus om zich heen. Zijn grote zus wint het fysiek nog gemakkelijk van hem. Zijn kleine zus laat zich de kaas niet van het brood eten, ze heeft als jongste geleerd goed van zich af te bijten. Toch merk je nu al dat hij, als het nodig is, voor zijn zussen door het vuur gaat.

Laatst waren we in een warenhuis met een aparte speelruimte voor de kinderen. De vrouw wilde graag even ongestoord shoppen, dus ik nam de kinderen mee naar de speelruimte, waar ze alle drie de ballenbak in gingen. Zelf installeerde ik me in een hoekje op een stoel en hield een oogje in het zeil.

Er waren nog een paar kinderen in de ballenbak aan het spelen, waaronder een irritante jongeman die met een psychopatisch plezier zijn broertje en zusje terroriseerde. Toen zijn broertje en zusje op zoek naar hun ouders gingen om hun beklag te doen, zocht de jongen meteen een nieuw slachtoffer. Zodra hij de kans kreeg duwde hij mijn oudste dochter hardhandig van een speeltoestel af. Mijn dochter begon zich snikkend een weg naar de uitgang van de ballenbak te banen en ik wilde al overeind komen om het vervelende jongetje vermanend toe te spreken en mijn dochter bij de uitgang op te vangen. Maar dat eerste bleek niet nodig, want mijn zoon was al in aktie gekomen.

Hij stapte resoluut op de bullebak af. Die was zo’n twee koppen groter, dus ik was benieuwd wat er zou gebeuren en besloot het even af te wachten. Van twee meter zie ik mijn peuter een ballenbakbal midden tussen de ogen van de bullebak gooien. De jongen had dit niet aan zien komen en keek verdwaasd om zich heen. Pats! Meteen nog een bal midden in zijn gezicht. Nu sprongen de tranen in zijn ogen. Ik besloot mijn zoon terug te fluiten: “Bodhi, niet met ballen naar andere kinderen gooien, dat is niet leuk!”. Hij keek me vol verbazing aan en mompelde: “Maar papa, hij ging Fenne pijn doen!?”.

Nu ben ik niet voor gewelddadige oplossingen, maar stiekem ben ik toch wel trots op mijn kleine man, die de confrontatie niet uit de weg gaat. Want wat is het heerlijk om te weten dat ik een bodyguard voor mijn kleine meiden in huis heb!

Hier zeg ik geen nee tegen

Wij, moeders in het algemeen, zeggen vaak nee. Niet alleen tegen onze kinderen, maar ook tegen hulp. En vooral voor ongevraagde adviezen keren wij graag onze rug toe. We vinden dat we het allemaal zelf (moeten) kunnen en we willen ons vooral niet laten kennen. Eigenlijk is dat best jammer, want een beetje hulp hier en daar kan het leven een stuk soepeler en misschien ook wel leuker maken.

Vanaf nu ga ik, áls het me aangeboden wordt, tegen het volgende geen nee (meer) zeggen.

Ik zeg geen nee tegen iemand anders die de beslissing neemt. Het leven van een moeder bestaat 75% uit beslissingen nemen. Welke naam gaan we het kleintje geven? Blijven we werken? Gaan we thuis zitten? Heeft het honger? Heeft het een schone luier nodig? Welke kinderopvang? Welke school? Wat eten we vanavond? Mogen mijn kleintjes alleen buiten spelen? Mogen ze zonder jas buiten spelen? Mag mijn kleintje dat speeltje afpakken van dat andere kleintje? Mag mijn kleintje dat vervelende ventje een mep verkopen? Mag ze bij een vriendinnetje spelen? Mag ze op gitaarles? Of op blokfluit? Of op drummen? Vinden de buren dat leuk? Keuzes, keuzes, keuzes. Wil iemand anders aub af en toe even een beslissing nemen?

Ik zeg geen nee tegen iemand die aanbiedt om mijn kleintjes een middagje mee te nemen, gewoon zomaar, zodat ik even rustig Netflix kijken kan. Of iets anders waar ik zin in heb. In ieder geval niet het huishouden.

Ik zeg overigens ook geen nee tegen iemand die aanbiedt om even het huishouden te doen.

Ik zeg geen nee tegen iemand die aanbiedt om een poging te doen om een krijsende peuter even te kalmeren.

Ik zeg geen nee tegen iemand die ’s nachts de kleintjes weer terug naar hun eigen bed brengt. In dit geval is de enige aangewezen persoon die ik me voor deze taak bedenken kan, de man.

wijn drinken

Ik zeg geen nee tegen een wijnavond met mijn vriendinnen.

Ik zeg geen nee tegen een onbeperkt lange, warme douchebeurt. Zónder kinderen welteverstaan.

Ik zeg geen nee tegen warme koffie.

Ik zeg geen nee tegen iemand die de auto wil voltanken. Ik heb nu geen auto meer, maar man wat had ik daar toch altijd een hekel aan. Alsof het uren tijd in beslag nam.

En ik zeg geen nee tegen een ‘mute-knop’. Als er ooit iemand is die deze knop uitvindt, is diegene mijn held! Gewoon even voor 20 minuten die mute-knop indrukken, waarin iedereen even geen geluid kan produceren. Desnoods een freeze-knop, waar iedereen voor een uurtje, of twee even bevriest. Hoe fijn zou dat zijn! Never gonna happen.

Afbeelding wijn: Shutterstock

Je zegt nu sorry! Of toch niet?

Kinderen maken weleens ruzie. Nou ja, ok, mijn kinderen maken weleens ruzie. Met elkaar, maar ook met andere kinderen. Soms wordt er heel onaardig gedaan en soms wordt er zelfs geduwd, geknepen of geslagen. Als ouder spring je daar altijd meteen tussen, want dat willen we natuurlijk echt niet hebben. En het eerst wat wij ouders doorgaans dan ook roepen is: “zeg nu sorry!”

Herkenbaar?

Maar waarom willen wij zo graag dat woordje zo snel mogelijk uit het bekkie van ons kleintje horen? Misschien voelt het voor ons als de juiste reactie. Wij vinden dat het niet door de beugel kan en vinden het verschrikkelijk om ons kind als agressieveling te zien. En dus moet er zo snel mogelijk zand over. Misschien vinden we dat we het juiste voorbeeld moeten geven, wat op zich natuurlijk helemaal geen gek idee is.

Ik roep maar wat.

In de praktijk weigeren mijn kleintjes meestal om meteen sorry te zeggen na een vurig gevecht. En belanden in een nieuwe strijd, de strijd om het ‘sorry’ zeggen. En soms roepen ze meteen ‘sorry’, maar menen er ondertussen geen snars van.

Wat heeft het voor nut om ‘sorry’ af te dwingen?

Creëren we daar niet alleen maar nog meer frustratie mee?

Stimuleren om sorry te zeggen zou wellicht beter zijn. Niet meteen ‘zeg sorry!’ blèren, maar achterhalen waarom er gevochten werd en dan je kleintje laten nadenken. “Hoe zou jij het vinden om een beuk in je buik te krijgen en wat zou je dan verwachten van de ander om het weer goed te maken?”

Als ze daar dan eenmaal rustig over na kunnen denken, realiseren ze zich dat het inderdaad niet zo geinig was, wat er zojuist gebeurde.

En soms komt daar dan alsnog een ‘sorry’. Soms ook niet. Dan realiseert hij waarschijnlijk dat hij gewoon echt te ver is gegaan.

Een perfecte moeder zijn is zó overschat

Een perfecte moeder, wat zouden we dat toch allemaal graag willen zijn. Maar de praktijk leert ons dat het maar voor een handje vol moeders is weggelegd. En dan nog, zijn die wel zo perfect als ze beweren? Maar dat terzijde, want ik heb goed nieuws! Een perfecte moeder zijn is zó overschat. Weet je waarom?

Kinderen hebben helemaal geen perfecte moeder nodig. Ze moeten weten dat het oké is om gewoon een mens te zijn. Een die fouten maakt, en excuses aanbiedt, van zijn fouten leert en weer doorgaat. Dat zal ze namelijk verder in het leven brengen dan een wereld vol perfectie. En bovendien, mensen houden niet van een perfect persoon, ze houden van wie je bent, met alle eigenschappen erop en eraan.

Daarnaast kost het zoveel energie om te voldoen aan een perfecte moeder zijn, die energie kun je beter steken in aandacht geven aan je kleintjes. Of gewoon gebruiken om zelf op adem te komen. Kinderen herinneren namelijk geen wonderschone woonkamer, ze herinneren het spelen en lol maken in die woonkamer.

Denk eens even terug aan je eigen kindertijd. Waar speelde jij het liefst? Bij dat vriendinnetje waar je niks mocht aanraken of daar waar overal speelgoed lag en waar je relaxt op de bank kon zitten.

Oh ja, en uiteindelijk is het feit: de perfecte moeder bestaat niet. Dus waarom iemand willen zijn, die toch niet bestaat?


Afbeelding perfecte moeder: Shutterstock 

Wat wil je later worden? Moeder!

Mijn dochter wil later van alles worden. Het begon ooit met prinses, al snel werd dat een K3 en tegenwoordig gaat het er wat serieuzer aan toe. Nu komen de beroepen als juf, dokter, kapper en jawel, moeder aan bod.

Ze wil dus moeder worden. Ik vraag mij wel af waarom. Blijkbaar denkt ze om de één of andere reden dat het leuk is. Ik zie het dan maar als een compliment.

moeder worden

Ik zal ook niet ontkennen dat het leuk is. Ik heb namelijk drie pareltjes van kleintjes, die mijn leven elke dag opfleuren. Maar volgens mij was zij de afgelopen zeven jaar toch ook getuige, ze nam er zelfs deel aan, van een chaos met drie kleine kindertjes die alles in de strijd gooien om de meeste aandacht van hun mama. Vechtpartijen om het roze bord bij het ontbijt, over wie er op het liftknopje mag drukken en om wat er op tv gekeken wordt.

Ze heeft me dagelijks horen schreeuwen om hun schoenen aan te trekken, omdat we anders te laat op school zouden komen. Ze heeft me tot tranen aan toe zien smeken dat er iemand naar mij moest luisteren. ‘WAAROM LUISTEREN JULLIE NIET!!!!’

En toch wil ze later een moeder worden.

Misschien moet ik haar informeren over de minder leuke kanten van het beroep, ook al is moeder zijn geen baan. Haar een realistisch beeld geven van het moederschap….

Om te beginnen zal ik haar een paar keer per nacht wakker blèren en haar dwingen om wat drinken voor mij te halen. En vervolgens zal ik haar rond een uur of 5.00 dwingen om beneden te blijven, bij mij, kijkend naar Dora, Nijntje, of iets anders waar ze compleet gek van wordt.

De rest van de dag? Waar ze gaat, zal ik haar volgen. Naar het toilet, naar de douche, als ze begint met haar huiswerk. En zodra ze een gesprek met iemand begint zal ik haar elke 14 seconde onderbreken met een zéér belangrijke mededeling, bijvoorbeeld dat ik zojuist een scheet liet. Of een boer.

Op het moment dat ze met haar vriendinnetje belt, of haar oma, is dat een uitstekend moment om te vragen hoe oud ze eigenlijk is. En waarom. Oh ja, dan vraag ik ook meteen even waarom de lucht blauw is en de zon geel. En of dat wel echt zo is? Of misschien heeft ze dat wel gewoon verzonnen. Wie heeft dat haar verteld dan? Van wie heeft ze dat geleerd.

Uiteindelijk ben ik gewoon niet tevreden met haar antwoord. Ik weet het zelf veel beter.

Terwijl we de auto instappen, veeg ik mijn snotneus af aan haar mouw. In de auto ga ik brullen, totdat ze mijn lievelingsliedje op de radio aanzet. Maar dan begin ik toch weer te huilen, want het is mijn lievelingsliedje niet meer…

Óf ik laat haar lekker in haar waan en vertel haar dat ik heel graag oma wil worden van haar kleintjes. Want eigenlijk ben ik er zeker van dat ze op een dag een geweldige moeder zal zijn!

Je moet niet boos worden

Ken je de film “Gremlins” uit de jaren 80 nog? Een man geeft zijn zoon een Mogwai, een lief klein beestje, cadeau. Mogwais mogen alleen geen water, geen eten na middernacht en geen fel licht. Als zijn zoon zich niet aan deze regels houdt, verandert het beestje in een verschrikkelijke Gremlin en breekt de hel los.

Jouw kinderen, je eigen vlees en bloed, je trots. Die lieve schattige kleine kinderen kunnen soms van het ene op het andere moment veranderen in verschrikkelijke Gremlins die precies weten op welk knopje ze moeten drukken om jou als een bom op scherp te zetten. Meestal is dat je eigen schuld, want je hebt je waarschijnlijk niet aan de belangrijkste regels gehouden. Dit zijn bijna dezelfde regels als voor Mogwais: Je moet ze geen cola geven, ze moeten op tijd naar bed (zeker vóór middernacht), en je moet ze niet aan al te veel heftige impulsen bloodstellen.

Maar goed, je hebt weer eens niet goed opgelet en je Gremlins hebben je weer eens tot het uiterste gedreven. Als je geluk hebt, laten ze je nu meteen ‘ontploffen’. Maar soms willen ze met je spelen, en laten je een eeuwigheid op het randje van waanzin balanceren. In teamverband drukken ze ombeurten steeds weer even op je knopjes, maar net niet zo hard dat je zal ontploffen. Toch is er geen ontkomen aan. Uiteindelijk plof je toch een keer, want als deze bom op scherp gezet is, valt hij met geen mogelijkheid meer te ontmantelen.

Maar… er is een eenvoudig trucje. Het ligt zo voor de hand dat je je af zal vragen waarom je er niet eerder aan gedacht hebt. Of misschien kende je het trucje al, maar was je het door de tijd heen weer vergeten. Je zal het misschien moeten oefenen, maar dan kun je het echt onder de knie krijgen. Halen je kinderen weer eens het bloed onder je nagels vandaan en kun je dit niet op een opvoedkundig goedgekeurde manier oplossen?

Denk hieraan: Word vooral niet boos, laat je niet op scherp zetten. Wat er ook gebeurt, blijf kalm!

Lezen, lezEN, LEZEN met je kleintje

Kinderen die naar school gaan, worden doorgaans schoolkinderen genoemd. Logisch. Schoolgaande kinderen krijgen doorgaans ook huiswerk mee. Ook logisch. Althans, het klinkt logisch voor mij. Mijn 7-jarige denkt daar tot op heden anders over.

Vanaf groep drie krijg ik als ouder van de juf te horen “lezen, lezEN, LEZEN met je kleintje! Het is zó belangrijk om te lezen. Voorlezen, samen lezen, boeken halen bij de bieb, leesbingo’s in de vakanties, lezen voor het slapen, lezen aan de ontbijttafel, lezen op het toilet, lezen, lezen, lezen”. Oke, ik snap het. En dus lezen wij als ouders braaf met onze kleintjes. Toch?

In de praktijk blijkt dat ietsje anders te gaan dan dat je in theorie zou denken.

Stel de opdracht is: Lees 10 minuten per dag.

Geen ingewikkelde opdracht lijkt me, aangezien er 144 x 10 minuten in een dag zitten, waar er gemiddeld 72 van gespendeerd worden aan slaap en er plus minus 36 kwijt zijn aan school. Voor schooltijd is er geen tijd voor dit soort opdrachten en zo blijven er ongeveer 24 potentiële 10 minuten over voor de eventuele ’10 minuten lezen’.

Volgt u het nog?

In theorie zou je dus als 7-jarige een boek kunnen pakken, om vervolgens 10 minuten te gaan lezen in het boek, met als resultaat dat je ouders en de juf blij zijn en je opdracht voltooid is.

Het is een theorie.

Nu de praktijk.

Je kleintje komt uit school, drinkt een kopje thee met een koekje en je bent vastbesloten om éérst het ‘huiswerk’ te volbrengen. 

0-20 minuten: Het kiezen van een boek. Ik snap het, het is niet gemakkelijk om een keuze te maken. Stel dat het boek tegenvalt of stel dat het niet lekker leest… Je wilt natuurlijk wel de juiste keuze maken.

20-30 minuten: Een discussie over dat het ‘zoek en doe boek’ het ‘masker-knutselboek’ of de Donald Duck niet de boeken zijn waar 10 minuten in gelezen moet worden.

30-40 minuten: Een discussie over nu gaan lezen en niet nu Netflix gaan kijken.

40-50 minuten: Je kleintje moet (plotseling) poepen.

50-80 minuten: Terwijl je bezig was met de andere kleintjes, is het kleintje ongemerkt naar boven geslopen en speelt op haar Nintendo DS.

80-100 minuten: Het kleintje heeft honger en dorst.

100-120 minuten: Het kleintje staart om zich heen.

120-130 minuten: Het kleintje geeft op en begint in het boek. Na de eerste regel begint het ook te klagen: het boek is te saai, te moeilijk of te lang.

130-140 minuten: Het kleintje heeft weer honger en dorst.

140-190 minuten: Tijd om te koken en te eten.

190-220 minuten: Tijd om te douchen, tanden te poetsen en pyjama’s aan te doen.

220-230 minuten: Opnieuw een discussie over de keuze van het boek.

230-240 minuten: Het kleintje vertoont vermoeid en onhandelbaar gedrag. Tijd om te gaan slapen. Morgen weer een dag.

240-245 minuten: Tijd van stilte.

245-255 minuten: Het kleintje vindt dit dé tijd om de 10 minuten te lezen. Je bent het er niet mee eens, maar laat het toch maar weer toe…

wet van murphy ouderschap

De wet van Murphy van het ouderschap

De wet van Murphy: “if there’s any way they can do it wrong, they will”. Vrij in het Nederlands vertaald: “als iets mis kan gaan, dan gaat het ook een keer mis”, aldus Wikipedia.

In het ouderschap gaan er heel veel dingen goed. Dat zijn de dagen dat alles op rolletjes loopt en ook lekker blijft rollen. Maar men moet de snaren niet te strak spannen, want voor je het weet komt Murphy om de hoek koekeloeren. Dat zijn de dagen waarin er iets dat mis kán gaan, ook mis gaat.

Murphy’s wet van de tijd

Kinderen kunnen ontzettend snel zijn. Bijvoorbeeld wanneer ze willen ontsnappen uit de tandartsstoel of uit hun bed. Ze kunnen ook te snel groeien, bijvoorbeeld wanneer je dat schattige jurkje achterin de kast vindt en erachter komt dat het al drie maten geleden aangetrokken had moeten worden.

Maar… wanneer het hen uitkomt (en jou uiteraard niet) kunnen ze ook ontzeeeeeeeeeeettend langzaam zijn. Bijvoorbeeld wanneer je nog tien minuten lopen van huis bent en je ontzettend nodig naar de wc moet, of wanneer je even snel de auto in wilt stappen omdat je op tijd op je afspraak wilt zijn en je kleintje besluit om uitgebreid te gaan poepen, kotsen of iets anders ranzigs.

De wet van nooit weten waar je aan toe bent 

Geloof me. In het ouderschap weet je nooit, maar dan ook nooit waar je aan toe bent. Heb je net groot sperziebonen ingekocht, dan is plotseling boerenkool hun lievelingseten. Zet je de roze beker voor ze neer, dan willen ze alleen nog maar blauw. Snijd je de boterham in zes stukjes, dan moest ‘ie dubbel. Doe je de boterham dubbel, dan had ‘ie in stukjes gemoeten.

Murphy’s wet van ‘vlak nadat’

Vlak nadat je de bedden hebt verschoont, pist er één in zijn bed. Vlak nadat je de auto hebt gezogen, leegt er één zijn broekzakken of schoenen vol met zand in je auto. Vlak nadat je de muren geschilderd hebt, veegt er één zijn spaghettihanden af aan de muur. Vlak nadat je kleintjes in bad zijn geweest, vind er één nog ergens een stuk chocolade. En vlak nadat je je nieuwe vloerkleed neerlegt, je kleintje besluit om met glitters te gaan knutselen.

Murphy’s slaapwet 

Murphy en slapen… BRRR! Het moment dat je (nadat je drie kwartier op de koude vloer naast het bedje gelegen hebt) de kamer uit probeert te sluipen, plakken je voeten aan het laminaat wat nét even teveel geluid maakt, waardoor je kleintje weer op slag klaarwakker is. Of wanneer je je kleintjes de hele week wakker hebt moeten maken voor school, staan ze in het weekend om 6.00 naast je bed te tetteren. En wanneer je het nieuws van een doorslapende baby wereldkundig maakt, vergeet het maar! De komende maand(en) ben je elke nacht weer in de weer.

Oh ja! Wanneer je besloten heb om het middagdutje eruit te halen omdat je kleintje nooit gaat slapen, dondert ze ineens elke middag in slaap op de bank. Of als je een hele autorit bezig bent geweest om je kleintjes wakker te houden, dan raken ze bij de laatste bocht in een diepe coma, waar ze dan de komende uren niet meer uitkomen om vervolgens de hele avond klaarwakker te zijn.

Echt, Murphy en slapen… BRRR!

De wet van Murphy en opvoeden… 

Opvoeden is het goede voorbeeld geven… Je hebt zojuist je kleintje uitgelegd dat FUCK geen net woord is om zomaar te roepen. Op dat moment gebeurt er iets waardoor er heel hard FUCK uit jouw mond komt rollen. Ook zullen je kleintjes de hele godganse dag door met elkaar kibbelen, ruzie maken of zelfs de hersenen in slaan. Tòt die 10 minuten voor ze naar bed gaan, dan zijn ze elkaars beste vrienden die samen plannetjes bedenken om maar niet het bed in te hoeven. En dan nog dat moment waarop je je voorbeeldige, schattige, zoete kleintjes even meeneemt naar die ‘belangrijke’ afspraak en je kleintjes besluiten om onhandelbare brutale monstertjes te worden en om de haverklap vragen wanneer je nou eens klaar bent omdat ze naar huis willen.

Uiteindelijk blijkt, Murphy is gewoon een eikel.

Afbeelding baby: Shutterstock

Beste moeder die vandaag ontslag wilde nemen

Ik zie je schouders hangen alsof ze naar beneden getrokken worden met twintig kilo lood. Het zijn niet alleen je schouders die hangen, ook aan je wallen hangen wat kilootjes. Je vraagt jezelf af wat voor nut het heeft om nog een fatsoenlijke maaltijd op tafel te zetten. Of om al het speelgoed in de bakken te gooien, de was was op te vouwen, of überhaupt het huishouden doen, omdat het allemaal compleet nutteloos lijkt te zijn.

Ontslag nemen

Je zou ontslag willen nemen. Maar dat kan niet. Want ontslag nemen betekent stoppen en je kunt niet zomaar stoppen.

Ik zie je in de auto zitten en je probeert je af te zonderen van het eeuwige getetter en gekibbel achter je. Het liefst zou je willen schreeuwen “KOPPEN DICHT!!”, maar het enige wat je kunt doen, is je hoofd tegen de toeter rammen en de tranen over je wangen laten biggelen.

Je zou ontslag willen nemen. Maar dat kan niet. Want ontslag nemen betekent stoppen en je kunt niet zomaar stoppen.

Ik zie je zitten op het toilet waar je op adem probeert te komen van een hysterisch schreeuwfestijn waar je zojuist in was beland. Je kind van inmiddels 7 jaar gedroeg zich als een kleuter en haalde het bloed onder je nagels vandaan, zo erg dat je jezelf niet meer beheersen kon en net zo hard mee schreeuwde alsof je zelf de kleuter was.

Jij, je leven, je gezin, je kleintjes. Wat zou je soms toch graag ontslag willen nemen. Maar dat kan niet. Want ontslag nemen betekent stoppen en je kunt niet zomaar stoppen.

Je kunt het!

Er zijn dagen in het moederschap die zullen aanvoelen alsof je moet overleven op een onbewoond eiland. Er zijn weken die zullen aanvoelen alsof je moet overleven op de maan.

Maar je kunt het, ik weet het zeker je kunt het!

Dus raap jezelf bij elkaar en gooi die schouders eronder. Weegt het twintig kilo lood? Jij kunt het dragen! Winnaars geven nooit op en mensen die opgeven winnen nooit.

Het moederschap ziet er soms zo anders uit dan je voor ogen had. Het zijn geen plaatjes die je van Pinterest kunt plukken en op je eigen bord kunt pinnen. Soms wel, maar meestal niet. Meestal is het hard werken. En leren, vooral over jezelf.

Een wijs iemand zei ooit ‘de grootste fout die je kunt maken is om er geen te maken’. Al gaande weg leer je en soms zou je toch echt ontslag willen nemen. Maar dat kan niet. Want ontslag nemen betekent stoppen en je kunt niet zomaar stoppen.

Wie dan?

Want, beste moeder die vandaag haar ontslag wilde indienen, heb je enig idee wat voor rol je bijdraagt? Ja, al je werk voelt soms compleet nutteloos, maar stel je eens voor dat je er niet zou zijn en al dat werk niet gedaan zou worden? En ja, je kunt je kleintjes regelmatig achter het behang plakken (en de kleintjes jou), maar wie troost ze dan als ze vallen? Wie stelt ze gerust als ze ’s nachts een nachtmerrie hebben. En wie leert ze dan om te gaan met al die heftige wervelstormpjes van emoties in hun hoofdjes?

Wie helpt ze dan met hun huiswerk? Wie wast er dan hun kleertjes? Wie ruimt er dan hun kots op? Wie veegt er dan hun kont af?

Echt, ik weet het zeker, je kunt het! Haal die gewichtjes van je schouders en je wallen. Stop met het kijken naar de ‘het leven is zo geweldig met mijn kinderen Instagramposts’. Stop met jezelf en je kleintjes te vergelijken met de perfecte moeders en hun perfecte kinderen.  

Want ook al zou je heel graag ontslag willen nemen, jij bent de perfecte moeder voor jouw kleintjes. En er is niemand anders die jouw rol over zou kunnen nemen.

Morgen is er weer een nieuwe dag. En je kunt het, ik weet het zeker je kunt het!


Afbeelding vermoeide moeder: Shutterstock