Zoals ik vanmorgen al zei. Ik heb geen baby meer, nog wel in de luiers weliswaar, maar een baby ‘mag’ ik het niet meer noemen. Het leven met een newborn is compleet anders en kan ook behoorlijk ingewikkeld zijn zo nu en dan. Later realiseer je je hoe gemakkelijk een baby eigenlijk was. En als ik zo een dotje mens zie, vliegen er 10.000 vlinders door mijn buik en schreeuwt mijn hart om het te knuffelen.
Want dat is wat kleine baby’tjes willen doen. Knuffelen en kroelen. Hoe groter ze worden, hoe minder ze ervan moeten weten. En wat mis ik de stilte van een newborn. Want als kleintjes eenmaal kunnen praten, hoe handig ook, ze houden ook niet meer op. En ze horen ook alles! Echt, pas op wat je zegt *note to myself*.
Kleine baby’s maken ook geen rommel. Kleine peuters wel. En ze ruimen het niet op.
Dat die kleine mensjes groeien, heeft ook zo zijn voordelen. Zo houd ik bijvoorbeeld weer ruimte op mijn computer, fototoestel en telefoon over. Want die ‘ik maak 300 foto’s van hetzelfde moment fase’ is voorbij en beperkt tot ‘ik maak 10 foto’s van hetzelfde moment fase’. Dat scheelt toch.
Ook de luierbak is aan het eind van de dag niet meer tot de nok toe gevuld. De minipeuter krijgt alleen nog een schone luier als die op haar hielen hangt, of als ze gepoept heeft. Hoe vol met hydrofiele doeken, luiers, potjes en flesjes mijn (luier)tas ooit zat, nu heb ik geluk als ik de luier er niet vergeet in te stoppen.
Ook kan ik de boodschappen weer normaal kwijt in de achterbak, want een grote, lompe wandelwagen ligt er niet meer.
Uren heen en weer lopen met een huilend baby’tje op je arm en maar afvragen wat er toch aan de hand is met de kleine. Heeft het krampjes? Heeft het honger? Heeft het gepoept? Ik ben zó blij dat mijn kleintjes nu ‘gewoon’ kunnen vertellen wat er aan de hand is. Helemaal als het om eten gaat.
Dus hoe heerlijk en verleidelijk die kleine dottige mensjes ook zijn, en hoe graag ik er tien zou willen hebben. Ze worden ook groot. Gelukkig realiseer ik me dat ook en kan ik zeggen; Het is genoeg.