Snuffie

Toen ik 12 weken zwanger was van de derde, gingen we de twee jongens verrassen dat ze een broertje of zusje zouden krijgen. We waren zo benieuwd wat ze ervan zouden vinden. Dus een beetje beduusd was ik toen de jongste plomp verloren zei: “Oh! Ik heb liever een hond”. Toen z’n broertje eenmaal geboren was, vond hij het gelukkig toch wel leuk. Maar in mijn achterhoofd bleef toch die opmerking hangen en dacht: “Hij vindt het volgens mij heel erg leuk om een huisdier te krijgen”. 

Zelf zag ik een hond niet zo zitten. Ik loop regelmatig hard. Ik weet niet hoe het komt, maar de honden trekken graag naar me toe. Menig keer ben ik plotseling door een hond besprongen. En ook al doen ze volgens de baasjes helemaal niets, ik vind het niet prettig. Zij zouden zelf toch ook raar opkijken als ik hen plotseling bespring. En werkelijk waar, ik doe ook echt niets.
Ook staan mijn kinderen regelmatig in de hondenpoep of reed ik voorheen met de wielen van de kinderwagen erdoor heen. Altijd een leuk klusje om de schoenen weer schoon te maken. Ik zie mezelf eigenlijk ook niet elke morgen met een dampende hondendrol in een zakje over straat wandelen. Dus deze optie viel al snel af.
Het makkelijkste dier zou een vis in een kom zijn. Die stinken niet zo en hoef je ook niet uit te laten. Maar dit leek me dan ook wel enigszins saai. Want ja, echt vasthouden en aaien doe je ook weer niet met een vis.

Daarom leek me het wel leuk om hem een konijntje te geven. In de zomer en lente zou die lekker in het gras kunnen huppelen. Elke dag een beetje eten en water geven. En deze kan geknuffeld en geaaid worden.
Zo werd Snuffie voor zijn zesde verjaardag gegeven. En ik moet zeggen, dat het een super lief konijntje is.
Maar de voorstelling die ik ervan maakte, is niet helemaal uitgekomen. Als ik Snuffie niet eten geef, zou hij allang zijn verhongerd. En dat ze meehelpen met het schoonmaken van het hok, is een illusie.
Regelmatig staan er vriendjes in de tuin die het leuk vinden om hem even te aaien of vast te houden. Heel leuk en gezellig natuurlijk. Ze vergeten alleen vaak het hokje dicht te doen. En dan loop ik daarna weer in de tuin “Snuffie”, te roepen. En rondjes te rennen, in de hoop hem te vangen. Een keer dacht ik: “Ik laat hem maar lekker in de tuin rond rennen. Als hij honger heeft, gaat hij vanzelf zijn hok weer in”. Maar dat was Snuffie niet van plan. Toen ik de volgende morgen de tuin in keek, was deze helemaal omgespit, zijn oerinstinct kwam naar boven.

Nu heeft Snuffie te lange tanden gekregen. En deze moeten eerst geknipt en als het niet helpt, getrokken worden. Een duur geintje voor een konijntje. De oudste zei ook heel wijs: “Nou, mam daar koop je een heleboel nieuwe konijntjes voor”.
Bij de middelste brandde er tranen in zijn ogen. “Hij gaat toch niet dood mama?” “Nee hoor, met die tandjes komt het wel goed.” “Wij gaan naar de dierendokter en zij gaat hem helpen”. Dus vanmiddag in de auto met een doos en 3 kinderen richting de dierenarts. Het karweitje was zo gepiept. Snuffie was alleen wat zenuwachtig ervan geworden. Dus op de terugweg in de auto sijpelde er dikke plas door de spleetjes van de doos, zo tussen de kieren van de voorstoel.
Hebben we toch een hoop plezier van zo’n beestje.

Previous ArticleNext Article
Hoi, ik ben Mieke. Ik ben getrouwd en ik heb 3 jongens. Ik ben vorig jaar gestopt met werken in het onderwijs. Omdat mijn man vaak in het buitenland zit, vond ik het werk en 3 kinderen best druk. Nu ben ik thuis voor de kinderen. Dit geeft rust in het gezin. Maar soms denk ik: "Waar is hier de nooduitgang?". Dan mis ik de afwisseling, collega's en voldoening om iets voor mezelf te hebben. De jongste gaat bijna naar school. Tot die tijd ga ik van deze vrije tijd genieten. Want deze tijd komt niet meer terug!