Toen ik in 2010 mijn man ontmoette, was ik wel even klaar met alle liefdesperikelen. Ik verafschuwde bijna iedere man, behalve mijn vader.
Maar ja ik verafschuwde de kroeg niet en dáár gebeurt het nog steeds: dé ontmoetingen!
Bij ons in de kroeg is het vaak een hengstenbal van jewelste, dus ‘onder de mannen zijn’ is geen probleem en zeker geen zoektocht. Helaas waren dat – dacht ik – niet de mannen waar ik voor viel.
En toch stond ‘ie daar ineens: mijn krullenbol. Wel duizend stemmetjes in mijn hoofd riepen: niet doen, hij is wel knap maar vast een eikel, oh en hij heeft kinderen, niet aan beginnen, en die geschiedenis – weduwnaar – nee Yvon!
Next.
Toen nodigde hij me ook nog uit voor een date: op de thee! Welke man drinkt nou thee? Nee, mij niet gezien. Ik drink wijn, zéker voor en tijdens afspraakjes (dat van vóór heb ik nog nooit eerder verteld).
Maar zijn vlotte babbel nam alle twijfels weg en daar stonden we dan, onze nummers uit te wisselen. Nee, het was niet de bedoeling dat hij mij naar huis bracht, kom nou!
Dat is écht té makkelijk.
Een woensdagavond in april, bijna acht jaar geleden. Wat anders had ik te doen dan Jack Bauer kijken en mijn kat eten geven. Op de avond van de afspraak besloot ik tussentijds toch om een flesje wijn bij de plaatselijke slijterij te halen.
Ik ga echt niet een hele avond theedrinken.
‘Zo zo,’ zei de meneer van de slijterij die zijn bril terugschoof op zijn neus.
‘Je hebt wat te vieren?’
‘Uhhhh, want?’
‘De wijn die je hebt uitgezocht, dronken Willem-Alexander en Maxima op hun bruiloft.’
‘Goh, echt?’
‘Van een bruiloft, komt een bruiloft.’
Aha.
Daar kan ik op zo’n eerste afspraak natuurlijk niet mee aankomen. Wijn is prima, maar om meteen met de deur in huis te vallen over een toekomstige bruiloft, lijkt mij iets te voorbarig.
Ik was een jonge vrouw van negenentwintig jaar toen ik mijn Husband – tien jaar ouder – leerde kennen. Tot voor kort had ik nog geschreeuwd dat ik niet wist of ik wel kinderen wilde. Ik was een danseres en ik had net een dansschool opgericht. Een serieus leven mét kinderen had ik niet voor mezelf bedacht. Ik was nogal – op z’n zachts gezegd – druk met mijn leven op de rit te krijgen. Wist ik veel of daar ooit kinderen in zouden passen.
Ik weet bijna wel zeker dat ik nu niet moeder van vier kinderen was geweest als ik ze allevier zelf had moeten baren.
Au.
In het jaar dat ik Husband ontmoette en – tot overmaat van ramp – tot over mijn oren verliefd werd, kwam er niet veel meer uit mijn handen. Het enige waar ik grote behoefte aan had, was hem appen, zien, bellen, knuffelen en kletsen. Alles draaide om hem en daar hoorden uiteraard ook zijn kinderen bij. Maakt liefde dan blind? Of ga je er gewoon blind voor als je de liefde van je leven tegenkomt?
Heeft verliefdheid iets weg van een dwangstoornis, verslaving of zelfs een psychose? De hoogleraar psychologie aan de universiteit van Tilburg – Ad Vingerhoets – vindt van wel en schreef er een boek over: De ondraaglijke lichtheid van de liefde.
Een mens die verliefd is, maakt dopamine aan in de hersenen. Deze neurotransmitter zorgt ervoor dat je genot en euforie voelt. Hetzelfde gebeurt bij het gebruik van cocaïne en we weten allemaal dat dit verslavend kan werken. Verliefdheid dus ook?
Vingerhoets: ‘Als je zo gefocust bent op de persoon waarop je verliefd bent, of het genotmiddel waar je zo naar verlangt, kun je blind worden voor de werkelijkheid.’
Oeps.
Wat ben ik blij dat liefde blind maakt. Ik ben er inderdaad blind voor gegaan. Niet wetende welke hobbels ik allemaal moest nemen. Ik weet nu dat echte liefde bestaat en dáár was ik gelukkig niet blind voor.
-x-
Ievy
Afbeelding: Shutterstock