Wanneer je moeder van een peuter bent

Onlangs zat ik met een stel vriendinnen te kletsen over onze peuters. Dat is namelijk meestal het onderwerp waar het tijdens onze gesprekken op uitdraait. Maar opeens realiseerde we dat onze lieve kleine pareltjes in de fase van kleine monstertjes waren beland. De ene herkenbare situatie na de andere herkenbare peutersituatie kwam aan bod. We hoefden onze zinnen niet af te maken, we wisten gewoon waar de ander het over had. En zo kwamen we op een hele waslijst waarin we vertellen dat we moeder van een peuter zijn, zonder te zeggen moeder van een peuter te zijn.

Moeder van een peuter

Vertel dat je moeder van een peuter bent, zonder te zeggen dat je moeder van een peuter bent.

Hier komen ze!

‘Vandaag is het dag van de werkgever. Zal ik mijn kind een bloemetje geven?’

‘Ik gebruik billendoekjes niet alleen bij het verschonen van een luier…’

‘Ik zeg: ik hou zoveel van je! En als antwoord krijg ik een klap in mijn gezicht.’

‘Ik heb vandaag een serieuze discussie gevoerd over de kleur roze’

‘Niet likken aan de lantaarnpaal!’

Lees ook: ‘Wat doe je de hele dag thuis met je peuter?

‘Vorige week was boerenkool met worst zijn lievelingseten, vandaag is dat het goorste ooit’

‘Ik at vandaag chips in de trapkast’

‘Ik heb mijn kind vandaag veel te pittig eten voorgeschoteld… Het waren pannenkoeken’

‘Ooit was mijn muur wit’

‘Ik drink koude koffie’

‘Ik dacht dat ik geduld had, tot ik zag hoe iemand zelf zijn rits dicht wilde doen’

‘Ik kan het boek ‘ik zou wel een kindje lusten’ achterstevoren en met mijn ogen dicht voorlezen

‘Vandaag vond ik een stuk rijstwafel tussen de kussens van de bank’

‘Ik heb vandaag mezelf moeten overtuigen dat ik niet nóg een aflevering Wordparty wilde kijken’

‘Ik was van plan te douchen tijdens zijn middagdutje…’

‘Niet aan de douchedeur likken!’

‘Mijn Google verleden bestaat uit ‘hoe overtuig ik iemand’, ‘hoe win in een disscussie’ en ‘waarom zijn peuters zo snel boos?’

‘Ik dacht dat ik best veel geduld had, tot we samen boodschappen gingen doen’

‘Niet likken aan het winkelkarretje!’

‘Ik dacht dat ik geduld had, tot ik zag hoe iemand zelf zijn boterham wilde smeren’

‘Ik denk dat ik een opvoedboek ga schrijven met de titel: ‘Oké, prima, je doet maar’

‘Zelfs als ik mijn lippen stevig op elkaar houd, wordt er bij mij regelmatig een afgekloven soepstengel naar binnen gedouwd.

‘Ik dacht dat ik geduld had…’


Afbeeldingen: Shutterstock

Previous ArticleNext Article