Ik had verwacht dat je niet meer in je bed of broek zou plassen, zodra je uit de luiers zou zijn.
Ik had verwacht dat je nu toch wel de hele nacht door zou slapen, of in ieder geval in je bed zou blijven.
Ik had verwacht dat je je eigen sokken inmiddels zelf een keer aan zou kunnen trekken.
Maar soms vergeet ik dat je nog maar een peuter bent.
Soms vergeet ik dat jij ook mijn geduld nodig hebt.
Soms vergeet ik dat je ook nog gedragen wil worden.
Soms vergeet ik dat jij ook mijn aandacht wil.
Ik had verwacht dat je inmiddels wel in staat zou zijn om zelf je schoenen aan te doen.
Ik had verwacht dat je zelf je rugzak wel dragen kon.
Ik had niet verwacht dat de kleuterschool zo vermoeiend voor jou zou zijn.
Maar soms vergeet ik dat je nog maar een kleuter bent.
Soms vergeet ik dat je energie niet eindeloos is.
Soms vergeet ik dat jij ook mijn handen vast wil houden.
Soms vergeet ik dat jij ook wat zeggen wil.
Ik had verwacht dat je zelf je huiswerk wel maken kon.
Ik had verwacht dat je inmiddels wel zou luisteren naar wat ik je zeg.
Ik had verwacht dat je weet dat bedtijd ook daadwerkelijk bedtijd betekent.
Ik had verwacht dat je wel een voorbeeld zou kunnen zijn.
Maar soms vergeet ik dat je ook nog maar een kind bent.
Soms vergeet ik je kind zijn te koesteren.
Soms vergeet ik dat je nog ontdekken moet wie je bent en wie je wil zijn.
Soms vergeet ik je de ruimte te geven om te zijn wie je bent.
Mijn oudste kind. Soms verwacht ik dat je al groot hoort te zijn. Soms vergeet ik hoe klein je nog bent.
Afbeelding: Ruslan Merzliakov/Shutterstock