Als kersverse ouder weet je best dat je kleine lieve baby’tje niet altijd zo schattig blijft als het er nu uitziet. De waarschuwingen komen van alle kanten, want wacht maar tot je baby kan lopen en praten! Wacht maar tot je baby een peuter is. Persoonlijk vond ik de ‘ik ben twee en ik zeg nee’ fase nog best te handelen. Des te harder kwam de klap toen mijn peutertje drie werd en een verschrikkelijke peuterpuber monster bleek te zijn. Maar uiteindelijk komt alles goed. De storm gaat weer liggen en dat peutermonster wordt een kind dat braaf zijn best doet op school. De uitspraak ‘het wordt makkelijker’ kon ik in deze fase ook echt beamen. En toen werd hij een tiener. Een puber. En wat blijkt? Het is een monsterpuber!
We beginnen weer van voor af aan. Peuters en pubers hebben zo verschrikkelijk veel met elkaar gemeen. De gelijkenissen zijn bizar! Ik hoef echt alleen maar even mijn geheugen op te frissen en ik weet weer hoe ik dit opvoeden moet. Want echt waar, peuters en pubers, het is één pot nat! Hier een 10 keer het bewijs ervan.
1. Ze hebben jou niet nodig! Moet ik het even herhalen? Want ze hebben jou niet nodig! En toch ben je de helft van de tijd bezig om ze voor zichzelf te beschermen en te behoeden voor de domme dingen die ze bedenken.
Maar als het even kan, willen ze alles zelf doen. Behalve hun kamer opruimen.
2. De communicatie is een soort raadspelletje. Een onmogelijk raadspelletje, want je hebt geen flauw idee wat er in hun hoofd omgaat. En wanneer er wel wat gezegd wordt, is zo ongeveer alles wat ze zeggen compleet onsamenhangend.
3. Je vraagt je bij beide af of het gehoor wel goed is. Punt één omdat ze je compleet kunnen negeren, gewoon geen antwoord geven. Zelfs geen enkele reactie. En punt twee omdat wanneer je ze vraagt iets te doen, ze dan precies het tegenovergestelde gaan doen.
4. De ene dag kleden ze zich tien keer per dag om en dan dragen ze het liefste dagen achter elkaar hetzelfde outfit. En is geen peil op te trekken! Wat wel zeker is, is dat ze iedere dag een flinke wasbeurt nodig hebben.
5. Je dacht natuurlijk dat je de driftbuien van je peuterpuber al ver achter je had gelaten, maar tadaaa, daar zijn ze weer. Stemmingswisselingen, het is soms om bang van te worden. Maar goed, emoties zijn er om geuit te worden, zullen we maar zeggen.
6. Ze verspreiden overal, maar dan ook overal spullen door het huis. En het opruimen zijn ze spontaan verleerd.
7. Ze zijn altijd moe, maar willen nooit gaan slapen. ‘Op tijd naar bed gaan’ is echt een hele vreemde zin. Het enige verschil tussen een peuter en puber, is dat de puber eenmaal in bed en nooit meer uit te krijgen is.
8. Als jij denkt dat iets leuk is, denken zij van niet.
9. Waarom? Is hun favoriete antwoord op alles wat jij zegt of vraagt. Uiteraard is ook alles wat jij bedenkt en oppert super stom! Waarom bedenk je zoiets?
10. Peuter of puber, je zult je zorgen maken over hun eetgewoonten. Het enige verschil is dat je bij je peuter zorgen maakt over het gebrek aan eten en bij je puber over de grote hoeveelheden die hij naar binnen schuift.
Zie je de overeenkomsten? Zoals ik al zei, peuter of puber, het is één pot nat. Maar het voordeel van tieners is dat je het licht aan het eind van de tunnel kunt zien. Wacht maar, het wordt makkelijker…
Afbeelding: Shutterstock / VH-studio