Het is 8.00 zondagmorgen. “Mama, mag ik bij jou?” hoor ik zachtjes in mijn oor. Ik schep haar in mijn bed om vervolgens samen, half slapend uitgebreid te knuffelen.
“Mama, ik heb honger”, hoor ik net even wat harder als daarnet in mijn oor. En nog eens en nog eens. ‘Dit is echt te vroeg’ galmt er in mijn hoofd. “Pak maar een appel”, antwoord ik haar.
“Nee ik wil geen appel, ik wil dat jij een ontbijtje voor mij maakt.” beveelt ze. Hier kom ik niet onderuit, ze is niet van plan om nog even verder te kroelen en te snoezen. Mijn dag is begonnen.
Ze begeleidt me naar beneden direct de keuken in. Hier moet je een ontbijtje voor me maken, herhaalt ze nog eens. Haar broer en zus zijn inmiddels op de hoogte van het ontwaken en verwachten ook snel een ontbijtje voorgeschoteld te krijgen.
Ik smeer een boterham met pindakaas. Zal ik nog even checken of dit is wat ze verwachtte, misschien wil ze toch liever smeerworst op haar broodje? Je weet het immers nooit met mijn lieve, gezellige, maar bovenal eigenwijze meisje. Ik waag het gokje, met het risico dat ze het op een blèren zet.
Ik probeer in zulke situaties altijd het hoofd koel te houden en niet mee te gaan in zulk soort ‘flipgedrag’. Maar de appel valt niet ver van de boom… Ik slaag er dus niet altijd in.
Maar mijn ontbijtje voor haar was goed, perfect zelfs. Ze bedankte me voor het maken van haar lekkere boterham. Ik kon rustig gaan zitten om mijn kopje koffie te drinken en mijn eigen ontbijtje te nuttigen. Toen we beide klaar waren, vroeg ze me zelfs of ze voor mij nog een kopje koffie maken kon. En ze deed het. En ik dronk nog een kopje koffie.
“Mam, ik ga me aankleden.”, verkondigt ze na het ontbijt. “Is goed schat, moet ik je helpen?”, vraag ik haar. “Nee hoor mam, ik doe het zelf.”
Ik weet niet wat ik hoor. Gisteren was daar nog een eeuwig durende strijd om het aantrekken van haar shirt. En van haar broek. En van haar sokken. Nou ja, eigen van alles was ze aantrekken moest. Het was één groot fiasco, alleen maar omdat ze het niet zelf aantrekken wou. Niet dat ik haar niet wilde helpen, maar het even op een normale manier vragen is toch niet zoveel gevraagd?
En nu, vandaag doet ze alles zelf! Vandaag lijkt alles van een leien dakje te gaan. Maar wacht even, het is pas 9.30 uur.
Ik kleed me aan. Ik rommel wat hier en ik rommel wat daar. De man gaat nog even wat klussen, want we zitten midden in een verbouwing. Ik hoor de kleintjes boven op zolder spelen. Wat spelen ze lief. Met de DUPLO notabene, dat wilde ik vorige week nog op marktplaats zetten, want daar speelden ze nooit meer mee. Maar nu staat alles weer uitgestalt over de hele zoldervloer.
Ik rommel nog wat door en voor ik er erg in heb, zijn we een uur verder. Een uur! Ze hebben boven gespeeld, met z’n drieën, een uur lang! Zonder ruzie. Dit is bijzonder. Dit is heel bijzonder. Het is niet dat ze elkaar niet kunnen luchten, maar langer dan een kwartier met elkaar spelen zonder een woordenwisseling op volume 10, dat gebeurt zelden.
In de middag besluiten we een wandeling in het bos te maken. Iedereen heeft er zin in, zowaar. Geen van drie die liever thuis blijft, of naar het strand wil in plaats van het bos. Ze zijn het ermee eens. Ze trekken hun schoenen aan, meteen. Zonder strubbeling, zonder ruzie, zonder gevecht stappen ze de auto in. Allemaal op hun eigen plek.
We rijden rustig weg. Niemand is iets vergeten. Niemand moet plotseling nog plassen. “Mag er een Kinderen voor Kinderen liedje op?” vraagt de oudste dochter. ” Nee, ik heb je zusje al beloofd om Suske en Wiske aan te zetten.” vertel ik haar voorzichtig, want dit zou wel eens voor een kleine catfight kunnen zorgen. “Oh, oké, mag het dan daarna?” zegt ze op haar meest begripvolle manier.
Wat is er vannacht gebeurd met mijn gezin? Wie heeft ze overgenomen? Zit ik hier wel goed? Wordt het leven echt makkelijker als de kleintjes ouder worden? Zijn ze vannacht dan opeens zo gegroeid?
We komen aan in het bos en binnen 100 meter is het eerste speeltuintje al gespot. Wij willen liever eerst iets verder lopen en niet eerst bij de eerste de beste speeltuin blijven hangen. “Kom we lopen even door”, roep ik naar de kleintjes, met in mijn achterhoofd het idee dat ik dat nog wel 20 keer naar ze blèren kan.
Maar vandaag is dat niet nodig. Want vandaag gaat alles soepel en gesmeerd. We lopen verder en ik verwacht de kleuter snel met de vraag “wil je me tillen?” Ver lopen is niet haar ding en dat geeft niet, alleen is tillen niet echt mijn ding. Maar de vraag blijft uit. Sterker nog, de vraag komt niet.
Is dit een perfecte dag?
Na de boswandeling brengen we een bezoekje aan opa en oma en als we dan eenmaal weer thuis aankomen, zal iedereen wel moe zijn. En wat gebeurt er als iedereen moe is? Dan veranderen alle gezellige zoete stemmetjes in brulbakken, inclusief mijn eigen zoete stem.
Maar vandaag niet. Vandaag tippelen ze braaf naar boven, om nog even lekker onder de douche schoon te spoelen en vervolgens zonder discussie over wie welke handdoek krijgt, af te drogen, tandjes te poetsen en tevreden en voldaan naar bed te gaan.
Dit was geen dag als anders. Dit was een simpele, maar perfecte dag. In het ouderschap hoef je niet altijd die trukendoos open te trekken, soms is het gewoon een simpele, maar perfecte dag. Een dag waarvan ik hoop dat ze die niet vergeten. En mocht dat wel zo zijn, dan hoop ik dat ze in de toekomst ooit eens stuiten op dit verhaal en het zich plots herinneren, een simpele, maar perfecte dag.
Deze simpele, perfecte dagen zijn goud waard ❤