Er zijn héél veel dingen die je van te voren niet weet als je ergens aan begint. Maar goed ook, want dan zou je er ook niet aan beginnen.
Weet je nog? Toen je peutertje een dreumesje was? Toen hij of zij nog heel schattig wat woordjes brabbelden en dat je dacht dat het niet nóg eigenwijzer kon…
Totdat je een peuter had, wist je niet…
– dat het schattige gebrabbel van je dreumesje over gaat naar ingewikkelde vragen die altijd beginnen met “Waarom???”. Zelfs als je als antwoord geeft “Waarom, waarom… Waarom zijn de bananen krom??”, kan hij het nog presteren om zich af te vragen waarom de bananen krom zijn.
– dat je er op een dag achter komt dat je kleine onschuldige peutertje opeens heel goed kan jokken! Gelukkig hoorde ik laatst dat je daar heel trots op kan zijn, omdat het een mijlpaal in de ontwikkeling is. Je peuter kan namelijk vooruit denken.
– dat je, ook al kan hij jokken, toch wel achter de waarheid komt. Als hij namelijk met zijn mond vol snoep zo overtuigend mogelijk ‘NEE’ aan het schudden is op de vraag of hij stiekem een snoepje heeft gepakt, dan weet je genoeg.
– dat er ’s avonds weinig van die stoere superheld overblijft. Papa of mama is namelijk degene die allerlei monsters weg moet jagen. En als ze dan weg zijn, lijken ze altijd rond een uur of elf terug te komen, want dan komt de peuter weer zijn bed uit gestormd.
– dat je kleintje zindelijk gaat worden. En dat die ‘poepbroeken’ schoonmaken echt duizendmaal erger zijn dan een poepluier. En als peuter-jongetjes eenmaal wildplassen hebben ontdekt, denken ze dat dat overal zomaar kan en mag.
– dat hij écht nog veel eigenwijzer is dan een dreumes.
– dat je je peuter (geldt vast niet voor alle peuters, de overige stellingen uiteraard wel) géén plezier doet met een peuterspeelzaal, terwijl je dacht dat hij dolgraag met andere kindjes zou willen spelen. Het leek hem in eerste instantie ook heel leuk, maar als het puntje bij paaltje komt, is hij toch het liefst nog bij mama.
– en als hij dan vraagt of hij alsjeblieft weer mee naar huis mag, je je laat inpakken door zijn peuter-puppy-ogen.
– dat een peuter nog steeds alles zelf wil doen! Maar wel alleen op de momenten dat het je echt, maar dan ook echt niet uitkomt. Alle andere keren, als het dus wel uitkomt, is de peuter zo verschrikkelijk lui, dat hij ‘opeens’ helemaal niks meer zelf kan.
– dat je kleine allesetende klikobak opeens niks meer lust. Vooral als het groen is, wordt er naar je gekeken alsof je één of ander beschimmeld breisel voor zijn neus zet.
En wat je ook niet wist is dat peuters werkelijk de meest briljante uitspraken kunnen doen, de prachtigste knutselwerken kunnen maken en nog altijd heel erg graag lekker willen knuffelen. Ik ben gek op peutertjes!
Ondeugend? Wie… Ik?
Oh zo herkenbaar! Vooral het waarom en het wildplassen. Mijn zoontje schaamt zich er dan ook niet voor om midden op de markt zijn broek naar beneden te trekken. En mensen erom heen maar `ah kijk dan hoe schattig` uhm juist
Echt! Het geklets houdt ook gewoon niet op. En het lijkt wel of het volume elk jaar dat ze ouder worden een standje omhoog gaat…
haha, ik heb echt even heel hard gelachen. Het klinkt wel onwijs schattig. Ik bereid me alvast voor dat ik straks 2 peuters tegelijk heb en de hele dag ‘mama waarom?!…’