Vanaf het moment dat je moeder wordt, begin je met loslaten. En nee, dan bedoel ik niet dat je je baby op de grond moet laten kletteren. Het loslaten begint heel klein. Het begint met het loslaten van niet alles onder controle kunnen hebben. De ene moeder is iets beter in het loslaat proces dan de andere moeder. Dat geeft niet, daar zijn namelijk geen geschreven regels voor. En terwijl jij je weg vindt in het doolhof van het moederschap, groeit je kleintje lekker door.
Hij beleeft, hij ontdekt en ondertussen ben jij zijn wereld. Zijn voorbeeld, zijn veilige thuishaven. Er is niets mooier dan je te realiseren dat je íéts goed doet in dit moederschap-gebeuren.
En opeens is daar het confronterende moment. Een moment dat je misschien niet zag aankomen. Een moment waar je hart een klein beetje scheurt, gewoon omdat het pijn doet. Het moment dat je je realiseert dat het nu niet alleen praktische dingen meer zijn die je loslaten moet. Maar het is je kind. Je kind wil los, terwijl jij het nog vasthouden wil.
1. Hij trekt zijn hand uit de jouwe. Een teken van loslaten. Het zijn niet meer zijn eerste stapjes. De stapjes waarbij hij zijn klamme handje stevig in de jouwe houdt. Hij loopt nu los, hij kan dit los. Hij wil los en trekt zich los van jou.
2. Hij wringt zich uit jouw knuffel. Waar hij voorheen uren tegen je aan bleef hangen, wringt hij zich nu los uit jouw stevige knuffel. Erger nog, hij wil helemaal geen knuffel meer. Hij maakt zich los en het afscheid wordt een ‘dag mam’.
3. Hij loopt voor je uit. Zonder om te kijken gaat hij ervandoor. Je moet je best doen om hem bij te houden, maar eigenlijk wil hij helemaal niet dat je hem bij houdt.
4. Vraag om hulp wordt steeds minder. Waar je vroeger met elk wissewasje helpen moest, stel je nu regelmatig de vraag: ‘kan ik je ergens mee helpen?’ Hij komt echt los op het moment je keer op keer een ‘nee’ moet incasseren.
5. Hij negeert je, of duwt je zelfs weg voor de deur van de klas. Hij wil steeds vaker dingen zelf doen. Het duurt nu ook niet lang meer voor hij gaat vragen of hij alleen naar school mag gaan.
6. En het wordt pas echt confronterend wanneer hij ’s avonds liever op zijn kamer gaat zitten, dan dat hij beneden met jou tv kijkt.
7. Dan duurt het ook niet lang meer dat hij zijn deur nog open laat staan. Deze wordt binnenkort consequent dicht gedaan.
8. Hij kan niet meer om je grapjes lachen. Waar je hem vroeger kon laten gieren van het lachen met een simpel grapje, is nu alles stom en vooral heel ouderwets wat je doet.
9. En het is echt klaar wanneer hij met zijn ogen gaat rollen. Laat het los.
Vroeger was je alles, vroeger was je genoeg. Maar zijn wereld groeit en hij vindt meerdere havens om aan te leggen. Maar één ding verandert nooit. Je mag nog altijd zijn brood smeren.
Afbeelding moeder en zoon: Paul Biryukov/Shutterstock