Kinderen moeten worden opgevoed en in het heetst van de strijd gaat dat weleens met vallen en opstaan. Neem het naarbedbrengritueel. Nog voordat het begint, voel je al dat het een strijd gaat worden. Een strijd waar je bij voorbaat al geen zin in hebt, want je weet dat het weer een verschrikkelijk lang uur gaat worden, waarin je continu aan het klagen en mopperen bent op je kinderen. ‘Ga nu je tanden poetsen!’ ‘Trek nou je pyjama even aan!’ ‘Als je nu niet luistert, ga ik ook niet voorlezen’. Mopper, mopper, klaag, klaag. En voor je het weet ben je je eigen gemopper helemaal zat, leg je je kind geïrriteerd op bed, zeg je welterusten en plof je met een schuldgevoel op de bank.
Jammer, dat is namelijk niet nodig wanneer je na je gemopper en geklaag, jezelf even bij elkaar raapt en ervoor zorgt dat jij in dit geheel de opvoeder bent. En ik weet het, wanneer je kampt met ernstig slaaptekort, is dat op dit soort momenten echt teveel gevraagd. Maar er komt een moment dat het wel lukt.
En voor die momenten zijn er een aantal heel simpele manieren om je kind aan het einde van de dag, toch nog speciaal te laten voelen. Door simpelweg even te praten, te geven en te luisteren.
Praten met je kind, als in gewoon kletsen door te vertellen en vragen stellen.
Praten door vragen te stellen:
– Wat was het leukste en wat was het stomste van vandaag?
– Wat vind je het allerleukst om met papa en mama (broer/zus) te doen?
– Als je één superkracht zou kunnen hebben, wat zou dat dan zijn?
– Als je drie wensen mocht doen, welke wensen zijn dat dan?
– Heb je vandaag iemand geholpen?
– Waar ben je heel blij mee?
– Wat vind je leuk aan jezelf?
– Wanneer voel je je geliefd?
– Waar ben je trots op?
– Waar ben je bang voor?
Praten door dingen te zeggen:
– Ik vind jou sterk en dapper.
– Ik heb je gemist vandaag.
– Ik hou van wie je bent.
– Je bent heel belangrijk voor mij.
– Ik moet om je lachen.
– Ik ben trots op je.
– Ik ben blij dat jij mijn kind bent.
Geven door dingen van jezelf te delen:
– Vertel een verhaal over toen je zelf klein was.
– Vertel over de tijd dat je zwanger van hem was of van de tijd dat hij net geboren was.
– Vertel over die keer dat je een fout maakte en vertel wat je ervan hebt geleerd.
– Vertel een verhaal over opa en oma, toen jij nog bij ze woonde.
Geven door er te zijn:
– Door echte aandacht te geven, zonder e-mail te checken of op Facebook te staren.
– Door te knuffelen of even bij haar te liggen wanneer je haar naar bed brengt.
– Door even met hem te stoeien op het grote bed.
– Door samen even te douchen of in bad te stappen voor het slapen gaan.
– Door oogcontact te maken en een glimlach te geven.
– Door bevestiging te geven, dat je hem gehoord en gezien hebt.
Geven door te spelen:
– Het spelen van een (kort) spelletje, een potje kwartet bijvoorbeeld.
– Het voorlezen uit zijn lievelingsboek, inclusief gekke stemmetjes.
– Door mee te spelen in het fantasiespel van je kind.
En misschien wel het moeilijkst van allemaal: luisteren
– Luister naar zijn vragen, zonder een oordeel of kritiek.
– Luister naar zijn probleem, zonder een oplossing aan te dragen.
– Luister door de woorden echt te horen.
– Luister naar zijn verhalen, ook als ze over zijn nieuwste Minecraft werelden gaan.
– Luister actief, door hem aan te kijken.
Afbeelding: Shutterstock
