Kleuters zijn ontzettend schattig. Ik weet dat, op het moment ben ik namelijk in het bezit van twee kleuters. Één van vier en één van vijf. Schattig zijn ze, maar ook op en top kleuters.
Mijn kleuters zijn, zonder dat ik opschepperig over wil komen, echt heel leuk. Ze zijn grappig en lief. Zelfs de pakketbezorger smelt wanneer hij mijn twee kleuters ziet. En wanneer één van mijn kleuters verdrietig is, of pijn heeft, dan troost de andere kleuter zijn of haar zusje of broertje. Ze zijn er voor elkaar, ze komen voor elkaar op, ze beschermen elkaar.
Echt heel schattig.
Maar weet je, het zijn niet alleen mijn kleuters die schattig en aandoenlijk zijn, het zijn alle kleuters. Vind je dat niet, dan ben je gewoon een zeiksluif die het leven wat meer toe zou moeten lachen. En anders zou je eens flink doorgekieteld moeten worden, want weet je… Kleuters zijn schattig!
Zoals laatst toen ik bij de kassa stond en mijn kleuters het winkelwagentje fanatiek samen leegmaakten en op de band legden. Ze werkten samen als een onvoorwaardelijk team. Eens in de zoveel tijd dan gebeurt dat en dan ben ik trots. Omstanders zien mijn trotse hoofd en reageren op het aandoenlijke tafereel.
“Ah wat zijn ze schattig en lief voor elkaar”
“Wat heerlijk om zulke hulpen te hebben, wat super lief!”
“Wacht maar tot het pubers zijn…”
Huh, wat? Pubers? Wacht maar tot het pubers zijn. Ik moet toch minimaal nog zo een jaar of zeven wachten en dan? Dan zijn het pubers…
Nee, dan zijn ze een heleboel behalve schattig. Dan zijn ze hoogstwaarschijnlijk vervelend, nors, humeurig en chagrijnig in de meest dramatische vorm. De kans is klein dat ze dan nog schattig gevonden worden. Maar moet ik daar serieus op wachten?
Die twee woordjes ‘wacht maar’ is eigenlijk niets meer dan iemand met Satans vorkje van zijn eigen perfecte wolkje afprikken. Iemand abrupt uit zijn droom trekken door een plens ijskoud water over z’n smoelwerk te gooien.
Spletsjj! Wacht maar…
Opvoeden is niet gemakkelijk, sterker nog het is ongelooflijk moeilijk. Kinderen worden niet geboren met een gebruiksaanwijzing. Het is alsof je aan een nieuwe baan begint en vanaf dag één zegt je baas; zoek het zelf maar uit. Niemand vertelt wat je taak precies is en hoe het allemaal in z’n werk gaat.
Nee, alles wat je te horen krijgt is ‘wat zijn ze schattig hè’ én ‘wacht maar’.
Wanneer je geniet van je zwangerschap; ‘wacht maar tot het geboren is’. Wanneer je baby vredig in de wandelwagen ligt; ‘wacht maar tot hij lopen kan’. Wanneer je peuter lief aan het spelen is; ‘wacht maar tot ze in de peuterpubertijd komt’.
Mensen die verder zijn dan jij, willen je altijd graag duidelijk maken dat je ervan moet genieten, want er komt een dag dan is al dat schattige voorbij. En ik snap het, het is ook waar. Wacht maar, want verandering zal komen. Dat is een feit. Kinderen gaan door verschillende fases en die fases zijn echt niet allemaal schattig.
Die slapeloze nachten. Die verrekte tandjes die doorkomen. Die groeipijnen. Die krijsbuien. Er constant achteraan moeten gaan. Wacht maar, het gebeurt vanzelf.
En het gaat ook vanzelf weer voorbij. Zodat ik weer op het volgende kan wachten.
Wacht maar tot het pubers zijn…
Afbeelding: Shutterstock
Er werd tegen mij ook altijd gezegd….wacht maar tot ze 12 zijn….pubers, dan piep je wel anders. Nou de dames zijn 12 en 14….en ja tuurlijk puberstreken erbij…..maar vooral geniet ik van de veranderingen die ik zie…..hoe ze echt een eigen ik gaan vormen….dus ‘wacht maar’