Tijdens het opvoeden roepen we in het heetst van de strijd snel ‘stel je niet zo aan!’ tegen ons kind. Gemekker en gejammer vinden we al snel vervelend. Ik merkte het laatst, toen mijn oudste dochter niet naar school toe wilde. ‘Ik voel me niet lekker, wil je me ziek melden?’ was haar vraag. Maar om thuis te mogen blijven, moet je bij mij behoorlijk ziek zijn en dus opperde ik dat ze zich niet zo aan moest stellen en gewoon naar school moest. Toen ze een dag later weer op d’r achterpoten ging, omdat ze niet naar school wilde, bedacht ik me dat er weleens iets anders aan de hand kon zijn.
Misschien was het geen aanstellen, maar was ze ergens bang voor? Wellicht angst om te falen. En volgens mij kun je faalangst beter niet verwarren met aanstellen. Daar wordt niemand beter van. Ik besloot om de regel ‘stel je niet zo aan’, te vervangen voor wat anders.
‘Kun je me vertellen waarom je (in dit geval) niet naar school wilt?’
Een deur open zetten om erover te praten. Geen woorden in de mond leggen, maar laat je kind er zelf mee komen. Alleen maar een luisterend oor zijn. Dat valt niet mee, want je zou zo graag meteen wat aanwijzingen willen geven.
Na het luisterend oor komt de bevestiging. Bevestiging dat je geluisterd hebt. Bevestiging van het probleem, of de angst. ‘Ja dat snap ik’, was altijd één van mijn eerste reacties, ook als ik er geen bal van snapte en vond dat ze zich maar aanstelde. Maar hoe frustrerend is dat, wanneer iemand roept dat hij het snapt, terwijl hij dat helemaal niet meent? Als iemand dat bij mij zou doen, zou ik het liefst diegene een stomp op z’n neus geven.
Maar wat zeg je dan?
Bevestiging dus. En een beetje begrip. ‘Wat vervelend dat je zo opziet tegen het leren van de tafel van 7.’
En serieus, ik vind het ook vervelend voor haar dat ze zich daar zo druk om maakt. Het is zonde van haar energie en snappen doe ik het niet. Want ik denk bij mezelf ‘gewoon even oefenen en je kan het’.
Na de bevestiging komt het relativeren. Voor sommige kinderen (en volwassenen) heel lastig. ‘Maar wat is het ergste wat er gebeuren kan?’
En pas toen het relativeren aankwam, bood ik mijn hulp. ‘Ik ga je helpen en jij hoeft je geen zorgen te maken’. Ik zag duidelijk dat er een last van haar afviel en de rest van de week is ze weer fluitend naar school gegaan.
Soms moet je een alternatief voor ‘stel je niet zo aan!’ bieden.
En soms, heel soms hebben ze gewoon een schop onder hun hol nodig. Niet zo aanstellen en doorgaan. Balans mensen, het gaat om balans.
Afbeelding: Shutterstock