Jeej, het is zomervakantie! Eindelijk kunnen de kinderen lekker de hele dag buitenspelen. Ravotten door de bosjes, voetballen, op ontdekkingstocht door de wijk en buiten hangen met vrienden. Je weet wel, lekker buiten. Daar waar je je vermaakt, daar waar de weide wereld op je wacht. Daar waar je de hele winter niet naartoe kon, want… Tja, te koud of te nat.
Maar nu, lieve schatten, nu is het zomer. Alles bloeit, de zon schijnt en er is vitamine D in overvloed. De frisse lucht die eens niet ruikt naar bedorven rijstwafels en zweetvoeten, glijdt door je longen. Wat een heelijk gevoel om buiten te zijn. Ja toch?
Nou uh, nee. Niet volgens mijn kinderen.
Wanneer ik mijn kinderen naar buiten stuur voor wat beweging, anders dan het swipen van een scherm of het indrukken van een afstandsbediening, krijg ik nogal wat weerstand. Ze hebben namelijk heel veel redenen om niet buiten te spelen.
1. Er is buiten niks te doen.
2. Hij is nét het gevecht begonnen met de eindbaas. Hij kan nu niet zomaar stoppen.
3. Er zijn helemaal geen leuke kinderen buiten.
4. Dan worden zijn nieuwe schoenen vies. Zonde!
5. Hij denkt dat het bijna gaat regenen.
6. Hij kan de zonnebrandcrème niet vinden. En zonder zonnebrandcrème kan je absoluut niet naar buiten.
7. Hij wilde net een spelletje gaan spelen, binnen, met mama. Oké, naar buiten! Nu!
8. Buiten is het saai.
9. Er zijn buiten geen vloggers.
10. Hij mompelt iets wat alleen een YouTube kijkend leeftijdsgenootje begrijpt.
11. Hij kan zijn schoenen niet vinden.
12. Het lijkt wel erg winderig buiten. Veel te gevaarlijk!
13. Hij moet nog huiswerk doen. Schat het is zomervakantie!
14. De film is net begonnen (voor de derde keer).
15. Hij is net begonnen aan een nieuw level.
16. Hij is te moe.
17. Maar er is buiten écht niks te doen.
18. Opeens heeft hij ‘onverklaarbare’ interesse in het lezen van een boek. (Welke na drie minuten waar aan de kant wordt gegooid).
19. Hij moet zijn kamer nog opruimen.
20. Er is buiten niemand die het spelen voordoet. Je weet wel, net als op YouTube, waar je de godganse dag kan kijken naar mensen die een game spelen.
21. Hij heeft honger.
22. Hij heeft dorst.
23. Hij moet zich nog aankleden.
24. Wat als hij ontvoerd wordt? Aldus het kind.
25. Oké OKÉ! Hij gaat naar buiten. Om vervolgens tien minuten later weer binnen te komen en te beginnen bij reden nummer 1.