Onlangs was ik in zo’n fantastisch speelparadijs. Zo één waar de kleuren op je afgeschoten worden en het gekrijs van kinderen je hersenpan laat trillen. Maar ik kom er graag met mijn kinderen. Want ze kunnen daar klimmen en klauteren, glijden en ballen gooien. Een locatie die veilig is, want overal ligt er rubber op de vloer en zijn er stootkussens om tegen aan te knallen. De perfecte plek om hun klimbehoefte de vrije loop te laten. Want als ze dat thuis doen, kletteren ze met hun voorhoofd op een houten vloer.
De trap op klimmen
Hoe dan ook, ik kom er al sinds mijn eerste nog een baby was. En naarmate ik meer kinderen kreeg, kwam ik er steeds vaker. Want zo’n derde denkt met negen maanden al de trap op te kunnen klimmen. Nee, zo’n speelparadijs is perfect! Ik plant mijn baby in de babybak, mijn peuter in het peutergedeelte en de oudste gaat z’n gang maar. Want die is inmiddels een ware Ninja Warrior en dat is niet zomaar gekomen.
Toen hij namelijk een jaar of twee was, was daar een klimtoren die vol zat met klimmende peuters. Zo’n toren met zachte, ronde traptreden die voor het oog van een moeder net even te stijl zijn. Maar overal rondom ligt nog meer rubber. Inmiddels wist ik wel een beetje waar mijn tweejarige toe in staat was. Hij was een klimmer. En ik kon hem achterna zitten wat ik wilde, hij klom toch wel. En dus besloot ik toe te kijken hoe hij deze toren ging beklimmen. Ik wist dat het een uitdaging zou zijn die hoogstwaarschijnlijk zou falen, maar de enige manier voor hem om dit te ontdekken was door het zelf te ontdekken.
Verontwaardigd
Inmiddels zat ik vol bewondering naar hem te kijken, want hij kwam verder dan ik ooit gedacht had. Maar toen opeens verloor hij zijn grip en viel naar beneden op de rubberen ondergrond. En ondanks dat hij weer omhoog leek te stuiteren, was deze ondergrond nog best hard en moest hij even huilen. Of baalde hij dat het hem niet gelukt was? Hoe dan ook, ik pakte hem op en troostte hem. Een andere moeder had gezien wat er gebeurde en keek me verontwaardigd aan. “Misschien is hij daar nog een beetje te jong voor, aangezien hij best klein is”, was haar felle reactie naar mij toe. En in haar ogen kon ik zien dat ze haar gedachten zacht had uitgedrukt.
Ik was het niet met haar eens. Hem op een skateboard zetten en van een heuvel af laten glijden, daar was hij misschien een beetje te jong voor. Een boom omhakken met een hakbijl, ook daar was hij misschien een beetje te jong voor. Hem friet laten bakken in een frituurpan, ja daar was hij waarschijnlijk een beetje te jong voor. Maar nadat hij zijn tranen had weggeveegd, wilde hij de toren nog een keer proberen. Ik liet hem gaan en riep, ga ervoor! Met de ogen van die moeder prikkend in mijn rug. Toch liet ik me beïnvloeden en ging dit keer iets dichterbij staan zodat ik hem kon opvangen. Hij viel weer, maar dit keer was hij trots want hij was hoger gekomen dan de eerste keer.
Kind laten vallen
Ik ben zo’n moeder die haar kind laat vallen. Soms zie ik het al aankomen en dan nog laat ik het gaan. En ja soms vallen ze, soms hebben ze een kapotte knie. Maar mijn kinderen nemen wel risico’s en proberen nieuwe dingen uit. Wanneer ze vallen, staan ze op en proberen ze het opnieuw. Ontdekken en leren lukt vaak het beste door het gewoon te doen. En als ik ze niet toelaat te vallen, leren ze ook nooit op te staan.
Afbeelding vallend kind: emin kuliyev/shutterstock