Ooit, niet eens zo lang geleden, zaten we allemaal op woensdagochtend met onze handen in klei, hout, papier-maché en verf. We knutselden, boetseerden, bakten en bouwden erop los, ongeacht of we werden gezien als de slimste of de ‘minst academisch getalenteerde’ van de klas. Handenarbeid, dat was het moment waarop we even konden ontsnappen aan de strenge logica van rekenen en taal. We voelden ons allemaal even vrij, even creatief. Wat is er toch met die tijd gebeurd?
De klusklas
Nu lijkt het onderwijslandschap verdeeld in talloze vakjes en hokjes. Naast de plusklassen, speciaal voor de hoogbegaafde leerlingen, hebben we nu dus ook de klusklassen. Je zou denken dat die laatste gewoon een moderne naam is voor wat wij vroeger handenarbeid noemden. Maar nee, er schuilt een diepere scheiding in dit systeem. Het idee heerst dat kinderen opgedeeld moeten worden naar hun cognitieve capaciteiten en dat praktische vaardigheden alleen voor de ‘handige’ kinderen zijn, niet voor de ‘slimme’.
Maar waarom zouden slimme kinderen niet ook gewoon lekker willen werken met hun handen? Waarom moeten we ze in hemelsnaam een keuze laten maken tussen hoofd en handen? Alsof de twee elkaar uitsluiten. Alsof het feit dat je een boekenwurm bent betekent dat je niet ook kunt genieten van het zagen van een plank, het schilderen van een kunstwerk of het bakken van een brood.
Specialisatie op jonge leeftijd
We leven in een wereld waar creativiteit en probleemoplossend vermogen steeds belangrijker worden. Innovatie komt niet alleen voort uit theoretische kennis, maar juist uit de combinatie van denken en doen.
Toch lijkt ons onderwijssysteem steeds meer te streven naar specialisatie op jonge leeftijd. We duwen kinderen in vakjes waar ze maar één aspect van hun potentieel kunnen ontwikkelen. En dit in een tijd waarin de wereld juist vraagt om veelzijdigheid én handigheid. Daarbij vergeten we even dat creatief bezig zijn met je handen net zo goed een cognitieve uitdaging kan zijn als een wiskundeproefwerk.
Vroeger
Soms kijk ik weleens met weemoed terug naar de eenvoud van vroeger. Toen leek er voor ieder kind, slim of niet, een kans te zijn om te ontdekken hoe het voelt om iets tastbaars te creëren. Om te voelen hoe je handen de gedachten in je hoofd kunnen omzetten in iets concreets. Laten we niet vergeten dat leren met je handen net zo waardevol is als leren met je hoofd.
De klusklas is een mooi initiatief, maar ik denk dat het beter is om dit niet alleen een vangnet te laten worden voor de kinderen die minder presteren op andere vlakken. Net zo min dat een uitdagende rekensom alleen voor de ‘slimme’ kinderen is. Want in het leven én in het leren is er geen ruimte voor zulke strikte scheidingen. We hebben zowel hoofd als handen nodig om de wereld vorm te geven.
Dus, woensdagochtend handenarbeid?
Afbeelding: Shutterstock