“Wat eten we?”“Weet ik veel?” De oudste wil boontjes, de middelste haat deze. Pasta alleen met kaas en ketchup de rest (groenten voornamelijk) is vies. De jongste eet weer graag spinazie, terwijl de ander begint te kokhalzen. Soms weet ik het niet meer wat ik moet maken, zodat iedereen blij en tevreden is.
Samen aan tafel is zo gezellig! Even tijd voor een goed gesprek met elkaar. De dag (bijvoorbeeld) doornemen.
Een illusie zeker?
“Wat gaan jullie eten?” De neus van het vriendje hangt in mijn pan. “Wij eten spinazie”. “Oh, dan eet ik liever thuis.”
Ik weet dat mijn jongens dat bij vriendjes ook doen. Ze kijken bij iedereen in de pan. Ze vergelijken waar ze de lekkerste hap kunnen krijgen. Afgelopen week staat m’n jongste op tijdens het eten en zegt: “Ik ga toch liever ergens anders eten”.
“Smak niet zo!” Ik sus: “Jongens niet met elkaar bemoeien.” “Hij zit de hele tijd met zijn mond open te eten”. “Eet met je mond dicht en jij niet zo op de ander letten!” Vervolgens een trap onder de tafel door. “Kappen nou!” “Ho, ho, jongens nu stoppen en eten!” Mijn jongste zit ondertussen onderste boven, binnenste buiten. En wanneer ik even niet op hem let, omdat ik de ruzie tussen de oudste twee aan het sussen ben, schept hij de appelmoes pot leeg op zijn bord.
Poging tot gezelligheid: “Zo, was het leuk op school vandaag?” “Nee!”, “Oh”, “Stom!”, “Ach”, “Saai!”, “Oke.”
Ander onderwerp dan maar. “Mag ik water?” Shit te laat. De kan met water wordt omgestoten. Terwijl ik in gedachten een aantal onpedagogische woorden denk, haal ik een doek uit de keuken. Ondertussen wordt er op de deur geklopt. Voordat ik wil zeggen: “Blijf zitten, ik doe wel open”, springen ze alle drie op om naar de deur te rennen. “Ik wil open doen!”
Er staan een paar vriendjes voor de deur. “Komen jullie buiten spelen?” “Jongens we zitten nu te eten! Eerst jullie borden leeg eten!” “We komen er zo aan!” Met z’n drieën rennen ze terug naar de tafel. Snel worden de happen naar binnen geschoven, terwijl ik de tafel droog maak. In mijn ooghoek zie ik de vriendjes ongeduldig langs het raam heen en weer steppen. Wanneer ik weer bij ze aan tafel kom zitten om te gaan eten, roepen ze alle drie in koor: “Klaar!” “Mogen we nu naar buiten?”
Uitgeblust kijk ik voor me uit. Ik zucht. Mijn eten is inmiddels koud en 3 verwachtingsvolle blikken staren me aan.“Ik ben nog niet klaar en willen jullie geen toetje?” “Nee, hoor!” “Nou ja, ga dan maar.”
Afbeelding etende kinderen: EvgeniiAnd/shutterstock