Dingen die je moeder vroeger zei. En nu jij…

wat je moeder zei

Tijden veranderen, maar sommige uitspraken niet. Zei ik dat nou echt? Vraag je jezelf af. Want op sommige momenten, dan hoor je je eigen moeder uit je mond rollen. Of je het nou wil of niet, dit zijn de dingen die je moeder vroeger zei. En nu jij… 

1. Standaard in een winkel. Kijken doe je met je ogen! 

2. Op de vraag ‘wat eten we vanavond?’ Hussen met je neus ertussen! Of wat de pot schaft! Of lust ik niet…  

3. Wanneer je je verveelde. Dan ga je je kamer maar opruimen… 

4. En wanneer je zei, ik weet niet wat ik moet doen! Dan ga je poepen in een oude schoen. 

5. Wanneer je alleen maar negatief aan het doen was. Als je niks leuks kunt zeggen, zeg dan niets.

6. Ik ben uitgeslapen. Dan kun je je bed verkopen. 

7. Maar iedereen mag of doet het! Jij bent niet iedereen of als iedereen in de sloot springt, spring je er toch ook niet achteraan of ik heb niks met iedereen te maken. 

8. Ik heb dorst! Dan ga je naar Hansje worst, die heeft een hondje en piest zo in je mondje. 

Gatverdamme, wat goor eigenlijk.

9. Als je aan het janken was… Nu ophouden, anders geef ik je wat om te janken!

10. Wanneer de generatiekloof duidelijk werd. Toen ik zo oud was als jij…

11. Het welbekende antwoord op ‘waarom?’ Waarom zijn de bananen krom!?

12. Wanneer je brutaal aan het brullen was. Doe je ook zo op school?

13. Wanneer je zei ‘dat kan ik niet! Kan niet bestaat niet of kan niet ligt op het kerkhof en wil niet ligt er naast.

14. Of deze dan: Ben je nou helemaal betoeterd / besodemieterd / van de pot gerukt?

15. Wanneer het regent… Je bent niet van suiker of wat nu valt, valt straks niet. 

16. Geen zin? Dan maak je maar zin!

17. Wanneer er wéér een deur werd opengelaten. Ben je in de kerk geboren?

18. Wanneer je een boer liet. Wie geeft die boer ook een stoel? 

19. Wanneer je volledig onschuldig was en zei: ‘Ik doe toch niets?’ Nee deed je maar eens wat!

20. Welke ik nooit begreep: Kindjes die vragen worden overgeslagen… Maar als ik het zomaar pakte, was het ook niet goed.

21. En dan kreeg je vervolgens dit. Ik wil, ik wil…  Ik wil ook wel eens wat!

22. Honger? Kindjes in Afrika hebben honger!

23. Ik tel tot DRIE. Deze werkt nog steeds en niemand weet wat er gebeurt na ‘drie’.

24. Wanneer je was gevallen. Zit alles er nog aan?

25. Of wanneer je ziek was of een wondje had. Het gaat wel over voor je een jongetje bent. 

26. De ondankbare taak van de oudste. Jij bent de oudste, dus geef het goede voorbeeld!

27. Wanneer je alleen maar vroeg hoe laat het was. Kwart over de rand van de pispot!

28. Jaja, daar zijn ze hoor! Wacht maar tot je later zelf kinderen hebt. 

En wat zeggen we dan???


Uitgelichte afbeelding: Lyudmila2509

Previous ArticleNext Article