“Wat wil je doen dit weekend?” Vroeg ik aan mijn jongste. “Boeren!” En hij liet vervolgens een keiharde boer. Dit is de afgelopen tijd zijn favoriete bezigheid. En misschien gaan jullie nu heel anders over me denken. Dat hij dat misschien van mij heeft. Maar nee, ik vind het echt vies en ik kan het niet eens met het volume wat hij inmiddels heeft ontwikkeld. Overal laat hij er een. Kijkt er vervolgens heel trots bij en gaat er daarna keihard om lachen. Ik doe maar alsof ik het niet hoor en zie. Niet te veel aandacht aan geven, denk ik dan. Maar publiek heeft hij. Zijn broers vinden het namelijk wel heel grappig.
Maar mister testosteron heeft nog meer kwaliteiten. Hij praat graag over poep, scheet, pies, piemel en drol. Maakt er eigentijdse liedjes en dansjes op. Laatst hadden we een informatie-avond van de sportclub. Ik had de kleine even meegenomen. “Dat kan wel even”, dacht ik. Daar had ik me toch in vergist. Meneer zat op mijn schoot en vroeg zich steeds luidkeels af of iemand een scheet had gelaten in de zaal. Op hetzelfde moment steeg een onaangename lucht vanaf mijn schoot de lucht in en liet hij vervolgens ook nog een keiharde boer om het feest compleet te maken.
Verder geeft hij kusjes in de vorm van een scheetje. Laat op de meest onmogelijke plekken een hele harde scheet. Vraagt vervolgens: “Ruik je hem mam?”. Wat moet ik er nu mee? Doen meisjes dit ook? Ik moet zeggen, ik ben het op deze manier ook niet gewend. De andere twee hadden ook eventjes deze fase. Maar niet in deze mate. Deze jongen spant de kroon!
De piemel is ook populair. “Psss..” overal nep tegenaan plassen. Heel hard natuurlijk weer lachen.
Heel vaak denk ik: “Moet je plassen?” Maar nee hoor, dat is niet het geval. Het is gewoon een leuk speeltje. Laatst rende hij met zijn vriendje de straat op. Allebei opeens broek open om hun geval te laten zien aan elkaar. “Wat is dit dan?” Wanneer gaat deze fase voorbij?
Over een paar maandjes gaat mijn testosteron bommetje naar de basisschool. Mmm… even een moeilijk momentje. Ga ik mijn kleine mannetje missen thuis. Maar er is één hoop! Misschien maakt de juf hem beschaafd. Het is mij in ieder geval niet gelukt.