Het is een woensdagmiddag na de herfstvakantie. Buiten schijnt de zon. Ik zit met 9 meisjes tussen de 4 en 10 jaar bij een indoor speeltuin. Of paradijs zoals ze het zelf noemen, alhoewel ik dat niet associeer met penetrante zweetlucht en hysterisch krijsende mini mensjes.
Ik blader wat door de leesmap uit 2017, lees en herlees want concentratie gebrek het Zussen boek deel 5, loop twee keer per half uur met een mini naar het toilet en sleep kannen ranja aan.
Gek eigenlijk dat in het dagelijks leven een uur soms aanvoelt als een fractie en hier als een halve dag…
Het is niet vanuit mijn ouderlijk drift, maar eentje uit de categorie omdat ‘het kind het zo graag wilt’ dat ik hier zit. Onlangs mocht ze negen kaarsjes uitblazen en daar hoort natuurlijk een kinderpartijtje bij. Ooit deed ik dit ook met de oudste drie. Inmiddels hebben ze niet meer nodig dan privacy, WiFi en chips om met hun vrienden van het leven een feestje te maken. Geen ruzies, geen tot op het hemd uitgeklede dampende kinderlijfjes of geklauter in een onmogelijk smal toestel om een ontsnappend kind te kunnen pakken. En al helemaal geen moeder in de buurt.
Nog 1.5 uur en er wordt te slap friet geserveerd. Nog 2.5 uur en ik mag een bedrag aftikken waar ik een tweedehands fiets van had kunnen kopen op marktplaats. Opluchting, maar ook 9 hele blije meisjes.
Afbeelding: Shutterstock/Viacheslav Lopatin