Beste moeder waar het geen bende in huis is

Je zegt dat je huis netjes en schoon is. Maar ik geloof je niet. Het is bijna net zo een bende als de mijne. Het kan niet anders. Die plaatjes die je op Instagram zet, zijn niet de realiteit. Al de zooi op de tafel heb je een veeg gegeven, de rotzooi op de vloer heb je in een hoek geduwd en je kleintje in haar kekke jurkje was bij het laatste stukje witte schone muur, of niet dan?

Zeg het maar hoor, als ik het helemaal verkeerd zie. Want dat kan, ik heb het ook weleens mis. Maar toch heb ik hier veel over nagedacht en kan ik gewoon niet geloven dat het bij jou altijd netjes en schoon is.

Als ik door mijn huis loop en rondkijk, denk ik bij mezelf ‘wat the heck is er hier toch gebeurd?’. Hoe, HOE kan het dat werkelijk in elke kamer, de woonkamer, de keuken, de hal, de badkamer, de slaapkamer, o-ver-al ligt troep. Alsof iedereen hier in huis speelgoed rond spuugt, papier niest of zoals Elsa ijs uit haar vingertoppen laat komen, zo kunnen wij stof in de rondte laten dwarrelen. Poef, poef, POEF!

Ja, beste moeder waar het geen bende in huis is, vertel mij nou eens. Hoe doe jij dat? Want al is het hier een keer netjes, binnen een uur van menselijke aanwezigheid is het weer een complete bende. Na elke maaltijd staat het aanrecht vol. En nee, dat kan niet altijd gelijk de vaatwasser in, want ook die is vol.

De vaatwasser doet er zo een twee uur over om schoon te worden. Negen van de tien keer kom ik er pas na een uur achter (of dan pas heb ik er zin in) dat de vaatwasser leeggeruimd en weer gevuld kan worden. Dat houdt in dat het aanrecht minimaal de helft van de dag gevuld staat met wachtende vaat. Oftewel, het aanrecht is grotendeels van de tijd meer gevuld dan leeg.

Als we niet meteen de afwas doen na de lunch.
Als we niet meteen de afwas doen na de lunch

De badkamer. Dé plek waar de was zich verzameld. En echt waar, ik heb attributen die zouden moeten helpen om een geordend huishouden te hebben, zoals een wasmand. MAARRRR…. Dan zou het ook wel handig zijn om de was in de wasmand te mikken en niet er naast. 

Serieus, dit is mijn freaking badkamer mét, hoe luxe, een wasmand!
Serieus, dit is mijn freaking badkamer mét, hoe luxe, een wasmand!

En dan het speelgoed. Ik weet niet hoe jij dat doet, beste moeder waar het geen bende in huis is, maar sinds de kleintjes hier in huis zijn gekomen zijn mijn fancy woonaccessoires vervangen door plastic troep die heel veel herrie maakt. Ze noemen het ook wel speelgoed. Al vraag ik me af of dat wel de juiste benaming is voor deze aftandse crappy zooi, aangezien de kinderen het vooral gebruiken om op één hoop te gooien midden in een kamer. Om er vervolgens doorheen te banjeren en het eenzaam achter te laten. En dit allemaal binnen vijf minuten ná het opruimen van hun kamertje…

Je denkt, de zooi valt toch best mee... Totdat je een kijkje om de hoek neemt.
Je denkt, de zooi valt toch best mee…                Totdat je een kijkje om de hoek neemt.

Al zou ik een keer flink de bezem door dit hele *piep* huis halen, binnen no time is het alsof er een bom in de kruipruimte is ontploft.

Echt. HOE DAN, BESTE MOEDER, hoe? 

Als ik denk aan jouw perfect gestylde Instagram woning, dan ga ik het liefste in een foetushouding liggen janken en vraag ik mezelf serieus af hoe ik kan overleven in deze omstandigheden.

En ja, ik voel me verslagen als ik de trapkast open en word aangevallen door een stofzuigerslang, een dweilstok en krat oud papier. Alsof het een teken is. Of als ik eindelijk de 20 stapels babykleding heb gesorteerd om weg te geven. En vervolgens toch weer in een hoek van de kamer zet. Want tja…

Nogmaals, HOE DAN, BESTE MOEDER, hoe?

En vertel me niet dat ik mijn kleintjes moet leren om hun speelgoed op te laten ruimen, voordat ze ander speelgoed pakken. Want dan mag je me toch even vriendelijk uitleggen hoe je dat dan doet zonder te veranderen in een krankzinnige schreeuwkoningin.

Misschien is dat het. Misschien is het niet mijn aard.

Of ik ben gewoon heel onhandig. Of lui.

Of, beste moeder… jij liegt.

Of je bent geniaal.

Kan ook.

Borstvoeding in het openbaar? Kap ermee!

borstvoeding openbaar

Het is een zonnige woensdagmiddag. Ik zit gelukzalig op mijn bakfiets. We fietsen langs een willekeurig huis met een ooievaar in de tuin. ‘Hoera een jongen’, staat er op het raam. ‘Fijn voor jullie’, is wat ik denk. Mijn peuter en mijn kleuter zitten in de bak. In mijn hoofd reken ik uit over hoeveel maanden mijn peuter een kleuter wordt.

Ondanks dat ik uitkijk naar de nieuwe fase (geen kleintjes onder de vier meer in huis), gaat er ook een scheut mixed-feelings door mijn lichaam. Van top tot teen. En ondanks dat ik denk ‘Fijn voor jullie’, denk ik ook ‘Jemig wat k*t voor mij’.

Een zonnige woensdagmiddag. Ik zit op een terrasje. Tegenover mij, in mijn gezichtsveld, zit er een moeder borstvoeding te geven aan haar kleintje. Moet dit nou serieus zo pal voor mijn neus? Ja, natuurlijk kan ik de andere kant op kijken of weggaan. Maar hey, ik zat hier eerst!

Maar ja, dat heeft die kersverse moeder die samen met haar newborn in hun eigen wereldje zitten, totaal niet in de gaten. Ik vind het verschrikkelijk dat ze dit zo in het openbaar doet!

Want nu moet ik naar dat schattige koppie kijken, en dat gretige geslurp aanhoren. Dat lieve handje dat zachtjes in haar borst knijpt, of aan haar haren trekt of speelt met haar shirt. Die heerlijke voetjes die om op te vreten zijn en zweetteentjes om mee te spelen.

Het geslurp wat ik nu dagelijks hoor is een beker yoki die naar binnen gegoten wordt. Die lieve handjes zijn nu vuisten die hard tegen mijn bovenarm gemept worden onder het mom van een potje vechten. En die lekker teentjes zijn grote zweettenen die je niet dichtbij je neus hebben wilt.

Weet je, het wordt er allemaal ingewreven. Die ooievaars in de tuinen, die mama die recht voor mijn neus borstvoeding zit te geven. Die scheut mixed-feelings, ik realiseer me dat het nooit meer terugkomt.

Echt, wat haalde ik in mij hoofd? Om ooit te stoppen met borstvoeding. Om uit te kijken naar die nieuwe fase? Straks zit ik hele ochtenden en middagen alleen. Straks heb ik alleen nog maar kleintjes die het allemaal beter weten. Die steeds onafhankelijker worden. Die steeds meer de wijde wereld in trekken.

Ik wil mijn baby’s terug!

Borstvoeding in het openbaar, kap er alsjeblieft mee! Niet omdat het er goor uitziet, niet omdat het er aanstootgevend uitziet. Maar omdat het er voor ‘moeders-die-geen-baby’s-meer-willen’ te mooi uitziet en de afgesloten eierstokken acuut weer open laat rammelen.

 

Ps. geniet ervan lieve moeders! En maak je al helemaal niet druk om wat iemand anders ervan vindt.

 

Afbeelding: Shutterstock

Hier zeg ik geen nee tegen

Wij, moeders in het algemeen, zeggen vaak nee. Niet alleen tegen onze kinderen, maar ook tegen hulp. En vooral voor ongevraagde adviezen keren wij graag onze rug toe. We vinden dat we het allemaal zelf (moeten) kunnen en we willen ons vooral niet laten kennen. Eigenlijk is dat best jammer, want een beetje hulp hier en daar kan het leven een stuk soepeler en misschien ook wel leuker maken.

Vanaf nu ga ik, áls het me aangeboden wordt, tegen het volgende geen nee (meer) zeggen.

Ik zeg geen nee tegen iemand anders die de beslissing neemt. Het leven van een moeder bestaat 75% uit beslissingen nemen. Welke naam gaan we het kleintje geven? Blijven we werken? Gaan we thuis zitten? Heeft het honger? Heeft het een schone luier nodig? Welke kinderopvang? Welke school? Wat eten we vanavond? Mogen mijn kleintjes alleen buiten spelen? Mogen ze zonder jas buiten spelen? Mag mijn kleintje dat speeltje afpakken van dat andere kleintje? Mag mijn kleintje dat vervelende ventje een mep verkopen? Mag ze bij een vriendinnetje spelen? Mag ze op gitaarles? Of op blokfluit? Of op drummen? Vinden de buren dat leuk? Keuzes, keuzes, keuzes. Wil iemand anders aub af en toe even een beslissing nemen?

Ik zeg geen nee tegen iemand die aanbiedt om mijn kleintjes een middagje mee te nemen, gewoon zomaar, zodat ik even rustig Netflix kijken kan. Of iets anders waar ik zin in heb. In ieder geval niet het huishouden.

Ik zeg overigens ook geen nee tegen iemand die aanbiedt om even het huishouden te doen.

Ik zeg geen nee tegen iemand die aanbiedt om een poging te doen om een krijsende peuter even te kalmeren.

Ik zeg geen nee tegen iemand die ’s nachts de kleintjes weer terug naar hun eigen bed brengt. In dit geval is de enige aangewezen persoon die ik me voor deze taak bedenken kan, de man.

wijn drinken

Ik zeg geen nee tegen een wijnavond met mijn vriendinnen.

Ik zeg geen nee tegen een onbeperkt lange, warme douchebeurt. Zónder kinderen welteverstaan.

Ik zeg geen nee tegen warme koffie.

Ik zeg geen nee tegen iemand die de auto wil voltanken. Ik heb nu geen auto meer, maar man wat had ik daar toch altijd een hekel aan. Alsof het uren tijd in beslag nam.

En ik zeg geen nee tegen een ‘mute-knop’. Als er ooit iemand is die deze knop uitvindt, is diegene mijn held! Gewoon even voor 20 minuten die mute-knop indrukken, waarin iedereen even geen geluid kan produceren. Desnoods een freeze-knop, waar iedereen voor een uurtje, of twee even bevriest. Hoe fijn zou dat zijn! Never gonna happen.

Afbeelding wijn: Shutterstock

De oplossing is simpel

Kinderen lijken soms wel een beetje op mannen. Of zijn het de mannen die op kinderen lijken? Anyway, ze zijn oplossingsgericht. En eigenlijk is de oplossing altijd heel simpel.

oplossing vrouw

Mijn kleintjes zijn bijvoorbeeld gek op schilderen. Het begint heel netjes met een schortje en een kwastje. Een kloddertje hier, een kloddertje daar. Maar al snel worden de klodders met de handen op het papier gesmeten en dan gaat het weleens mis. Opeens zit er een klodder op de muur. Uiteraard ben ik daar als moeder niet blij mee, maar gelukkig heeft mijn kleintje een prima oplossing: ‘Dan verf je de hele muur toch effe blauw mama?’

Zo simpel is dat.

Of wanneer ze iemand spotten met autopech? Dat kunnen mijn kleintjes toch echt niet begrijpen. Want hoezo kan de auto niet meer rijden? Het is namelijk heel simpel om weg te rijden. ‘Gewoon je sleutel erin, bij je voeten zit zo een ding, daar moet je op trappen en dan gaat de auto vanzelf rijden…’

Zo simpel is dat.

Mijn kleintjes maken ook regelmatig, tot grote wanhoop van mij en de man wat kapot. Dat doen ze (meestal) niet expres, het gebeurt gewoon. Helaas zijn het meestal wel de dingen waarvan we ze liever heel houden. Het is nooit dat irritante speeltje waar die pokkeherrie uitkomt. Maar dat glas water gaat wel over de nieuwe MacBook. Of er gaat wéér iemand boven op de bril van papa zitten. Of het is de eReader die van net even te hoog naar beneden pleurt. En ook hiervoor is de oplossing van mijn kleintjes heel simpel: ‘Dan koop je toch een nieuwe?’

Zo simpel is dat.

En dan hebben we nog dat gevalletje dat mijn kleintjes aan het einde van de dag van narigheid niet meer weten wat ze met zichzelf aan moeten. Ze zijn moe zijn. Heel erg moe. Al gapend blèren ze de boel bij elkaar  ‘ik ben niet moe, ik ben niet moeeeee’. En verzinnen de gekste dingen om maar niet toe te geven aan hun moeheid. Ook ik ben op z’n tijd oplossingsgericht: ‘Naar bed!’

Zo simpel is dat niet.

Afbeelding: Shutterstock

Je zegt nu sorry! Of toch niet?

Kinderen maken weleens ruzie. Nou ja, ok, mijn kinderen maken weleens ruzie. Met elkaar, maar ook met andere kinderen. Soms wordt er heel onaardig gedaan en soms wordt er zelfs geduwd, geknepen of geslagen. Als ouder spring je daar altijd meteen tussen, want dat willen we natuurlijk echt niet hebben. En het eerst wat wij ouders doorgaans dan ook roepen is: “zeg nu sorry!”

Herkenbaar?

Maar waarom willen wij zo graag dat woordje zo snel mogelijk uit het bekkie van ons kleintje horen? Misschien voelt het voor ons als de juiste reactie. Wij vinden dat het niet door de beugel kan en vinden het verschrikkelijk om ons kind als agressieveling te zien. En dus moet er zo snel mogelijk zand over. Misschien vinden we dat we het juiste voorbeeld moeten geven, wat op zich natuurlijk helemaal geen gek idee is.

Ik roep maar wat.

In de praktijk weigeren mijn kleintjes meestal om meteen sorry te zeggen na een vurig gevecht. En belanden in een nieuwe strijd, de strijd om het ‘sorry’ zeggen. En soms roepen ze meteen ‘sorry’, maar menen er ondertussen geen snars van.

Wat heeft het voor nut om ‘sorry’ af te dwingen?

Creëren we daar niet alleen maar nog meer frustratie mee?

Stimuleren om sorry te zeggen zou wellicht beter zijn. Niet meteen ‘zeg sorry!’ blèren, maar achterhalen waarom er gevochten werd en dan je kleintje laten nadenken. “Hoe zou jij het vinden om een beuk in je buik te krijgen en wat zou je dan verwachten van de ander om het weer goed te maken?”

Als ze daar dan eenmaal rustig over na kunnen denken, realiseren ze zich dat het inderdaad niet zo geinig was, wat er zojuist gebeurde.

En soms komt daar dan alsnog een ‘sorry’. Soms ook niet. Dan realiseert hij waarschijnlijk dat hij gewoon echt te ver is gegaan.

Wat mijn kleintjes niet zeggen

Opvoeden. Opvoeden is herhalen. Herhalen. En herhalen. Oh ja, en het goede voorbeeld geven. En dat dan weer herhalen.

Ik doe mijn best. Echt waar.

Toch hoor ik mijn kleintjes het volgende nooit zeggen.

niet zeggen

– Goedemorgen mama. Oh, ik zie dat je nog slaapt, ik zal nog even lekker in mijn eigen bed gaan liggen en jou nog even lekker verder laten slapen.

– Oh mama, wat een leuke kleding heb je vandaag voor mij klaargelegd. Ik zal het even helemaal zelf aantrekken. Ook mijn sokken.

– Ja natuurlijk vind ik het goed mama, dat vandaag mijn broertje naast jou zit tijdens het ontbijt. Ik zal daar geen drama van maken.

– Ja mama, ik weet wel waar mijn gymtas is, ik zal hem meteen even pakken.

– O, mama is nu even aan het bellen. Ik wacht wel even met het stellen van mijn vraag. Of eigenlijk, laat maar, want ik heb eigenlijk helemaal geen vraag.

– En nu ga ik even de hele middag lekker met mijn speelgoed spelen. Want ik heb zo lekker veel en daar verveel ik me nooit mee!

– Ik ben nu klaar met spelen. Voordat ik wat anders ga doen, ruim ik eerst dit speelgoed even op.

– O, we gaan een uur in de auto, laat ik eerst even plassen.

– Laten we samen besluiten wat we vanmiddag op Netflix gaan kijken. O wacht, wat mijn broertje kijken wil is leuk, dat wil ik ook wel zien.

– Nee, ik hoef geen snoepje of koekje, want dan lust ik straks geen avondeten.

– Wat heb je vandaag gekookt? Yeah, lekkerrrrrrr!!

– Vroeg je nou of ik dat even wilde opruimen? Maar natuurlijk doe ik dat mama. Meteen! Joepie!

– O lief broertje, moet je ook plassen? Ik zal even opschieten, want ik ben bijna klaar, dan mag jij.

– Ik ben inderdaad heel moe, ik ga nu lekker in bed liggen en slapen. De hele nacht. Zonder wakker te worden. In mijn eigen bed.

 

Afbeelding: Shutterstock

Ik ben drie en ik heb de regie! Ik ben zeven en ik pik dat nie!

Broers en zussen. Broers en broers. Zussen en zussen. Het kan zo leuk zijn. Maar ook zo vermoeiend. Zeker voor een zevenjarige ‘oudste’ met een driejarige ‘jongste’.

Als oudste heb je namelijk een aantal eigenschappen waar je in principe weinig tegen kunt doen, je krijgt ze gewoon als cadeau erbij. Zo zijn oudste kinderen vaak de leidertypes en hebben zij standaard de regie in handen. Regie als het op spelen aankomt, wie de afstandsbediening in handen heeft of wie waar zitten mag.

Maar dan is daar opeens je zusje van drie die stevig met haar armpjes in haar zij vertelt dat ze écht niet gaat doen wat jij zegt. Dan sta je toch wel even gek te kijken als zevenjarig opperhoofd. In eerste instantie is het nog schattig en denk je als grote zus nog, laat maar gaan, ze trekt wel weer bij…

Maar kindjes van drie, willen ook de regie. En niet voor even, maar de rest van hun leven.

Zo, ben ik even lekker op mijn rijmelarij toer. 

Kindjes van drie willen hun eigen weg bepalen. Wil jij even snel een boodschapje doen, vergeet het maar. Vind jij dat het tijd is om op te ruimen, begin dat maar ver van tevoren voorzichtig aan te kondigen, want ‘meteen’ en ‘even snel’ komt niet in hun toneelstuk voor. De regie in handen willen hebben gaat zelfs zo ver dat de driejarige bij het rode stoplicht heel hard GROEN gaat roepen.

Een toneelknecht van de grote zus is het laatste wat een driejarige wil zijn. En dan is zo een driejarig zusje helemaal niet zo schattig meer. Als je namelijk tijdens een verjaardag een voorstelling wilt geven, zoals zevenjarige dat doorgaans doen, en je driejarige zusje de regie overneemt, dan is dat natuurlijk bloedirritant.

En met twee regisseurs in de stoel wordt zo een voorstelling al snel een open podium voor een dramatische improvisatie.

Ik ben drie en ik heb de regie?! Ik ben zeven en ik pik dat nie!!

Afbeelding broer en zus: Shutterstock

Soms zijn het de kleine dingen

Soms zijn het de kleine dingen. Kleine kleffe vingertjes, die om op te vreten zijn, in jouw grote hand. Zijn vingertjes die jouw vinger zo stevig vasthouden dat je ring door je huid boort en het er pijn van doet. Zijn handje die jouw hand ongemerkt maar gericht zoekt bij een spannende gebeurtenis.

Soms zijn het de kleine dingen die er toe doen.

Die twee armpjes die je stevig vastpakken en je de liefste knuffel geven, gewoon omdat ze je lief vindt. Die twee armpjes die je de warmste knuffel geven, gewoon omdat ze je heeft gemist.

moeder en kind

Soms zijn het de kleine dingen die er toe doen.

Het lieve toetje met pindakaas op haar wangen, dat je aankijkt met ondeugende, twinkelende ogen, dat je laat smelten en lachen tegelijk. Het bekkie waar woorden en zinnen uitkomen, zo grappig, dat de beste komieken ze niet hadden kunnen verzinnen.

Soms zijn het de kleine dingen die er toe doen.

Ze kunnen het je allemaal wijsmaken, het je allemaal vertellen. Hoe geweldig het is, het mooiste wat je overkomt. Maar soms zijn die kleine donders gewoon zo lastig, dat je ze alleen nog maar terug in de doos wilt stoppen. Ze slurpen alle energie uit je, ze luisteren naar geen enkel woord wat je zegt en niets in het leven gaat meer gemakkelijk of even snel. Soms zijn ze verre weg van ‘het mooiste wat je overkomen is’ en wil je het moederschap stiekem ongedaan maken.

En op die momenten komt er weer zo een klef handje, een stevig knuffeltje of een glimmend pindakaas bekkie. Kleine dingen die het er allemaal toe doen en het ouderschap de moeite waard maken.

Het mooiste wat je overkomt. Het zijn die kleine dingen.

 

Afbeelding: Shutterstock

5 irritante feitjes voor elke (jonge) ouder

Voor je aan kinderen begon hoorde je wel het één en ander over het ouderschap, maar eigenlijk drong dat nooit echt door. Je natuurlijke oerinstinct negeerde al het negatieve en alleen de rozengeur en maneschijn was wat je voor je zag. Maar als dat kleintje er eenmaal is, dan is er geen weg meer terug. Dan zijn daar toch bepaalde dingen die je irriteren. Bijvoorbeeld dat slaapgebrek. Dat is irritant. Of die jaarlijks terugkerende Pieten discussie. Ook behoorlijk irritant. Het zijn welbekende irritante feitjes. Maar er zijn nog meer irritante feitjes die elke ouder leert kennen dankzij het ouderschap…

Feitje 1. De wereld draait door als je kleintje (eindelijk) een middagdutje doet

Waarom, oh waarom komt de pakketbezorger toch altijd op het moment dat je kleintje net (na een hevige strijd) in slaap gevallen is? Het lijkt zelfs wel alsof het volume van de bel twintig keer zo hard staat als hij erop drukt. En waarom hebben de vliegtuigen, altijd op het moment van het middagdutje, opeens een koers, zo laag mogelijk over jouw dak? Om nog maar te zwijgen over alle hulpdiensten die plots een route langs jouw huis lijken te hebben.

Feitje 2. Je krijgt altijd ongevraagde adviezen

Ik weet het, de adviezen zijn allemaal goed bedoeld. Maar dat maakt ze niet minder irritant. Voorbeeldje: ‘Zorg goed voor jezelf! Want hoe kun je voor een kleintje zorgen als je niet goed voor jezelf zorgt?’. Leuk en aardig allemaal, maar maak ondertussen dan maar even het avondeten, doe mijn kleintje maar even in bad, geef het meteen even de borst en zorg dat het in zijn eigen bedje slaapt. Dan zorg ik wel even voor mezelf…

Feitje 3. Je kleintje heeft een eigen mening

Ja ik weet het, dat is een zéér goede eigenschap. Maar niet als jij even snel een boodschap wil doen en je kleintje niet. Of als je je kleintje ’s morgens wil aankleden met je nieuw gekochte leuke jurkje, maar zij liever dat spuuglelijke Hello Kitty shirt aan trekt.

Feitje 4. Het is noodzakelijk om áltijd alert te zijn op plastic speelgoed dat over de vloer slingert

En het maakt niet uit hoe oud ze zijn, er ligt altijd wel ergens een lego blokje, een Barbie schoentje of een ander godvergeten plastic stuk speelgoed dat jouw blote voetzool (midden in de nacht) weet te vinden.

Feitje 5. Er komt een dag dat je wenst dat je je kleintje nooit had leren praten

Is het niet omdat je kleintje aan één stuk door ratelt en geen moment z’n kwebbel meer kan houden, dan is het wel om de meest genante opmerkingen die een kleintje maakt waar andere mensen bij zijn. Bijvoorbeeld als je kleintje op het (openbare) toilet opmerkt dat zijn vader een staart aan de voorkant heeft. Of als je kleintje in de supermarkt opmerkt dat die ene mevrouw een baby krijgt… Not! Of als je met je kleintje in de lift staat en je kleintje zich hardop afvraagt wie die gekke enge meneer is? Of als… Nou ja, er komt een dag dat je wenst dat je je kleintje nooit had leren praten.

Afbeelding jong gezin: Shutterstock

Langer dan een kwartier échte aandacht

echte aandacht kind

Vandaag zal je een bekentenis lezen. Sommige van jullie zullen het misschien niet begrijpen en mij de slechtste moeder aller tijden vinden. Andere van jullie begrijpen meteen wat ik bedoel.

Het is niet dat ik er een hekel aan heb als één van mijn kleintjes dé vraag stelt. Het is gewoon dat ik het niet zo lang volhoud.

Ach, what the heck, ik vind het soms ook echt-niet-leuk! Slééécht…

Ik denk weleens dat mijn kleintjes de concentratieboog van een goudvis hebben, maar als ik even kritisch naar mezelf kijk, is de mijne niet veel beter. Althans, als het op spelen met mijn kleintjes aankomt.

“Mam, wil je met mij spelen?”

Mijn eerste gedachte: ‘Oh God! Pffff Kun je niet even zelf gaan spelen? Nou, laat ik even leuk doen… Als je maar niet dát spelletje kiest’. 

Mijn antwoord: “Tuurlijk lieverd, wat wil je doen?”

Een spelletje Levensweg? Ik trek dat niet. Het duurt veel te lang , het is verschrikkelijk saai en er zit totaal geen uitdaging in. Muizenval, nog zo een spel rechtstreeks uit de hel. De bouwwerken pleuren altijd binnen de kortste keren weer in elkaar en niemand snapt eigenlijk de clou van het spel. Mijn kleintjes zetten constant het muisje onder de val, zonder enkele spelregel te volgen. Na wat pogingen tot uitleg ben ik er dan alweer klaar mee. Want er luistert toch niemand. Memory daarentegen, daar kan ik wel een potje van spelen. Iedereen snapt wat de bedoeling is, ook met kleintjes kan het een ware uitdaging zijn en het is ook weer zo opgeruimd.

Langer dan een kwartier échte volledige aandacht geven. Het lijkt zo simpel…

Met de poppen spelen? Of Playmobil? Of LEGO… Het draait er allemaal op uit dat ik doe wat het kleintje zeg. Als ik wat eigen inbreng aan het verhaal geef, wordt dat meteen afgekeurd. ‘Nee mam, zo gaat het verhaal niet!’. En binnen vijf minuten dwaal ik af en ben ik weer door mijn facebook tijdlijn aan het scrollen. Vadertje en moedertje spelen daarentegen, dat kan ik voor een langere tijd volhouden. Zolang ik de baby spelen mag.

Langer dan een kwartier échte volledige aandacht geven. Ik vind het verrekte lastig.

Voorlezen, ook zo een dingetje. Mijn hemel, wat zijn sommige boeken slaapverwekkend. Ik lig nog eerder te knorren dan de kleintjes. Of als je kleintje zelf gaat leren lezen en het dolgraag elke avond aan jou wil laten horen. Heel knap hoor en trots ben ik ook heus. Maar man man, wat gaat dat langzaam. Ondertussen kan ik gerust een wasje vouwen.

Ik weet dat er een dag komt dat mijn kleintjes niet meer met we wíllen spelen. En ongetwijfeld zal ik me er dan schuldig over voelen dat ik niet langer dan een kwartier échte volledige aandacht geven kon. Dat kan dan op de grote stapel schuldgevoel.

Want hoe erg mijn ego het ook vindt om het toe te geven, het lukt me niet om langer dan een kwartier échte volledige aandacht te geven.


 

Afbeelding: Shutterstock / fizkes