Verwende kindertjes…

Weet je nog dat je kleintje lief in zijn of haar wiegje lag te slapen? Totale onschuld en helemaal puur. Je wilt dat kleintje de hele wereld geven, verwennen tot op het bot. Maar er komt een dag dat je je realiseert dat je lieve onschuldige en pure kleintje veranderd is in een verwend nest, een draak dat vuur gaat spuwen als ze niet krijgt waar ze om gevraagd heeft. En dan zou je even op ‘Control, Alt, Delete’ willen drukken, maar die toetsencombinatie is niet beschikbaar op je kleintje.

Het gedrag, waar wij als ouders overigens volledig schuld aan hebben, ook al bedoelden we het zo goed, ontwaakt deze maanden nog meer dan de andere maanden van het jaar. Hoe kunnen we dat verwende gedrag nu beperken? Of is het allemaal niet zo erg en kunnen we het gedrag beter accepteren?

Tevreden zijn. We kunnen ze bijvoorbeeld leren om tevreden te zijn met wat ze hebben en krijgen. Maar hoe erg is het om meer te willen? Als ze later groot zijn, zijn we ook apetrots als ze voor de volle mep ergens voor gaan. En niet zomaar tevreden zijn en genoegen nemen met minder. The Sky is the Limit.
Dus hoe erg is het eigenlijk als je kleintje bij het gekregen cadeautje zegt, dat ze eigenlijk een andere had willen hebben?

Kijken naar mogelijkheden. Natuurlijk is het vervelend als je kleintje niet enthousiast reageert op iets wat zij krijgt. Uiteraard wil je dat je kleintje tevreden is met wat ze heeft en krijgt. Maar voor haar is het totaal niet realistisch om direct gepikeerd te roepen dat andere kinderen helemaal niks krijgen. Misschien is het handig om te kijken naar de mogelijkheden om uiteindelijk toch te krijgen wat ze wil, door bijvoorbeeld ervoor te sparen. En nogmaals uitleg geven over dat niet alles meteen mogelijk is.

Durf nee te zeggen. Ook al kan het verrekte lastig zijn om nee te zeggen tegen die ‘puppy-ogen’, of om nee te zeggen omdat je simpelweg geen zin hebt in de gevolgen (krijsende kleintjes bijvoorbeeld). Ook bij deze kwestie kunnen we ons afvragen hoe erg het is dat onze kleintjes geen nee accepteren. Vervelend is het zeker, maar het is ook een doorzettingsvermogen waar je U tegen zegt. Wellicht is het in zo een situatie verstandig om weer te kijken naar de mogelijkheden. IS het in de toekomst (verjaardag?) wel mogelijk om die barbiepop of racebaan te kunnen bemachtigen. Op dat moment zal het een teleurstelling zijn, maar hé, ook daar moeten ze mee leren omgaan.

Nu ik erover nadenk is het opvoeden niet zwart of wit. Het is de kleur van je hart. En het gedrag, waar wij als ouders dus volledig schuld aan hebben, hoeft zo erg niet te zijn. Want The Sky is the Limit.

De vervloekte afstandsbediening

De kinderen kijken nog even tv, terwijl ik het eten kook. Het eten staat klaar, dus de tv moet uit. Maar waar is die afstandsbediening? Eindelijk liggen de kinderen op bed. Ik heb een drankje ingeschonken, misschien zelfs een bakje chips erbij gepakt en ik wil lekker onderuitgezakt mijn favoriete serie op Netflix gaan kijken. Waar is die afstandsbediening? ’s Ochtends vroeg, de man wil nog even het nieuws kijken voor hij de deur uit gaat. Laat maar zitten, want wéér geen afstandsbediening.

Komt het je bekend voor? Bij ons in huis rust er duidelijk een vloek op afstandsbedieningen. Als je ze nodig hebt zijn ze weg. En nu ik erover nadenken, deze vloek is wel eens confuus. Ook tandenborstels, kammen, huissleutels, opladers, zelfs laptops blijken op de meest ongemakkelijke momenten verdwenen te zijn.

Inmiddels weten we dat er een aantal plekken zijn waar we deze voorwerpen weer terug kunnen vinden. Onder de kussens van de bank, in de bakken met speelgoed, op de picknicktafel in de achtertuin. In ons huishouden is bewezen dat voorwerpen de eerste keer dat je ze zoekt, onzichtbaar zijn. Niet gevonden? Dan doen we het hele rondje dus nog een keer.

En blijven spullen langer dan 6 weken zoek, of beginnen de cd’s te kraken als we ze afspelen, dan schroeven we de subwoofer weer open. Want de opening hiervan is als een zwart gat, dat alles naar binnen zuigt dat maar door kinderhandjes vastgehouden wordt.

afstandsbediening

Heb jij suggesties om onze vloek te doorbreken? Alle tips zijn welkom!

P.S. Overigens hebben wij een omgekeerde vloek op haarspeldjes, legoblokjes en knikkers. Deze duiken juist op de meest onverwachte momenten en plekken op. Vooral als we op blote voeten lopen…

Afbeelding: Shutterstock

Zoeken we versimpeling?

Er is weer een onderzoek geweest. Leuk, ik ben gek op percentages, cijfertjes en uitkomsten. Waar val ik onder? De grote massa of ben ik zo een konijn die de snelweg over rent?

Dit keer komt het onderzoek van Ouders van Nu, uitgevoerd door The Choice onder een groep van ruim 1100 respondenten, ouders met kinderen van 1 tot en met 16 jaar.

Het eerste opmerkelijke wat ik lees is Het leven met kinderen brengt structuur en dat biedt vrijwel elke ouder (96%) rust. Vooral dat laatste. Ik heb geen moment meer rust sinds ik kinderen heb.

Om de, wil een deel van de ouders (31%) het kind (meer) eigen verantwoordelijkheid geven. Ja dat snap ik, het is inderdaad heel makkelijk om te zeggen dat het hún verantwoording is. Wil je de hele dag tv kijken? Prima, het is jouw verantwoording. Wil je de hele snoeppot leegeten? Prima, jouw verantwoording. Maar ook consequenter zijn in ‘nee is nee’ (33%) moet de opvoeding versimpelen. Consequent zijn simpel? I wish!
Niet dat ouders zichzelf nu te makkelijk vinden, voor streng zijn geeft de Nederlandse ouder zichzelf met 6,6 een dikke voldoende, net iets hoger dan het cijfer voor de striktheid van de partner (6,5).

Versimpeling

Gezelligheid aan tafel belangrijker dan het bordje leeg eten. Zeker weten! Soms moet ik al blij zijn dat er überhaupt wat in gaat. Ik vind het wel fijn als ze van alles wat zouden proeven.

Bij 68% nemen sociale contacten drastisch af.  Drastisch vind ik een groot woord, maar de prioriteiten komen ergens anders. En dan komen we dus bij de 93% waar de kinderen met stipt op één staan op het prioriteitenlijstje. Hier staan ze zeker weten bovenaan.

90% probeert de richtlijnen van de schijf van vijf te volgen. Ik heb werkelijk geen idee wat er op de ‘schijf van vijf’ allemaal staat. Ze krijgen hier gewoon ontbijt, lunch en avondeten. Een tussendoortje en fruit. Melk moeten ze niet, maar daar heb ik me werkelijk nog nooit druk om gemaakt. De één drinkt hier water en thee de ander limonade. Zolang ze maar niet uitdrogen en van mijn wijnrek afblijven, vind ik het prima.

En dan hebben we nog die wisselende berichtgevingen over wat wel en niet goed is voor de gezondheid van je kleintjes. De ene keer is het het beste om de eerste 6 maanden exclusief borstvoeding te geven, de volgende keer is het beste om met 4 maanden een broccoli naar binnen te schuiven. Maar liefst 36% wordt daar onzeker van. Hoe je het ook went of keert, perfect doe je het nooit. En of je nou bij de grote massa hoort, of dat gekke konijntje bent, zolang je maar het beste voor je kleintje wilt en doet, dan doe je het goed genoeg!

Wat je niet wist… De jongste

Kijk, met zo een derde en in ons geval ook de jongste, kan ik mij heel goed identificeren. Zelf was en ben ik nog steeds ook een derde en jongste. Ik zag dat echt niet altijd als voordeel. Zo heb ik meerdere malen een zusje gewenst, dat leek me echt helemaal het einde. Nu, als ik naar mijn eigen kinderen kijk, zie ik aan de oudste dat dat echt niet altijd het einde is. Ze vinden hun jongste zusje lief hoor en houden heel veel van haar. Maar hoe vaak het afgelopen jaar de oudste heeft gezegd dat ze graag de minipeuter zou willen zijn, is niet meer op één hand te tellen.

Niet zo gek ook, want zo een derde en jongste wordt toch een beetje behandeld als een prinsesje. En ja, dat zou de oudste natuurlijk ook wel willen. Een derde krijgt al snel haar zin. Niet zozeer omdat ik geen zin meer heb in het opvoeden, maar toch kies ik vaak de makkelijke weg. Als ik de zesjarige bijvoorbeeld op tijd op school wil hebben, zit er niets anders op dan de minipeuter op te tillen en te dragen naar school. Ook al heb ik drie keer gezegd, ‘nee, je moet lopen’.

Hoe snel je de oudste groot wilt kijken, een jongste wil je klein houden. Het is je baby. Voor altijd. Dus hoezo leren lopen, leren praten, leren zelfstandig worden? Dat is niet nodig voor een baby, mama doet het wel.

Daar staat waarschijnlijk tegenover dat de jongste vaak ook de rebel is. Logisch natuurlijk als je nooit de kans krijgt om iets zelfstandig te doen, er is altijd wel iemand die het voor je doet. Is het je moeder niet, dan is het wel een broer of zus. En er komt een tijd, dan ontploft de bom. Want als alles altijd maar voorgekauwd wordt, word je helemaal hondsdol. Ongetwijfeld komt daar het rebelse karaktereigenschapje vandaan.

Ook neemt de jongste meer risico’s. Er is toch altijd wel iemand die haar opvangt. Dat blijkt wel uit het feit dat ze flierefluitend rondloopt, zonder ook maar even op of om te kijken of er nog wel iemand in de buurt is. Er wordt toch op háár gelet?

Een derde geeft ook wat praktische problemen. Neem het pretpark. Er moet altijd iemand alleen de achtbaan in. Neem mijn handen, ik heb er maar twee. Neem mijn zijkanten, heb ik er ook maar twee van. Lastig, als ze alle drie naast je willen zitten. Overigens heeft de jongste daar dan weer het minste last van, die krijgt namelijk altijd haar zin.

Een jongste hoeft als baby niet eindeloos naar een draaiende Woezel en Pip boven haar hoofd te kijken, maar gaat gelijk door voor de DUPLO. Naar de schattige muziekdeuntjes hoeft ze ook niet te luisteren, voor haar eerste jaar kan ze K3 al achterstevoren meezingen. En als tweejarige kun je al uitgebreid met LEGO friends en een racebaan spelen. En daar staat dan weer tegenover dat een jongste het over het algemeen moet doen met de afdankertjes van broer en zus.

En zo al met al is een jongste het feestnummer in huis. Vrijwel alles wat ze doet is grappig en we lachen er om, wellicht komt daar het sterk ontwikkeld gevoel voor humor vandaan. En met haar charmante puppy-ogen krijgt ze alles voor elkaar. Maar onthoud wel, zo een jongste is ook echt weleens gevoelig en niet altijd een clown!

jongste kind

In de mix: ‘Vintage’ ByKyra en FakeFur van Noppies

Valerie

Bijna een jaar geleden schreef ik al over dit jurkje van ByKyra, toen als de perfecte feestjurk. Inmiddels is het jurkje al zoveel gedragen dat het jurkje hier in huis wel onder het kopje ‘Vintage’ kan hangen. Maar zeker nog niet op uitgekeken! Zo trok ik van de week het jurkje weer eens uit de kast en dacht het een keer een andere draai te geven met het fake-fur bodywarmertje van Noppies. Een erg goed gelukte combinatie, al zeg ik het zelf.

Kijkje achter de schermen? Volg Voormijnkleintje.nl op Instagram

Winactie: Prinsessia, Prins op ’t witte paard

Mijn zesjarige heeft haar toekomst al helemaal uitgedacht. Ze gaat trouwen met haar vriendje, samenwonen kan ook, dat weet ze nog niet. Ze krijgen twee kindjes en als haar vriendje dat wil, worden het er vier (maar dat moet ze nog even overleggen). Ze werken samen bij de politie en oma (ik dus) mag op de kindjes passen. Haar prins op het witte paard is dus al in ’the pocket’.

Maar de prinsessen van Prinsessia zijn nog op zoek naar hun prins op ’t witte paard en daar hebben ze een heel leuk liedje over gemaakt, genaamd ‘Prins op ’t witte paard’! De nieuwe single staat ook op het allereerste Prinsessia album ‘Goud’, dat sinds enkele weken in de winkel ligt.

De serie Prinsessia is te zien op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag rond 14.55 uur bij Zappelin.

Winnen
Is jouw kleintje fan van Prinsessia? Ik geef 2x een poster met de singel van Prinsessia weg. Je doet mee door op het winformulier je gegevens in te vullen.

Kijkje achter de schermen? Volg Voormijnkleintje.nl op Instagram

I love Rock ’n Roll

Een ieder die mij kent weet dat ik een voorliefde heb voor Rock. Of moet ik zeggen Rock ‘n’ Roll. Iedereen die mij niet kent… nu ook.

Mijn eerste lp’s waren van KISS (je weet wel, die mannen met te veel make-up, die een statement wilden maken, misschien wel de Marlyn Manson van toen) en van de Golden Earring. Ik was toen 8 jaar oud (ik heb het even opgezocht). Zo een schattig verlegen meisje met lange blonde haren en te grote scheve voortanden, wat net niet bij m’n gezicht paste.

Terwijl zij zongen van een “long blond animal” en “I was made for loving you” had ik geen idee waar dat over ging. Mijn kinderhartje ging sneller kloppen van gillende gitaren en geram op een drumstel en het rauwe randje in de stem van mannen in te strakke broeken met foute make-up, getoupeerde haren en oorbellen. Soms maakte ik een uitstapje naar de reguliere hippe muziek.

Tijdens mijn pubertijd heb ik mijn muzieksmaak iets aangepast, nog harder. Guns ‘n’ Roses, Metallica, Faith no More, Nirvana, Aerosmith, INXS, en een toefje Pearl Jam om de pijn te verzachten. De pijn bij mijn ouders wel te verstaan. Ik kreeg hiervoor een regel thuis, één uurtje per dag knallen zo hard ik wilde en dan volumeknop terug naar “ouders vriendelijk” niveau. Goeie regel weet ik nu.

Zoon lief vraagt zo nu en dan om een “breakdance” nummer en dan krijgen we een showtje. Dat duurt maar even en is redelijk verdraagbaar. Maar dochter lief duikt haar kamer in en heeft inmiddels ook uitgevonden dat vooral harde muziek het lekkerste luisteren is. Zij luistert naar de hits van nu, met af en toe een uitstapje naar… al sla je me dood welke muziekstijl dat is. Ik hoor iets brabbelen in onverstaanbaar Nederlands en dat is zo monotoon dat het lijkt alsof die gast niet weet hoe hij er een fatsoenlijk deuntje uit moet persen.

Zou mijn moeder zich ook zo hebben gevoeld? Nee toch?! Mijn muziek was minstens verstaanbaar en soms hoorde ik m’n mams stiekem “sweet child of mine” mee blèren. Nu versta ik niet eens wat er gebrabbeld wordt, laat staan dat ik mee kan eeeh… Ik weet dus nog steeds het soort muziek niet. Wel knap hoor, want mijn dochter brabbelt ook mee, maar zelfs haar versta ik niet. Wanneer het me te lang duurt, vraag ik dochterlief of er alsjeblieft normale muziek op mag. En mijn puber zou mijn puber niet zijn als ik een reactie krijg dat het normale muziek is. Een Déjà vu! Tuurlijk ik kon het weten.

Maar soms hebben we een “meiden avond”. Er logeert zo nu en dan een vriendin. Dan draaien we “normale” verstaanbare muziek, meestal de hits van nu. Lekker hard, een klein uurtje om lekker mee te kunnen blèren.

Liefs
Diana

Kleintjes en kattenkwaad

‘Silence is golden unless you have a toddler’. Een welbekende quote waar iedere ouder minimaal één keer mee te maken krijgt. Sommige meerdere keren en als je echt een beetje pech hebt, zelfs elke dag.

Maar, zijn jouw kleintjes vandaag helemaal schoon gebleven en hebben ze niks gesloopt? Dan heb ik hier de leukste ‘feel good foto’s’ voor je…

Deze kleintjes dachten een schaap te redden uit de kussenhoes.

 

Koop nooit, maar dan ook nooit een kussen met een inhoud van piepschuimballetjes! NOOIT! 

 

Deze twee knaapjes dachten zelf wel even koekjes te bakken…

 

Mooi groen is niet lelijk. Een kale muur wel. Toch mama?

Dit kleintje kon de juiste kleur niet vinden voor bij haar outfit.

 

Is dit kindje in protest tegen of voor Zwarte Piet?

Thank GOD, het is ‘maar’ pindakaas.

Dit kleintje had wat moeite met het vinden van zijn tanden.

Kan het nog erger? Volgens mij is het nog verf ook! 

Ook dit kleintje had wat moeite met het vinden van haar mond. 

Leek jouw kleintje vandaag op één van deze bovenstaande boefjes? Dan willen we natuurlijk graag de foto zien!

Sint Maarten?

Maandagochtend, 8.30 uur. We hebben de de zesjarige naar haar klasje gebracht en ik loop op mijn gemakje tussen de wild rondrennende vaders en moeder weer terug naar huis…
„Mama, gaan we naar de knutselclub?”, vraagt mijn peuter. „Jaa! Plutsleplup”, roept de minipeuter er achteraan. „Neeej, de knutselclub is woensdag, vandaag is het maandag”, is mijn antwoord. En ik probeer de twee peutertjes zo snel mogelijk weer naar huis te loodsen.

Dinsdagochtend, 8.30 uur. We hebben de de zesjarige, na een hoop getier en gehaast op tijd in  haar klasje gebracht. En met een wilde haardos en stoom uit mijn oren, loop ik met de peuter en de minipeuter weer richting huis. „Mama, ik wil naar de knutselclub!”, zegt mijn peuter dwingend. Gelukkig hoort de minipeuter het niet, want die staat te gillen omdat ze getild wil worden.
„Nej! We gaan nu naar huis, mama heeft koffie nodig!”, is mijn antwoord, op ietwat onaardige toon.

Woensdagochtend, 8.30 uur. We hebben de zesjarige naar de gymzaal gebracht, want het eerste uur heeft mijn zesjarige gymles. In een kleedhok vol met kakelende schoolkinderen help ik mijn zesjarige met het verkleden en loop na 10 minuten met tuitende oren weer naar buiten. Maar de locatie helpt mijn kleintjes herinneren aan de knutselclub, deze vindt namelijk plaats in datzelfde gebouw. Je kunt dus wel raden wat hun vraag is…
„JA! vandaag gaan we naar de knutselclub… Maar eerst nog een bakkie koffie!”

Goed, op woensdagochtend gaan wij dus naar de knutselclub. En mijn peuter en minipeuter vinden het fantastisch. Ze gaan graag naar de knutselclub. En ik ga altijd graag met ze mee, er is namelijk koffie, maar in sommige gevallen komen de knutsels ook erg goed uit. Zoals afgelopen woensdagochtend. De meeste kleintjes maken er één op het kinderdagverblijf of de peuterspeelzaal. Maar mijn kleintjes zijn afhankelijk van mijn creativiteit. Eerder had ik al eens het meesterlijke idee om een een flessenlampion te maken. Maar om nou elk jaar een fles te schilderen, daar win ik de originaliteitsprijs niet mee. Dus ik was maar al te blij dat ze de mogelijkheid kregen om een Sint Maarten lampion te maken op de knutselclub. 
Mijn kleintjes plakten en knipten en plakten en knutselden met als eindresultaat een geweldige zelfgemaakte Sint Maarten lampion.

Donderdagochtend, 8.30 uur. We brengen de zesjarige naar haar klasje. De minipeuter loopt volledig in gedachten en verwonderend, meters achter ons. Het is prachtig hoor, haar kalme kijk op de wereld. Maar als je even vlug de zesjarige naar school wilt brengen, is dat niet echt handig… Uiteindelijk komt de zesjarige toch op haar plek terecht en wij lopen weer richting huis.
Al lopend naar huis, wacht ik op de standaard vraag. Dit keer komt deze niet, maar een andere. „Mama, gaan we Sint Maarten lopen?”

Vrijdagochtend, 8.30 uur. Iedereen is duidelijk aan weekend toe. Maar de zesjarige moet toch echt nog een ochtendje naar school. Op school is iedereen ook duidelijk aan weekend toe. Gelukkig, we zijn niet de enigen… Toch denkt mijn peuter niet aan het weekend als we weer naar huis toe strompelen. Het enige waar hij nog aan kan denken… „Gaan we nu Sint Maarten lopen?”

Zaterdagochtend, 6.30 uur. Drie kleintjes springen boven op me, terwijl ik stug mijn ogen dichthoud en doe alsof ze er nog niet zijn. Maar na tien keer de vraag „MAMA, gaan we vandaag Sint Maarten lopen?” lukt het mij niet om terug te keren naar dromenland. En ik vraag me daarnaast ernstig af, waar-om de kleintjes toch niet gebruik maken van de mogelijkheid uit te slapen…

Zondagochtend, 7.00 uur. De kleintjes hebben mijn gedachtes gehoord en hebben een half uurtje aan de slaaptijd geplakt. Of zal het komen doordat ik ze op zaterdagavond veel te laat naar bed heb gebracht? Hoe dan ook, de peuter is het belangrijkste niet vergeten. Hij komt met zijn lampionnenstokje mij al rammend op mijn hoofd wakker maken. „Mama, gaan we vandaag SINT MAARTEN lopen?” is zijn vraag…

Maandagochtend, 7.30 uur. Na het wakker maken van mijn kleintjes, (ja hoe kan het!? Op maandagochtend slapen ze opeens wél uit…) begint de ochtendstress. Toch lukt het me wederom om de zesjarige op tijd in de schoolbanken te krijgen. Een beetje trots op mezelf, loop ik met mijn peuter en minipeuter weer naar huis. En ja hoor, de peuter is het nog niet vergeten. „Gaan we vandaag dan Sint Maarten lopen?”

Dinsdagochtend, 8.30 uur. We hebben een soort van vast ritueel en de dinsdagochtend gaat meestal met getier en gehaast. Waarom? Geen idee. Maar de zesjarige belandt wederom in haar klasje. Met enige hartkloppingen en een aantal grijze haren rijker, loop ik met de peuter en de minipeuter weer richting huis. Tijdens dit wandelingetjes realiseer ik me dat het vandaag D-Day is, en je raadt nooit wat de peuter mij vraagt…

„Mama, gaan we naar de knutselclub?”

ByKyra geeft je vleugels

Een week geleden, maandagochtend, 6.15 uur…

De zesjarige staat volledig aangekleed én met haar nieuwe ByKyra tas op haar rug naast mijn bed en zegt: “mama, ik ben er al klaar voor”. In mijn hoofd schreeuw ik “WAAR BEN JE KLAAR VOOR??”, maar gelukkig weet ik het slaperig en enigszins vriendelijk uit mijn mond te krijgen. Ze is klaar om naar school te gaan en ze wil niets liever doen dan met haar nieuwe Bykyra sokken (waar ze de nacht al mee had doorgebracht) en haar nieuwe (oké, toegegeven super coole) ByKyra tas.

De zesjarige heeft gehoord dat het buiten een beetje waait en denkt dat ze, als ze straks buiten is, kan vliegen met haar flappervleugels. Deze uitleg gaf Kyra tenslotte bij de tas. ‘Als je gaat huppelen dan flapperen de vleugels.’ Tijdens het ontwerpen zag Kyra het al voor zich. En wat een goed inlevingsvermogen heeft zij toch als het om kinderen gaat. Dit is namelijk precies wat de zesjarige helemaal fantastisch vindt aan haar nieuwe tas. De flapperende vleugels.

Uiteraard moet dat dan ook getest worden. Al rennend gaat mijn zesjarige richting school. “Zag je het mam? Flapperen de vleugels?” En of ze flapperen!

BykyraTas

©Review