Angstvallige overeenkomsten tussen een tattoo en een kleintje

In het verleden heb ik er meerdere malen over nagedacht. Soms wist ik het zeker, ik wil het! En het volgende moment besefte ik mij dat ik er de rest van mijn leven aan vast zou zitten en veranderde ik weer van gedachten.

80% van de mensen met een tattoo krijgt spijt.

Achteraf ben ik blij dat ik het nooit daadwerkelijk gedaan heb. Zoals ik mezelf nu zie, past het niet bij mij. Maar ondanks dat, ben ik niet meteen anti. Eigenlijk ben ik net zo anti als dat ik pro ben. Ik ben neutraal.

Eigenlijk kun je het nemen van een tattoo prima vergelijken met het nemen van een kleintje. Oké, oké, even voor de politieke correctheid; een kleintje krijg je en neem je niet. Maar er komt toch een dag dat je besluit, ik ga ervoor, of niet.

Hier zijn 9 angstvallige overeenkomsten tussen het nemen van een tatoeage en het krijgen van een kleintje.

– Een tatoeage is voor altijd. Een kleintje ook. Behalve dan dat je een tatoeage weg kan laseren. En ook al zou je dat af en toe met je kleintje ook best willen, het is geen optie.

– Zien mensen zo’n aarsgewei, van die vleugels boven je billen? Dan behoor je tot de groep met een tokkie-tekening op het lichaam. Zien mensen je borstvoeding geven? Dan zal je wel tot de borstvoeding- en bakfietsmaffia behoren. Mensen zullen hun oordeel al klaar hebben voordat ze weten wie je bent.

– Als je er eenmaal één hebt, is het banen-aanbod een stuk beperkter geworden.

– Een tatoeage ruïneert je lichaam. Een baby ook. Tenzij je het ziet als versiering of een accessoire.

– Het is altijd duurder dan je in gedachte had. Need I say more?

– Wil je er zelf echt één, of wil je er misschien één omdat iedereen er één heeft…

– Je weet dat het als je er eentje neemt (of krijgt), hoe je het ook went of keert, pijn gaat doen.

– Je denkt dat je er één wilt, maar als je er eenmaal aan gewent bent, wil je er toch nog één en nog één, en nog één, komt er ooit een einde aan?

– Op het moment van het nemen (of krijgen) ben je laaiend enthousiast, maar denk je er 15 jaar later nog steeds zo over?

Gewoonlijke chaos

Is het bij jullie wel eens rustig? Bij mij thuis niet. Een gewone rustige werkweek in mijn gezinsleven lijkt niet te lukken, mijn leven is een gewoonlijke chaos. En terwijl ik dit schrijf bedenk ik dat dit voor een groot deel aan mezelf ligt.

Ik schets een “gewone” werk- schooldag. Het begint op het moment dat de wekker gaat, 7 uur, een lastig moment maar oké. Ik hijs mezelf uit bed en loop als eerste naar de kamer van mijn puber, hier volgt een hele klus om haar wakker te krijgen. Na het eindeloos irritante geluid van haar eigen wekker die ze nooit hoort, roep ik en probeer haar wakker te schudden. Het laatste middel is de dekens van haar af trekken, eindelijk een teken van leven. Bij de kleuter is het iedere dag anders, soms wordt hij wakker van de geluiden van de puber, soms uit zichzelf. Maar als ik hem wakker moet maken, is het geen vrolijke noot.

Na het langzaam wakker worden volgt medicatie, ontbijt, douchen, aankleden, stress, make-uppen, haren, chaos en lunchpakketten. Denk hierbij aan een kleuter die zichzelf nog niet aankleedt en een puber die een kast vol kleding heeft, maar dagelijks zuchtend en stampvoetend door het huis loopt, omdat ze “niets” heeft om aan te trekken. Het standaard rijtje lukt niet dagelijks. Mijn puber bedenkt ’s ochtends ook wel eens dat ze haar schooltas nog moet inpakken en tussen alle haast door roepen natuurlijk Instagram en de nodige chat apps.

Met een beetje geluk gaan we op tijd de deur uit. Iedere dag is het weer een strijd tegen de klok.

Kids op school, ik race naar mijn werk. Op tijd? Op het nippertje of net niet. Eindelijk, computer aan, cappuccino erbij. Mijn werkdag kan beginnen en duurt tot 5 uur. Einde werkdag, richting huis maar eerst langs de plaatselijke supermarkt voor de dagelijkse boodschappen. Ik ben zeer goed in plannen, maar zeer slecht in het bedenken wat we morgen gaan eten. Eenmaal thuis is de kleuter op stuiterbal niveau, de partner op zijn vaste stek, dochter op haar kamer of nog niet thuis. Maar het koken kan beginnen en met een beetje mazzel heb ik gehaald wat iedereen graag wil.

Diner time! Sinds mijn kleuter ziek is geweest, is de structuur in dit gezin ver te zoeken, voor zover het er was. Maar we doen ons best dit terug te vinden. Gezamenlijk eten is iedere dag een uitdaging. In dit gezin eet niet iedereen altijd wat de pot schaft, maar ik probeer een ieder te geven wat ze lekker vinden. Ook dit is een lering die ik heb getrokken tijdens de ziekte van mijn kleuter. Na het eten is iedere dag anders. Doordeweeks volgen 2 dansavonden van de puber inclusief ik als taxi, heeft de partner 2 clubavonden, heeft de kleuter (thank God) nog niets en heb ik minstens 1 vriendinnenavond en probeer ik 1 sportavond te hebben.

Ergens is er rust, na de gewoonlijke chaos. Dan plof ook ik op de bank, ligt de kleuter op bed en zit de puber op haar kamer series te kijken of op haar chat apps.

Balans is mijn manier van leven, maar chaos houdt mijn motor draaiend.

Terwijl ik op de bank zit probeer ik de Zenmodus te vinden. Ik schrijf aan mijn column, of lees wat, ik app met wat vriendinnen, kijk tv en check mijn Facebook.

Ik kijk naar de klok, het is tijd en moet vroeg op. Ik zet de wekker en weet nu al dat ik baal van dat geluid.

Weer een dag met de gewoonlijke chaos.

Liefs, Diana

Second opinion

Soms lopen dingen in je leven anders dan je verwacht had. Het overvalt je en je doet er alles aan om het probleem zo snel mogelijk op te lossen. Achteraf denk je, hmm, wat is er nu eigenlijk gebeurd? En hoe gaat het nu? Je kijkt er nog eens met andere ogen naar. Een second opinion.

Het gebeurde ons twee zomers geleden. Onze jongste dochter zat op het einde van een zware behandeling in het ziekenhuis toen onze oudste dochter opeens neerviel. We hadden al snel door dat ze een epileptische aanval had gehad. Omdat onze wereld midden in de tumoren zat, was dat ook meteen onze grootste angst. Waar komt deze aanval vandaan? Is een tumor de reden van deze aanval?

Het is ‘maar’ epilepsie

Na onderzoek in ons vertrouwde ziekenhuis bleek er geen sprake van een tumor. Een pak van je hart, een last van je schouders. Het is ‘maar’ epilepsie en het kan behandeld worden met medicijnen.

De medicijnen lijken aan te slaan, de aanvallen verminderen en blijven na ruim een jaar zelfs helemaal weg. Onze grote meid neemt haar medicijnen voorbeeldig en we hebben stille hoop dat ze er langzaamaan overheen zal groeien.

Toen leek ze afgelopen najaar toch steeds vaker een korte absence te hebben. Wellicht door de drukke tijden, Sinterklaas, Kerst en vakantie. We wachten januari af, hopelijk dat het dan weer beter gaat. Maar helaas nemen de absences toe en worden haar medicijnen door de arts weer verhoogd.

Medicijnen voor je kleintje voelen nooit goed

Het voelt niet goed, medicijnen voor je kleintje voelen nooit goed. Maar het feit dat de epilepsie nog niet weg is, voelt ook niet goed. We hadden zo de hoop dat het een éénmalig iets zou zijn, iets waar ze heel snel weer overheen zou groeien. Helaas moeten we er nog steeds mee dealen en de adviezen van de arts neem je aan, dus het medicijn blijft zich verhogen.

De flesjes Trileptal vliegen er doorheen en één keer in de zoveel tijd moeten we langs de apotheek om nieuw medicijn te halen. En daar gebeurde iets, waardoor ik mezelf eens kritische vragen ging stellen. De apothekersassistente attendeerde mij erop dat mijn dochter, voor haar leeftijd, een flinke dosis kreeg. Ik stond een beetje met een mond vol tanden toen ze dat zei. Geen flauw benul van hoeveel troep ik eigenlijk in mijn kleintje pomp, elke dag. En waarvoor? De absences bleven aanhouden, het medicijn telkens verhogen leek dus niet de oplossing, maar was wel de enige oplossing die de arts bedenken kon. Maar was het medicijn nu niet erger dan de kwaal? Hield het medicijn de kwaal in stand? Vragen, vragen, vragen… Opeens kwamen de vragen.

Ik ging er vanuit dat het wel over zou waaien

Tijd voor actie. Het moet anders. Het schuldgevoel vliegt me naar de keel. Hoe heb ik dit altijd zo kunnen laten sluimeren? Eigenlijk heb ik me nooit echt in de ziekte verdiept. Ik ging er vanuit dat het wel over zou waaien. Het blijkt helaas niet zo te zijn. Maar nu wil ik duidelijkheid. De arts in het ziekenhuis lijkt ons niet verder te kunnen helpen.

En zo kwamen we terecht bij een kinderepilepsiecentrum, voor een second opinion. Een second opinion, omdat wij vraagtekens hebben bij het behandelplan. Omdat het niet goed voelt. En hoe specialistisch een arts ook is, soms moet een ouder vertrouwen op zijn gevoel en gaan voor een second opinion.

Want opeens kijk je er met andere ogen naar.

Hoe het verder zal gaan, weten we nog niet. De diagnose zal opnieuw gesteld worden en daar zal een passend behandelplan bij komen. 

Puberfeestje

disco tieners

Mijn dochter heeft een feestje, op school. En daar zit ik dan, half in te storten en intussen mezelf bezig, maar vooral wakker te houden. Aan mijn column schrijven en tussendoor 20 keer Facebook checken en ik speel een spelletje. Ik bezoek nog eens een blog site en lees wat, ik krijg en stuur wat appjes heen en weer en luister naar muziek. Nu wordt het toch wel heel erg laat, maar ik moet nog even wachten. In de regel kan ik mezelf prima vermaken, ik houd van de avond, ik ben tenslotte een avondmens. Maar ook ik word ergens moe. Mijn puber niet. Die gaat vol gas, althans op feestjes. Ik ook, maar ik zit nu thuis, wachtend op mijn feestvierende puber.

Zo rond half elf gaat de telefoon, een moeder van een pubervriendin die ook aan het feestvieren is, op diezelfde school. Ze vraagt hoe laat het feestje is afgelopen. Ik zeg, 12 uur, middernacht, dus we wachten nog even. Deze moeder heeft ook een puber, zij zit in de brugklas dus dit is de moeder haar eerste ervaring van een feestvierende puber. Welkom bij de club van de “wachtende en bezorgde” moeders. De moeder haalt hun op, dat is alweer een zorg minder.

Uitgaande van een schoolfeest denk ik aan mijn puber die alleen maar staat de dansen en te giechelen met vrienden en vriendinnen. Ze schenken daar geen alcohol en roken mag natuurlijk niet. Dus geen zorg, want dat doet mijn puber niet. Dat roept iedere ouder, dus ik ook.

Ik vraag mezelf af, wat ik deed toen ik 13 jaar was. Ik zat toen, net als dochterlief, ook in de 2e klas. Schoolfeestjes had ik niet, althans dat denk ik. Ik had wel feestjes, maar niet op school. Had mijn moeder dezelfde zorgen? Helaas, ik weet het antwoord al, mijn moeder had zorgen voor 10 moeders tegelijk, arme moeder.

Ik lees nog wat, het is bijna 12 uur, middernacht, het feestje is bijna voorbij dus dochterlief komt straks weer thuis. Ik heb mezelf al een aantal keer in mijn heerlijke bedje gewaand, maar ik houd nog even vol. Uiteindelijk om half 1 gaat de sleutel in het slot en komt er een doodvermoeide puberdochter binnen. Ha! Eindelijk, gezellig en vertel! “Mam, moet dat echt, ik ben moe ik ga naar bed”. En daar zit ik dan, achterblijvend op de bank, weer kipfit en puber ligt op bed.

Ik wacht met smart op het volgende feestje.

Liefs, Diana

 

Afbeelding: Shutterstock

Ik doe aan kinderverwaarlozing. Want ze spelen buiten. Alleen.

buiten spelen

Mijn kleintjes loslaten. Ik vind het een dingetje. Een lastig dingetje kun je wel zeggen. Vooral als mijn kleine bloedjes buiten gaan spelen. Ik krijg het gevoel alsof ik ze loslaat in een donker bos vol met boze wolven die op de loer liggen en, als ik even niet kijk, toeslaan.

In de realiteit spelen ze aan de overkant. Op het schoolplein, zichtbaar vanuit mijn keukenraam. Ik voel me een zeiksnor als ik niet wil dat ze de straat op gaan, stel je voor wat er allemaal gebeuren kan. En bovendien heb ik geen zin om constant mee te moeten, want de peuter wil ook mee. En ik voel een vlaag paniek als ik mijn kleintjes even niet zie terwijl ik naar ze gluur.

‘Er komt een dag dat jouw 8-jarige vraagt of ze alleen buiten mag spelen.’ Ho, stop! Wat? Wacht even… 8-jarige? Het is de eerste regel die ik lees uit een artikel van VROUW (Telegraaf) en dat maakt mij natuurlijk nieuwsgierig naar meer. Want ik voel mij, mede door de boventitel ‘Kinderen alleen laten buitenspelen is kinderverwaarlozing’, een beetje aangesproken.

Mijn kleintjes zijn 4 en 6. En ze spelen buiten. Alleen. En nee ik laat ze niet de busbaan over sprinten. Of vissen aan de waterkant. Maar ze zijn daar wel, op het schoolplein. Alleen. Weet ik veel wat aan het spelen.

Als ik het artikel moet geloven, zou ik in sommige staten van Amerika worden aangeklaagd voor verwaarlozing. Bijvoorbeeld in Kansas is het verboden om kinderen onder de zes jaar alleen buiten te laten spelen. En in Illinois is het voor kinderen tot hun veertiende zelfs verboden om alleen thuis te blijven.

Pfff. Ik heb laatst de kleintjes voor de tv gezet en ik ben de hond uit gaan laten. Zolang er een kinderserie van Netflix aanstaat, hebben ze toch geen aandacht voor überhaupt iets wat er om hen heen gebeurt.

Ik vind het nogal wat, ik ben blijkbaar helemaal niet zo slecht in het loslaten. Sterker nog, ik verwaarloos ze zelfs!

En toch denk ik dat het wel goed is zo. Ik moet ze ook de ruimte kunnen geven om de wereld te ontdekken. Om zichzelf te laten ontdekken, wie ze zijn en waar ze staan. Zelfstandig vriendschappen te sluiten om vervolgens weer ruzie met deze vrienden te maken. En ja, ook kattenkwaad uit te halen. Is dat nou echt kinderverwaarlozing? Of misschien kinderverrijking?

 

Afbeelding: Shutterstock

De beste verstopplekken, aldus je kleintje

Verstoppertje spelen met je kleintje is leuk. Ontzettend leuk! En erg nuttig als je een powernap nodig hebt, maar vandaag heb ik het over de geniale verstopplekken van je kleintje. Ik houd ervan. Van de eenvoud waarin de kleintjes denken. En één ding is zeker, kleintjes zijn ontzettend slecht in een potje verstoppertje spelen. En dan vooral in het verzinnen van een geniale verstopplek. En als ze dan eenmaal denken een onvindbare plek gevonden te hebben, gebruiken ze deze plek elke keer, keer op keer weer als verstopplek met de overtuiging dat je hem of haar daar never nooit niet vinden zal.

Vandaag presenteer ik de slechtste, maar volgens je kleintje de allerbeste, verstopplekken…

verstoppen

Ik zie jou niet, dus jij ziet mij niet…

Die benen, dat blijft toch een dingetje…

Als ik achter een voorwerp sta, ben ik onzichtbaar. Duh.

Verrassend goed gelukt!

Werkende moeders, het mooie ervan

mama gaat naar werk

Er wordt een hoop gezeurd en geklaagd over en door werkende moeders. Hoe zwaar het allemaal is om de hele dag te werken en dat je er toch zelf voor kiest of soms geen keuze hebt, maar niet zo zeuren moet. Jaja, we weten het wel. Maar vandaag, terwijl ik naar het zonnetje met mijn cappuccino, achter het raam naar buiten zit te kijken, vandaag vertel ik je over het mooie ervan. Het mooie van een werkende moeder zijn.

Want als je werkende moeder bent en je kleintje onverwachts ziek wordt, dan voel je je oermoeder en probeert de gradatie van de ziekte te beoordelen. Aan de hand daarvan ga je jezelf in allerlei bochten wringen om iemand (opa’s en oma’s) vragen om je eigen zieke kleintje te verzorgen. Of je vraagt gewoon een verlofdag aan.

Je zorgt als werkende moeder voor het inkomen of een goede aanvulling daarop. Dat betekent dat je soms ingewikkelde, maar vooral ook hele leuke en gezellige gesprekken op je werk hebt. Bovendien is het ook goed voor je sociale leven.

Als alle kleintjes op school zitten, kun je met een gerust hart denken dat ze leerzaam goed bezig zijn, er goede opvang is en lekker aan het spelen zijn met vriendjes en vriendinnetjes. Het scheelt ook veel geld voor de opvang ten opzichte van het eerdere kinderdagverblijf. Yeah!

Als de zon schijnt, zoals vandaag, kan je bedenken terwijl je naar buiten kijkt met je kopje cappuccino, dat je kleintje, terwijl hij op school zit, thuis of bij de opvang, heerlijk aan het (buiten)spelen is. Overigens is naschoolse opvang een goede gelegenheid voor het spelen met vriendjes en vriendinnetjes zonder dat je eigen huis een kolere zooi wordt.

Ik moet er overigens niet aan denken, de hele dag in een joggingbroek te lopen.

Soms is een wandelingetje naar een andere afdeling of kantoor ook leuk voor de broodnodige social talk. En met heel lekker weer ga ik een kleine wandeling maken met leuke collega’s tijdens de lunchpauze. Lekker op eigen niveau.

Als het schoolvakantie is, heb ik ook vakantie, althans dat is hoogstens maar voor een paar weken. In de praktijk is dat één week of misschien wel twee. Maar het idee van 12 weken vakantie in het jaar klinkt mooi toch? Heerlijk voor die kids om bij te komen. Ik geniet van mijn vrije dagen met mijn kids, extra quality time.

En weet je hoe leuk en bijzonder het is als je één of twee keer per week je kleintje van school mag halen? Dat gevoel als het meest blije kindje uit de klas bijna uit de rij rent omdat de werkende mama het kleintje komt ophalen.

Maar het allermooiste aan een werkende moeder zijn, is dat je altijd, 24/7, en tot in den treuren aan toe, er bent voor je kleintjes. Dat is toch best een voorrecht. Want indien nodig en bij nood, sta ik met 10 minuten bij mijn kroost.

Dat lieve mensen en nog veel meer, is het mooie van een werkende moeder.

Ps. En nee dit is geen aanval op de thuisblijfmoeder, maar puur een gelukzalig momentje van een werkende moeder, uit het raam kijkend met haar cappuccino op kantoor.

Liefs, Diana

 

Afbeelding: Shutterstock

 

Waarom koken de grootste rotklus is…

moeder kookt

Wij hebben een kleintje die het avondeten verafschuwd. ’s Morgens vroeg vraagt ze al wat voor avondeten haar te wachten staat. Ze zegt er tegenwoordig wel bij ‘Ik zal niet zeggen dat ik het niet lust’. Maar als ik met mijn antwoord kom, trekt ze een kop alsof ze een zure hondendrol voorgeschoteld gaat krijgen. Het enige goede antwoord dat ik kan geven, is patat of spinazie à la crème. Aangezien we dat niet elke avond eten, is het weleens een drama bij ons aan tafel. Niet echt gezellig, maar het gebeurt helaas vaker dan me lief is.

Nee, het maken van het avondeten is, voor de flopkok die ik ben, echt een hels karwei. Alleen al om het feit dat er (bijna) niemand blij is met het geleverde werk. Maar er zijn meerdere redenen waarom koken de grootste rotklus is…

Voor koken heb je voedsel nodig. Voedsel komt niet vanzelf in je koelkast, tenzij je elke week Appie laat komen, maar die luxe is mij niet gegund. Het betekent voor mij simpelweg boodschappen doen. Zelf een lijstje maken en zelf boodschappen doen in de supermarkt. Aangezien ik verschrikkelijk slecht ben in plannen en pas voor het boodschappen doen mét kleintjes (waarom lees je hier), ben ik gedoemd om in het weekend de nodige boodschapjes in huis te halen die we nodig hebben voor het leuke en gezellige avondeten van de komende week. En geloof me, ik weet echt héél veel leukere dingen te doen in het weekend.

En dan mag ik de hele week een fijn diner voor mijn gezin verzorgen. Om dat diner klaar te maken, is een goede planning tevens een vereiste. Zoals je net al las, plannen behoort niet tot mijn talenten. Maar er moet toch gekookt worden en dus waag ik mijzelf elke avond weer aan deze uitdaging. Helaas blijkt altijd dat de aardappelen al 10 minuten klaar zijn, terwijl de groente nog gewassen moet worden. Dit komt door mijn klunzigheid, maar ook door een kleintje die mij, altijd opeens tijdens het koken, vraagt om te helpen met haar huiswerk. En anders is er wel een kleintje dat opeens besluit om uitgebreid te gaan poepen en de poep daarna overal op te smeren… Oké, you get the point.

Als dan eenmaal het gekookte eten op tafel staat en iedereen klaar is om te eten, komt het spannendste deel. Gaan we met z’n allen gezellig eten, of valt de ene na de andere kegel, al “DIT LUST IK NIET”schreeuwend, om? Helaas voor ons is dat laatste drie van de vier keer het geval. Laat ik het zo zeggen, het motiveert me niet om mijn best te doen om een gezonde maaltijd op tafel te zetten.

Als beloning krijg ik de zooi die er achtergelaten wordt. Geen fooitje of bedankje voor de ‘lekkere’ maaltijd, alleen maar spinazieresten die vastgeplakt zijn aan de tafel, soms zelfs onder tafel en een aanrecht vol met vuile vaat. En heus, ik zou het het allemaal waard vinden als, als iedereen heerlijk genoten heeft van mijn fijne maaltijd…

Koken… Hoe graag ik het zou willen kunnen, het is de grootste rotklus die er is.

 

Afbeelding: Shutterstock

5 feitjes voor een moeder van een peuter

peuter

Zomaar op een dag verandert je lieve kleine dreumesje in een peutermonster. Als ‘moeder met een perfect leventje met lief klein kindje’ word je dan ook opeens een ‘oververmoeide moeder met een peuterpuber (from hell), die leeft op al dan niet afgekloven rijstwafels, koffie en wijn’. Misschien wat overdreven, maar je snapt het punt.

Althans, je snapt het punt als je de volgende feitjes bijzonder goed herkent…

Feitje 1: Babydoekjes zijn niet alleen voor babybilletjes. Ook de handjes, neusje, eigenlijk je hele peuter kun je er prima mee wassen vlak voordat je de deur uitmoet. Ze zijn ook bijzonder nuttig tijdens de fase ‘zindelijk worden’. Denk namelijk maar niet dat je dan van de vieze poepbillen af bent, zo nu en dan staat je peuter doodleuk naast je te poepen. Midden op het schoolplein. Geloof me, dit wil je niet met een washandje schoonmaken, dit doe je met een half pak billendoekjes. En met de andere helft van het pak maak je de badkamervloer schoon.

Feitje 2: Soms is de dag te lang. Maar je weet, een middagdutje betekent de hele avond een wakkere peuter. En dat willen we niet. Aan het einde van de middag kun je dus ook beter geen autoritjes meer plannen. En als het dan toch moet, radiovolume op voluit, alle ramen open en af en toe heel luid naar je peuter roepen “HÉ, MOET JE DAAR NOU KIJKEN!” Werkt het niet, dan is er nog maar één oplossing: wijn. Voor jezelf uiteraard.

Feitje 3: Peuters willen wat jij hebt. Misschien is het zelfs wel de truc om je peuter aan het eten te krijgen. Als je net doet alsof die aardappel een klomp goud is, die je never nooit niet zou weggeven, die je beschermt met je leven. Dan kun je op je vingers natellen dat je peuter die aardappel van jou moet en zal hebben. Als je peuter deze dan te pakken heeft, doe dan alsof je ontzettend verdrietig bent, grote kans dat je peuter er snel een hap van neemt. En dan zijn er peutertjes die medelijden met je krijgen en het klompje goud (de aardappel) met je delen. Maar er zijn ook van die monsters die de aardappel zo snel mogelijk naar binnen werken en in de tussentijd naar je blijven kijken om te zien of je wel aan het lijden bent.

Feitje 4: Waarom, WAARom, WAAROM? En echt, vraag me niet waarom, want ik weet het niet.

Feitje 5: Juich nóóit te vroeg! Is je peuter zindelijk? Slaapt je peuter eindelijk de hele nacht, na drie jaar, door? Lust je peuter sperziebonen? Op het moment dat je het nieuws wereldkundig maakt, pist je peuter zijn broek vol. Of is de komende maand elke nacht weer aan het krijsen. En die sperziebonen kun je in je neus stoppen. Juich nooit te vroeg.

 


feitjes moeder peuter

Afbeelding: Shutterstock

Foto’s waar onze ouders vandaag de dag voor gearresteerd zouden worden

Heb jij ze ook? Van die foto’s in je fotoboek waar je ouders vandaag de dag voor gearresteerd zouden worden?

Zoals deze:

bierfoto

Als je vandaag de dag je kind een slokje Coca Cola geeft wordt er al bijna melding gedaan bij het AMK. Mijn vader schonk regelmatig een (denkbeeldig) slokje bier bij mij naar binnen…

roken-foto

En wat dacht je van al de peuken op de foto’s? De sigaretten stonden in mijn kindertijd net niet meer als borrelnootjes op de tafel, maar rokerige foto’s en sigaretten zijn er genoeg te vinden in mijn fotoboek.

Zwarte Piet! Na weken lang dreigen met ‘Als Zwarte Piet dat ziet…’ schminkte mijn ouders mij als Zwarte Piet! Met overigens ook nog een enorm grote rode mond. Zwarte Piet, en zo noemde ze dat ook gewoon. ZWARTE PIET!

zwartepiet

En wat dacht je van de autostoeltjes? Ik kan mij herinneren dat ik heel wat ritjes op de hoedenplank heb gelegen. Maar dit noemden ze dus een autostoeltje…

Maar het kon ook gewoon zo:

Om nog maar te zwijgen van alle naaktfoto’s, welke ik nu natuurlijk niet ga plaatsen, want stel je voor… Kortom, je kunt wel zeggen dat er het één en ander veranderd is door de jaren heen. Met andere woorden; een generatiekloof.

Ik ben benieuwd, heb jij ze ook? Van die foto’s waarvoor je ouders vandaag de dag gearresteerd zouden worden?