‘Mijn kind zet het op een krijsen als ik haar bij het KDV ophaal, dat is toch raar?’

Elke dag volg ik hetzelfde ritueel. Om precies 17.00 uur rijd ik de parkeerplaats van het kinderdagverblijf op, het hart bonkend van opwinding omdat ik mijn dochter na een lange dag werken eindelijk weer kan zien. Terwijl ik mijn jas dichtrits en richting de ingang loop, stel ik me voor hoe ze blij zal opkijken, misschien zelfs met een klein sprintje naar me toe zal rennen. Een knuffel, een kus, een enthousiast “Mama!”, dat soort dingen. Maar helaas, de werkelijkheid ziet er net iets anders uit.

Krijsen

Wanneer ik de deur van de groep open en mijn dochter mij ziet, gebeurt er namelijk iets heel vreemds. Ze kijkt me even aan, haar lip begint te trillen, en dan… bam! Ze barst in tranen uit alsof ik haar zojuist verteld heb dat haar favoriete knuffel in de wasmachine is verdwenen. Schreeuwen, snikken, snot en tranen; het hele pakketje. De eerste keer dat dit gebeurde, stond ik perplex. Wat was er mis? Wilde ze niet naar huis? Was ze boos op mij? Had ze een rotdag gehad? Maar nee, haar leidster verzekerde me dat ze het hartstikke leuk had gehad en vrolijk had gespeeld. Toch bleef het een raadsel. Waarom zet ze het dan op een krijsen zodra ze mij ziet?

Natuurlijk, ik ben heus niet onbekend met driftbuien. Ze zijn een welbekend onderdeel van het ouderschap. Maar dit voelt anders. Het is geen driftbui van vermoeidheid of frustratie omdat ze bijvoorbeeld haar jas niet aan wil doen. Nee, het lijkt een soort explosie van emoties die eruit komt zodra ze mij ziet. Als een fles cola die al de hele dag geschud is en die op het moment van de hereniging ineens ontkurkt wordt.

Opgekropte emoties

Ik vroeg het aan een vriendin die ook kinderen heeft. “Oh, dat is heel normaal,” zei ze nuchter. “Mijn zoon deed dat vroeger ook. Het is juist een teken dat ze zich veilig bij je voelt. Bij jou kunnen alle opgekropte emoties van de dag eruit.” Ik keek haar aan, nog niet helemaal overtuigd. Dus dat krijsen, snotteren en zich aan mijn been vastklampen als een kleine koalabeer betekent dat ze zich veilig voelt?

Ik besloot het aan de leidster van het kinderdagverblijf te vragen, want misschien had ik iets gemist. Die lachte en bevestigde hetzelfde verhaal. “Het is heel normaal hoor, het betekent dat ze haar emoties de hele dag in bedwang heeft gehouden en dat ze die bij jou durft te uiten. Ze voelt zich zo verbonden met jou dat ze zich bij jou helemaal laat gaan.” Dat was natuurlijk een fijn idee, maar eerlijk gezegd vond ik het nog steeds behoorlijk gênant, daar op dat kinderdagverblijf, met al die andere ouders die hun kinderen vrolijk ophaalden terwijl die van mij zich gedroeg alsof ze net uit een horrorfilm was ontsnapt.

Ben ik de enige?

En dan heb je nog die andere ouders. Je kent ze wel, die met de kinderen die vrolijk met hun rugzakje komen aanhuppelen, zwaaiend naar hun vriendjes terwijl ze hun jas al aandoen voordat hun moeder “ga je mee?” heeft kunnen vragen. En daar sta ik dan, worstelend met een krijsend, spartelend kind, alsof ik haar net uit haar favoriete speeltuin heb geplukt. Oprecht, het voelt soms alsof ik de enige moeder ben met dit fenomeen…


Uitgelichte afbeelding: Shutterstock

’10 euro zakgeld per week vind ik belachelijk!’

Laatst was het weer zover: een van die alledaagse momenten waarop je als moeder wordt geconfronteerd met de harde realiteit van het ouderschap. Ik stond in de keuken, met mijn handen vol afwas en mijn hoofd vol boodschappenlijstjes, toen mijn tienjarige dochter met een daverende vraag kwam: “Mama, hoeveel zakgeld krijg ik eigenlijk?”

Ik keek haar even aan, zoekend naar de juiste woorden. Want eerlijk gezegd, had ik geen idee. Niet dat ik er niet over had nagedacht, maar hoeveel zakgeld geef je een kind van tien? Genoeg om te leren omgaan met geld, maar niet zoveel dat ze denkt dat het altijd uit de lucht komt vallen. Terwijl ik dit allemaal overwoog, kwam ze met een bommetje: “Lisa krijgt tien euro per week!”

Tien euro per week?

Mijn mond viel bijna open. Tien euro per week?! Is dat serieus wat kinderen tegenwoordig krijgen? Voor een moment voelde ik me teruggeflitst naar mijn eigen jeugd, waar ik wekelijks een paar gulden kreeg – genoeg voor een zak snoep en misschien een Donald Duck, als ik echt zuinig deed. Maar tien euro per week? Wat moest Lisa daar in hemelsnaam mee kopen? Een bescheiden aandelenportefeuille of alvast een voorschot op haar eerste auto?

Ik probeerde mijn verbazing te verbergen en vroeg: “En wat doet Lisa met al dat geld?” “Ze koopt Pokémon-kaarten en spaart voor een nieuwe iPad,” zei mijn dochter alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Oké, dus we zijn het stadium van een zakje chips en een nieuwe gum blijkbaar al ver voorbij.

Niet krenterig

Nu ben ik echt niet krenterig. Ik vind het belangrijk dat kinderen leren omgaan met geld, dat ze leren sparen, keuzes maken en dat ze begrijpen dat geld niet oneindig is. Maar tien euro per week aan zakgeld, dat komt neer op veertig euro per maand. Veertig euro! Toen ik tien was, voelde ik me rijk als ik dat bedrag in een half jaar bij elkaar had gesprokkeld.

Ik vroeg me af of ik misschien ouderwets was. Misschien is het inflatie. Misschien is het gewoon de moderne tijd en loopt iedereen nu met een eigen bankpasje en een spaarrekening vol kinderbijslag rond. Maar toch, het bleef aan me knagen. Want wat leren we onze kinderen als we ze zoveel zakgeld geven? Dat alles in overvloed beschikbaar is? Dat je alleen maar hoeft te vragen en je krijgt het? Ik wil mijn dochter leren dat je moet werken voor wat je wilt, dat geld verdienen tijd en inspanning kost.

Redelijk bedrag

Dus, wat is dan een redelijk bedrag voor een tienjarige? Vijf euro per week? Drie euro? Is dat dan weer te weinig? Terwijl ik me afvroeg of ik in het volgende schoolpleinoverleg als de gierige moeder zou worden bestempeld, hoorde ik mijn dochter zachtjes mompelen: “Dus, hoeveel krijg ik nou?”

“Hoe zou jij vijf euro per week vinden?” vroeg ik. Ze keek me even aan, dacht na, en haalde toen haar schouders op. “Prima,” zei ze luchtig. “Kan ik sparen voor een grotere LEGO-set.” En daarmee was het gesprek voorbij, alsof die hele tien-euro-discussie nooit had plaatsgevonden.

In de dagen die volgden, bleef ik er toch over piekeren. Niet zozeer over het bedrag zelf, maar over de waarde die we kinderen meegeven. Is het belangrijk dat ze veel geld hebben, of is het belangrijker dat ze leren wat geld waard is? En hoe voorkom je dat je kind de enige is zonder dure gadgets, terwijl de rest van de klas lijkt te zwemmen in zakgeld?

Gespaard

Een week later kwam mijn dochter weer naar me toe, met een grote glimlach. “Mama, ik heb nu al vijftien euro gespaard! Ik ga er nog tien bij doen en dan kan ik die LEGO-set kopen die ik wilde!” Tien euro? Ik keek haar verbaasd aan. “Ja, van mijn verjaardagsgeld!” riep ze vrolijk. “Ik heb nog niks uitgegeven, want ik wil die set heel graag.”

En daar zat ik, met een grijns van oor tot oor. Want het bleek maar weer: kinderen leren snel. Zelfs met vijf euro per week had ze de waarde van sparen en keuzes maken begrepen. Misschien was tien euro per week inderdaad belachelijk, maar uiteindelijk gaat het niet om het bedrag. Het gaat erom dat ze leren plannen, sparen en genieten van de beloning die ze zelf bij elkaar hebben gespaard.

Dus, voor nu blijft het bij vijf euro. En wie weet, als ze echt een keer heel overtuigend komt uitleggen waarom ze een loonsverhoging verdient, ga ik er nog eens over nadenken. Maar tot die tijd ben ik stiekem best trots op mijn zuinige dochter en een beetje op mezelf, voor het niet toegeven aan de zakgeldinflatie van de moderne tijd.


Uitgelichte afbeelding: Shutterstock

Middagslaapje op het KDV betekent een lange avond voor ons…

Elke werkdag om precies 13.15 uur gebeurt het weer. Terwijl ik achter mijn bureau probeer mijn inbox weg te werken, verschijnt er een berichtje op mijn telefoon. “Je zoontje ligt lekker te slapen,” staat er dan vrolijk, vergezeld van een foto waarop hij vredig in een klein kinderbedje ligt, knuffel stevig in zijn armpjes geklemd. Het is zo’n beeld waar je hart van smelt. Tenminste, dat zou je denken. Maar in plaats daarvan bekruipt me een onmiskenbaar gevoel van onrust.

Want ik weet inmiddels wat die ogenschijnlijk onschuldige middagdutjes betekenen: een lange, eindeloze avond vol energie, springend op de bank, pratend tegen zijn knuffels en eindeloze verzoekjes om nóg een boekje voor te lezen. Middagslaapje op het KDV betekent een avondklok die ver voorbij zijn normale bedtijd reikt. En ik kan je vertellen, na een lange werkdag sta ik niet bepaald te springen om een peuter die om negen uur ’s avonds nog vol energie rondstuitert alsof hij net een dubbele espresso op heeft.

De uitdaging

Nu hoor ik je denken: “Nou, laat hem dan niet slapen!” Maar daar begint de uitdaging pas echt. Want wanneer ik het KDV verzoek om het dutje over te slaan, word ik geconfronteerd met een ander probleem: een peuter die de hele middag door het kinderdagverblijf strompelt als een zombie op suikerontwenning. Zijn humeur daalt dan tot diep onder het vriespunt en hij verandert in een mopperend, klagerig hoopje mens. De leidsters kijken me dan hoofdschuddend aan als ik hem ophaal, met zo’n blik van “Hij heeft echt zijn slaap nodig, hoor.”

Ik sta dus voor een dilemma. Als hij op het KDV slaapt, is hij de rest van de middag en avond de koning te rijk, klaar om de wereld te veroveren. Maar dat betekent voor ons thuis een eindeloze avond van een peuter die de slaap gewoon niet kan vatten. Geen enkel slaapritueel is dan nog effectief. Verhaaltjes, knuffelen, een rustig muziekje; hij ligt gewoon te stuiteren in zijn bed terwijl wij uitgeput op de bank ploffen, verlangend naar het moment dat we zelf ook eindelijk naar bed kunnen.

Onhandelbaar en de leidsters

Maar als hij niet slaapt, is hij op het KDV onhandelbaar en de leidsters laten subtiel merken dat ze daar ook niet blij van worden. Terecht natuurlijk, want een chagrijnige peuter is geen pretje voor de andere kinderen en ook niet voor de leidsters die hun best doen om alles in goede banen te leiden. Ze suggereren dan of hij niet toch ‘een kort dutje’ kan doen. “Gewoon een halfuurtje, dan is hij net even bijgetankt,” zeggen ze dan hoopvol. Ja, dat klinkt leuk in theorie, maar probeer een tweejarige maar eens uit zijn middagdutje te halen na dertig minuten. Hij wordt wakker als een draak en de rest van de middag is hij vervolgens nóg knorriger.

Vicieuze cirkel

En zo zitten we vast in een vicieuze cirkel. Geen slaap betekent chagrijnig op het KDV. Wel slaap betekent een mini-energiebom in huis, lang nadat wij zelf al willen gaan slapen. Ergens hoop ik dat er een magische oplossing bestaat, een toverformule waarmee ik mijn zoontje perfect in balans krijg, zodat hij op het juiste moment slaperig is en op het juiste moment energiek. Maar tot die tijd blijf ik iedere dag opnieuw met mijn telefoon in de hand zitten, in spanning afwachtend of dat verlossende slaapbericht weer binnenkomt.


Uitgelichte afbeelding: Shutterstock

Vijf dagen in de week naar het KDV, wat kost dat wel niet?

Als werkende ouder is het vaak een puzzel om werk en gezin op elkaar af te stemmen. Een van de meest praktische oplossingen is dan ook het kinderdagverblijf. Je kind wordt opgevangen in een veilige en stimulerende omgeving terwijl jij aan het werk bent. Maar, zoals zoveel ouders zullen beamen, er hangt wel een stevig prijskaartje aan vast. Zeker als je overweegt om je kind vijf dagen in de week naar het kinderdagverblijf te sturen. Maar wat kost dat eigenlijk? En hoe zorg je ervoor dat je niet financieel kopje onder gaat?

1. De basis: wat kost een kinderdagverblijf per uur?

De kosten van een kinderdagverblijf variëren enorm per regio en per opvang. Gemiddeld liggen de kosten tussen de €8 en €10 per uur per kind. Als je ervan uitgaat dat je kind vijf dagen per week, 10 uur per dag naar het kinderdagverblijf gaat, kom je uit op ongeveer €400 tot €500 per week. Dat is al snel €1.600 tot €2.000 per maand! En dan hebben we het nog niet eens over eventuele extra kosten, zoals luiers, voeding of activiteiten.

2. Kinderopvangtoeslag: een welkome verlichting

Gelukkig biedt de overheid kinderopvangtoeslag, een financiële tegemoetkoming voor werkende ouders. De hoogte van deze toeslag is afhankelijk van je inkomen, het aantal kinderen en het aantal uren dat je werkt. Hoe hoger je inkomen, hoe minder toeslag je krijgt. Voor veel ouders is de kinderopvangtoeslag een onmisbare steun, maar zelfs met deze toeslag blijven de kosten vaak hoog.

Het is belangrijk om te weten dat de kinderopvangtoeslag een maximum aantal uren en een maximum uurtarief vergoedt. Voor 2024 is het maximale uurtarief vastgesteld op €9,12. Als het kinderdagverblijf dat je hebt gekozen een hoger uurtarief hanteert, betaal je het verschil zelf. Het is dus verstandig om te checken hoeveel uren je maximaal vergoed krijgt en wat je uiteindelijk zelf moet bijleggen.

3. Bereken je netto kosten

Om een goed beeld te krijgen van wat je netto betaalt, moet je je bruto kosten van de kinderopvang verminderen met de kinderopvangtoeslag. Er zijn online handige rekenhulpen waarmee je kunt uitrekenen hoeveel kinderopvangtoeslag je kunt verwachten. Stel dat je bruto €1.800 per maand betaalt en je ontvangt €1.000 aan toeslag, dan zijn je netto kosten €800. Dat is nog steeds een flink bedrag, maar het scheelt aanzienlijk in vergelijking met de bruto kosten.

4. Is vijf dagen wel nodig?

Vijf dagen per week naar het kinderdagverblijf kan voor sommige gezinnen noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld als beide ouders fulltime werken. Maar het is goed om na te denken over alternatieven. Kun je wellicht flexibeler werken? Een dag thuiswerken kan al veel schelen in de kosten. Of misschien is een combinatie van kinderopvang en een gastouder een optie, waarbij je de kosten kunt spreiden.

Ook is het de moeite waard om te kijken naar de mogelijkheden voor een vorm van oppas door familie of vrienden, al dan niet tegen een kleine vergoeding. Soms kan een combinatie van een aantal dagen kinderdagverblijf en een paar dagen oppas aan huis een goede oplossing zijn.

5. Wat krijg je ervoor terug?

De kosten van kinderopvang zijn hoog, maar het is belangrijk om ook te kijken naar wat je ervoor terugkrijgt. Kinderdagverblijven bieden niet alleen opvang, maar ook educatie en sociaal-emotionele ontwikkeling. Kinderen leren samen spelen, delen, en ontwikkelen hun taal- en motorische vaardigheden in een veilige omgeving. Bovendien geeft het ouders de kans om te werken of te studeren en daarmee bij te dragen aan de economische stabiliteit van het gezin.

Vijf dagen in de week naar het kinderdagverblijf sturen is een flinke financiële investering, maar voor veel ouders onmisbaar om werk en gezin te kunnen combineren. De kosten kunnen variëren afhankelijk van je persoonlijke situatie en het type opvang dat je kiest, maar dankzij de kinderopvangtoeslag is er enige verlichting. Het blijft echter belangrijk om je goed te informeren en alle opties te overwegen.

Dus, voordat je de knoop doorhakt, maak een grondige berekening, bespreek alle opties met je partner, en bekijk of er alternatieven zijn die beter bij jullie situatie passen. Want hoewel het misschien voelt alsof je elke maand een fortuin betaalt, investeer je uiteindelijk in de ontwikkeling van je kind én in de balans tussen werk en privé. En dat is uiteindelijk toch onbetaalbaar?


Uitgelichte afbeelding: Shutterstock

De kernmerken van de vier verschillende opvoedstijlen

Elke ouder heeft zijn of haar eigen manier van opvoeden, maar psychologen hebben vier basisopvoedstijlen geïdentificeerd: autoritair, permissief, autoritatief en verwaarlozend. Deze stijlen verschillen van elkaar in de mate van controle en betrokkenheid die ouders uitoefenen over hun kinderen. In dit artikel bespreken we de kenmerken van deze vier opvoedstijlen, hun verschillen en de mogelijke effecten op kinderen. Vind je dit nou een interessant onderwerp? Hier gaan we dieper in op de verschillende soorten ouderschapsstijlen.

1. Autoritaire opvoedstijl

De autoritaire opvoedstijl wordt gekenmerkt door een hoge mate van controle en lage mate van warmte. Ouders die deze stijl volgen, stellen strikte regels op en verwachten dat hun kinderen deze zonder tegenspraak opvolgen. Ze hechten veel waarde aan gehoorzaamheid en discipline, en overtredingen worden vaak streng bestraft.

Kenmerken van de autoritaire opvoedstijl:

  • Strikte regels en hoge eisen: Ouders verwachten onvoorwaardelijke gehoorzaamheid en leggen nadruk op discipline.
  • Weinig emotionele steun: Er is vaak weinig ruimte voor de emotionele behoeften van het kind.
  • Autoritaire communicatie: De communicatie is meestal eenrichtingsverkeer; ouders bepalen de regels en kinderen moeten deze opvolgen zonder discussie.
  • Straffen bij overtredingen: Ouders hanteren vaak harde straffen om ongewenst gedrag te corrigeren.

Invloed op kinderen: Kinderen die opgevoed worden met een autoritaire stijl kunnen gehoorzaam en gedisciplineerd zijn, maar ze ontwikkelen vaak een laag zelfbeeld en hebben moeite om zelf beslissingen te nemen. Ze kunnen ook angstig, teruggetrokken of opstandig worden.

2. Permissieve opvoedstijl

De permissieve opvoedstijl wordt gekenmerkt door veel warmte en betrokkenheid, maar weinig regels en discipline. Ouders die deze stijl aanhangen, zijn tolerant en geven hun kinderen veel vrijheid om hun eigen beslissingen te nemen. Ze willen vaak de ‘vriend’ van hun kind zijn en vermijden conflict.

Kenmerken van de permissieve opvoedstijl:

  • Weinig regels en grenzen: Ouders stellen nauwelijks eisen en hebben weinig structuur in het gezin.
  • Hoge mate van warmte: Ouders zijn liefdevol, ondersteunend en proberen het kind gelukkig te maken.
  • Weinig controle: Ouders geven hun kinderen veel vrijheid en laten hen hun eigen weg vinden.
  • Vermijden van confrontaties: Ouders vermijden het geven van straffen of het opleggen van regels om conflicten te voorkomen.

Invloed op kinderen: Kinderen die permissief worden opgevoed, kunnen moeite hebben met zelfbeheersing en discipline. Ze hebben vaak problemen met het accepteren van autoriteit en kunnen impulsief of veeleisend gedrag vertonen. Ze voelen zich echter vaak geliefd en gesteund door hun ouders.

3. Autoritatieve opvoedstijl

De autoritatieve opvoedstijl, ook wel de democratische opvoedstijl genoemd, combineert hoge warmte en betrokkenheid met duidelijke regels en grenzen. Ouders die deze stijl volgen, zijn ondersteunend en liefdevol, maar ze stellen ook grenzen en eisen aan het gedrag van hun kinderen. Ze moedigen zelfstandigheid aan, maar binnen een kader van duidelijke verwachtingen.

Kenmerken van de autoritatieve opvoedstijl:

  • Duidelijke regels en structuur: Ouders stellen duidelijke verwachtingen en geven uitleg over de redenen achter hun regels.
  • Hoge mate van betrokkenheid: Ouders zijn warm, liefdevol en geïnteresseerd in het leven van hun kind.
  • Open communicatie: Er is veel ruimte voor dialoog; kinderen worden aangemoedigd om hun mening te geven.
  • Consistente discipline: Ouders hanteren consequent regels en straffen, maar doen dit op een ondersteunende en redelijke manier.

Invloed op kinderen: Kinderen die worden opgevoed volgens de autoritatieve stijl, ontwikkelen vaak een gezond zelfvertrouwen, zijn sociaal vaardig en hebben een positief zelfbeeld. Ze zijn in staat om zelfstandig beslissingen te nemen, maar respecteren ook regels en autoriteit. Dit wordt over het algemeen gezien als de meest effectieve opvoedstijl.

4. Verwaarlozende opvoedstijl

De verwaarlozende opvoedstijl wordt gekenmerkt door een lage mate van controle en een lage mate van betrokkenheid. Ouders die deze stijl hanteren, zijn vaak emotioneel afwezig en bieden weinig tot geen ondersteuning of begeleiding. Ze tonen weinig interesse in het leven van hun kinderen en stellen nauwelijks regels of verwachtingen.

Kenmerken van de verwaarlozende opvoedstijl:

  • Gebrek aan betrokkenheid: Ouders tonen weinig interesse in de behoeften of emoties van hun kinderen.
  • Weinig tot geen regels: Er zijn nauwelijks verwachtingen of richtlijnen voor het gedrag van het kind.
  • Gebrek aan emotionele steun: Ouders bieden geen of weinig emotionele ondersteuning of liefde.
  • Ongestructureerde omgeving: Het kind wordt vaak aan zijn lot overgelaten zonder begeleiding of toezicht.

Invloed op kinderen: Kinderen die worden opgevoed door verwaarlozende ouders kunnen zich verwaarloosd voelen en hebben vaak moeite met het aangaan van gezonde emotionele relaties. Ze ontwikkelen vaak een laag zelfbeeld, zijn vatbaar voor gedragsproblemen en kunnen moeite hebben met zelfdiscipline en het naleven van regels.

De grootste verschillen tussen de vier opvoedstijlen

De autoritatieve opvoedstijl wordt over het algemeen als het meest effectief beschouwd, omdat deze een balans biedt tussen warmte, steun en duidelijke grenzen. Kinderen die op deze manier worden opgevoed, hebben de beste kans om zich gezond en evenwichtig te ontwikkelen. De autoritaire stijl legt de nadruk op discipline, maar kan leiden tot angst en onzekerheid. De permissieve stijl biedt veel vrijheid, maar mist de structuur die kinderen nodig hebben om te leren omgaan met grenzen. De verwaarlozende stijl, tenslotte, wordt gezien als de meest schadelijke, omdat het kind zowel emotioneel als gedragsmatig in de steek wordt gelaten.


Uitgelichte afbeelding: Shutterstock

Varianten op ‘Olifantje in het bos’ (kinderliedje)

“Olifantje in het Bos” is een klassiek Nederlands kinderliedje dat al generaties lang wordt gezongen (muziek en tekst van Arthur van der Berg). De eenvoudige, speelse tekst spreekt kinderen direct aan, en de melodie is makkelijk mee te zingen. Hoewel de oorspronkelijke versie geliefd is, zijn er talloze varianten op dit bekende liedje ontstaan. Van seizoensgebonden aanpassingen tot fantasierijke toevoegingen, ouders, leerkrachten en kinderen blijven steeds nieuwe manieren vinden om dit tijdloze nummer aan te passen. In dit artikel ontdek je de leukste varianten van “Olifantje in het Bos” die je eenvoudig zelf kunt zingen en spelen met kinderen. Zo blijft het liedje fris en verrassend voor elke generatie!

Olifantje in het bos

De originele tekst van ‘Olifantje in het bos’:

Olifantje in het bos
Laat je mama toch niet los
Anders raak je de weg nog kwijt
En dan heb je straks nog spijt
Olifantje in het bos
Laat je mama toch niet los

Olifantje op de stoep

Olifantje op de stoep is een variant van het liedje waar kinderen dol op zijn, want ja, poep…

De tekst:

Olifantje op de stoep
Trap niet in de hondenpoep
Anders krijg je vieze schoenen
en dan moet je heel hard boenen
Olifantje op de stoep
Trap niet in de hondenpoep

Bleehh!!

Olifantje in de zee

Olifantje in de zee is een variant die je in de zomer met kinderen kunt zingen.

De tekst:

Olifantje in de zee
Ga jij nog eens met mij mee
Spetter, spater, spetter, spat
En dan word je lekker nat
Olifantje de zee
Ga jij nog eens met mij mee

Olifantje op het strand

Een andere zomerse variant van het liedje is Olifantje op het strand. Deze tekst is nog educatief ook!

De tekst:

Olifantje op het strand
Smeer je in met zonnebrand
Anders krijg je rode billen
En dan moet je heel hard gillen
Olifantje op het strand
Smeer je in met zonnebrand

Olifantje in de wei

Dit is een variant voor in het voorjaar!

De tekst:

Olifantje in de wei
Wat kijk jij ontzettend blij
Tussen de koeien en de schapen
Oh wat zal je lekker slapen
Olifantje de wei
Wat kijk jij ontzettend blij

Olifantje in de kou

Bij deze een variant voor in de winter.

De tekst:

Olifantje in de kou
Hou de slee vast aan het touw
Gaan we glijden sleetje rijden
Samen van de berg af glijden
Olifantje in de kou
Hou de slee vast aan het touw

Olifantje in het bad

Een variant voor als je kleintje in bad gaat.

De tekst:

Olifantje in het bad
O, wat word jij lekker nat
Spetter, spatter, wat een pret
Daarna ga je schoon in bed
Olifantje in het bad
O, wat word jij lekker nat

Olifantje in de bus

Voor als je het liedje ‘de wielen van de bus’ even zat bent zing je gewoon deze variant op Olifantje in het bos:

De tekst:

Olifantje in de bus
Geef je mamma nog een kus
Jij gaat nu alleen op pad
In je eentje naar de stad
Olifantje in de bus
Geef je mamma nog een kus

Olifantje in de stad

De tekst:

Olifantje in de stad
Eet toch niet zo veel patat
Anders wordt je dik en rond

En dat is toch niet gezond
Olifantje in de stad
Eet toch niet zoveel patat

Olifantje doe eens gek

Dit is een leuke tekst om te zingen op een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf.

De tekst:

Olifantje doe eens gek
Speel bij (naam van peuterspeelzaal of kdv) en ontdek
Bouw een toren laag en hoog

Kleur met krijt een regenboog
Olifantje doe eens gek
Kom gezellig spelen op deze plek


Uitgelichte afbeelding: Shutterstock

Straatspelletjes van vroeger, ken jij ze nog?

Toen we opgroeiden, waren de straten en pleinen onze speelvelden. Zonder smartphones en computers speelden we buiten met vriendjes en vriendinnetjes. Hier zijn enkele van de populairste straatspelletjes van 20-30 jaar geleden, spelletjes die nostalgische herinneringen oproepen aan eenvoudige en zorgeloze tijden.

1. Tikkertje

Dit is waarschijnlijk een van de bekendste straatspelletjes. De regels zijn simpel: één iemand is ‘de tikker’ en moet de anderen tikken. Zodra iemand wordt getikt, wordt die de nieuwe tikker. Er waren talloze variaties, zoals ‘buutvrij’ of ‘boompje verwisselen’, waarbij je even veilig was als je een bepaalde plek aanraakte.

2. Verstoppertje

Verstoppertje was een klassieker die uren kon duren. Een persoon, de zoeker, telde tot een afgesproken aantal terwijl de anderen zich verstopten. Daarna moest de zoeker iedereen proberen te vinden. Wie het laatst werd gevonden, had gewonnen. Een bekende variant was ‘tien tellen in de rimboe’, waarbij je binnen tien tellen een verstopplek moest vinden.

3. Buutvrij

Dit spel werd vaak gecombineerd met verstoppertje. De ‘buut’ was een plek, zoals een boom of paal, waar je naartoe moest rennen zonder getikt te worden. Als je de buut bereikte, riep je “buutvrij!”, en was je veilig. Dit maakte het spel een extra uitdaging omdat je niet alleen moest verstoppen, maar ook weer terug naar de buut moest zien te komen.

4. Knikkeren

Knikkeren was meer dan een spel; het was een serieuze aangelegenheid. Iedereen had zijn eigen zak knikkers, vaak met verschillende maten en kleuren. Het doel was om zoveel mogelijk knikkers van de tegenstander te winnen door ze in een gat te rollen of uit een cirkel te schieten. Sommige knikkers, zoals bonken of glazen knikkers, waren extra waardevol.

5. Hinkelen

Met een krijtje tekenden we een hinkelbaan op de stoep, vaak met vakjes genummerd van 1 tot 10. Je gooide een steentje in een vakje en moest dan hinkelen zonder het steentje of de lijnen aan te raken. De uitdaging was om het steentje op te pakken zonder je evenwicht te verliezen.

6. Elastieken

Bij elastieken spande je een groot elastiek om de enkels van twee spelers, terwijl de derde eroverheen sprong. Je begon laag, rond de enkels, en het elastiek werd steeds hoger geplaatst, eerst bij de knieën, daarna bij de heupen en soms zelfs bij de nek. Er waren talloze sprongetjes en liedjes die bij het spel hoorden.

Oh ja, en dat oefenen thuis met de eetkamerstoelen! Wie deed dat niet?

7. Verklaar de oorlog

Bij dit spel werd er eerst een cirkel getekend die in verschillende vakken werd verdeeld, elk vak met de naam van een land. Elke speler koos een land en ging in zijn vak staan. Een speler werd aangewezen om te beginnen en riep “Ik verklaar de oorlog aan [land]!” terwijl hij een bal hoog in de lucht gooide. De speler van het genoemde land moest de bal zo snel mogelijk pakken, terwijl de rest wegrende. Als de bal gevangen was, riep de vanger “Stop!” en mocht hij proberen iemand te raken met de bal. Het spel ging door totdat één speler alle vakken veroverd had door andere landen te verslaan.

Als we geen bal hadden, riepen we alleen maar stop! En vervolgens ging je op de straat liggen om de tenen van de ‘weglopers’ aan te kunnen tikken. Zo maakte je eilandjes en kon je steeds verder komen.

8. Kettingtje leggen

Bij dit spel stond er een groep kinderen in een lange rij. De voorste rende weg, en de rest moest proberen hem te tikken. Als hij werd getikt, voegde hij zich bij de ketting door de hand van degene die hem tikte vast te houden. Dit ging zo door tot iedereen een lange ketting vormde. Het spel eindigde wanneer iedereen was getikt.

9. Stoepranden

Stoepranden was simpel, maar oh zo leuk! Je stond aan weerszijden van een weg met een bal. Het doel was om de bal zo te gooien dat deze tegen de stoeprand van de overkant kaatste. Als dat lukte en de bal terugkwam, kreeg je een punt en mocht je verder spelen. Wie het eerst een bepaald aantal punten had, won.

10. Stand in de Mand

Dit spel werd vaak gespeeld met een bal. Eén speler had de bal en riep de naam van een andere speler terwijl hij de bal de lucht in gooide. De speler wiens naam werd geroepen, moest de bal zo snel mogelijk vangen, terwijl de anderen wegrenden. Zodra de bal werd gevangen, riep de vanger “Stand!” en iedereen moest stilstaan. Vervolgens mocht de vanger drie stappen nemen en proberen iemand te raken met de bal. Als dat lukte, was die persoon de volgende die de bal gooide.

11. Touwtjespringen

Touwtjespringen was een geweldige manier om energie kwijt te raken. Soms sprong je alleen, soms met twee mensen die het touw draaiden. Er waren allerlei liedjes en ritmes die erbij hoorden, zoals “In spin, de bocht gaat in, uit spuit, de bocht gaat uit”. De uitdaging was om zo lang mogelijk te blijven springen zonder het touw aan te raken.

12. Schipper mag ik overvaren?

Dit spel begon met twee kinderen die tegenover elkaar stonden en een dialoog voerden: “Schipper mag ik overvaren? Ja of nee?” Als het antwoord “ja” was, mocht iedereen proberen naar de overkant te rennen, terwijl de schipper probeerde zoveel mogelijk mensen te tikken. Wie werd getikt, hielp de schipper in de volgende ronde.

Wij speelden het ook wel eens met kleuren. Dan moest je de genoemde kleur ergens in je kleding aan kunnen wijzen. Kun je je voorstellen welke kleurencombinaties ik dan ’s morgen aantrok!?

13. Rooie handjes

Ook wel bekend als “meppen” of “handklappen”. Twee spelers hielden hun handen tegenover elkaar, waarbij één speler de handen onder de handen van de ander had. De bedoeling was om onverwacht een tik uit te delen op de handen van de ander, die dan snel moest terugtrekken. Dit spel kon eindeloos doorgaan totdat iemand pijn in de handen kreeg!

14. Bokkie springen

Bij bokje springen moest één speler voorover gebogen staan, met de handen op de knieën of tegen een muur. De andere spelers sprongen over de ‘bok’ heen, vaak met een spreid- of steunsprong, waarbij ze hun handen op de rug van de ‘bok’ plaatsten. Ik kan me nog herinneren dat we op een gegeven moment zo hoog kwamen, dat we alleen onze hoofde naar voren deden!

15. 7 Sterren

Dit spel werd vaak gespeeld met een tennisbal tegen een muur. De bedoeling was om zeven verschillende handelingen met de bal uit te voeren, waarbij je elke keer de bal tegen de muur gooide en ving. De uitdaging was om dit foutloos te doen. De stappen waren als volgt:

  1. 1 keer: De bal simpelweg tegen de muur gooien en vangen.
  2. 2 keer: De bal gooien, een klap geven in je handen en de bal vangen.
  3. 3 keer: De bal tegen de muur gooien, je handen op de grond zetten en weer opstaan om de bal te vangen.
  4. 4 keer: De bal gooien, één keer rond je eigen as draaien en de bal vangen.
  5. 5 keer: De bal gooien, met één hand achter je rug proberen te vangen.
  6. 6 keer: De bal opgooien, met je voet de muur aantikken en de bal vangen.
  7. 7 keer: De bal gooien, een draai maken terwijl je handen in de lucht zijn, en de bal vangen.

Je begon bij één ster, en bij elke nieuwe poging moest je één stap verder gaan. Het werd steeds moeilijker naarmate je verder kwam, en als je een fout maakte, moest je terug naar het begin.


Uitgelichte afbeelding: Shutterstock

Leuke Nederlandse kinderliedjes om te zingen

Kinderliedjes zijn een geweldige manier om jonge kinderen te vermaken en te leren. Zingen is niet alleen leuk, maar het helpt ook bij taalontwikkeling, motorische vaardigheden en het opbouwen van ritmegevoel. In Nederland hebben we een schat aan prachtige kinderliedjes die door generaties heen worden doorgegeven. In dit artikel delen we een aantal bekende en minder bekende Nederlandse kinderliedjes die perfect zijn om met kinderen te zingen. Laat je inspireren!

1. “In de Maneschijn”

Een klassieker die bijna ieder kind in Nederland kent, is “In de Maneschijn”. Het eenvoudige liedje is makkelijk mee te zingen en de bijbehorende gebaren maken het extra leuk voor kleintjes. Het verhaal over het reizen naar de maan met een ladder spreekt tot de verbeelding.

Tekst:

In de maneschijn in de maneschijn
Klom ik op een trapje door het raamkozijn
Maar je raad het niet nee je raad het niet
Zo doet een vogel en zo doet een vis
En zo doet een duizendpoot die schoenenpoetser is

En dat is één en dat is twee
En dat is dikke dikke dikke tante Kee
En dat is recht en dat is krom
En zo draaien wij het wieltje nog eens om
Rom bom

Dit liedje is ideaal voor peuters en kleuters en wordt vaak gebruikt in crèches en op kinderdagverblijven.

2. “Altijd is Kortjakje ziek”

Dit vrolijke liedje gaat over Kortjakje, die altijd ziek is, behalve op zondag. Het is eenvoudig en de herhaling maakt het een favoriet bij kinderen.

Tekst:

Altijd is Kortjakje ziek
Midden in de week, maar zondags niet
Zondags gaat zij naar de kerk
Met een boek vol zilverwerk.

Altijd is Kortjakje ziek
Midden in de week, maar zondags niet

Door de herhaling van de melodie en de pakkende tekst leren kinderen snel het ritme en de woorden. Een echte meezinger!

3. “Ik zag twee beren”

“Ik zag twee beren broodjes smeren” is een grappig en speels liedje. De surrealistische tekst zorgt altijd voor een lach, zowel bij kinderen als bij volwassenen.

Tekst:

Ik zag twee beren broodjes smeren
O, dat was een wonder!
Het was een wonder, boven wonder
Dat die beren smeren konden.

Dit liedje is perfect voor kinderen van verschillende leeftijden en zorgt gegarandeerd voor een glimlach. Wat ook leuk is, zijn deze varianten op het kinderliedje ‘Ik zag twee beren’

4. “Slaap kindje slaap”

“Slaap kindje slaap” is misschien wel het bekendste slaapliedje in Nederland. Het rustgevende deuntje en de kalmerende woorden maken het ideaal om kinderen naar bed te brengen.

Tekst:

Slaap kindje slaap
Daar buiten loopt een schaap
Een schaap met witte voetjes
Dat drinkt zijn melk zo zoetjes
Slaap kindje slaap
Daar buiten loopt een schaap.

Veel ouders gebruiken dit liedje als vast ritueel tijdens het slapengaan. Het heeft een rustgevend effect en helpt kinderen zich veilig te voelen.

5. “Papegaaitje leef je nog”

Dit vrolijke en speelse liedje is een echte favoriet onder jonge kinderen. Het gaat over een papegaai die allerlei gekke dingen meemaakt. De herhalende tekst maakt het makkelijk om mee te zingen.

Tekst:

Papegaaitje leef je nog
Ieja deja
Ja meneer ik ben er nog
Ieja deja


‘k heb m’n eten opgegeten
En m’n drinken laten staan
Ieja deja poef

Het liedje leent zich goed voor improvisatie en interactie met de kinderen, waarbij je steeds andere dieren kunt gebruiken in plaats van de papegaai.

6. “Op een grote paddenstoel”

Dit liedje is perfect voor de herfst, maar kan natuurlijk het hele jaar door gezongen worden. “Op een grote paddenstoel” is een vrolijk, beeldend liedje dat kinderen uitdaagt om de bewegingen van het verhaal na te doen.

Tekst:

Op een grote paddenstoel rood met witte stippen
Zat kabouter spillebeen heen en weer te wippen
Krak zei de paddenstoel met een diepe zucht
Alle beide beentjes hopla in de lucht


Maar kabouter spillebeen hield niet op met wippen
Op die grote paddenstoel, rood met witte stippen
Daar kwam vader langbaard aan en die zei toen luid
“Moet dat stoeltje ook kapot? Spillebeen schei uit”

7. “Helikopter”

Dit liedje gaat over een helikopter die door de lucht vliegt. Het is simpel, vrolijk en kinderen vinden het geweldig om de bewegingen van een helikopter na te doen tijdens het zingen.

Tekst:

Helikopter helikopter
Mag ik met jou mee om hoog
Hoog in de wolken wil ik wezen
Hoog in de wolken wil ik zijn
Helikopter helikopter
Vliegen is zo fijn

Helikopter helikopter
Mag ik met jou mee om hoog
Hoog in de wolken wil ik wezen
Hoog in de wolken wil ik zijn
Helikopter helikopter
Vliegen is zo fijn

8. “We maken een kringetje”

Een leuk liedje waarbij kinderen in een kring staan en elkaars handen vasthouden. Het gaat over samen zingen, dansen en bewegen, en wordt vaak gezongen in groepen.

Tekst:

We maken een kringetje
Van jongens en van meisjes
We maken een kringetje
Van tra la la
Maak nu een buiging
Maak nu een buiging

Bij de hand bij de hand
Pak je vriendje bij de hand
Bij de hand bij de hand
Pak je vriendje bij de hand

9. “Joepie Joepie is gekomen”

Een relatief nieuw kinderliedje dat vaak wordt gezongen tijdens spelletjes. Het is een eenvoudig en vrolijk liedje dat makkelijk mee te zingen is en vooral jongere kinderen aanspreekt.

Tekst:

Joepie Joepie is gekomen
heeft m’n meisje weggehaald
maar ik zal er niet om treuren
gauw een ander weer gehaald.

Tralaa lalalalatralaa
lalalalatralaa lalalalatra
lala lala la.

10. “Klap eens in je handjes”

Een leuk en energiek liedje waarbij kinderen worden aangemoedigd om mee te klappen en bewegingen na te doen. Het is ideaal voor peuters en kleuters om ritmegevoel en motorische vaardigheden te ontwikkelen.

Tekst:

Klap eens in je handjes blij blij blij
Op je boze bolletje allebei
Twee handjes in de hoogte
Twee handjes in je zij
Zo varen de scheepjes voorbij
Zo varen de scheepjes voorbij

Klap eens in je handjes blij blij blij
Op je boze bolletje allebei
Twee handjes in de hoogte
Twee handjes in je zij
Zo varen de scheepjes voorbij
Zo varen de scheepjes voorbij

Tip: in plaats van ‘op je boze bolletje’ zing je ‘op je mooie bolletje’, dat klinkt wat positiever!

11. “De wielen van de bus”

Dit liedje, een vertaling van het Engelse “The Wheels on the Bus”, is enorm populair geworden onder jonge kinderen in Nederland. Het liedje stimuleert kinderen om mee te doen met de bewegingen die bij elke couplet horen, zoals het draaien van de wielen of het toeteren van de bus.

Tekst:

De wielen van de bus gaan rond en rond
Rond en rond rond en rond
De wielen van de bus gaan rond en rond
Als de bus gaat rijden

De deuren van de bus gaan open en dicht
Open en dicht open en dicht
De deuren van de bus gaan open en dicht
Als de bus gaat rijden

De wissers van de bus gaan heen en weer
Heen en weer heen en weer
De wissers van de bus gaan heen en weer
Als de bus gaat rijden

De lampen van de bus gaan aan en uit
Aan en uit aan en uit
De lampen van de bus gaan aan en uit
Als de bus gaat rijden

De toeten van de bus zegt toet toet toet
Toet toet toet
Toet toet toet
De toeten van de bus zegt toet toet toet
Als de bus gaat rijden

De mensen in de bus gaan op en neer
Op en neer op en neer
De mensen in de bus gaan op en neer
Als de bus gaat rijden

De buschauffeur zegt dag dag dag
Dag dag dag
Dag dag dag
De buschauffeur zegt dag dag dag
Als de bus gaat stoppen

12. “Olifantje in het bos”

Een modern liedje over een olifantje dat verdwaald is in het bos. Het is een speels nummer dat makkelijk te onthouden is en vaak wordt gezongen tijdens peuteractiviteiten.

Tekst:

Olifantje in het bos
Laat je mama toch niet los
Anders raak je de weg nog kwijt
En dan heb je straks nog spijt
Olifantje in het bos
Laat je mama toch niet los

Ook op dit liedje zijn er verschillende varianten.

13. “Hoofd, Schouders, Knie en Teen”

Hoewel de oorsprong van dit liedje ouder is, is de moderne Nederlandse versie populair in de jongste groepen. Kinderen zingen mee terwijl ze de lichaamsdelen aanwijzen, wat het ook een educatief liedje maakt.

Tekst:

Hoofd, schouders, knie en teen, knie en teen
Hoofd, schouders, knie en teen, knie en teen
Oren, ogen, puntje van je neus
Hoofd, schouders, knie en teen, knie en teen

Kinderen vinden het geweldig om de bewegingen uit het liedje na te bootsen. Het is een liedje dat goed in groepsverband gezongen kan worden.


Uitgelichte afbeeldingen: Shutterstock

Zomervakantie in de Franse Alpen: lekker actief doen

Deze zomer besloten we de bergen op te zoeken en hebben we genoten van een heerlijke, actieve vakantie in de Franse Alpen. Wat een prachtige omgeving en wat een diversiteit aan activiteiten! Van mountainbiken tot ziplinen, van waterpret tot stevige wandelingen. Er was geen moment om te klagen over verveling. Nou ja, behalve misschien tijdens de steilere stukken omhoog…

We begonnen onze vakantie aan de grens met Zwitserland, bij het prachtige Dormio Resort Les Portes du Mont Blanc.

Langs de grens van Zwitserland

Een van de meest indrukwekkende momenten van onze vakantie was absoluut de zipline langs Barrage d’Émosson, op de grens van Zwitserland en Frankrijk. Daar hang je dan, hoog boven een gigantische kloof, terwijl je in 30 seconden naar de overkant zoeft. Het uitzicht was fantastisch, maar geloof me, met zo’n snelheid heb je nauwelijks tijd om het allemaal in je op te nemen!

De spanning bouwde zich op terwijl we vastgehaakt werden en een laatste blik naar beneden wierpen, best een pittige hoogte! En voor je het weet, ben je vertrokken. De adrenaline gierde door mijn lichaam terwijl ik over de kloof heen vloog. Het voelde als een eeuwigheid, maar tegelijkertijd was het in een oogwenk voorbij. Een ervaring om nooit te vergeten!

Mijn zoon en dochter waagde zich ook aan de zipline. Na die 30 seconden pure adrenaline wandelden we rustig over de dam terug naar het beginpunt, genietend van het landschap en even bijkomend van de zenuwen. Een perfecte combinatie van spanning en rust, midden in de natuur.

Wandelingen in de Frans Alpen

Wandelen in de Franse Alpen is alsof je door een levend schilderij loopt. Hoewel kinderen daar soms ietwat anders over denken, vooral wanneer het pad omhoog gaat. Toch hebben we tijdens onze vakantie een aantal wandelingen gemaakt.

De wandeling naar Cascade de Bérard was een van die wandelingen waar je het gevoel hebt echt midden in de natuur te zijn. Onderweg waren we op zoek naar de beroemde berggeiten die hier vaak gespot worden, maar helaas… geen geit te bekennen. Misschien hadden ze een vrije dag genomen. Gelukkig maakte het landschap veel goed. De route voert langs ruige rotsen, het kabbelende riviertje en natuurlijk naar de indrukwekkende waterval.

Op de route kwamen we een berghut tegen, waar we even konden stoppen voor wat eten. Een fijne plek om op adem te komen, al moet je wel even onthouden dat er geen wc aanwezig is.

We hebben ook een wandeling gemaakt waar we eerst in de berglift bij Vallorcine omhoog gingen, wat voor mensen met hoogtevrees al een avontuur op zich was. Terwijl we langzaam omhoog gingen, ontvouwde het prachtige berglandschap zich voor onze ogen. Eenmaal boven hadden een waanzinnig uitzicht op de Mont Blanc. De wandeling die volgde was niet al te zwaar, prima te doen met kinderen dus. Ook hier was een berghut voor een versnapering te vinden.

Chamonix: IJsjes en gezelligheid

Na dat avontuur besloten we een dagje rustig aan te doen (voor zover dat lukt met kinderen). We bezochten het pittoreske stadje Chamonix. Slenteren door de gezellige straatjes, genieten van een heerlijk ijsje (of twee) en even de toerist uithangen. Chamonix heeft een gezellige sfeer en de bergen op de achtergrond en de fijne restaurantjes maken het de perfecte plek om even bij te komen.

Les 3 Vallees

We vervolgde onze vakantie op Camping Hattopia in Bozel, gelegen in ‘Les 3 Vallees’. In plaats van een tent in elkaar te prutsen (en ruzie te maken over wie de haringen vergeet), kozen we voor een safari tent. Glamping, noemen ze dat. Wij noemen het ‘het beste van beide werelden’. Slapen tussen de natuur, maar wel met een echt bed. ’s Ochtends wakker worden met de geur van versgebakken croissants (die we slim genoeg bij de campingwinkel kochten) en het uitzicht op de bergen… Dat is vakantie.

Mountainbiken in Courchevel

Hier begon het actieve deel van onze vakantie echt! Het hoogtepunt voor ons was zonder twijfel het mountainbiken in Courchevel. Ik had niet verwacht dat de kinderen zo enthousiast zouden zijn, maar zodra we eenmaal op pad waren, waren ze niet meer te stoppen. Wellicht kwam dat door het feit dat we op elektrische mountainbikes reden. Ja, wanneer de kinderen eenmaal groot genoeg zijn, behoort dat tot de mogelijkheden en een beetje ondersteuning in de Franse Alpen kan echt geen kwaad.

Courchevel biedt mountainbikepaden voor alle niveaus, maar onze route kende een behoorlijke klim. Dankzij onze elektrische mountainbikes konden we lekker samen fietsen zonder dat het écht te zwaar werd. Het was een fantastische manier om van het landschap te ervaren, hoewel mijn achterwerk de volgende dag minder enthousiast was.

Klimmen, klauteren en plonsen in WAM Park

We hadden gehoord over WAM Park, een waterpark met opblaasbare ‘wipe-out’-banen op het water. Denk: springkussens, maar dan drijvend en een stuk lastiger om op te blijven staan. We hebben letterlijk in het water gelegen van het lachen. Niet alleen de kinderen, maar ook wij deden ons uiterste best om niet om te vallen (spoiler: dat lukte dus niet).

Tijdens ons bezoek aan WAM Park waren de wipe-out banen absoluut het hoogtepunt, maar er is nog veel meer te beleven. Zo zijn er spannende glijbanen die je zo het water in lanceren en voor de sportievelingen is er zelfs de mogelijkheid om te waterskiën. Hoewel we dat zelf niet gedaan hebben, zagen we anderen vol enthousiasme over het water scheuren. Het park biedt voor elk wat wils, of je nu wilt relaxen of juist op zoek bent naar een adrenalinekick!

Klimpark en de wandeltocht naar Gorges de Ballandaz: Uitdagingen genoeg

Naast al die waterpret hebben we ons ook nog gewaagd aan een klimpark. Tussen de bomen door klauteren was niet alleen leuk voor de kinderen, maar ook voor ons een flinke uitdaging. In dit gebied zijn er meerdere klimparken te vinden. Naast onze camping in Bozel zat een mooi klimpark. Maar je kunt ook richting Meribel gaan waar het park ‘Parcobranche de Méribel’ te vinden is.

En dan was er nog de wandeling naar Gorges de Ballandaz. Laat ik het zo zeggen: het was een flinke klim omhoog. Nu wil ik zelf niet zeuren dat het te zwaar was, maar op een gegeven moment vroeg ik me wel af of het niet handiger was geweest om gewoon beneden te blijven. Maar zodra we boven waren, was het alle moeite meer dan waard. De kloof is echt spectaculair.

Onze vakantie in de Franse (en een beetje Zwitserse) Alpen was alles wat we wilden en meer. We hebben gelachen, gezweet, geracet en geklauterd, en ondertussen ook nog genoten van de geweldige uitzichten. Of je nu van actie houdt of gewoon wilt genieten van het prachtige uitzicht, de Alpen bieden voor ieder wat wils. Eén ding is zeker: we komen hier zeker nog een keer terug! Maar eerst maar weer eens aan het werk, want zo’n actieve vakantie knabbelt flink aan je budget.

Leuke ideeën voor een discofeestje

Als moeder van een 10 jarig kind weet ik hoe belangrijk het is om een feestje te organiseren dat indruk maakt op deze leeftijd. Toen mijn dochter haar zinnen had gezet op een discofeestje voor haar verjaardag, wist ik meteen dat het een feestje moest worden waar zij en haar vrienden nog lang over zouden praten. Discofeestjes zijn perfect voor deze leeftijdsgroep; kinderen vinden het geweldig om te dansen, zich te verkleden in glitterende outfits en samen plezier te hebben op hun favoriete muziek.

Na wat speurwerk en overleg met andere ouders, heb ik een aantal ideeën verzameld om het perfecte discofeestje voor kinderen in groep 7 en 8 te organiseren. In deze blog deel ik graag mijn tips en inspiratie om ervoor te zorgen dat jouw feestje net zo’n succes wordt als dat van ons!

De juiste sfeer: Licht, glitter en geluid

Bij een discofeestje draait alles om de sfeer. Zorg voor gekleurde lampen, discolichten, en misschien zelfs een discobal om de ruimte om te toveren tot een echte dansvloer. Het licht speelt een grote rol in het creëren van een magische disco-ervaring, dus het is leuk om te investeren in een paar sfeerverlichtingen zoals een rookmachine of LED-stralers.

Daarnaast kunnen kinderen een leuke glitter dresscode volgen: denk aan glimmende outfits, felle kleuren, en misschien zelfs een paar funky zonnebrillen. Laat ze helemaal in stijl komen om de toon voor het feest te zetten.

Muziek en danscompetities

Wat is een discofeest zonder muziek? Maak een afspeellijst met populaire hits die kinderen van groep 7 en 8 leuk vinden. Denk aan liedjes van artiesten als Ariana Grande, Justin Bieber, of misschien zelfs een paar retro-disco hits voor de sfeer.

Om de energie hoog te houden, kun je ook een danscompetitie organiseren. Laat de kinderen in teams strijden en bedenk leuke categorieën zoals “beste disco-move” of “origineelste dansstijl”. Natuurlijk mag een kleine prijs voor de winnaars niet ontbreken!

Karaoke sessie

Naast dansen, vinden veel kinderen het geweldig om mee te zingen met hun favoriete nummers. Zet een karaokehoek op waar de kinderen kunnen laten zien hoe goed ze kunnen zingen. Dit zorgt voor veel plezier en hilarische momenten. Zorg voor een mix van leuke en makkelijke liedjes, zodat iedereen mee kan doen, ongeacht hun zangtalent.

Creatieve hoek: Disco-make-up en accessoires

Een extra leuk idee is om een creatieve hoek in te richten waar de kinderen zichzelf kunnen opmaken met glitters en felle kleuren, of waar ze disco-accessoires kunnen maken, zoals glitterarmbandjes of discokettingen. Dit zorgt niet alleen voor een leuk aandenken aan het feest, maar het geeft ze ook de kans om even creatief bezig te zijn tussen het dansen door.

Feestelijke snacks

Natuurlijk wordt er op een feestje ook lekker gegeten. Om de feeststemming erin te houden, kun je kiezen voor kleurrijke, feestelijke snacks zoals fruitspiesjes, regenboogpopcorn of mini-smoothies in vrolijke bekers. Je kunt zelfs een “disco-taart” maken met glanzend glazuur en glitters, zodat de traktatie helemaal in het thema past.

Disco fotohoek

Zorg ervoor dat er een fotohoek is waar de kinderen in hun disco-outfits en met accessoires op de foto kunnen. Je kunt een achtergrond maken van kleurrijke streamers of zilveren folie voor een glitterend effect. Met een paar leuke props, zoals discoballen en nep-microfoons, kunnen ze de leukste foto’s maken die ze mee naar huis kunnen nemen als aandenken.

Extra activiteit: Feestideeën voor oudere kinderen

Als je nog meer ideeën zoekt voor feestjes, vooral voor oudere kinderen zoals groep 7 en 8, kun je een kijkje nemen bij deze feestideeën voor groep 7 en 8. Hier vind je inspiratie voor diverse activiteiten die je ook kunt combineren met een discofeest, zoals een escape room of een sportief buitenavontuur.

Einde van het feest: Party bags

Als afsluiter van het discofeest is het altijd leuk om de kinderen iets mee naar huis te geven. Vul party bags met leuke kleine disco-gerelateerde items zoals glowsticks, mini-discobal sleutelhangers of wat zoetigheid om de kinderen een herinnering aan het feest mee te geven.

Een discofeestje voor kinderen kan een fantastische ervaring zijn waar ze nog lang over praten. Met de juiste muziek, decoratie en activiteiten zorg je voor een bruisend en onvergetelijk feest. Vergeet niet om de kinderen te betrekken in de voorbereidingen, zoals het kiezen van de muziek of de kleurenthema’s. Dit maakt het feestje nog persoonlijker en leuker voor iedereen!


Uitgelichte afbeeldingen: Shutterstock