Appeltjes plukken, hoe het werkelijk gaat…

Ah leuk, het is herfst! We kunnen weer appeltjes plukken met de kinderen. Dit is echt zo’n idyllische activiteit om te doen met kinderen. Lekker een frisse neus halen in de buitenlucht. Terwijl de kinderen ravotten door een boomgaard, leren ze waar appeltjes aan groeien. Alle zintuigen worden geprikkeld en als ouder voel je dat je echt goed bezig bent!

Top, wij gaan appeltjes plukken!  Lees meer

Twee keer per dag tandenpoetsen? 5x waarom mijn kinderen vinden van niet!

Elke avond om klokslag half acht begint hier thuis de strijd. Terwijl andere ouders misschien al ontspannen op de bank zitten met een kop thee, sta ik in de badkamer gewapend met een tube tandpasta en twee kinderachtige tandenborstels, klaar voor de dagelijkse krachtmeting, namelijk het tandenpoetsen. Of mijn kinderen twee keer per dag tandenpoetsen? I wish!

Het lijkt zo simpel, dat tandenpoetsen. Twee minuten in de ochtend en twee minuten in de avond en klaar is Kees. Maar bij ons thuis is het allesbehalve eenvoudig. Mijn kinderen lijken wel een waslijst aan redenen te hebben waarom die tandenborstel maar beter in de kast kan blijven staan. Hier zijn vijf van hun meest hardnekkige excuses:

1. “Mijn tandpasta is te pittig!”

Elke ouder kent deze toch? Het eeuwige geklaag over de smaak van tandpasta. Ondanks mijn pogingen om iedere mogelijke kindertandpasta te proberen, van aardbeiensmaak tot bubblegum en alles daartussenin, blijft het een gevecht. “Het prikt op mijn tong,” “Het smaakt vies,” of mijn persoonlijke favoriet: “Het lijkt wel vuur in mijn mond!” Het lijkt wel of er geen enkele tandpasta bestaat die ze doorstaan zonder theatrale reacties.

2. “Ik ben al klaar!”

Dit is een klassieker die ze al snel onder de knie hebben. Na precies vijf seconden zwaaien met de tandenborstel en het verspreiden van wat schuim, verklaren ze triomfantelijk dat ze klaar zijn. “Kijk, mama, mijn tanden zijn al schoon!” roepen ze met een grote glimlach, waarbij ik de overblijfselen van het avondeten nog duidelijk tussen hun tanden zie zitten. Twee minuten voelt voor hen als een eeuwigheid en dus proberen ze altijd met deze ‘snelle poetsbeurt’ weg te komen.

3. “Ik ben te moe…”

Hoe moe ze ook beweren te zijn, dit argument komt steevast tevoorschijn zodra het tandenpoetsen ter sprake komt. Ze kunnen nog energie hebben om een half uur te stuiteren op de bank of om eindeloos om een glaasje water te vragen, maar zodra de tandenborstel in beeld komt, zakken ze dramatisch in elkaar. “Ik ben echt te moe om te poetsen, mama,” zeggen ze met een diepe zucht, alsof ik ze vraag om een marathon te lopen. En voor ik het weet, liggen ze plat op de badkamervloer, zogenaamd uitgeput.

4. “Ik heb toch bijna niks gegeten!”

Logica volgens een kind: als je bijna niet gegeten hebt, hoef je ook niet te poetsen. En als ze in hun ogen al goed hebben gepoetst na het avondeten, dan is die ochtendbeurt ook maar onzin. “Mijn tanden zijn nog schoon van gisterenavond,” beweren ze dan met een stalen gezicht. Of: “Maar ik heb toch alleen een boterham gehad?” Het concept van preventie is aan hen nog niet besteed.

5. “Ik heb toch geen gaatjes!”

Dit argument komt vooral na elk tandartsbezoek tevoorschijn. Zodra de tandarts heeft bevestigd dat alles er prima uitziet, voelen ze zich gesterkt in hun overtuiging dat tandenpoetsen eigenlijk overbodig is. “Ik heb geen gaatjes, dus waarom zou ik nog poetsen?” roepen ze dan, alsof ze net een medisch wonder hebben verricht. Ze lijken te denken dat ze na een schoon tandartsrapport een soort ‘vrije poetskaart’ hebben gekregen.

Maar ik geef niet op, met een tandenborstel in elke hand, ben ik klaar om de strijd aan te gaan. En hoewel ik mezelf heilig had voorgenomen om consequent en geduldig te blijven, voel ik mijn innerlijke stem steeds luider roepen: “Schoon is schoon! Minimaal één keer per dag, dat is toch ook al iets?”

Maar nee, de tandarts in mijn achterhoofd blijft preken over gaatjes, tandvleesontstekingen en dat ik als moeder echt moet doorzetten. Dus zucht ik diep, verzamel al mijn moed, en begin weer aan die twee minuten, die soms ook voor mij aanvoelen als een eeuwigheid. De kinderen kijken me aan met een blik van “echt, alweer?”, maar na wat onderhandelen, een stukje toneelspel en het beloven van een verhaaltje, slagen we er meestal in om die twee minuten vol te maken. Nou ja, soort van…


Afbeelding: Shutterstock

herfstvakantie

10x leuke vakantieparken voor herfstvakantie 2024 [met aanbiedingen!]

Nu voor ons de zomervakantie er alweer op zit, kunnen we gaan uitkijken naar de herfstvakantie. En persoonlijk vind ik altijd dat de herfstvakantie zich uitstekend leent voor een verblijf in een vakantiepark. Een vakantiepark biedt namelijk de perfecte combinatie van comfort en vermaak voor de kinderen. En met een vakantiepark in de juiste omgeving, kun je tijdens de herfstvakantie genieten van alle prachtige herfstkleuren. 

Voor ik de tien leukste vakantieparken op je afvuur, zet ik eerst even alle ‘eisen’ voor de herfstvakantie op een rij.

  • Vakantiepark met een (subtropisch) zwembad, want wanneer er buiten een gure wind waait is er geen fijnere plek dan een warm binnenbad.
  • Vermaak voor de kinderen zodat ze ook eens wat anders doen als gamen.
  • Een vakantiepark in een bosrijke omgeving, want daar komen de herfstkleuren pas echt tot hun recht. En natuurlijk wil je in de herfstvakantie op zoek gaan naar de rode paddenstoelen met witte stippen!
  • Korting voor de herfstvakantie, wij Nederlanders zijn nu eenmaal dol op aanbiedingen!

Herfstvakantie in Nederland

De kans is groot dat je in Nederland wil blijven tijdens de herfstvakantie. Gelukkig heeft Nederland een behoorlijk aantal leuke vakantieparken die onder het kopje ‘aanraders voor de herfstvakantie’ vallen. Met het eisenlijstje in mijn achterhoofd, kwam ik tot deze vakantieparken.

Landal Het Vennenbos

Landal Het Vennenbos is zo’n compleet vakantiepark waar het hele gezin van genieten kan. En dat kan ik weten, want wij hebben vorige herfstvakantie Landal Het Vennenbos ervaren. Een zwembad met alles erop en eraan, activiteiten verspreid over het vakantiepark. En Landal Het Vennenbos is omgeven door bossen en vennen, wat in de herfst prachtige decors geeft! En die paddenstoel, die vind je er wel! Deze stond vorige herfstvakantie op ons te wachten om gefotografeerd te worden.

herfstvakantie landal vennenbos

Bekijk hier de beschikbaarheid en tarieven >> Of scroll door in dit artikel voor de huidige aanbiedingen van Landal GreenParks.

De Kempervennen

Van Het Vennenbos naar De Kempervennen. In dezelfde provincie vind je van Center Parcs de Kempervennen en hoewel het jaren geleden is dat ik er zelf verbleef, is dit vakantiepark minstens net zo compleet als het bovengenoemde Landal Vakantiepark. Een leuk subtropisch zwembad waar je onder andere kunt snorkelen bij tropische visjes en wat ook leuk is, zijn de bijzondere accomodaties op het vakantiepark. Zo kun je bijvoorbeeld overnachten op een woonboot. Kortom, Center Parcs de Kempervennen is een aanrader voor de herfstvakantie.

Bekijk hier de beschikbaarheid en tarieven >> Of scroll door in dit artikel voor de huidige aanbiedingen van Center Parcs.

Vakantiepark Hunzedal

In het Drentse Borger ligt het Roompot vakantiepark Hunzedal. Drenthe is met zijn ongerepte natuur prachtig in de herfst. Van heidevelden tot bossen, aan herfstkleuren geen gebrek! En dan vind je in Drenthe natuurlijk ook nog de hunebedden, deze moet je minstens één keer in je leven gezien hebben. Waarom vakantiepark Hunzedal? Omdat je hier voor een betaalbare prijs kunt verblijven op een compleet vakantiepark dat leuk is voor het hele gezin. Er is een zwemparadijs, je kunt er bowlen of boogschieten. En dan is Koos Konijn er ook nog die alle kleintjes tijdens de herfstvakantie vermaakt.

vakantiepark herfst drenthe
Drenthe in de herfst – Shutterstock / Rudmer Zwerver

Bekijk hier de beschikbaarheid en tarieven >> Of scroll door in dit artikel voor de huidige aanbiedingen van Roompot.

Vakantiepark De Berkenhorst

Denk je aan bossen en natuur, dan denk je in Nederland natuurlijk aan de Veluwe! Je snapt, op de Veluwe kom je wel aan je trekken in de herfstvakantie. Vakantiepark De Berkenhorst, wederom van Roompot, ligt midden in de Veluwse bossen bij Apeldoorn. Ook op dit vakantiepark is een zwemparadijs aanwezig en wat ik persoonlijk een groot voordeel vind, is dat het vakantiepark autovrij is. Zo kunnen de kinderen heerlijk vrij spelen.

Bekijk hier de beschikbaarheid en tarieven >> Of scroll door in dit artikel voor de huidige aanbiedingen van Roompot.

Landal Rabbit Hill

Landal Rabbit Hill is één van de meest kindvriendelijke vakantieparken van Landal GreenParks. En dat voor een keten die eigenlijk alleen maar kindvriendelijke vakantieparken heeft, kun je nagaan! Landal Rabbit Hill ligt in dezelfde omgeving als Vakantiepark De Berkenhorst. En mocht het slecht weer zijn in de herfstvakantie, dan kunnen de kinderen heerlijk uitrazen in het indoorspeelparadijs. Amanda verbleef in een kinderbungalow, leer hier haar ervaringen bij Landal Rabbit Hill.

vakantiepark herfst nederland
Veluwe in de herfst – Shutterstock / OldskoolDesign

Bekijk hier de beschikbaarheid en tarieven >> Of scroll door in dit artikel voor de huidige aanbiedingen van Landal GreenParks.

Herfstvakantie in België

Wat ook een leuke bestemming is voor de herfstvakantie, is België. En dan doel ik vooral op de Ardennen. Vorige herfstvakantie zijn wij een midweek in de Ardennen geweest en we hebben ons heerlijk vermaakt met een kindvriendelijke wandeling in de Ardennen en andere leuke activiteiten die de Ardennen te bieden heeft. Zoek je een vakantiepark in België? Dan kan ik je aanraden om eerst bij de parken van Center Parcs te kijken, zij bieden namelijk de volgende toffe vakantieparken.

vakantiepark herfst belgie
Herfst in de Ardennen – Shutterstock / Els Peelman

Les Ardennes

Voor dit vakantiepark (van dit rijtje) moet je het verste rijden, maar het is nog steeds prima te doen. Met zo’n drie uurtjes in de auto kom je aan in Vielsalm, België. Les Ardennes is een compleet park met veel vermaak, waaronder uiteraard de welbekende ‘Aqua Mundo’ van Center Parcs. Maar je rijdt  natuurlijk niet helemaal naar de Ardennen om de hele herfstvakantie op het vakantiepark te blijven. De bossen zijn ook hier in de herfst prachtig! Bekijk hier de beschikbaarheid en tarieven >>

De Vossemeren

Center Parcs Vossenmeren vind je net over de grens in de Belgische Kempen, ook hier is volop vertier. Maar wat zo leuk is aan deze omgeving, is de Lommelse Sahara. De Lommelse Sahara is een zand- en duinlandschap met een grootte van 193 hectare. In het midden ligt een meer en rondom vind je naaldbossen. Dit nodigt natuurlijk uit voor een fijne herfstwandeling. Bekijk hier de beschikbaarheid en tarieven >>

herfstvakantie belgie
Lommelse Sahara – Shutterstock / Thomas Dekiere

Erperheide

Center Parcs Eperheide ligt ook net over de grens, maar dan in het Limburgse Peer van België. Center Parcs Eperheide is een walhalla voor gezinnen met jonge kinderen. Hier valt echt zoveel te beleven, dat de omgeving er bijna niet meer toe doet. Bijna! Want in de herfstvakantie wil je natuurlijk ook genieten van de natuur, nou dat kan in het avonturenbos van Center Parcs Eperheide. En om de vakantie compleet te maken, staat er een pony voor je klaar voor een ware ‘Pony vakantie’. Bekijk hier de beschikbaarheid en tarieven >>

Herfstvakantie in Duitsland

Duitsland is ook een top bestemming voor de herfstvakantie! Je hoeft niet ver te rijden en toch waan je je in een andere wereld. Nou ja, misschien is dat ietwat overdreven, maar je hebt echt het gevoel dat je in een andere omgeving zit. Wat niet zo gek is, dat is namelijk een feit als je uit Nederland komt. Uit ervaring kan ik vertellen dat Duitsland in de herfstvakantie heel veel te bieden heeft. Zo ontdekten wij eens de omgeving van Vogelsberg en Rüdesheim am Rhein in de herfst. Het vertrouwde Landal heeft een aantal fijne parken in Duitsland, dit zijn onze twee favorieten.

harz duitsland herfst
Harz in de herfst -Shutterstock / Kay Wiegand

Landal Salztal Paradies

De eerste Landal Salztal Paradies bevindt zich in Harz en is prachtig gelegen aan de rand van Südharz. Dit vraag natuurlijk om een stevige herfstwandeling! Zwemmen kan bij zwemparadijs in Bad Sachsa en natuurlijk vind je in Duitsland ook gewoon Bollo de Beer om de kinderen te vermaken. Bekijk hier de beschikbaarheid en tarieven >>

Landal Mont Royal

En als laatste van deze tien leuke vakantieparken voor herfstvakantie, is het in Duitsland gelegen Landal Mont Royal. Wij hebben hier geen ervaring mee in de herfstvakantie, maar we zijn hier wel geweest tijdens de meivakantie! En dat verblijf in de Moezelstreek van Duitsland is verrassend goed bevallen! Om maar een klein dingetje te noemen, je zit hier tussen de wijngaarden! Hallo wijnproeverijtje. En daarbij, wijngaarden zien er geweldig uit, zeker wanneer er een herfstzonnetje op valt. Bij Landal Mont Royal vind je dan weer geen subtropisch zwemparadijs, jammer! Maar er is wel een zwembad en dit voldoet prima voor wat vermaak. Bekijk hier de beschikbaarheid en tarieven >>

vakantie duitsland

De aanbiedingen voor de herfstvakantie

Zoals ik al zei, wij Nederlanders zijn niet vies van een beetje korting. Daarom heb ik hier alle aanbiedingen voor de herfstvakantie van de verschillende vakantieparken op een rij.

Herfstvakantie aanbiedingen bij Landal GreenParks: Bekijk hier de aanbiedingen >>

Herfstvakantie aanbiedingen  bij Center Parcs: Bij Center Parcs ontvang je 10% vroegboekkorting Bekijk hier de aanbiedingen >>

Herfstvakantie aanbiedingen bij Roompot: voor een veilig en zorgeloos verblijf neemt Roompot de nodige Coronamaatregelen en biedt een speciale omboekgarantie. Ga voor de aanbiedingen van Roompot vakantieparken naar deze pagina >>


‘Mijn kind zet het op een krijsen als ik haar bij het KDV ophaal, dat is toch raar?’

Elke dag volg ik hetzelfde ritueel. Om precies 17.00 uur rijd ik de parkeerplaats van het kinderdagverblijf op, het hart bonkend van opwinding omdat ik mijn dochter na een lange dag werken eindelijk weer kan zien. Terwijl ik mijn jas dichtrits en richting de ingang loop, stel ik me voor hoe ze blij zal opkijken, misschien zelfs met een klein sprintje naar me toe zal rennen. Een knuffel, een kus, een enthousiast “Mama!”, dat soort dingen. Maar helaas, de werkelijkheid ziet er net iets anders uit.

Krijsen

Wanneer ik de deur van de groep open en mijn dochter mij ziet, gebeurt er namelijk iets heel vreemds. Ze kijkt me even aan, haar lip begint te trillen, en dan… bam! Ze barst in tranen uit alsof ik haar zojuist verteld heb dat haar favoriete knuffel in de wasmachine is verdwenen. Schreeuwen, snikken, snot en tranen; het hele pakketje. De eerste keer dat dit gebeurde, stond ik perplex. Wat was er mis? Wilde ze niet naar huis? Was ze boos op mij? Had ze een rotdag gehad? Maar nee, haar leidster verzekerde me dat ze het hartstikke leuk had gehad en vrolijk had gespeeld. Toch bleef het een raadsel. Waarom zet ze het dan op een krijsen zodra ze mij ziet?

Natuurlijk, ik ben heus niet onbekend met driftbuien. Ze zijn een welbekend onderdeel van het ouderschap. Maar dit voelt anders. Het is geen driftbui van vermoeidheid of frustratie omdat ze bijvoorbeeld haar jas niet aan wil doen. Nee, het lijkt een soort explosie van emoties die eruit komt zodra ze mij ziet. Als een fles cola die al de hele dag geschud is en die op het moment van de hereniging ineens ontkurkt wordt.

Opgekropte emoties

Ik vroeg het aan een vriendin die ook kinderen heeft. “Oh, dat is heel normaal,” zei ze nuchter. “Mijn zoon deed dat vroeger ook. Het is juist een teken dat ze zich veilig bij je voelt. Bij jou kunnen alle opgekropte emoties van de dag eruit.” Ik keek haar aan, nog niet helemaal overtuigd. Dus dat krijsen, snotteren en zich aan mijn been vastklampen als een kleine koalabeer betekent dat ze zich veilig voelt?

Ik besloot het aan de leidster van het kinderdagverblijf te vragen, want misschien had ik iets gemist. Die lachte en bevestigde hetzelfde verhaal. “Het is heel normaal hoor, het betekent dat ze haar emoties de hele dag in bedwang heeft gehouden en dat ze die bij jou durft te uiten. Ze voelt zich zo verbonden met jou dat ze zich bij jou helemaal laat gaan.” Dat was natuurlijk een fijn idee, maar eerlijk gezegd vond ik het nog steeds behoorlijk gênant, daar op dat kinderdagverblijf, met al die andere ouders die hun kinderen vrolijk ophaalden terwijl die van mij zich gedroeg alsof ze net uit een horrorfilm was ontsnapt.

Ben ik de enige?

En dan heb je nog die andere ouders. Je kent ze wel, die met de kinderen die vrolijk met hun rugzakje komen aanhuppelen, zwaaiend naar hun vriendjes terwijl ze hun jas al aandoen voordat hun moeder “ga je mee?” heeft kunnen vragen. En daar sta ik dan, worstelend met een krijsend, spartelend kind, alsof ik haar net uit haar favoriete speeltuin heb geplukt. Oprecht, het voelt soms alsof ik de enige moeder ben met dit fenomeen…


Uitgelichte afbeelding: Shutterstock

’10 euro zakgeld per week vind ik belachelijk!’

Laatst was het weer zover: een van die alledaagse momenten waarop je als moeder wordt geconfronteerd met de harde realiteit van het ouderschap. Ik stond in de keuken, met mijn handen vol afwas en mijn hoofd vol boodschappenlijstjes, toen mijn tienjarige dochter met een daverende vraag kwam: “Mama, hoeveel zakgeld krijg ik eigenlijk?”

Ik keek haar even aan, zoekend naar de juiste woorden. Want eerlijk gezegd, had ik geen idee. Niet dat ik er niet over had nagedacht, maar hoeveel zakgeld geef je een kind van tien? Genoeg om te leren omgaan met geld, maar niet zoveel dat ze denkt dat het altijd uit de lucht komt vallen. Terwijl ik dit allemaal overwoog, kwam ze met een bommetje: “Lisa krijgt tien euro per week!”

Tien euro per week?

Mijn mond viel bijna open. Tien euro per week?! Is dat serieus wat kinderen tegenwoordig krijgen? Voor een moment voelde ik me teruggeflitst naar mijn eigen jeugd, waar ik wekelijks een paar gulden kreeg – genoeg voor een zak snoep en misschien een Donald Duck, als ik echt zuinig deed. Maar tien euro per week? Wat moest Lisa daar in hemelsnaam mee kopen? Een bescheiden aandelenportefeuille of alvast een voorschot op haar eerste auto?

Ik probeerde mijn verbazing te verbergen en vroeg: “En wat doet Lisa met al dat geld?” “Ze koopt Pokémon-kaarten en spaart voor een nieuwe iPad,” zei mijn dochter alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Oké, dus we zijn het stadium van een zakje chips en een nieuwe gum blijkbaar al ver voorbij.

Niet krenterig

Nu ben ik echt niet krenterig. Ik vind het belangrijk dat kinderen leren omgaan met geld, dat ze leren sparen, keuzes maken en dat ze begrijpen dat geld niet oneindig is. Maar tien euro per week aan zakgeld, dat komt neer op veertig euro per maand. Veertig euro! Toen ik tien was, voelde ik me rijk als ik dat bedrag in een half jaar bij elkaar had gesprokkeld.

Ik vroeg me af of ik misschien ouderwets was. Misschien is het inflatie. Misschien is het gewoon de moderne tijd en loopt iedereen nu met een eigen bankpasje en een spaarrekening vol kinderbijslag rond. Maar toch, het bleef aan me knagen. Want wat leren we onze kinderen als we ze zoveel zakgeld geven? Dat alles in overvloed beschikbaar is? Dat je alleen maar hoeft te vragen en je krijgt het? Ik wil mijn dochter leren dat je moet werken voor wat je wilt, dat geld verdienen tijd en inspanning kost.

Redelijk bedrag

Dus, wat is dan een redelijk bedrag voor een tienjarige? Vijf euro per week? Drie euro? Is dat dan weer te weinig? Terwijl ik me afvroeg of ik in het volgende schoolpleinoverleg als de gierige moeder zou worden bestempeld, hoorde ik mijn dochter zachtjes mompelen: “Dus, hoeveel krijg ik nou?”

“Hoe zou jij vijf euro per week vinden?” vroeg ik. Ze keek me even aan, dacht na, en haalde toen haar schouders op. “Prima,” zei ze luchtig. “Kan ik sparen voor een grotere LEGO-set.” En daarmee was het gesprek voorbij, alsof die hele tien-euro-discussie nooit had plaatsgevonden.

In de dagen die volgden, bleef ik er toch over piekeren. Niet zozeer over het bedrag zelf, maar over de waarde die we kinderen meegeven. Is het belangrijk dat ze veel geld hebben, of is het belangrijker dat ze leren wat geld waard is? En hoe voorkom je dat je kind de enige is zonder dure gadgets, terwijl de rest van de klas lijkt te zwemmen in zakgeld?

Gespaard

Een week later kwam mijn dochter weer naar me toe, met een grote glimlach. “Mama, ik heb nu al vijftien euro gespaard! Ik ga er nog tien bij doen en dan kan ik die LEGO-set kopen die ik wilde!” Tien euro? Ik keek haar verbaasd aan. “Ja, van mijn verjaardagsgeld!” riep ze vrolijk. “Ik heb nog niks uitgegeven, want ik wil die set heel graag.”

En daar zat ik, met een grijns van oor tot oor. Want het bleek maar weer: kinderen leren snel. Zelfs met vijf euro per week had ze de waarde van sparen en keuzes maken begrepen. Misschien was tien euro per week inderdaad belachelijk, maar uiteindelijk gaat het niet om het bedrag. Het gaat erom dat ze leren plannen, sparen en genieten van de beloning die ze zelf bij elkaar hebben gespaard.

Dus, voor nu blijft het bij vijf euro. En wie weet, als ze echt een keer heel overtuigend komt uitleggen waarom ze een loonsverhoging verdient, ga ik er nog eens over nadenken. Maar tot die tijd ben ik stiekem best trots op mijn zuinige dochter en een beetje op mezelf, voor het niet toegeven aan de zakgeldinflatie van de moderne tijd.


Uitgelichte afbeelding: Shutterstock

Middagslaapje op het KDV betekent een lange avond voor ons…

Elke werkdag om precies 13.15 uur gebeurt het weer. Terwijl ik achter mijn bureau probeer mijn inbox weg te werken, verschijnt er een berichtje op mijn telefoon. “Je zoontje ligt lekker te slapen,” staat er dan vrolijk, vergezeld van een foto waarop hij vredig in een klein kinderbedje ligt, knuffel stevig in zijn armpjes geklemd. Het is zo’n beeld waar je hart van smelt. Tenminste, dat zou je denken. Maar in plaats daarvan bekruipt me een onmiskenbaar gevoel van onrust.

Want ik weet inmiddels wat die ogenschijnlijk onschuldige middagdutjes betekenen: een lange, eindeloze avond vol energie, springend op de bank, pratend tegen zijn knuffels en eindeloze verzoekjes om nóg een boekje voor te lezen. Middagslaapje op het KDV betekent een avondklok die ver voorbij zijn normale bedtijd reikt. En ik kan je vertellen, na een lange werkdag sta ik niet bepaald te springen om een peuter die om negen uur ’s avonds nog vol energie rondstuitert alsof hij net een dubbele espresso op heeft.

De uitdaging

Nu hoor ik je denken: “Nou, laat hem dan niet slapen!” Maar daar begint de uitdaging pas echt. Want wanneer ik het KDV verzoek om het dutje over te slaan, word ik geconfronteerd met een ander probleem: een peuter die de hele middag door het kinderdagverblijf strompelt als een zombie op suikerontwenning. Zijn humeur daalt dan tot diep onder het vriespunt en hij verandert in een mopperend, klagerig hoopje mens. De leidsters kijken me dan hoofdschuddend aan als ik hem ophaal, met zo’n blik van “Hij heeft echt zijn slaap nodig, hoor.”

Ik sta dus voor een dilemma. Als hij op het KDV slaapt, is hij de rest van de middag en avond de koning te rijk, klaar om de wereld te veroveren. Maar dat betekent voor ons thuis een eindeloze avond van een peuter die de slaap gewoon niet kan vatten. Geen enkel slaapritueel is dan nog effectief. Verhaaltjes, knuffelen, een rustig muziekje; hij ligt gewoon te stuiteren in zijn bed terwijl wij uitgeput op de bank ploffen, verlangend naar het moment dat we zelf ook eindelijk naar bed kunnen.

Onhandelbaar en de leidsters

Maar als hij niet slaapt, is hij op het KDV onhandelbaar en de leidsters laten subtiel merken dat ze daar ook niet blij van worden. Terecht natuurlijk, want een chagrijnige peuter is geen pretje voor de andere kinderen en ook niet voor de leidsters die hun best doen om alles in goede banen te leiden. Ze suggereren dan of hij niet toch ‘een kort dutje’ kan doen. “Gewoon een halfuurtje, dan is hij net even bijgetankt,” zeggen ze dan hoopvol. Ja, dat klinkt leuk in theorie, maar probeer een tweejarige maar eens uit zijn middagdutje te halen na dertig minuten. Hij wordt wakker als een draak en de rest van de middag is hij vervolgens nóg knorriger.

Vicieuze cirkel

En zo zitten we vast in een vicieuze cirkel. Geen slaap betekent chagrijnig op het KDV. Wel slaap betekent een mini-energiebom in huis, lang nadat wij zelf al willen gaan slapen. Ergens hoop ik dat er een magische oplossing bestaat, een toverformule waarmee ik mijn zoontje perfect in balans krijg, zodat hij op het juiste moment slaperig is en op het juiste moment energiek. Maar tot die tijd blijf ik iedere dag opnieuw met mijn telefoon in de hand zitten, in spanning afwachtend of dat verlossende slaapbericht weer binnenkomt.


Uitgelichte afbeelding: Shutterstock

Vijf dagen in de week naar het KDV, wat kost dat wel niet?

Als werkende ouder is het vaak een puzzel om werk en gezin op elkaar af te stemmen. Een van de meest praktische oplossingen is dan ook het kinderdagverblijf. Je kind wordt opgevangen in een veilige en stimulerende omgeving terwijl jij aan het werk bent. Maar, zoals zoveel ouders zullen beamen, er hangt wel een stevig prijskaartje aan vast. Zeker als je overweegt om je kind vijf dagen in de week naar het kinderdagverblijf te sturen. Maar wat kost dat eigenlijk? En hoe zorg je ervoor dat je niet financieel kopje onder gaat?

1. De basis: wat kost een kinderdagverblijf per uur?

De kosten van een kinderdagverblijf variëren enorm per regio en per opvang. Gemiddeld liggen de kosten tussen de €8 en €10 per uur per kind. Als je ervan uitgaat dat je kind vijf dagen per week, 10 uur per dag naar het kinderdagverblijf gaat, kom je uit op ongeveer €400 tot €500 per week. Dat is al snel €1.600 tot €2.000 per maand! En dan hebben we het nog niet eens over eventuele extra kosten, zoals luiers, voeding of activiteiten.

2. Kinderopvangtoeslag: een welkome verlichting

Gelukkig biedt de overheid kinderopvangtoeslag, een financiële tegemoetkoming voor werkende ouders. De hoogte van deze toeslag is afhankelijk van je inkomen, het aantal kinderen en het aantal uren dat je werkt. Hoe hoger je inkomen, hoe minder toeslag je krijgt. Voor veel ouders is de kinderopvangtoeslag een onmisbare steun, maar zelfs met deze toeslag blijven de kosten vaak hoog.

Het is belangrijk om te weten dat de kinderopvangtoeslag een maximum aantal uren en een maximum uurtarief vergoedt. Voor 2024 is het maximale uurtarief vastgesteld op €9,12. Als het kinderdagverblijf dat je hebt gekozen een hoger uurtarief hanteert, betaal je het verschil zelf. Het is dus verstandig om te checken hoeveel uren je maximaal vergoed krijgt en wat je uiteindelijk zelf moet bijleggen.

3. Bereken je netto kosten

Om een goed beeld te krijgen van wat je netto betaalt, moet je je bruto kosten van de kinderopvang verminderen met de kinderopvangtoeslag. Er zijn online handige rekenhulpen waarmee je kunt uitrekenen hoeveel kinderopvangtoeslag je kunt verwachten. Stel dat je bruto €1.800 per maand betaalt en je ontvangt €1.000 aan toeslag, dan zijn je netto kosten €800. Dat is nog steeds een flink bedrag, maar het scheelt aanzienlijk in vergelijking met de bruto kosten.

4. Is vijf dagen wel nodig?

Vijf dagen per week naar het kinderdagverblijf kan voor sommige gezinnen noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld als beide ouders fulltime werken. Maar het is goed om na te denken over alternatieven. Kun je wellicht flexibeler werken? Een dag thuiswerken kan al veel schelen in de kosten. Of misschien is een combinatie van kinderopvang en een gastouder een optie, waarbij je de kosten kunt spreiden.

Ook is het de moeite waard om te kijken naar de mogelijkheden voor een vorm van oppas door familie of vrienden, al dan niet tegen een kleine vergoeding. Soms kan een combinatie van een aantal dagen kinderdagverblijf en een paar dagen oppas aan huis een goede oplossing zijn.

5. Wat krijg je ervoor terug?

De kosten van kinderopvang zijn hoog, maar het is belangrijk om ook te kijken naar wat je ervoor terugkrijgt. Kinderdagverblijven bieden niet alleen opvang, maar ook educatie en sociaal-emotionele ontwikkeling. Kinderen leren samen spelen, delen, en ontwikkelen hun taal- en motorische vaardigheden in een veilige omgeving. Bovendien geeft het ouders de kans om te werken of te studeren en daarmee bij te dragen aan de economische stabiliteit van het gezin.

Vijf dagen in de week naar het kinderdagverblijf sturen is een flinke financiële investering, maar voor veel ouders onmisbaar om werk en gezin te kunnen combineren. De kosten kunnen variëren afhankelijk van je persoonlijke situatie en het type opvang dat je kiest, maar dankzij de kinderopvangtoeslag is er enige verlichting. Het blijft echter belangrijk om je goed te informeren en alle opties te overwegen.

Dus, voordat je de knoop doorhakt, maak een grondige berekening, bespreek alle opties met je partner, en bekijk of er alternatieven zijn die beter bij jullie situatie passen. Want hoewel het misschien voelt alsof je elke maand een fortuin betaalt, investeer je uiteindelijk in de ontwikkeling van je kind én in de balans tussen werk en privé. En dat is uiteindelijk toch onbetaalbaar?


Uitgelichte afbeelding: Shutterstock

De kernmerken van de vier verschillende opvoedstijlen

Elke ouder heeft zijn of haar eigen manier van opvoeden, maar psychologen hebben vier basisopvoedstijlen geïdentificeerd: autoritair, permissief, autoritatief en verwaarlozend. Deze stijlen verschillen van elkaar in de mate van controle en betrokkenheid die ouders uitoefenen over hun kinderen. In dit artikel bespreken we de kenmerken van deze vier opvoedstijlen, hun verschillen en de mogelijke effecten op kinderen. Vind je dit nou een interessant onderwerp? Hier gaan we dieper in op de verschillende soorten ouderschapsstijlen.

1. Autoritaire opvoedstijl

De autoritaire opvoedstijl wordt gekenmerkt door een hoge mate van controle en lage mate van warmte. Ouders die deze stijl volgen, stellen strikte regels op en verwachten dat hun kinderen deze zonder tegenspraak opvolgen. Ze hechten veel waarde aan gehoorzaamheid en discipline, en overtredingen worden vaak streng bestraft.

Kenmerken van de autoritaire opvoedstijl:

  • Strikte regels en hoge eisen: Ouders verwachten onvoorwaardelijke gehoorzaamheid en leggen nadruk op discipline.
  • Weinig emotionele steun: Er is vaak weinig ruimte voor de emotionele behoeften van het kind.
  • Autoritaire communicatie: De communicatie is meestal eenrichtingsverkeer; ouders bepalen de regels en kinderen moeten deze opvolgen zonder discussie.
  • Straffen bij overtredingen: Ouders hanteren vaak harde straffen om ongewenst gedrag te corrigeren.

Invloed op kinderen: Kinderen die opgevoed worden met een autoritaire stijl kunnen gehoorzaam en gedisciplineerd zijn, maar ze ontwikkelen vaak een laag zelfbeeld en hebben moeite om zelf beslissingen te nemen. Ze kunnen ook angstig, teruggetrokken of opstandig worden.

2. Permissieve opvoedstijl

De permissieve opvoedstijl wordt gekenmerkt door veel warmte en betrokkenheid, maar weinig regels en discipline. Ouders die deze stijl aanhangen, zijn tolerant en geven hun kinderen veel vrijheid om hun eigen beslissingen te nemen. Ze willen vaak de ‘vriend’ van hun kind zijn en vermijden conflict.

Kenmerken van de permissieve opvoedstijl:

  • Weinig regels en grenzen: Ouders stellen nauwelijks eisen en hebben weinig structuur in het gezin.
  • Hoge mate van warmte: Ouders zijn liefdevol, ondersteunend en proberen het kind gelukkig te maken.
  • Weinig controle: Ouders geven hun kinderen veel vrijheid en laten hen hun eigen weg vinden.
  • Vermijden van confrontaties: Ouders vermijden het geven van straffen of het opleggen van regels om conflicten te voorkomen.

Invloed op kinderen: Kinderen die permissief worden opgevoed, kunnen moeite hebben met zelfbeheersing en discipline. Ze hebben vaak problemen met het accepteren van autoriteit en kunnen impulsief of veeleisend gedrag vertonen. Ze voelen zich echter vaak geliefd en gesteund door hun ouders.

3. Autoritatieve opvoedstijl

De autoritatieve opvoedstijl, ook wel de democratische opvoedstijl genoemd, combineert hoge warmte en betrokkenheid met duidelijke regels en grenzen. Ouders die deze stijl volgen, zijn ondersteunend en liefdevol, maar ze stellen ook grenzen en eisen aan het gedrag van hun kinderen. Ze moedigen zelfstandigheid aan, maar binnen een kader van duidelijke verwachtingen.

Kenmerken van de autoritatieve opvoedstijl:

  • Duidelijke regels en structuur: Ouders stellen duidelijke verwachtingen en geven uitleg over de redenen achter hun regels.
  • Hoge mate van betrokkenheid: Ouders zijn warm, liefdevol en geïnteresseerd in het leven van hun kind.
  • Open communicatie: Er is veel ruimte voor dialoog; kinderen worden aangemoedigd om hun mening te geven.
  • Consistente discipline: Ouders hanteren consequent regels en straffen, maar doen dit op een ondersteunende en redelijke manier.

Invloed op kinderen: Kinderen die worden opgevoed volgens de autoritatieve stijl, ontwikkelen vaak een gezond zelfvertrouwen, zijn sociaal vaardig en hebben een positief zelfbeeld. Ze zijn in staat om zelfstandig beslissingen te nemen, maar respecteren ook regels en autoriteit. Dit wordt over het algemeen gezien als de meest effectieve opvoedstijl.

4. Verwaarlozende opvoedstijl

De verwaarlozende opvoedstijl wordt gekenmerkt door een lage mate van controle en een lage mate van betrokkenheid. Ouders die deze stijl hanteren, zijn vaak emotioneel afwezig en bieden weinig tot geen ondersteuning of begeleiding. Ze tonen weinig interesse in het leven van hun kinderen en stellen nauwelijks regels of verwachtingen.

Kenmerken van de verwaarlozende opvoedstijl:

  • Gebrek aan betrokkenheid: Ouders tonen weinig interesse in de behoeften of emoties van hun kinderen.
  • Weinig tot geen regels: Er zijn nauwelijks verwachtingen of richtlijnen voor het gedrag van het kind.
  • Gebrek aan emotionele steun: Ouders bieden geen of weinig emotionele ondersteuning of liefde.
  • Ongestructureerde omgeving: Het kind wordt vaak aan zijn lot overgelaten zonder begeleiding of toezicht.

Invloed op kinderen: Kinderen die worden opgevoed door verwaarlozende ouders kunnen zich verwaarloosd voelen en hebben vaak moeite met het aangaan van gezonde emotionele relaties. Ze ontwikkelen vaak een laag zelfbeeld, zijn vatbaar voor gedragsproblemen en kunnen moeite hebben met zelfdiscipline en het naleven van regels.

De grootste verschillen tussen de vier opvoedstijlen

De autoritatieve opvoedstijl wordt over het algemeen als het meest effectief beschouwd, omdat deze een balans biedt tussen warmte, steun en duidelijke grenzen. Kinderen die op deze manier worden opgevoed, hebben de beste kans om zich gezond en evenwichtig te ontwikkelen. De autoritaire stijl legt de nadruk op discipline, maar kan leiden tot angst en onzekerheid. De permissieve stijl biedt veel vrijheid, maar mist de structuur die kinderen nodig hebben om te leren omgaan met grenzen. De verwaarlozende stijl, tenslotte, wordt gezien als de meest schadelijke, omdat het kind zowel emotioneel als gedragsmatig in de steek wordt gelaten.


Uitgelichte afbeelding: Shutterstock

Varianten op ‘Olifantje in het bos’ (kinderliedje)

“Olifantje in het Bos” is een klassiek Nederlands kinderliedje dat al generaties lang wordt gezongen (muziek en tekst van Arthur van der Berg). De eenvoudige, speelse tekst spreekt kinderen direct aan, en de melodie is makkelijk mee te zingen. Hoewel de oorspronkelijke versie geliefd is, zijn er talloze varianten op dit bekende liedje ontstaan. Van seizoensgebonden aanpassingen tot fantasierijke toevoegingen, ouders, leerkrachten en kinderen blijven steeds nieuwe manieren vinden om dit tijdloze nummer aan te passen. In dit artikel ontdek je de leukste varianten van “Olifantje in het Bos” die je eenvoudig zelf kunt zingen en spelen met kinderen. Zo blijft het liedje fris en verrassend voor elke generatie!

Olifantje in het bos

De originele tekst van ‘Olifantje in het bos’:

Olifantje in het bos
Laat je mama toch niet los
Anders raak je de weg nog kwijt
En dan heb je straks nog spijt
Olifantje in het bos
Laat je mama toch niet los

Olifantje op de stoep

Olifantje op de stoep is een variant van het liedje waar kinderen dol op zijn, want ja, poep…

De tekst:

Olifantje op de stoep
Trap niet in de hondenpoep
Anders krijg je vieze schoenen
en dan moet je heel hard boenen
Olifantje op de stoep
Trap niet in de hondenpoep

Bleehh!!

Olifantje in de zee

Olifantje in de zee is een variant die je in de zomer met kinderen kunt zingen.

De tekst:

Olifantje in de zee
Ga jij nog eens met mij mee
Spetter, spater, spetter, spat
En dan word je lekker nat
Olifantje de zee
Ga jij nog eens met mij mee

Olifantje op het strand

Een andere zomerse variant van het liedje is Olifantje op het strand. Deze tekst is nog educatief ook!

De tekst:

Olifantje op het strand
Smeer je in met zonnebrand
Anders krijg je rode billen
En dan moet je heel hard gillen
Olifantje op het strand
Smeer je in met zonnebrand

Olifantje in de wei

Dit is een variant voor in het voorjaar!

De tekst:

Olifantje in de wei
Wat kijk jij ontzettend blij
Tussen de koeien en de schapen
Oh wat zal je lekker slapen
Olifantje de wei
Wat kijk jij ontzettend blij

Olifantje in de kou

Bij deze een variant voor in de winter.

De tekst:

Olifantje in de kou
Hou de slee vast aan het touw
Gaan we glijden sleetje rijden
Samen van de berg af glijden
Olifantje in de kou
Hou de slee vast aan het touw

Olifantje in het bad

Een variant voor als je kleintje in bad gaat.

De tekst:

Olifantje in het bad
O, wat word jij lekker nat
Spetter, spatter, wat een pret
Daarna ga je schoon in bed
Olifantje in het bad
O, wat word jij lekker nat

Olifantje in de bus

Voor als je het liedje ‘de wielen van de bus’ even zat bent zing je gewoon deze variant op Olifantje in het bos:

De tekst:

Olifantje in de bus
Geef je mamma nog een kus
Jij gaat nu alleen op pad
In je eentje naar de stad
Olifantje in de bus
Geef je mamma nog een kus

Olifantje in de stad

De tekst:

Olifantje in de stad
Eet toch niet zo veel patat
Anders wordt je dik en rond

En dat is toch niet gezond
Olifantje in de stad
Eet toch niet zoveel patat

Olifantje doe eens gek

Dit is een leuke tekst om te zingen op een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf.

De tekst:

Olifantje doe eens gek
Speel bij (naam van peuterspeelzaal of kdv) en ontdek
Bouw een toren laag en hoog

Kleur met krijt een regenboog
Olifantje doe eens gek
Kom gezellig spelen op deze plek


Uitgelichte afbeelding: Shutterstock

Straatspelletjes van vroeger, ken jij ze nog?

Toen we opgroeiden, waren de straten en pleinen onze speelvelden. Zonder smartphones en computers speelden we buiten met vriendjes en vriendinnetjes. Hier zijn enkele van de populairste straatspelletjes van 20-30 jaar geleden, spelletjes die nostalgische herinneringen oproepen aan eenvoudige en zorgeloze tijden.

1. Tikkertje

Dit is waarschijnlijk een van de bekendste straatspelletjes. De regels zijn simpel: één iemand is ‘de tikker’ en moet de anderen tikken. Zodra iemand wordt getikt, wordt die de nieuwe tikker. Er waren talloze variaties, zoals ‘buutvrij’ of ‘boompje verwisselen’, waarbij je even veilig was als je een bepaalde plek aanraakte.

2. Verstoppertje

Verstoppertje was een klassieker die uren kon duren. Een persoon, de zoeker, telde tot een afgesproken aantal terwijl de anderen zich verstopten. Daarna moest de zoeker iedereen proberen te vinden. Wie het laatst werd gevonden, had gewonnen. Een bekende variant was ‘tien tellen in de rimboe’, waarbij je binnen tien tellen een verstopplek moest vinden.

3. Buutvrij

Dit spel werd vaak gecombineerd met verstoppertje. De ‘buut’ was een plek, zoals een boom of paal, waar je naartoe moest rennen zonder getikt te worden. Als je de buut bereikte, riep je “buutvrij!”, en was je veilig. Dit maakte het spel een extra uitdaging omdat je niet alleen moest verstoppen, maar ook weer terug naar de buut moest zien te komen.

4. Knikkeren

Knikkeren was meer dan een spel; het was een serieuze aangelegenheid. Iedereen had zijn eigen zak knikkers, vaak met verschillende maten en kleuren. Het doel was om zoveel mogelijk knikkers van de tegenstander te winnen door ze in een gat te rollen of uit een cirkel te schieten. Sommige knikkers, zoals bonken of glazen knikkers, waren extra waardevol.

5. Hinkelen

Met een krijtje tekenden we een hinkelbaan op de stoep, vaak met vakjes genummerd van 1 tot 10. Je gooide een steentje in een vakje en moest dan hinkelen zonder het steentje of de lijnen aan te raken. De uitdaging was om het steentje op te pakken zonder je evenwicht te verliezen.

6. Elastieken

Bij elastieken spande je een groot elastiek om de enkels van twee spelers, terwijl de derde eroverheen sprong. Je begon laag, rond de enkels, en het elastiek werd steeds hoger geplaatst, eerst bij de knieën, daarna bij de heupen en soms zelfs bij de nek. Er waren talloze sprongetjes en liedjes die bij het spel hoorden.

Oh ja, en dat oefenen thuis met de eetkamerstoelen! Wie deed dat niet?

7. Verklaar de oorlog

Bij dit spel werd er eerst een cirkel getekend die in verschillende vakken werd verdeeld, elk vak met de naam van een land. Elke speler koos een land en ging in zijn vak staan. Een speler werd aangewezen om te beginnen en riep “Ik verklaar de oorlog aan [land]!” terwijl hij een bal hoog in de lucht gooide. De speler van het genoemde land moest de bal zo snel mogelijk pakken, terwijl de rest wegrende. Als de bal gevangen was, riep de vanger “Stop!” en mocht hij proberen iemand te raken met de bal. Het spel ging door totdat één speler alle vakken veroverd had door andere landen te verslaan.

Als we geen bal hadden, riepen we alleen maar stop! En vervolgens ging je op de straat liggen om de tenen van de ‘weglopers’ aan te kunnen tikken. Zo maakte je eilandjes en kon je steeds verder komen.

8. Kettingtje leggen

Bij dit spel stond er een groep kinderen in een lange rij. De voorste rende weg, en de rest moest proberen hem te tikken. Als hij werd getikt, voegde hij zich bij de ketting door de hand van degene die hem tikte vast te houden. Dit ging zo door tot iedereen een lange ketting vormde. Het spel eindigde wanneer iedereen was getikt.

9. Stoepranden

Stoepranden was simpel, maar oh zo leuk! Je stond aan weerszijden van een weg met een bal. Het doel was om de bal zo te gooien dat deze tegen de stoeprand van de overkant kaatste. Als dat lukte en de bal terugkwam, kreeg je een punt en mocht je verder spelen. Wie het eerst een bepaald aantal punten had, won.

10. Stand in de Mand

Dit spel werd vaak gespeeld met een bal. Eén speler had de bal en riep de naam van een andere speler terwijl hij de bal de lucht in gooide. De speler wiens naam werd geroepen, moest de bal zo snel mogelijk vangen, terwijl de anderen wegrenden. Zodra de bal werd gevangen, riep de vanger “Stand!” en iedereen moest stilstaan. Vervolgens mocht de vanger drie stappen nemen en proberen iemand te raken met de bal. Als dat lukte, was die persoon de volgende die de bal gooide.

11. Touwtjespringen

Touwtjespringen was een geweldige manier om energie kwijt te raken. Soms sprong je alleen, soms met twee mensen die het touw draaiden. Er waren allerlei liedjes en ritmes die erbij hoorden, zoals “In spin, de bocht gaat in, uit spuit, de bocht gaat uit”. De uitdaging was om zo lang mogelijk te blijven springen zonder het touw aan te raken.

12. Schipper mag ik overvaren?

Dit spel begon met twee kinderen die tegenover elkaar stonden en een dialoog voerden: “Schipper mag ik overvaren? Ja of nee?” Als het antwoord “ja” was, mocht iedereen proberen naar de overkant te rennen, terwijl de schipper probeerde zoveel mogelijk mensen te tikken. Wie werd getikt, hielp de schipper in de volgende ronde.

Wij speelden het ook wel eens met kleuren. Dan moest je de genoemde kleur ergens in je kleding aan kunnen wijzen. Kun je je voorstellen welke kleurencombinaties ik dan ’s morgen aantrok!?

13. Rooie handjes

Ook wel bekend als “meppen” of “handklappen”. Twee spelers hielden hun handen tegenover elkaar, waarbij één speler de handen onder de handen van de ander had. De bedoeling was om onverwacht een tik uit te delen op de handen van de ander, die dan snel moest terugtrekken. Dit spel kon eindeloos doorgaan totdat iemand pijn in de handen kreeg!

14. Bokkie springen

Bij bokje springen moest één speler voorover gebogen staan, met de handen op de knieën of tegen een muur. De andere spelers sprongen over de ‘bok’ heen, vaak met een spreid- of steunsprong, waarbij ze hun handen op de rug van de ‘bok’ plaatsten. Ik kan me nog herinneren dat we op een gegeven moment zo hoog kwamen, dat we alleen onze hoofde naar voren deden!

15. 7 Sterren

Dit spel werd vaak gespeeld met een tennisbal tegen een muur. De bedoeling was om zeven verschillende handelingen met de bal uit te voeren, waarbij je elke keer de bal tegen de muur gooide en ving. De uitdaging was om dit foutloos te doen. De stappen waren als volgt:

  1. 1 keer: De bal simpelweg tegen de muur gooien en vangen.
  2. 2 keer: De bal gooien, een klap geven in je handen en de bal vangen.
  3. 3 keer: De bal tegen de muur gooien, je handen op de grond zetten en weer opstaan om de bal te vangen.
  4. 4 keer: De bal gooien, één keer rond je eigen as draaien en de bal vangen.
  5. 5 keer: De bal gooien, met één hand achter je rug proberen te vangen.
  6. 6 keer: De bal opgooien, met je voet de muur aantikken en de bal vangen.
  7. 7 keer: De bal gooien, een draai maken terwijl je handen in de lucht zijn, en de bal vangen.

Je begon bij één ster, en bij elke nieuwe poging moest je één stap verder gaan. Het werd steeds moeilijker naarmate je verder kwam, en als je een fout maakte, moest je terug naar het begin.


Uitgelichte afbeelding: Shutterstock