opvoeding

Narcistische kindjes…

Oké, en nu allemaal stoppen met zeggen dat je kind zo bijzonder is, daar krijgen ze namelijk narcistische trekjes van. Blijkt uit onderzoek. Naast de genetische aanleg voor narcisme, blijken ook vooral de kinderen die vaak van hun ouders te horen krijgen dat ze specialer zijn dan anderen, bovengemiddeld hoog scoren bij de onderzoektestjes. Dat verzin ik niet, de onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam melden dat.

Narcistische kindjes dus… Kindjes met een doorgeslagen gevoel van eigenwaarde. Wat zullen de opvoed-goeroes daarvan vinden, vraag ik mijzelf meteen af?

Moeten we nu alle tekeningen die nergens op lijken met de grond gelijk maken? Of moeten we bij elke tekening zeggen ‘Oh leuk, maar denk maar niet dat je talent voor tekenen hebt.’ Of blijven we lekker doorgaan met het kweken van narcistische kindjes?

Mag ik naast het straffen, de kinderen nu ook al niet meer belonen met een flink compliment? Straks lopen ze erbij als een narcist met een veer in hun reet.

Of moet ik tegen mijn kleintjes zeggen dat ze speciaal zijn, maar wel net zo speciaal als het buurjongetje en als Gerdien van de hoek. Oh ja en net zo speciaal als dat irritante ventje uit zijn klas. Want ze moeten natuurlijk niet gaan denken dat ze specialer zijn dan anderen!

Nou ja, het blijkt maar weer dat opvoeden helemaal niet zo gemakkelijk is als het lijkt. Want hoe je het ook doet, er komt altijd wel weer een onderzoekje boven drijven waaruit blijkt dat je het helemaal verprutst. Zelfs wanneer je je kind speciaal probeert te laten voelen…


Afbeelding: Shutterstock / Creativa Images

Kleintjes naar bed brengen sucks

Ik ben gek op mijn kleintjes, ik help ze graag met het aantrekken van hun pyjamaatjes, ik help ze ook graag met het poetsen van hun tandjes, ik lees ze graag een verhaaltje voor het slapen gaan en als ik tijdens het voorlezen niet zelf in slaap gevallen ben, lees ik zelfs graag nog het tweede verhaaltje voor en ik knuffel en kroel graag nog voor een laatste keer voordat de oogjes toe gaan.

Schreeuwtijd

Ik doe dat heel graag…. Áls mijn kleintjes ook zo graag met me mee zouden werken om dit gesmeerd te laten lopen. Want er zijn van die dagen dat bedtijd (iemand omschreef dat ooit eens heel correct en realistisch) schreeuwtijd is.

Laatst was het weer zo een avond.

Het was een avond dat ik de klok, het laatste uur voor bedtijd, even op ‘fastforward’ wilde zetten. En daar gaat het mis. In mijn hoofd liggen ze namelijk al heerlijk in hun bedje te slapen, maar in de werkelijkheid staan ze nog als dolgeslagen gremlins op mijn bed te springen. Ze negeren alles wat ik zeg, werkelijk geen enkel woord van wat ik zeg komt binnen, alsof ze alleen nog maar in gremlin-taal kunnen praten.

Na tien keer gevraagd te hebben om een pyjama aan te trekken, is er werkelijk nog geen enkele beweging in deze handeling gekomen. Verschillende opvoedboeken en opvoedmethodes zitten daar ergens in mijn hoofd opgeslagen, maar het enige wat ik eruit kan blaten is een ‘Als jullie nu geen pyjama’s aan gaan trekken, ga je meteen naar bed en lees ik geen verhaaltje voor.’

>> Lees ook: beste bedtijden voor kinderen

Als ik ze dan, na een hoop geblèr in hun pyjamaatjes heb gekregen, begint het tandenpoetsdrama. Spelletjes ervan maken, liedjes erbij zingen, ik ken het allemaal en voer deze technieken in het heetst van de strijd (o nee, opvoeden is geen strijd, in het heetst van mijn eigen strijd dan) uit. Maar als kind nummer drie dan ook al stellig met haar kiezen op elkaar, haar tanden laat poetsen, komen de vlammen inmiddels uit mijn oren.

Allemaal naar bed!

Goed, naar bed. Allemaal naar bed. Allemaal in jullie eigen bed graag. In jullie eigen kamer. Na het drie keer vriendelijk gevraagd te hebben, komt er een soort oerkreet uit mijn strot, waarvan ik zelf niet wist dat het er überhaupt uit kon komen. Maar gut, het lijkt te werken. Ze liggen alle drie in hun eigen bed. En op dat moment beland ik in een soort flipperkast en wordt ik van de ene kamer naar de andere kamer gestuiterd.

Kamer 1> Mama, ik moet nog plassen.
Kamer 2> Mama, ik moet je nog iets HEEL belangrijks vertellen!
Kamer 1> Mama, ik wil nog een slokje water.
Kamer 3> Mama, wanneer gaan we avondeten?
Kamer 2> Mama, ik kan niet slapen.
Kamer 2> Mama, ik ben niet moe
Kamer 3> Mama, ik wil nog een slokje water.
Kamer 1> Mama, ik kan niet slapen.

En terwijl ik wanhopig op zoek ga naar het laatste stukje geduld in mijn lijf, stort ik in mijn hoofd mezelf van de trap. Maar de stilte lijkt mijn redding, want slapen ze nou echt? Ja! thank God ze slapen. Wijn.

En dat allemaal voor een schrale 4 uur, want rond 00.15 meldt de eerste zich weer aan bij ons bed.


kinderen naar bed

Afbeelding: Shutterstock

Met je broer of zus

Mijn kinderen konden het altijd erg goed met elkaar vinden. De oudste had de regie en de andere twee volgden de regie braaf op. Ik dacht echt dat ik engeltjes op de wereld had gezet, die elkaar lief hadden tot op het bot en elkaar alles gunden. Meer dan ze zichzelf gunden. Ware broeder- en zusterliefde.  Lees meer

Moeder van een puber

Ik ben een moeder van een puber. Dat werd ik niet zomaar, dat heeft ongeveer een jaar of 12 geduurd. Je zou denken dat ik me dus goed kon voorbereiden, maar als het er eenmaal is dan is het er ook in eens. Ik schepte ooit op dat ik een super makkelijke en vooral brave dochter had en kon me niet voorstellen dat zij net zo een puber zou worden als IK was! Maar niets in minder waar. Dat lieve, verlegen, rustige meisje is uitgegroeid tot een goed gebekte, altijd het laatste woord hebbende, 100% puber. Voordeel van deze puber is dat ze uitslaapt, yes! Dat vroege opstaan is tijdens de pubertijd helemaal voorbij. Slapen schijnt een positief effect te hebben op de hersenen, dus in de weekenden stoor ik haar niet! Maar als ze dan wakker is, ligt ze nog uren lang op bed. Of verplaatst ze zich in het uiterste geval van bed naar bank, waar doctor Tablet en mister iPhone binnen handbereik liggen. Ideaal zou je denken. Maar dat luie gedrag is niet helemaal hoe ik het graag zie.

Rommel is haar middle name. Ik zelf ben ook geen Miep Kraak van de huishouding, maar zelfs ik kan me mateloos storen aan het spoor van jassen, schoenen, kleding, make-up, opladers, de stijltang en niet te vergeten de verpakkingen van alles wat er half liggend naar binnen wordt gewerkt aan consumptie.

Na zo een 30 keer vragen of ze haar kamer opruimt, gaat ze er als een tornado doorheen. ‘Top!’, denk ik dan, ‘Eindelijk!’. Tot ik een kijkje neem en er altijd een berg kleding ligt waar ik me van afvraag waar ze dat in vredesnaam zo snel vandaan heeft getoverd. Wat ze doet met die berg kleding? In-de-wasmand-natuurlijk! Dat ruimt zo lekker op, voor haar. FOUT! Orders van deze moeder, stuk voor stuk bekijken of het daadwerkelijk gedragen is, of dat het tijdens het kleding uitzoeken niet gewoon is neergekwakt. Want ze denkt “dit wil ik niet aan vandaag” en het wordt vervolgens als een zielig vodje op de grond afgedankt. Ik heb wel hobby’s maar “de was doen” staat niet op de kaart.

Kamer-Puber

Ik denk ook dat mijn puber ineens iets heeft onontwikkeld, namelijk het stukje “licht uit doen”. Waar ze gaat of waar ze staat, overal brandt licht. Zelfs als ik denk dat ze nog steeds in de badkamer staat, omdat daar nog licht brand, ligt ze al lang en breed in bed, uiteraard met het licht aan. Het schijnt niet makkelijk om dit op te slaan in haar puberbrein, want als ze ’s ochtends naar school gaat staan alle lichten nog aan waar zij zich heeft bewogen en zelfs de teevee maakt niet genoeg indruk om uit te zetten.

Ik heb al het nodige gelezen over het “puberbrein“, maar nog niet genoeg vrees ik. Dat ze vergeetachtig zijn heeft ook weer zo zijn verklaringen, maar hoe komt het dan toch dat ze NOOIT haar iPhone vergeet!

Mijn puber? I love her

Liefs,
Diana

Het schreeuwen

Afbeelding: Shutterstock

Naar aanleiding van dit blog, heb ik een aantal opmerkingen gekregen over het schreeuwen (en meer, maar daar hebben we het nu niet over). Vandaag reageer ik op het schreeuwen. Want ja, ik schreeuw weleens.

Het is zeven uur ’s ochtends, mijn wekker gaat. Ik geef een stomp op mijn telefoon in de hoop dat deze op snooze springt. De minipeuter naast me, die rond 01.00 bij ons is gekropen, slaat met een afstandsbediening op mijn hoofd. “TV kijken”, roept ze, ik bedoel schreeuwt ze, er bij. Bij mijn voeten voel ik een ander paar voeten van de zesjarige en ik realiseer me dat ik beter maar op kan staan. Ik ben moe, maar ik heb een goed voornemen. Ik begin de dag met een dansje, ik begin de dag met een lach. Een liedje wat ik tot vervelends aan toe van de man geleerd heb. 

Ik strompel naar de badkamer, ik ben echt géén ochtendmens. Maar met een plens koud water word ik dan toch echt wakker. Toch heb ik nog steeds het liefst dat er niemand praat. Maar die kleintjes zijn er nu eenmaal, dus ik accepteer het praten. Zachtjes praten, dat wel.

Op de vroege ochtend kies ik voor gemak, dus ik kleed mijn kleintjes aan, hoewel ze dit eigenlijk best zelf kunnen, maar er gewoon geen zin in hebben. En ja, ook de zesjarige help ik met haar sokken. Die sokken, dat is toch echt een dingetje hoor. Ik moet die sokken met alle beleid bij haar aantrekken, want anders zit ‘ie scheef of erger nog voelt ze een draadje! En dat kan ze niet op een ‘normale’ manier melden, nee dat moet op volume 10 met de ogen dicht geknepen en op een nogal schreeuwerige toon. Ik begin van binnen al een beetje te koken en denk ‘potverdikkie, ik doe ook gewoon mijn best’. En ik weet een kalme ‘Niet zo schreeuwen’ uit te brengen.

We komen beneden. Tijd voor een ontbijtje. De zesjarige wil naast mama zitten. De peuter ook. De minipeuter ook. En ja, ik weet het, overal is een oplossing voor. Om beurten, schema’s wie, wat wanneer. Maar het is niet goed genoeg. Het komt niet aan en de drie kleintjes blèren op volume 10. Ik zou tot tien kunnen tellen, ik zou kunnen denken ‘alles komt goed’. Maar ik verhef mijn stem. Ik verhef mijn stem om ze te vertellen dat ze niet zo moeten schreeuwen.

Tijd om naar school te gaan. Ik begin een kwartier voor vertrek met de mededeling dat we schoenen en jassen aan gaan doen. Het komt niet aan. Ondertussen zie ik het aanrecht vol staan en denk het nog even snel op te ruimen (zie je, het gebeurt uiteindelijk wel). Tijdens dat opruimen roep ik een aantal keer met een lage stem dat ze hun schoenen en jassen aan moeten doen. Ik word wederom compleet genegeerd. Ik ga voor ze staan, ik kijk ze recht in hun oogjes en vraag ze om even te luisteren en hun schoenen en jassen aan te doen. Er wordt door me heen gekeken. ‘Joehoe’ probeer ik nog met een luide stem. Geen reactie.
Er zit niks anders op. ‘SCHOENEN EN JASSEN AAN, NUUUU! tjonge jonge jonge’

Nee, schreeuwen is niet fraai. Schreeuwen is onredelijk, schreeuwen is onmacht, schreeuwen is niet goed te praten. Het liefst schreeuw ik niet, praat ik altijd in de positieve vorm. Straf ik niet, beloon ik alleen maar omdat mijn kleintjes alles naar verwachting doen. Ja, dat zou ik willen, echt. Maar hé, ik ben een mens (geen ochtendmens) en ik leef, ik voel en ik kook soms. Ik heb het beste met mijn kleintjes voor, ik hou van ze en ik plak ze achter het behang.

Wie niet?

De eerste keer naar school

Lief kleintje,

Het is bijna zover en dan word je vier. Dan ben je geen peuter meer maar een kleuter. Dan moet je naar school, de basisschool. De ervaringen met het verlaten van je nest zijn in het verleden, op z’n zachts gezegd, niet echt positief door jou ervaren. Een jaar geleden wist je mij ervan te overtuigen dat een peuterspeelzaal volledig overbodig was. Hoezo, het is leuk om met andere kindjes te spelen? Jij kon toch gewoon thuis spelen met je zusje? En zo geschiedde het, je speelde nog een jaartje thuis. Met je zusje.

Maar nu, lief kleintje, nu is er geen ontkomen meer aan. Binnen een maand word je vier. En kindjes van vier gaan elke dag naar school. Ik weet dat het lastig is om te moeten luisteren naar de juf. En dat het lastig is om op je stoel te blijven zitten, aangezien je bij ons thuis nog geen 10 minuten aan tafel kan blijven zitten. En ik weet ook dat je het er helemaal niet mee eens bent dat je straks je eigen billen moet afvegen, maar je wordt nu eenmaal een grote jongen.

Vandaag heb je mij meerdere malen geprobeerd te overtuigen dat je later eigenlijk toch niks wilt worden. En dat je wel naar school gaat als je groot bent. En dat je niet één nachtje, maar nog heel veel nachtjes wilt slapen voordat je weer naar school gaat. Maar zoals ik al zei, lief kleintje, je wordt een grote jongen.

Blijkbaar heb jij je knop omgezet en het begrip ‘grote jongen’ op je eerste wendag wel heel letterlijk genomen. Je nam de schooltijden nogal flexibel of misschien dacht je dat je inmiddels wel genoeg geleerd had om Spiderman te kunnen worden. Halverwege de ochtend vond je het namelijk wel mooi geweest en ben je hem gesmeerd. Maar, lief kleintje, dat vindt de juf niet zo leuk he!? Die wist namelijk niet dat jij tegenover school woont en de weg naar huis op je duimpje kent.

Dus lief kleintje, als je straks weer gaat wennen in je nieuwe klasje, wil je dan alsjeblieft wachten totdat ik je weer ophaal? Want ik kom echt hoor! En als je dan toch op school bent, leer dan meteen even rekenen, lezen en schrijven zodat je later behalve Spiderman ook dokter, brandweerman of papa-blogger kan worden.

Leer om te beginnen in ieder geval alvast een kwartiertje op je stoel te blijven zitten en zelf je billen af te vegen.

Kusje,
mama

Ik ken een moeder die…

Ik weet het. Het is niet netjes om te oordelen. Maar soms moet je het gewoon even kwijt.

Ik ken namelijk een moeder die haar kleintjes compleet aan het verprutsen is. Ze probeert het telkens wel weer goed te maken, maar ik vraag me af of dat voldoende is.

Ze schreeuwt tegen haar kinderen joh! Het lijkt wel of ze de opperchef van het leger is. En wat doen de kleintjes? Ze doen er net even te lang over om hun schoenen en hun jas aan te trekken. Ze gooien voor de dertig duizendste keer hun glas om. Ze maken net even teveel geluid. Of ze doen gewoon simpelweg net alsof ze hun moeder niet horen. Dat komt waarschijnlijk doordat ze doof zijn geworden van al dat geschreeuw. En zeg nou zelf, als er iemand tegen jou zo zou tetteren, zou je er toch ook niet naar luisteren?

Ook noemt ze een bord kale macaroni een maaltijd. En die kinderen eten het met hun handen, hebben ze nooit van bestek gehoord? Niet biologische komkommer moet de groente voorstellen. En weet je wat ze ook doen? Tussendoor geeft ze haar kleintjes weleens een gevulde koek. Een hele! Weet je hoeveel suiker daarin zit!?

Ze zei laatst tegen haar zoontje dat hij meteen zijn kamer op moest ruimen anders mocht hij nooit meer Super Mario spelen! Nooit meer! Nou geloof me, dezelfde middag zat hij weer glazig naar het springende mannetje te kijken (samen met zijn moeder) en zijn kamer was nog één grote rotzooi! Lekker consequent…

Ze vergat de tanden onder het kussen van haar dochter weg te halen! Weg was de magie van de tandenfee…

Haar dochter moest wel 20 keer vragen of ze naar haar geïmproviseerde dans op Kinderen voor Kinderen wilde kijken. En toen ze na 20 keer vragen “nou een keertje dan” zei, staarde ze naar haar telefoon ipv het optreden! Oke, aan de choreografie valt nog wat te verbeteren, maar ze kan op z’n minst toch even 5 minuten kijken? Ze mag ook al niet naar zoetsappige kinderkoortjes luisteren! Arm kind.

Ze kijkt overigens sowieso net zoveel naar haar telefoon als naar haar kleintjes.

En dat jongste kleintje heeft tot voor kort elke nacht in haar bed geslapen! En ook nog aan de borst! Dat zal niet best zijn geweest voor hun seksleven…

Al die kleintjes kruipen ’s nachts weleens bij die ouders in bed!

En op sommige dagen, dan zitten die kinderen van haar de hele dag, hele dag! in hun pyjama’s.

Na de kerstvakantie was haar dochter niet helemaal fit en toch heeft ze haar naar school gebracht. Alleen maar omdat ze er even geen zin meer in had en vond dat ze niet ziek genoeg was!

Het huishouden is ook echt een zooitje daar! De wasmand is tot een kilometer gevuld, door de ramen kun je amper kijken en het aanrecht staat negen van de tien keer vol met vuile vaat. Van de vorige dag!!

En die trap! Dat ze nog naar beneden en naar boven kunnen. Op elke trede ligt er wel een speeltje of een poststuk.

Als je met dat gezin afspreekt, zijn ze echt altijd te laat.

Laatst vertelde ze mij dat ze wel een weekend of zelfs een WEEK weg wilde zonder de kinderen! Voor vakantie. Ze is een thuisblijfmoeder, ze heeft altijd vakantie!

Zo, nou. Dat moest ik even kwijt hoor!

O ja, die moeder… Dat ben ik!


Afbeelding: Shutterstock

Wat je niet wist… Totdat de Sint werd ingeruild voor Santa

Iets wat ik wel weet, is hoe het gaat met het Sinterklaasfeest. En toch begin ik er elk jaar weer aan. Stilletjes hoopte ik dat mijn oudste er dit jaar niet meer in zou trappen. Dat alle credits nu eens naar mij zouden gaan. Maar helaas, niets was minder waar. Mijn kleintjes gingen er voor de volle 100% in en beleefden, voelden en ademden voor drie (lange) weken Sinterklaas. Elke ochtend om 6.00 wakker en niet zomaar wakker, springlevend, hyper waren ze. Elke avond gezanik over het schoenzetten. Driehonderd verlanglijstjes aan mijn neus voorbij zien gaan (hoe weet ik nu wat ze echt willen hebben??) Sinterklaasliedjes tot ik ze niet meer horen kon.

Sinterklaas, SinterKLAAS, SINTERKLAAS! Oh, wat is Sinterklaas te gek, de liefste, de aller aller liefste!

Ik wist het! En toch speelde ik het spel weer mee. Cadeaus inkopen, cadeaus inpakken, cadeaus verstoppen, midden in de nacht wakker schrikken omdat de schoenen nog gevuld moesten worden. En waar was Sinterklaas? Of Piet? En nee, ik ben de beroerdste niet. Maar dat geratel en geratel over die fantastische Sinterklaas die alle credits krijgt en waarvoor? Voor al mijn werk!

Maar halleluja, Sinterklaas is weer vertrokken en ingeruild voor het kerstfeest. Eindelijk, een vredig en rustgevend feest. Een kindje geboren, voor ons allemaal. De zesjarige die regelmatig om een Jezus-kleurplaat vraagt. En twee peuters die vredig met een stal spelen. Totdat… De zesjarige ergens vernomen had dat er een kerstman bestaat en cadeautjes rondbrengt. Baby Jezus vloog door de lucht en de peuters waren één en al oor. ‘Kerstman, cadeautjes, wat een fantastische man, vertel ons meer!!’, was nog net niet de tekst dat uit het mondje van de minipeuter kwam.

Maar nee, ik weet hoe dat gaat. Dan sta ik straks weer inkopen te doen en moeten we het volgende half jaar niet alleen op droog brood leven, maar ook op zeer slappe thee. Bovendien sta ik dan straks wéér cadeaus in te pakken, het plakband van de Sintcadeaus plakt nog steeds aan mijn mouw. En dan moet ik de drie kleintjes wéér kalmeren, temmen en in het gareel houden totdat mijn stem het begeeft.

En wie krijgt er alle credits?

Nee, het gaat niet gebeuren! NIET! Toch?


Afbeelding: Shutterstock

Grote mensen ingewikkeldheid

Ik zat vanmorgen aan de ontbijttafel met mijn kleintjes. Zoals altijd lurk ik, voor me uit starend, aan mijn bakkie koffie en hoop ik maar dat mijn kleintjes rustig hun ontbijtje eten, zonder geschreeuw en zonder geknoei. En het allerlaatste waar ik op zit te wachten, zijn ingewikkelde vragen. Eigenlijk komt het erop neer dat ze niet al te ingewikkeld moeten doen, zo vroeg op de ochtend. Gewoon even lekker simpel.

Maar vanmorgen realiseerde ik mij dat kleintjes helemaal niet zo ingewikkeld zijn. Het zijn de ‘volwassenen’ die altijd zo ingewikkeld doen. Deze realisatie kwam na een opmerking van mijn zesjarige.

Sinds gisteren is de Sinterklaas-gekte hier in huis begonnen. Met verkleedkleren, Sinterklaasliedjes, boekjes en ook het Sinterklaasjournaal. Eigenlijk had ik er dit jaar niet zo heel veel zin in door al die stomme discussies. Gelukkig hebben mijn kleintjes daar helemaal niks van meegekregen en ik hoop ook dat dat zo blijft. Want bewapende Pieten tijdens de intocht baren mij toch wat zorgen. Nee, waarom kan het niet gewoon simpel?

Maar goed, we zaten dus vanmorgen aan de ontbijttafel en mijn kleintjes zitten ‘gezellig’ (naar mijn idee net even te hard) Sinterklaasliedjes te zingen. En opeens vraagt mijn zesjarige waar de Pieten naartoe zijn gegaan? Want deze vertrokken in het Sinterklaasjournaal.

“Ja, de Pieten gingen van de boot af”, antwoord ik haar. (Klopt dat? Ik zou het eigenlijk niet weten, want zo goed let ik niet op.)
“O Nee! De Pieten kunnen helemaal niet zwemmen, dan worden het Witte Pieten!! Nou ja, ook leuk” was haar reactie.

En Voila! Daar hebben we de oplossing van ons Zwarte Pieten ‘probleem’. Laat ze lekker zwemmen, dan worden ze wit.

Dus grote mensen. Kunnen we nu ophouden met al die ingewikkeldheid en wat meer luisteren naar de eenvoud van kinderen en waar het werkelijk om gaat. Lekker simpel.

Sinterklaas

Wat je niet wist… Totdat er één naar school ging (de ochtenden)

Vroeger, toen ik nog geen kleintjes op school had, twee jaar geleden, waren mijn ochtenden relaxt en vredig. Ik werd wakker, stond op, kleedde me aan, kleedde mijn kleintjes aan, we gingen een ontbijtje eten en daarna keken we wel wat de dag ons zou brengen. Nu, in het heden, vandaag de dag, doe ik op zich niet heel veel anders. Ik word wakker, sta op, kleed me aan, kleed mijn kleintjes aan, we gaan ontbijten en daarna brengen we de zesjarige naar school. Dat klinkt niet heel moeilijk toch? Maar toch gaat er geen ochtend voorbij dat er niet gejankt of geschreeuwd (sorry buren) wordt. Dat wakker worden is namelijk niet op een tijdstip dat ik wakker zou willen worden. Mezelf aankleden lukt meestal wel, maar dan ga ik aan de slag met mijn kleintjes. Als ik geluk heb, zijn ze allemaal al wakker, maar eigenlijk ligt er altijd nog wel één te pitten.

Mijn kleintje wakker maken, ik weet dat dat heel onverstandig is, maar wat moet ik anders? Ze moet naar school en dus moet ze wakker worden! Ik begin heel liefelijk met een gezellig liedje ‘wakker worden, wakker worden, hoor de vogeltjes fluiten’. ‘GA WEG’, krijg ik als antwoord. Ze trekt het dekbed over haar hoofd en keert mij haar rug toe. ‘Nee echt, je moet naar school. Wakker worden meisje.’ Van binnen begin ik al een beetje te koken, want ja ik ben ook geen ochtendmens.

Ondertussen houd ik de twee andere kleintjes zoet met de tv. Ja, ik beken, deze staat het eerste half uur van de dag op Netflix. Als alles is aangekleed komt de volgende uitdaging. De televisie uit krijgen en allemaal naar beneden voor een ontbijtje. Maar inmiddels zitten ze met z’n drieën in trance naar Peppa Big te staren. Nog geen drie kwartier wakker, wordt mijn geduld voor de tweede keer op de proef gesteld, omdat ik met geen mogelijk mijn kleintjes naar beneden krijg.

Wat er ook gebeurt, ik móét nu eerst koffie en een ontbijtje. Ik weet niet hoe, maar uiteindelijk belanden ze toch alle drie aan de ontbijttafel. Het ontbijt, er wordt gekibbeld over smeerkaas, pindakaas, wie eerst, wie daarna, zelf smeren en er pleurt minimaal één keer een beker om. 

En in de tussentijd staar ik naar mijn koffie. Denkend aan vroeger, toen er nog geen tijdsdruk was…

Oh shit, de tijd.

‘We moeten gaan! Schoenen aan, jas aan. O nee, jullie HAREN. Ga maar weer zitten. Hup, hup huhup!!’  Ik flats er snel een vlecht en wat staarten in. En dan moeten we echt gaan. Net voor de bel gaat rennen we naar de overkant. Thank God dat we tegenover school wonen.

Jeetje, ik wist dat ik geen ochtendmens was, maar nu weet ik het zeker. Ik ben géén ochtendmens, echt niet. Ik pleit daarom ook voor schooltijden die beginnen om 10.00. Op z’n vroegst.

Afbeelding: Shutterstock

Pin It