Toen ik nog geen moeder was…

Ik weet het nog goed. Ik was een jaar of 22, ik liep over straat en daar liep een moeder ver voor haar kind uit. Een kind van een jaar of drie. Haar kind rende wanhopig achter haar aan. ‘Tillen’, riep ze. Maar moeder liep zonder te reageren klakkeloos door. Ik voelde een steek in mijn hart en wilde het kind het liefste optillen, een knuffel geven en zeggen ‘het komt wel goed schatje’. En die moeder? Ik kon het niet begrijpen, hoe kon ze haar kind nou zo negeren?

Zo ga ik het later niet doen, was wat ik dacht.

Ik herinner me ook nog dat fijne zomermiddagje op het terrasje in de zon. We waren heerlijk naar het strand geweest en aan het eind van de middag genoot ik met mijn vrienden van een drankje op het terras. Totdat daar een gezin naast ons kwam zitten. Een gezin met twee kleine kinderen. Die kinderen waren aan het blèren en constant ruzie aan het maken. Moeder gaf een snauw en vertelde de kinderen dat ze hen helemaal zat was. Ach, je zal het toch van je moeder horen, dat ze je helemaal zat is. Wat moet er dan van die kinderen terecht komen, wat zullen ze zich ongewenst voelen.

Dat ga ik later nooit zeggen, was wat ik dacht.

Of die ene keer dat ik van iemand hoorde dat hun kinderen (bijna) elke nacht in het bed van de ouders kropen. Nou, dat doe je toch niet! Kinderen horen in hun eigen bed en als ze een nachtmerrie hebben gehad, leg je ze gewoon weer terug. Als je het eenmaal één keer toelaat, kom je er nooit meer vanaf…

Mijn kinderen slapen later vanaf dag 1 in hun eigen bed, was wat ik dacht.

En ik zat ook een keer op verjaarsvisite. Daar was een kind, volledig door het dolle heen. Het kind luisterde voor geen meter naar zijn ouders. De ouders bleven maar waarschuwen en dreigen ‘Als je nu dit niet doet, dan krijg je dat niet’. Het kind kreeg alles voor elkaar. Totaal inconsequente ouders. Slecht hoor, dacht ik, zo verpest je toch je hele kind.

Later ben ik altijd, maar dan ook altijd consequent, was wat ik dacht.

Beste moeders, sorry daarvoor! Sorry voor mijn zelfvoldaanheid en onwetendheid.

Want beste moeder die haar kind negeerde, hier ben ik dan. Elke dag naar school lopend met een peuter op mijn arm. Maar soms ook niet. Soms staat ze krijsend op het schoolplein, omdat ik besloten heb dat ze zelf wel een keer naar huis kan lopen. En dan roept ze heel wanhopig ‘Mamaaaa, tilleeeeeen’. En ik loop door, in de hoop dat ze me achterna komt. Begrijpend, hoe je je kind voor even negeert.

En beste moeder van het terrasje, daar zit ik dan. Met mijn luidruchtige kleintjes op een terrasje. De een gooit z’n drinken om, de ander rent om alle tafeltjes en de derde blijft maar tetteren in mijn oor. Een wanhopige snauw komt er uit mijn mond en God, wat ben ik die kleintjes zat. Laat mij gewoon even genieten van mijn rose’tje in de zon.

Aan de ouders waarbij ik afkeurend mijn hoofd schudde toen ik hoorde over het samen slapen met de kinderen. Drie keer raden wiens bed nu elke nacht vol ligt. Want ja, als er eentje midden in de nacht begint te brullen, wil ik dat diegene zo snel mogelijk z’n klep weer dicht doet voordat de rest wakker wordt. Bovendien wil ik zelf ook helemaal niet wakker worden. De oplossing is toch echt verder slapen in mijn bed. Met het kleintje.

En als laatste, sorry beste ouders op het verjaarsfeestje. Consequent? Altijd inconsequent is ook best consequent. En als dat niet lukt, kan ik altijd nog chanteren.

Toen ik nog geen moeder was, wist ik het allemaal heel goed. En nu? Nu voel ik het allemaal heel goed.

Afbeelding: Shutterstock

voordelen één slaapkamer

Voordelen van alle kinderen op één kamer

Ik heb weleens (heel vaak) gedacht om één slaapkamer helemaal vol te gooien met matrassen. Kinderen tevreden, want ze slapen bij ons, wij tevreden want we hoeven niet langer meer op een stukje van 50cm bij 150cm te liggen. Toch is het nooit gebeurd, want we leven tenslotte niet ergens in de bosjes van Afrika en ik geef toe, het zou toch ook wel een beetje gek voelen. Maar ja, aan de andere kant, nu word ik ook regelmatig wakker met drie extra logees in mijn bed. Dat voelt overigens ook best wel gek, vooral mijn vermoeide hoofd en krakkemikkige lichaam door het opgevouwen nachtje.  Lees meer

Zindelijkheidstraining ala lik-me-vessie

Ik durf het bijna te zeggen. Wel zachtjes en niet te hard en ondertussen klop ik voor de zekerheid op een houten plank, maar… Mijn kleintjes zijn zindelijk! Alle drie. Stuk voor stuk. Mag je op zich wel verwachten van een 6-jarige en een kleuter. Maar nu heeft dus ook de peuter dit level bereikt.

No more luiers in da house!

Nou ja, ‘zo goed als’ dan. ’s Nachts doe ik er nog eentje bij haar om. Voor de zekerheid. Eigenlijk vooral omdat ik te lui ben om ’s nachts bedden te moeten verschonen. Maar overdag, echt chapeau voor mijn peutertje. Totdat ik het heel enthousiast aan iemand vertel. Dan piest ze uiteraard acuut haar broek en de vloer vol.

Zindelijkheidstraining? Daar doe ik niet aan. Alleen aan de zindelijkheidstraining á la lik-me-vessie Luie moeders, zijn gelukkigere moeders heb ik ooit ergens gelezen. Zulke uitspraken vergeet ik niet, daar kan ik mij helemaal in vinden. En bovendien, met een peuter die net zindelijk is de deur uitgaan, is vragen om ‘situaties waarbij ik mijn schoen bij opvreet’.

Samen met je peuter winkelen? Geheid dat ze midden in de Specsavers (je weet wel, waar ze brillen genoeg hebben, maar geen wc-brillen voor klanten) roept dat ze plassen moet. En wat voor antwoord krijg je van het personeel als je vraagt of je peuter even gebruik mag maken van het toilet? “Nee mevrouw, het toilet is niet voor klanten. U kunt 3 kilometer verderop naar het toilet in de HEMA.”

Ik krijg op zulke momenten de neiging om tegen mijn peuter te zeggen, plas maar in je broek en vervolgens de betreffende verkoper even erop te attenderen waar er gedweild moet worden.

En dat wil ik voorkomen.

Zindelijkheidstraining ala lik-me-vessie. Hoe gaat dat dan in zijn werk? Heel simpel. Zorg dat je de eerste vier jaar een budget hebt ingecalculeerd voor de luiers die aangeschaft moeten worden. Daar moet je verder ook niet over zeiken. Luiers verschonen is nou eenmaal heel goor en luiers zijn allemachtig duur, maar luie moeders vergeten regelmatig om hun kleintje te verschonen. En treffen aan het einde van de dag een gigantisch gevulde, maar vooral compleet benutte luier. Scheelt er toch weer zo een drie op een dag.

En dan komt er een dag dat je kleintje vindt dat het genoeg is. Weg met die luiers, ik ga plassen op de pot. In eerste instantie probeer je dat nog tegen te gaan, gewoon om ‘Specsavers’ situaties, zoals hierboven beschreven, te voorkomen. En bovendien weet je dat als je kleintje eenmaal ‘de wc’ ontdekt heeft, hij of zij ook werkelijk elk toilet op deze wereldbol een keer zal willen bekijken, wáár je ook bent.

Maar goed, je kleintje weet hoe hij zijn broek naar beneden moet trekken en ook de luier weet hij te ontgrendelen. Geen voorkomen meer aan. Je kleintje wil op het potje plassen. Meestal, als ze dit punt bereikt hebben, zijn ze er ook daadwerkelijk wel aan toe.

En wat blijkt? De zindelijkheidstraining á la lik-me-vessie werkt! Je kleintje heeft zichzelf zindelijk gemaakt en plast en poept alleen nog maar op zijn potje.

Behalve dan als je het heel enthousiast aan iemand vertelt….

Afbeelding: Shutterstock

perfecte moeder

Beste perfecte moeder

Beste perfecte moeder die ik heel graag had willen zijn,

Je zult wel teleurgesteld zijn en misschien kijk je zelfs wel een beetje met afschuw naar mij. Moet je eens rondkijken, wat een puinhoop. Je dacht altijd dat mijn huis op orde zou blijven na het krijgen van kinderen. Een afgeleefd huis, NO WAY! Maar moet je nu zien. Overal speelgoed, koekkruimels, vette vingers op de tv en op de muur. De snippers, glitters en verfkwasten vliegen in het rond, terwijl de kleintjes aan tafel knutselen. En ondertussen staat er een ton (met een bergtop) schone was ernaast te wachten om opgevouwen te worden. Sorry.

En zie die keuken nou. Ik had mezelf beloofd om nooit naar bed te gaan, terwijl de vuile vaat nog op het aanrecht staat. Eh, je zult wel denken, hoeveel werk is dat nou, 5-10 minuutjes? Ja dat klopt en toch staat die vaat er regelmatig de volgende ochtend nog. Na het (soms helse karwei) naar bed brengen van die kleine mormels, heb ik het druk met andere dingen, zoals Netflix kijken.

Simpele ik

Tja perfecte moeder, dit lichaam is ook niet wat ik had gedacht na het krijgen van drie kinderen. En God, wat zou ik graag die buik zonder striemen hebben en zonder vetrollen. Maar ja, ik stop nou eenmaal stiekem af en toe een paasei in mijn mond zonder dat de kleintjes dat doorhebben. Althans, dat probeer ik, want die kleintjes hebben een neus als een grizzlybeer als het om paaseieren gaat. En dan nog maar te zwijgen over de kleding die ik draag. Nee, het is niet fashionable, het is praktisch en goed afneembaar. Sieraden? Daar wordt alleen maar aan getrokken. Hoge hakken? Die punt eindigt altijd op een klein kindervoetje (zo zielig). Nogmaals sorry, dit keer voor ‘mijn simpele ik’.

Want weet je, perfecte moeder die ik graag had willen zijn, dat geniale plan om de kleintjes gemoedelijk op te voeden zonder te straffen en te belonen, zonder hysterische driftbuien, zonder geschreeuw en zonder problemen in een spik en span huis, kwam niet echt van de grond. Het leven kwam tussendoor.

Perfecte moeder met je perfecte plaatje

En ik weet dat je je niet kunt voorstellen dat ik zo kan leven, maar het voelt een stuk beter dan hoe het eruit ziet. Ik weet nu dat het moederschap niet gaat om het perfecte plaatje, maar om de eigenwijze mensjes die heel veel rommel in mijn leven maken, die mij af en toe uitputten en zelfs compleet gek kunnen maken. Die mensjes, de liefde en vreugde die ze brengen laat in mijn ogen al het bovenstaande verdwijnen en zie ik alleen nog maar een perfect gezinnetje.

Take that! Perfecte moeder (die ik ooit heel graag had willen zijn)


Afbeelding: Shutterstock

Mama, ik haat je!

Op de dag dat je kindje geboren wordt, wordt er nog iets geboren. Namelijk een bal met allerlei gemixte gevoelens en nieuwe emoties. De ene keer rolt de bal lekker mee en de andere keer stuitert die bal alle kanten op en is er nauwelijks controle over te houden. Die bal bezit onder andere de emotie van intens geluk en onvoorwaardelijke liefde en de beschermingsdrang vergelijkbaar met die van een leeuwin. Maar er zit bijvoorbeeld ook ongeduld, ontploffingsgevaar en zware vermoeidheid in die bal.

Nu zijn er een heleboel methodes en opvoedmanieren om die bal lekker te laten rollen. Ik probeer mijn kleintjes op een liefdevolle manier te begeleiden en op te voeden, door bijvoorbeeld met ze te praten.. Echt waar, ik doe mijn uiterste best. Maar man! Wat is het irritant om met je kleintjes te proberen te praten, terwijl ze totaal niet luisteren.

En luister ik wel naar hen? Jazeker! Ik hoor dat je niet naar bed wilt, maar ja, ik kan jou niet laten spelen totdat je omtieft. Dus, naar bed, NU! Dan kom ik op het punt dat mijn kleintjes mij gaan negeren. Deze tactiek heb ik misschien zelf teveel toegepast? Ze kopiëren immers gedrag toch? Praten tegen een muur is het.

Zoals ik al zei, ik doe mijn uiterste best, maar dan komt daar die bal met één van die gevoelens aanrollen. Vermoeidheid. Ik heb hier gewoon geen zin in en ik kan het gezeur niet aanhoren. Please, ga gewoon naar bed en ga slapen…

Ik zou ze kunnen oppakken en mee naar boven sleuren, maar ze worden toch wat zwaar. Ik zou in mijn eigen bed kunnen gaan liggen en denken zoek het uit, maar dat maakt geen indruk. Of ik kan gaan dreigen met iets van ‘als je nu niet naar boven gaat, blijf je maar buitenstaan’. Dat maakt wel indruk. Iets teveel, want het geblèr begint meteen. In mijn achterhoofd weet ik, dit gaat helemaal mis. Zij zijn moe, ik ben moe. Min maal min is plus.

Elke stap gaat moeizaam. Pyjama aandoen? Alsof ze er überhaupt nog nooit van gehoord hebben. Tanden poetsen? Dan houdt je je kiezen stijf op elkaar. Je bed vinden? Alsof je de weg in huis volledig kwijt bent. En oh ja, nog even op de laptop is veel belangrijker dan op zoek naar dat bed.

Wat zou ik kunnen zeggen? Gelezen in een stappenplan van How2Talk2Kids. “Wat ik zie vind ik niet leuk.” en “Ik verwacht dat als mama vraagt of je in je bed wilt gaan liggen, je dan ook in je bed gaat liggen.” En dan “Je kunt nu in je bed gaan liggen zodat ik nog even bij je kan liggen.” En als ze dan nóg doorgaan… Een keuze geven. “Dit zijn je keuzes: of je blijft op de laptop, dan ga ik nu eerst je broertje naar bed brengen en dan heb ik geen tijd om nog bij je te liggen of je kiest om nu de laptop dicht te doen (die je eigenlijk überhaupt al niet open had moeten doen, maar dat terzijde) en dan kom ik even bij je liggen.” Blijft ze op de laptop? “Ik zie dat je hebt gekozen.” Met als resultaat dat zij zelf heeft gekozen in ik niet de verschrikkelijke moeder ben…

Wat doe ik? Ik pak die laptop weg en zeg dat die voorlopig niet meer opengaat. Zijn ze potverdikkie nou helemaal gek geworden. Ik heb toch nooit gezegd, ga op je laptop? Ik zei ga naar je bed!! Met als resultaat een hysterisch kind dat roept: Mama, ik haat je!

mama-is-stom

Ik kijk wel blij op het tekeningetje, dat dan weer wel…

Oef. Of dat binnenkomt? Absoluut! Of dat goed voelt? Absoluut niet. Maar het enige wat ik op kan brengen is ‘Prima! Doei.’ En ik pak mijn ‘bal’ en strompel naar beneden.

Morgen ga ik alles weer anders doen.

Van kraamvisite naar een slok wijn

Zondagochtend. We gaan op kraamvisite. Voor de verandering stappen we een keer ruim op tijd in de auto. Dat gebeurt werkelijk nooit. Wij zijn eigenlijk altijd te laat. Dat is geen onwil, dat gebeurt gewoon. Sorry. Maar deze ochtend gebeurt dat dus niet. Deze ochtend verloopt op rolletjes. Ik voel me bijna gelukzalig. Of nee, ik voel me gelukzalig, want mijn kleintjes zitten ook nog eens gezellig in de auto.

Op de radio hoor ik Alanis Morissette. Isn’t it ironic… don’t you think, hoor ik haar zingen. Ja het zal wel Alanis, er zal vast nog iets komen vandaag wat vreselijk ironisch zal zijn. Maar nu even niet. Nu geniet ik van mijn perfecte gezinnetje.

Op kraamvisite dus. Bij twee nieuwbakken kersverse ouders. Heerlijk, de onwetendheid, de roze wolk, de rust van het hebben van één kleintje. Na het horen van het bevallingsverhaal en alles er omheen, vraagt de man vrijwillig of hij de baby even vast mag houden. WAT? Serieus? Wat doet hij mij aan. Ik zie hem daar zitten op de de bank, met zijn eigen kleintjes spontaan om hem heen. Verdwaasd zit hij te kijken naar een newborn in zijn armen. En ook al weet ik dat het een verrekte slecht idee zal zijn, maar ik krijg spontaan lekkende tieten en ik zie alleen maar een nog perfecter gezinnetje. Ik smelt.

Ik laat mezelf in de waan. App wat foto’s van het prachtige plaatje naar vriendinnen en voel nog even dat gelukzalige, onbereikbare en ook onverstandige gezinnetje van zes.

Het is bezoekjesdag, want dezelfde middag hebben we een verjaardag. Gezellig voor de kleintjes, want die zien al hun vriendjes. En gezellig voor ons, want wij zien al onze vrienden. Met het beeld op mijn netvlies van die ochtend kan mijn dag niet meer stuk. De man voelt mij aan en ik voel dat hij al een beetje begint te zweten. Hoe praat ik haar weer uit dit oergevoel, zal hij vast wel gedacht hebben.

Ik klets gezellig onder het genot van een wijntje met mijn vriendinnen over de koetjes en de kalfjes. Maar mijn gesprek word een beetje verstoort door een klein mormeltje van een maand oud, dat mij volledig van die wolk af blèrt. Mijn tepels springen spontaan naar binnen, want hier hebben ze echt geen zin meer in. Ben ik even blij, voor mij, dat ik niks aan dat huiltje hoef te doen. Dat ik een slok wijn kan nemen en dat ik mijn tieten in mijn bloesje kan houden.

En zoals ik al zei, of eigenlijk zoals Alanis al zong; Isn’t it ironic… don’t you think… 

Afbeelding: Shutterstock

Piemels, scheten en in bomen klimmen: een jongensmoeder

Ik ben geen die-hard jongensmoeder. Ik bedoel, ik heb twee dochters en ‘maar’ één zoon. Maar ik heb genoeg vriendinnen om me heen met zoontjes en mijn dochter brengt soms zelfs wel eens een speelvriendje mee naar huis. En ik heb een man, die zich meestal als een echte jongen gedraagt. Voldoende voer voor een mooi jongensblog en ik vind dat ik mezelf dus ook wel een jongens-expert mag noemen…

Het opvoeden van het andere geslacht, of je er nou één of meerdere hebt, het is een uitdaging. Het zet bepaalde dingen in een ander daglicht en je wordt gedwongen om met andere ogen naar bepaalde situaties te kijken. Anders red je het simpelweg niet.

Zo moet je namelijk je humorknopje op een bepaalde instelling zetten. Scheten en boeren zijn the bomb! Hoe harder en hoe meer stank, hoe lolliger je scheet of boer is. Het boer-ABC móét je gewoon onder de knie hebben als je een nageslacht met een piemel hebt, anders word je niet serieus genomen als moeder.

Maar het gaat nog verder. Jongens denken, omdat ze overal kunnen plassen, ook overal moeten plassen. Dat is niet alles. Ze denken namelijk ook dat ze overal kunnen poepen. Bijvoorbeeld in een stoepputje (waargebeurd), terwijl je vriendje de putdeksel omhoog houdt. En als je ze dan wat hygiënische manieren bij wilt brengen door ze hun handen in de wc te laten wassen, nemen ze dat weer ernstig letterlijk, met als gevolg dat de kleine man zijn handen in de wc-pot staat te wassen.

Naakt is ook zo een dingetje. Het begint met het constant en consequent uittrekken van de sokken, maar wordt al snel vervolgd met het uittrekken van alles. Waarom? Geen idee, misschien om de piemel luchtig in de rondte te laten zwieren. Een onderwerp wat al eerder besproken is, maar waar we nog heel veel meer over kunnen zeggen. Doen we een andere keer.

Tijdens het opvoeden van een jongen moet je ook je idee van veiligheid bijstellen. En dan bedoel ik niet dat je je alarmsysteem moet uitschakelen, rond moet gaan rijden zonder autostoeltjes of alle brandblussers het raam uit moet gooien. Nee dat niet. Maar als je je kleine mannetje twee en een halve meter hoog in de boom ziet zitten, bel dan niet meteen de brandweer, maar blijf kalm. Jongens zien vele objecten als prima stuntmateriaal. Een schutting? Die staat daar om bovenop te klimmen. Een trapleuning? Die zit daar om vanaf te glijden.
Ze stunten op een skateboard, ze doen wedstrijdjes wie het hardste rennen en fietsen kan en tja, dan gaat er weleens één op zijn muil.

Dat brengt me bij het volgende. Je moet rekenen op het kopen van veel, het liefst zo goedkoop mogelijk, maar wel héél veel broeken. Want hoe stevig de broek ook is, sommige fabrikanten beweren zelfs een onverslijtbare broek te hebben uitgevonden, vergeet het maar! Die broek gaat stuk. Daar kan hij niks aan doen, het is een algemeen ‘jongens-dingetje’.

Nou, dit was mijn beginnetje van een mooi jongensblog. Ik ben natuurlijk nog lang niet klaar, want over jongens kan ik uren door blijven gaan. Komt vast nog wel een keer, nu ga ik eerst weer even een knielap vastnaaien en het toilet schoonmaken, vooral de vloer.

Afbeelding: Shutterstock

opvoeding

Narcistische kindjes…

Oké, en nu allemaal stoppen met zeggen dat je kind zo bijzonder is, daar krijgen ze namelijk narcistische trekjes van. Blijkt uit onderzoek. Naast de genetische aanleg voor narcisme, blijken ook vooral de kinderen die vaak van hun ouders te horen krijgen dat ze specialer zijn dan anderen, bovengemiddeld hoog scoren bij de onderzoektestjes. Dat verzin ik niet, de onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam melden dat.

Narcistische kindjes dus… Kindjes met een doorgeslagen gevoel van eigenwaarde. Wat zullen de opvoed-goeroes daarvan vinden, vraag ik mijzelf meteen af?

Moeten we nu alle tekeningen die nergens op lijken met de grond gelijk maken? Of moeten we bij elke tekening zeggen ‘Oh leuk, maar denk maar niet dat je talent voor tekenen hebt.’ Of blijven we lekker doorgaan met het kweken van narcistische kindjes?

Mag ik naast het straffen, de kinderen nu ook al niet meer belonen met een flink compliment? Straks lopen ze erbij als een narcist met een veer in hun reet.

Of moet ik tegen mijn kleintjes zeggen dat ze speciaal zijn, maar wel net zo speciaal als het buurjongetje en als Gerdien van de hoek. Oh ja en net zo speciaal als dat irritante ventje uit zijn klas. Want ze moeten natuurlijk niet gaan denken dat ze specialer zijn dan anderen!

Nou ja, het blijkt maar weer dat opvoeden helemaal niet zo gemakkelijk is als het lijkt. Want hoe je het ook doet, er komt altijd wel weer een onderzoekje boven drijven waaruit blijkt dat je het helemaal verprutst. Zelfs wanneer je je kind speciaal probeert te laten voelen…


Afbeelding: Shutterstock / Creativa Images

Kleintjes naar bed brengen sucks

Ik ben gek op mijn kleintjes, ik help ze graag met het aantrekken van hun pyjamaatjes, ik help ze ook graag met het poetsen van hun tandjes, ik lees ze graag een verhaaltje voor het slapen gaan en als ik tijdens het voorlezen niet zelf in slaap gevallen ben, lees ik zelfs graag nog het tweede verhaaltje voor en ik knuffel en kroel graag nog voor een laatste keer voordat de oogjes toe gaan.

Schreeuwtijd

Ik doe dat heel graag…. Áls mijn kleintjes ook zo graag met me mee zouden werken om dit gesmeerd te laten lopen. Want er zijn van die dagen dat bedtijd (iemand omschreef dat ooit eens heel correct en realistisch) schreeuwtijd is.

Laatst was het weer zo een avond.

Het was een avond dat ik de klok, het laatste uur voor bedtijd, even op ‘fastforward’ wilde zetten. En daar gaat het mis. In mijn hoofd liggen ze namelijk al heerlijk in hun bedje te slapen, maar in de werkelijkheid staan ze nog als dolgeslagen gremlins op mijn bed te springen. Ze negeren alles wat ik zeg, werkelijk geen enkel woord van wat ik zeg komt binnen, alsof ze alleen nog maar in gremlin-taal kunnen praten.

Na tien keer gevraagd te hebben om een pyjama aan te trekken, is er werkelijk nog geen enkele beweging in deze handeling gekomen. Verschillende opvoedboeken en opvoedmethodes zitten daar ergens in mijn hoofd opgeslagen, maar het enige wat ik eruit kan blaten is een ‘Als jullie nu geen pyjama’s aan gaan trekken, ga je meteen naar bed en lees ik geen verhaaltje voor.’

>> Lees ook: beste bedtijden voor kinderen

Als ik ze dan, na een hoop geblèr in hun pyjamaatjes heb gekregen, begint het tandenpoetsdrama. Spelletjes ervan maken, liedjes erbij zingen, ik ken het allemaal en voer deze technieken in het heetst van de strijd (o nee, opvoeden is geen strijd, in het heetst van mijn eigen strijd dan) uit. Maar als kind nummer drie dan ook al stellig met haar kiezen op elkaar, haar tanden laat poetsen, komen de vlammen inmiddels uit mijn oren.

Allemaal naar bed!

Goed, naar bed. Allemaal naar bed. Allemaal in jullie eigen bed graag. In jullie eigen kamer. Na het drie keer vriendelijk gevraagd te hebben, komt er een soort oerkreet uit mijn strot, waarvan ik zelf niet wist dat het er überhaupt uit kon komen. Maar gut, het lijkt te werken. Ze liggen alle drie in hun eigen bed. En op dat moment beland ik in een soort flipperkast en wordt ik van de ene kamer naar de andere kamer gestuiterd.

Kamer 1> Mama, ik moet nog plassen.
Kamer 2> Mama, ik moet je nog iets HEEL belangrijks vertellen!
Kamer 1> Mama, ik wil nog een slokje water.
Kamer 3> Mama, wanneer gaan we avondeten?
Kamer 2> Mama, ik kan niet slapen.
Kamer 2> Mama, ik ben niet moe
Kamer 3> Mama, ik wil nog een slokje water.
Kamer 1> Mama, ik kan niet slapen.

En terwijl ik wanhopig op zoek ga naar het laatste stukje geduld in mijn lijf, stort ik in mijn hoofd mezelf van de trap. Maar de stilte lijkt mijn redding, want slapen ze nou echt? Ja! thank God ze slapen. Wijn.

En dat allemaal voor een schrale 4 uur, want rond 00.15 meldt de eerste zich weer aan bij ons bed.


kinderen naar bed

Afbeelding: Shutterstock

Met je broer of zus

Mijn kinderen konden het altijd erg goed met elkaar vinden. De oudste had de regie en de andere twee volgden de regie braaf op. Ik dacht echt dat ik engeltjes op de wereld had gezet, die elkaar lief hadden tot op het bot en elkaar alles gunden. Meer dan ze zichzelf gunden. Ware broeder- en zusterliefde.  Lees meer