Beste moeder met driftige peuter in de supermarkt…

peuter schreeuwen

Ik zie je staan midden in het gangpad. Je probeert je schreeuwende peuter rustig te kalmeren en consequent blijf je zeggen dat je nu geen snoepjes gaat kopen omdat de snoeppot thuis al vol zit. Ook zie ik je rode hoofd en je geïrriteerde blik naar mensen die tegen je peuter beginnen te praten. Ik zie je ook naar mij kijken. Wanhopig en rollend met je ogen.

Ik zal het niet doen, iets wat ik pre-kinderen wel gedaan zou hebben. Je veroordelen. Ik zal niet denken dat je het fout doet, dat je het helemaal anders zou moeten doen. Ik vind het niet stom dat je je kleintje mee naar de supermarkt meegenomen hebt. Ik snap dat je niet onbeperkt bij Albert bestellen kunt, of dat je geen oppas thuis hebt zitten. Ik vind je ook geen slechte moeder die haar kleintje totaal niet onder controle heeft. Peutertjes zijn nu eenmaal niet programmeerbaar, hoe graag we dat soms ook zouden willen, zeker op een moment als dit.

Ik zal me er ook niet mee bemoeien. Het enige wat ik zal doen is je een troostende en begrijpende blik geven.

Maar toch vraag ik me wat af. Ik vraag me af of je ook gewoon even het huis uit wilde, ook al riskeerde je daarmee een driftbui. Gewoon omdat je de woorden ‘Ni Hao Kai Lan’ even niet meer kon aanhoren of omdat je van nog een potje memory met je peuter in coma zou raken. Want heb je ook zo slecht geslapen vannacht? Of eigenlijk de afgelopen 7 jaar, sinds de kleintjes je slaap kwamen verstoren. Ook al heb je er alles aan gedaan om die kleintjes elke nacht door te laten slapen, maar het lukt simpelweg niet.

Ik vraag me af wat je allemaal hebt meegemaakt? Misschien heb je ook wel een doodziek kind gehad? Een of meerdere miskramen. Misschien heb je heel veel verdriet te verwerken. Misschien ben je een moeder die het allemaal alleen moet doen.

Ik vraag me af of jij het moederschap af en toe, op momenten als deze ook zo verrekte lastig en moeilijk vindt. En of je jezelf ook afvraagt waar je aan begonnen bent. En je soms stiekem verlangt naar de tijd dat je nog geen kinderen had.

En toch is er één ding dat ik me niet afvraag, maar zeker weet. Ik weet zeker dat je van je kleintje houdt, dat je je kleintje voor geen goud wil missen en het zo weer over zou doen.

En voor nu? Voor nu is het ok dat je je kleine driftkikker oppakt en je boodschappenkar vol achterlaat.

Het scheelt mij weer langs de schappen te gaan.

Afbeelding: Shutterstock

Het-is-zoals-het-is ouderschap

Er zijn een heleboel soorten opvoedstijlen en termen voor het ouderschap. In sommige kan ik mij vinden. In sommige niet. Het ‘slap-ouderschap’, ‘aanmoddermoeder’ en natuurlijk is ‘loedermoeder’, zijn zo ongeveer de opvoedstijlen (voor zover je het een stijl mag noemen, want stijlvol is het niet) en termen waar ik aan voldoe. Ongeveer. Zelf noem ik het ‘Het-is-zoals-het-is ouderschap’

Want het is nou eenmaal zoals het is. En ik probeer er het beste van te maken. Meestal.

Soms ook niet.

Maar hoe werkt het ‘Het-is-zoals-het-is ouderschap’ dan?

Voorbeeld 1. – Zorg dat je kinderen gaan slapen. Wat daar ook voor nodig is. Weet je nog toen je riep dat je baby na 3 weken van 23.00 tot 5.00 doorsliep? Karma! Uiteindelijk blijkt dat je ene kind alleen nog in slaap valt tijdens een autoritje en je andere kind alleen nog maar aan de tiet de slaap kan vatten. Gevolg? Al rondjes rijdend in je auto ben je bezig om je kinderen in slaap te krijgen. Topless.

Ach, het is zoals het is.

Voorbeeld 2. – Geef je kinderen gezond te eten. Er zijn dagen dat je je kinderen helemaal volgens de schijf van vijf weet te voeden. Chapeau! Echter zijn er ook dagen dat je kind start met een knijpfruitje en een donut, luncht met een happy meal en je pizza als avondeten voorschotelt. Ook die dagen zullen ze overleven!

Het is zoals het is.

Voorbeeld 3. Kleed je kind gepast. Weet je zeker dat je vandaag in die kleurencombinatie, Hello Kitty print, veel te grote tutu en met sokken in je sandalen rondlopen wilt? Ik ben gek op kindermode en kleed mijn kinderen graag leuk en fashionable. Maar inmiddels ben ik op het punt dat zolang ze niet oververhitten of bevriezen, ik het wel best vind. Loslaten heet dat.

Tja, het is zoals het is.

Voorbeeld 4. Laat je kind niet teveel tv kijken. Tenzij het echt nodig is en voel je dan vooral niet schuldig. Als je even douchen wil of poepen moet bijvoorbeeld. Tijdens het eten koken moet het ook wel even kunnen. Of als je ze even stil wil hebben voor een belangrijk telefoongesprek. Of om even de hond uit te laten. Of omdat je ze gewoon even rustig wil hebben, omdat ze volledig hyper zijn. Of simpelweg omdat je ze voor 10 minuten niet horen wilt. Of anderhalf uur. En ja, er zijn dagen dat meerdere van deze gebeurtenissen voorkomen.

Het is zoals het is.

Net als het leven.

En soms is het zoals het is, helemaal niet zo leuk. Maar dan maak je er het beste van. Of je dealt ermee.

That’s it.


Afbeelding: Shutterstock

Toen ik nog geen moeder was…

Ik weet het nog goed. Ik was een jaar of 22, ik liep over straat en daar liep een moeder ver voor haar kind uit. Een kind van een jaar of drie. Haar kind rende wanhopig achter haar aan. ‘Tillen’, riep ze. Maar moeder liep zonder te reageren klakkeloos door. Ik voelde een steek in mijn hart en wilde het kind het liefste optillen, een knuffel geven en zeggen ‘het komt wel goed schatje’. En die moeder? Ik kon het niet begrijpen, hoe kon ze haar kind nou zo negeren?

Zo ga ik het later niet doen, was wat ik dacht.

Ik herinner me ook nog dat fijne zomermiddagje op het terrasje in de zon. We waren heerlijk naar het strand geweest en aan het eind van de middag genoot ik met mijn vrienden van een drankje op het terras. Totdat daar een gezin naast ons kwam zitten. Een gezin met twee kleine kinderen. Die kinderen waren aan het blèren en constant ruzie aan het maken. Moeder gaf een snauw en vertelde de kinderen dat ze hen helemaal zat was. Ach, je zal het toch van je moeder horen, dat ze je helemaal zat is. Wat moet er dan van die kinderen terecht komen, wat zullen ze zich ongewenst voelen.

Dat ga ik later nooit zeggen, was wat ik dacht.

Of die ene keer dat ik van iemand hoorde dat hun kinderen (bijna) elke nacht in het bed van de ouders kropen. Nou, dat doe je toch niet! Kinderen horen in hun eigen bed en als ze een nachtmerrie hebben gehad, leg je ze gewoon weer terug. Als je het eenmaal één keer toelaat, kom je er nooit meer vanaf…

Mijn kinderen slapen later vanaf dag 1 in hun eigen bed, was wat ik dacht.

En ik zat ook een keer op verjaarsvisite. Daar was een kind, volledig door het dolle heen. Het kind luisterde voor geen meter naar zijn ouders. De ouders bleven maar waarschuwen en dreigen ‘Als je nu dit niet doet, dan krijg je dat niet’. Het kind kreeg alles voor elkaar. Totaal inconsequente ouders. Slecht hoor, dacht ik, zo verpest je toch je hele kind.

Later ben ik altijd, maar dan ook altijd consequent, was wat ik dacht.

Beste moeders, sorry daarvoor! Sorry voor mijn zelfvoldaanheid en onwetendheid.

Want beste moeder die haar kind negeerde, hier ben ik dan. Elke dag naar school lopend met een peuter op mijn arm. Maar soms ook niet. Soms staat ze krijsend op het schoolplein, omdat ik besloten heb dat ze zelf wel een keer naar huis kan lopen. En dan roept ze heel wanhopig ‘Mamaaaa, tilleeeeeen’. En ik loop door, in de hoop dat ze me achterna komt. Begrijpend, hoe je je kind voor even negeert.

En beste moeder van het terrasje, daar zit ik dan. Met mijn luidruchtige kleintjes op een terrasje. De een gooit z’n drinken om, de ander rent om alle tafeltjes en de derde blijft maar tetteren in mijn oor. Een wanhopige snauw komt er uit mijn mond en God, wat ben ik die kleintjes zat. Laat mij gewoon even genieten van mijn rose’tje in de zon.

Aan de ouders waarbij ik afkeurend mijn hoofd schudde toen ik hoorde over het samen slapen met de kinderen. Drie keer raden wiens bed nu elke nacht vol ligt. Want ja, als er eentje midden in de nacht begint te brullen, wil ik dat diegene zo snel mogelijk z’n klep weer dicht doet voordat de rest wakker wordt. Bovendien wil ik zelf ook helemaal niet wakker worden. De oplossing is toch echt verder slapen in mijn bed. Met het kleintje.

En als laatste, sorry beste ouders op het verjaarsfeestje. Consequent? Altijd inconsequent is ook best consequent. En als dat niet lukt, kan ik altijd nog chanteren.

Toen ik nog geen moeder was, wist ik het allemaal heel goed. En nu? Nu voel ik het allemaal heel goed.

Afbeelding: Shutterstock

voordelen één slaapkamer

Voordelen van alle kinderen op één kamer

Ik heb weleens (heel vaak) gedacht om één slaapkamer helemaal vol te gooien met matrassen. Kinderen tevreden, want ze slapen bij ons, wij tevreden want we hoeven niet langer meer op een stukje van 50cm bij 150cm te liggen. Toch is het nooit gebeurd, want we leven tenslotte niet ergens in de bosjes van Afrika en ik geef toe, het zou toch ook wel een beetje gek voelen. Maar ja, aan de andere kant, nu word ik ook regelmatig wakker met drie extra logees in mijn bed. Dat voelt overigens ook best wel gek, vooral mijn vermoeide hoofd en krakkemikkige lichaam door het opgevouwen nachtje.  Lees meer

Zindelijkheidstraining ala lik-me-vessie

Ik durf het bijna te zeggen. Wel zachtjes en niet te hard en ondertussen klop ik voor de zekerheid op een houten plank, maar… Mijn kleintjes zijn zindelijk! Alle drie. Stuk voor stuk. Mag je op zich wel verwachten van een 6-jarige en een kleuter. Maar nu heeft dus ook de peuter dit level bereikt.

No more luiers in da house!

Nou ja, ‘zo goed als’ dan. ’s Nachts doe ik er nog eentje bij haar om. Voor de zekerheid. Eigenlijk vooral omdat ik te lui ben om ’s nachts bedden te moeten verschonen. Maar overdag, echt chapeau voor mijn peutertje. Totdat ik het heel enthousiast aan iemand vertel. Dan piest ze uiteraard acuut haar broek en de vloer vol.

Zindelijkheidstraining? Daar doe ik niet aan. Alleen aan de zindelijkheidstraining á la lik-me-vessie Luie moeders, zijn gelukkigere moeders heb ik ooit ergens gelezen. Zulke uitspraken vergeet ik niet, daar kan ik mij helemaal in vinden. En bovendien, met een peuter die net zindelijk is de deur uitgaan, is vragen om ‘situaties waarbij ik mijn schoen bij opvreet’.

Samen met je peuter winkelen? Geheid dat ze midden in de Specsavers (je weet wel, waar ze brillen genoeg hebben, maar geen wc-brillen voor klanten) roept dat ze plassen moet. En wat voor antwoord krijg je van het personeel als je vraagt of je peuter even gebruik mag maken van het toilet? “Nee mevrouw, het toilet is niet voor klanten. U kunt 3 kilometer verderop naar het toilet in de HEMA.”

Ik krijg op zulke momenten de neiging om tegen mijn peuter te zeggen, plas maar in je broek en vervolgens de betreffende verkoper even erop te attenderen waar er gedweild moet worden.

En dat wil ik voorkomen.

Zindelijkheidstraining ala lik-me-vessie. Hoe gaat dat dan in zijn werk? Heel simpel. Zorg dat je de eerste vier jaar een budget hebt ingecalculeerd voor de luiers die aangeschaft moeten worden. Daar moet je verder ook niet over zeiken. Luiers verschonen is nou eenmaal heel goor en luiers zijn allemachtig duur, maar luie moeders vergeten regelmatig om hun kleintje te verschonen. En treffen aan het einde van de dag een gigantisch gevulde, maar vooral compleet benutte luier. Scheelt er toch weer zo een drie op een dag.

En dan komt er een dag dat je kleintje vindt dat het genoeg is. Weg met die luiers, ik ga plassen op de pot. In eerste instantie probeer je dat nog tegen te gaan, gewoon om ‘Specsavers’ situaties, zoals hierboven beschreven, te voorkomen. En bovendien weet je dat als je kleintje eenmaal ‘de wc’ ontdekt heeft, hij of zij ook werkelijk elk toilet op deze wereldbol een keer zal willen bekijken, wáár je ook bent.

Maar goed, je kleintje weet hoe hij zijn broek naar beneden moet trekken en ook de luier weet hij te ontgrendelen. Geen voorkomen meer aan. Je kleintje wil op het potje plassen. Meestal, als ze dit punt bereikt hebben, zijn ze er ook daadwerkelijk wel aan toe.

En wat blijkt? De zindelijkheidstraining á la lik-me-vessie werkt! Je kleintje heeft zichzelf zindelijk gemaakt en plast en poept alleen nog maar op zijn potje.

Behalve dan als je het heel enthousiast aan iemand vertelt….

Afbeelding: Shutterstock

perfecte moeder

Beste perfecte moeder

Beste perfecte moeder die ik heel graag had willen zijn,

Je zult wel teleurgesteld zijn en misschien kijk je zelfs wel een beetje met afschuw naar mij. Moet je eens rondkijken, wat een puinhoop. Je dacht altijd dat mijn huis op orde zou blijven na het krijgen van kinderen. Een afgeleefd huis, NO WAY! Maar moet je nu zien. Overal speelgoed, koekkruimels, vette vingers op de tv en op de muur. De snippers, glitters en verfkwasten vliegen in het rond, terwijl de kleintjes aan tafel knutselen. En ondertussen staat er een ton (met een bergtop) schone was ernaast te wachten om opgevouwen te worden. Sorry.

En zie die keuken nou. Ik had mezelf beloofd om nooit naar bed te gaan, terwijl de vuile vaat nog op het aanrecht staat. Eh, je zult wel denken, hoeveel werk is dat nou, 5-10 minuutjes? Ja dat klopt en toch staat die vaat er regelmatig de volgende ochtend nog. Na het (soms helse karwei) naar bed brengen van die kleine mormels, heb ik het druk met andere dingen, zoals Netflix kijken.

Simpele ik

Tja perfecte moeder, dit lichaam is ook niet wat ik had gedacht na het krijgen van drie kinderen. En God, wat zou ik graag die buik zonder striemen hebben en zonder vetrollen. Maar ja, ik stop nou eenmaal stiekem af en toe een paasei in mijn mond zonder dat de kleintjes dat doorhebben. Althans, dat probeer ik, want die kleintjes hebben een neus als een grizzlybeer als het om paaseieren gaat. En dan nog maar te zwijgen over de kleding die ik draag. Nee, het is niet fashionable, het is praktisch en goed afneembaar. Sieraden? Daar wordt alleen maar aan getrokken. Hoge hakken? Die punt eindigt altijd op een klein kindervoetje (zo zielig). Nogmaals sorry, dit keer voor ‘mijn simpele ik’.

Want weet je, perfecte moeder die ik graag had willen zijn, dat geniale plan om de kleintjes gemoedelijk op te voeden zonder te straffen en te belonen, zonder hysterische driftbuien, zonder geschreeuw en zonder problemen in een spik en span huis, kwam niet echt van de grond. Het leven kwam tussendoor.

Perfecte moeder met je perfecte plaatje

En ik weet dat je je niet kunt voorstellen dat ik zo kan leven, maar het voelt een stuk beter dan hoe het eruit ziet. Ik weet nu dat het moederschap niet gaat om het perfecte plaatje, maar om de eigenwijze mensjes die heel veel rommel in mijn leven maken, die mij af en toe uitputten en zelfs compleet gek kunnen maken. Die mensjes, de liefde en vreugde die ze brengen laat in mijn ogen al het bovenstaande verdwijnen en zie ik alleen nog maar een perfect gezinnetje.

Take that! Perfecte moeder (die ik ooit heel graag had willen zijn)


Afbeelding: Shutterstock

Mama, ik haat je!

Op de dag dat je kindje geboren wordt, wordt er nog iets geboren. Namelijk een bal met allerlei gemixte gevoelens en nieuwe emoties. De ene keer rolt de bal lekker mee en de andere keer stuitert die bal alle kanten op en is er nauwelijks controle over te houden. Die bal bezit onder andere de emotie van intens geluk en onvoorwaardelijke liefde en de beschermingsdrang vergelijkbaar met die van een leeuwin. Maar er zit bijvoorbeeld ook ongeduld, ontploffingsgevaar en zware vermoeidheid in die bal.

Nu zijn er een heleboel methodes en opvoedmanieren om die bal lekker te laten rollen. Ik probeer mijn kleintjes op een liefdevolle manier te begeleiden en op te voeden, door bijvoorbeeld met ze te praten.. Echt waar, ik doe mijn uiterste best. Maar man! Wat is het irritant om met je kleintjes te proberen te praten, terwijl ze totaal niet luisteren.

En luister ik wel naar hen? Jazeker! Ik hoor dat je niet naar bed wilt, maar ja, ik kan jou niet laten spelen totdat je omtieft. Dus, naar bed, NU! Dan kom ik op het punt dat mijn kleintjes mij gaan negeren. Deze tactiek heb ik misschien zelf teveel toegepast? Ze kopiëren immers gedrag toch? Praten tegen een muur is het.

Zoals ik al zei, ik doe mijn uiterste best, maar dan komt daar die bal met één van die gevoelens aanrollen. Vermoeidheid. Ik heb hier gewoon geen zin in en ik kan het gezeur niet aanhoren. Please, ga gewoon naar bed en ga slapen…

Ik zou ze kunnen oppakken en mee naar boven sleuren, maar ze worden toch wat zwaar. Ik zou in mijn eigen bed kunnen gaan liggen en denken zoek het uit, maar dat maakt geen indruk. Of ik kan gaan dreigen met iets van ‘als je nu niet naar boven gaat, blijf je maar buitenstaan’. Dat maakt wel indruk. Iets teveel, want het geblèr begint meteen. In mijn achterhoofd weet ik, dit gaat helemaal mis. Zij zijn moe, ik ben moe. Min maal min is plus.

Elke stap gaat moeizaam. Pyjama aandoen? Alsof ze er überhaupt nog nooit van gehoord hebben. Tanden poetsen? Dan houdt je je kiezen stijf op elkaar. Je bed vinden? Alsof je de weg in huis volledig kwijt bent. En oh ja, nog even op de laptop is veel belangrijker dan op zoek naar dat bed.

Wat zou ik kunnen zeggen? Gelezen in een stappenplan van How2Talk2Kids. “Wat ik zie vind ik niet leuk.” en “Ik verwacht dat als mama vraagt of je in je bed wilt gaan liggen, je dan ook in je bed gaat liggen.” En dan “Je kunt nu in je bed gaan liggen zodat ik nog even bij je kan liggen.” En als ze dan nóg doorgaan… Een keuze geven. “Dit zijn je keuzes: of je blijft op de laptop, dan ga ik nu eerst je broertje naar bed brengen en dan heb ik geen tijd om nog bij je te liggen of je kiest om nu de laptop dicht te doen (die je eigenlijk überhaupt al niet open had moeten doen, maar dat terzijde) en dan kom ik even bij je liggen.” Blijft ze op de laptop? “Ik zie dat je hebt gekozen.” Met als resultaat dat zij zelf heeft gekozen in ik niet de verschrikkelijke moeder ben…

Wat doe ik? Ik pak die laptop weg en zeg dat die voorlopig niet meer opengaat. Zijn ze potverdikkie nou helemaal gek geworden. Ik heb toch nooit gezegd, ga op je laptop? Ik zei ga naar je bed!! Met als resultaat een hysterisch kind dat roept: Mama, ik haat je!

mama-is-stom

Ik kijk wel blij op het tekeningetje, dat dan weer wel…

Oef. Of dat binnenkomt? Absoluut! Of dat goed voelt? Absoluut niet. Maar het enige wat ik op kan brengen is ‘Prima! Doei.’ En ik pak mijn ‘bal’ en strompel naar beneden.

Morgen ga ik alles weer anders doen.

Van kraamvisite naar een slok wijn

Zondagochtend. We gaan op kraamvisite. Voor de verandering stappen we een keer ruim op tijd in de auto. Dat gebeurt werkelijk nooit. Wij zijn eigenlijk altijd te laat. Dat is geen onwil, dat gebeurt gewoon. Sorry. Maar deze ochtend gebeurt dat dus niet. Deze ochtend verloopt op rolletjes. Ik voel me bijna gelukzalig. Of nee, ik voel me gelukzalig, want mijn kleintjes zitten ook nog eens gezellig in de auto.

Op de radio hoor ik Alanis Morissette. Isn’t it ironic… don’t you think, hoor ik haar zingen. Ja het zal wel Alanis, er zal vast nog iets komen vandaag wat vreselijk ironisch zal zijn. Maar nu even niet. Nu geniet ik van mijn perfecte gezinnetje.

Op kraamvisite dus. Bij twee nieuwbakken kersverse ouders. Heerlijk, de onwetendheid, de roze wolk, de rust van het hebben van één kleintje. Na het horen van het bevallingsverhaal en alles er omheen, vraagt de man vrijwillig of hij de baby even vast mag houden. WAT? Serieus? Wat doet hij mij aan. Ik zie hem daar zitten op de de bank, met zijn eigen kleintjes spontaan om hem heen. Verdwaasd zit hij te kijken naar een newborn in zijn armen. En ook al weet ik dat het een verrekte slecht idee zal zijn, maar ik krijg spontaan lekkende tieten en ik zie alleen maar een nog perfecter gezinnetje. Ik smelt.

Ik laat mezelf in de waan. App wat foto’s van het prachtige plaatje naar vriendinnen en voel nog even dat gelukzalige, onbereikbare en ook onverstandige gezinnetje van zes.

Het is bezoekjesdag, want dezelfde middag hebben we een verjaardag. Gezellig voor de kleintjes, want die zien al hun vriendjes. En gezellig voor ons, want wij zien al onze vrienden. Met het beeld op mijn netvlies van die ochtend kan mijn dag niet meer stuk. De man voelt mij aan en ik voel dat hij al een beetje begint te zweten. Hoe praat ik haar weer uit dit oergevoel, zal hij vast wel gedacht hebben.

Ik klets gezellig onder het genot van een wijntje met mijn vriendinnen over de koetjes en de kalfjes. Maar mijn gesprek word een beetje verstoort door een klein mormeltje van een maand oud, dat mij volledig van die wolk af blèrt. Mijn tepels springen spontaan naar binnen, want hier hebben ze echt geen zin meer in. Ben ik even blij, voor mij, dat ik niks aan dat huiltje hoef te doen. Dat ik een slok wijn kan nemen en dat ik mijn tieten in mijn bloesje kan houden.

En zoals ik al zei, of eigenlijk zoals Alanis al zong; Isn’t it ironic… don’t you think… 

Afbeelding: Shutterstock

Piemels, scheten en in bomen klimmen: een jongensmoeder

Ik ben geen die-hard jongensmoeder. Ik bedoel, ik heb twee dochters en ‘maar’ één zoon. Maar ik heb genoeg vriendinnen om me heen met zoontjes en mijn dochter brengt soms zelfs wel eens een speelvriendje mee naar huis. En ik heb een man, die zich meestal als een echte jongen gedraagt. Voldoende voer voor een mooi jongensblog en ik vind dat ik mezelf dus ook wel een jongens-expert mag noemen…

Het opvoeden van het andere geslacht, of je er nou één of meerdere hebt, het is een uitdaging. Het zet bepaalde dingen in een ander daglicht en je wordt gedwongen om met andere ogen naar bepaalde situaties te kijken. Anders red je het simpelweg niet.

Zo moet je namelijk je humorknopje op een bepaalde instelling zetten. Scheten en boeren zijn the bomb! Hoe harder en hoe meer stank, hoe lolliger je scheet of boer is. Het boer-ABC móét je gewoon onder de knie hebben als je een nageslacht met een piemel hebt, anders word je niet serieus genomen als moeder.

Maar het gaat nog verder. Jongens denken, omdat ze overal kunnen plassen, ook overal moeten plassen. Dat is niet alles. Ze denken namelijk ook dat ze overal kunnen poepen. Bijvoorbeeld in een stoepputje (waargebeurd), terwijl je vriendje de putdeksel omhoog houdt. En als je ze dan wat hygiënische manieren bij wilt brengen door ze hun handen in de wc te laten wassen, nemen ze dat weer ernstig letterlijk, met als gevolg dat de kleine man zijn handen in de wc-pot staat te wassen.

Naakt is ook zo een dingetje. Het begint met het constant en consequent uittrekken van de sokken, maar wordt al snel vervolgd met het uittrekken van alles. Waarom? Geen idee, misschien om de piemel luchtig in de rondte te laten zwieren. Een onderwerp wat al eerder besproken is, maar waar we nog heel veel meer over kunnen zeggen. Doen we een andere keer.

Tijdens het opvoeden van een jongen moet je ook je idee van veiligheid bijstellen. En dan bedoel ik niet dat je je alarmsysteem moet uitschakelen, rond moet gaan rijden zonder autostoeltjes of alle brandblussers het raam uit moet gooien. Nee dat niet. Maar als je je kleine mannetje twee en een halve meter hoog in de boom ziet zitten, bel dan niet meteen de brandweer, maar blijf kalm. Jongens zien vele objecten als prima stuntmateriaal. Een schutting? Die staat daar om bovenop te klimmen. Een trapleuning? Die zit daar om vanaf te glijden.
Ze stunten op een skateboard, ze doen wedstrijdjes wie het hardste rennen en fietsen kan en tja, dan gaat er weleens één op zijn muil.

Dat brengt me bij het volgende. Je moet rekenen op het kopen van veel, het liefst zo goedkoop mogelijk, maar wel héél veel broeken. Want hoe stevig de broek ook is, sommige fabrikanten beweren zelfs een onverslijtbare broek te hebben uitgevonden, vergeet het maar! Die broek gaat stuk. Daar kan hij niks aan doen, het is een algemeen ‘jongens-dingetje’.

Nou, dit was mijn beginnetje van een mooi jongensblog. Ik ben natuurlijk nog lang niet klaar, want over jongens kan ik uren door blijven gaan. Komt vast nog wel een keer, nu ga ik eerst weer even een knielap vastnaaien en het toilet schoonmaken, vooral de vloer.

Afbeelding: Shutterstock