Nee, ik maak geen grapje… Even voorstellen!

Heeft iemand nog een mededeling?” vraagt een van mijn vriendinnen tijdens een weekend weg.

Ja, ik ben zwanger” roep ik neutraal.

Ja, ik dacht al toen je een alternatief voor Ibiza aandroeg” zei mijn vriendin droog. Dus ik uitleggen dat me dit inderdaad niet handig leek! Maar, enkele minuten later landde het bommetje dan toch en realiseerde mijn vriendinnen dat ik voor een keer GEEN grapje maakte.

Op kantoor duurde het nog wat langer… “Ben je zwanger, dat je appeltaart hebt meegenomen?”, “Ja” antwoordde ik. Pas 4 uur later toen we de taart aansneden dat een andere collega toch bedenkelijk vroeg: “Wat is nu de echte reden voor de appeltaart?”. “Ik ben echt zwanger” probeerde ik nog. Maar het was pas bij het tonen van de echo foto’s dat ook mijn collega’s het begonnen te geloven… een klein beetje dan!  Lees meer

gekke dingen na de bevalling

De meest gekke onverwachte dingen na een bevalling

Ik ben sentimenteel. Mijn kleinste kleintje wordt dit jaar vier en dat is een dingetje. Voor jou misschien niet, maar voor mij wel. Ik ga terug in de tijd. Denken aan hoe het was. Hoe het was om een kleintje te krijgen.

Het was fijn.

Maar ook gek. Gek omdat je opeens een mensje had om verantwoordelijk voor te zijn. Gek omdat je dingen meemaakt die je nooit voor ogen had.

Zoals die eerste week na de bevalling…

Ik had een soort van romantisch beeld. Dat de baby op een vredige manier eruit zou komen en vervolgens rustig in mijn armen zou belanden. Uren, nee dágen vol verwondering kijken naar dat hoopje mens dat rustig sabbelt aan mijn borst. Alleen maar liefde.

De realiteit bleek anders. 

Lees meer

Vallen er nu geen baby’s meer uit je billen?

“Mam, ik wil je wat vragen.” Zo begint de kleuter bij de helft van wat hij zeggen wil. De andere helft begint hij met “Mam, ik wil je iets zeggen”. Op zich heel duidelijk. Hij kondigt het mooi aan, geen getetter zomaar uit het niets zeg maar.

Maar laatst, toen we samen in de badkamer stonden, kwam er toch iets onverwachts. “Mam, vertel me eens hoe zit dat nou, vallen er nu geen baby’s meer uit je billen?”, was zijn vraag.

Uuuhhh, je kunt waarschijnlijk mijn verbaasde blik wel voorstellen. Moest ik nu al het gesprek met hem aangaan. Ja dááág, deze was voor zijn vader. En daarbij, hoe weet hij überhaupt dat de baby’s ‘uit mijn billen vallen’? Moet hij niet gewoon nog denken dat baby’s met de ooievaar gebracht of uit de boerenkool getrokken worden? 

Lees meer

24 tekenen dat je rondloopt met een veel te groot slaaptekort

1. De koffiemelkpoeder voor in je koffie bleek geen koffiemelkpoeder te zijn, maar Nutrilon 2. En daar kwam je pas achter na je eerste slok. Of vierde. Afhankelijk van je nacht.

2. Het lidmaatschap van de sportschool wordt voornamelijk gebruikt voor het gratis kinderopvang-uurtje en de zonnebank om even bij te kunnen slapen.

3. Je hebt zojuist je tanden gepoetst met een dagcrème in plaats van tandpasta. Of antirimpelcrème. Of erger, met een scheermesje.

4. Je vraagt de kinderen om vadertje en moedertje te spelen en jij bent de baby.

5. Je bent onder de douche staand in slaap gevallen. Misschien heb je zelfs uit de shampoofles gedronken, maar je bent te moe om je dat te herinneren.  Lees meer

Borstvoeding. Bah. Goor.

Bij de Telegraaf lees ik een mooi nieuwsbericht waarin staat dat alle zuigelingen op de afdeling neonatologie van het VUmc moedermelk krijgen. Ook als de eigen moeder dat niet kan geven, is er melk van een donor.

En nee, ik start hier geen discussie over dat iedereen borstvoeding kan of moet geven. Maar te vroeg geboren kindjes hebben veel baat bij moedermelk, blijkt uit onderzoek. En dus is het mooi dat daar dankzij de donormelk de mogelijkheid is om deze kindjes te bieden wat ze nodig hebben, vind ik.

De ouders moeten overigens wel toestemming hebben gegeven, er is dus wel degelijk een keuze. Toch verbaas ik mij over de reacties die ik hier en daar lees op dit bericht.

“Zou het idee helemaal niet fijn vinden, melk van een onbekende”

“Ik zou nooit en ten immer moedermelk van een ander aan mijn eigen kinderen geven.” 

“omg k zou noooiitt me kleine ander mans melk geven!! Wthell voor gare actie is dit!!!!” 

Lees meer

‘Als het maar gezond is!?’

Als het maar gezond is. Ik ben inmiddels allergisch voor de uitspraak. Want heb je enig idee wat je hiermee zegt? Hoe het overkomt? Is het echt een voorwaarde om een kindje op de wereld te zetten?

Ik heb altijd een voorkeur gehad voor het geslacht. Achteraf blijkt, ik hou van beide. Ik heb ook altijd voorkeur gehad voor gezondheid, en achteraf blijkt, ik hou van beide.

Maar toch, als ik nu de uitspraak ‘als het maar gezond is’ hoor, gaan mijn haren rechtovereind staan. En natuurlijk is het fijn om gezonde kinderen te krijgen en scheelt dat een hele hoop grijze haren. Maar wat als je geen gezonde kinderen produceert zoals ik? Wel hele leuke overigens, maar niet gezond. Is het leven dan minder waard? Of haal je juist meer uit het leven?

Ik denk aan het programma van Johnny de Mol, dat afgelopen week de Televizier Ring won, het fantastische SynDROOM. Hét bewijs dat gelukkig zijn, belangrijker is dan gezond.

Gelukkig zijn, dat is wat mij betreft het belangrijkste. Dus kunnen we de uitspraak ‘Als het maar gezond is’ vanaf nu inwisselen voor ‘Als het maar gelukkig is’?

En precies zoals Johnny zei, meer verdraagzaamheid, meer respect en meer liefde voor elkaar, hiermee kunnen we misschien bereiken dat wat meer mensen gelukkig zijn op deze aardkloot.

Schijt aan poepadvies

Voordat je moeder wordt, krijg je te pas en te onpas de welbekende adviezen naar je hoofd geslingerd.

‘Geniet nu maar van je rust, want dat is straks voorbij.’

‘Ga nu nog lekker samen weg, want dat gaat straks niet meer lukken.’

‘Neem een lekkere lange douche, want… blablabla’

En het is allemaal waar hoor! Gewoon goed bedoelde adviezen, van een persoon die zelf heel graag nog zou wíllen genieten van de rust, lekker samen weg wil met haar partner of die lange douchebeurt met beide handen zou aangrijpen.

Maar waar over gezwegen wordt, is de grote hoeveelheden poep, waar je als ouder opeens mee te maken krijgt.

Om maar te beginnen met de beginnersfout. Waarom zegt niemand dat je niet, ik herhaal niet met je vinger de achterkant van de luier open moet trekken om te checken of je daar wellicht een bolus aan zal treffen. Jouw vinger belandt namelijk negen van de tien keer in de bruine derrie die tot aan het randje van de luier is gekomen.

Of wat dacht je van die andere beginnersfout… Het is zo jammer dat je zelf moet uitvinden dat je er altijd vanuit moet gaan dat een bruine vlek poep is en géén chocolade.

Om de één of andere reden ontwikkel je ook een bepaald talent als spoorzoeker. Je ruikt poep, maar waar komt het vandaan? Is het jouw kind? Is het mijn kind? Laten we gewoon onze neus even tegen die pamper aandrukken om het zeker te weten.

Eén van de mooiste poepherinneringen die ik heb, is dat mijn baby na een dag huilen bij op de huisartsenpost belandde, die ik overigens zelf gebeld had omdat ik ervan overtuigd was dat er iets niet goed met hem was. Toen de dokter besloot om eerst zijn temperatuur te meten (je weet waar), was daar ook meteen het probleem dat naar buiten kwam. Over de hand van de dokter, tegen haar witte muur… Mooi verhaal.

Op een gegeven moment denk je na een intensieve zindelijkheidstraining (ahum), wel even klaar te zijn met al dat gepoep. Maar gek genoeg beland je van de poepluier-fase in de poeppraatjes-fase, waarin elke zin wordt beëindigd met poepie-scheetje-kak. Het is overigens ook wel weer een fase waarin je je kleintje heel gemakkelijk op kunt vrolijken. Roep gewoon ‘Poep!’ en er verschijnt gegarandeerd een glimlach op het bekkie van je kleintje.

Wat je van tevoren ook nooit had kunnen bedenken, is dat je ooit zou gaan juichen bij iets wat met poep te maken heeft. Denk aan het eerste drolletje in het potje. Of bij die drol die er eindelijk na een week (van slapeloze nachten) ineens uitkwam bij je kleintje, wat een opluchting was dat! Het was een dansje waard.

Tja… Poepadvies.

Ik weet ook niet waarom ik al dit bovenstaande schreef.

Het was in ieder geval geen ongevraagd advies.

Mocht het wel zo overkomen. Excuus.

Fijne dag verder.

Borstvoeding in het openbaar? Kap ermee!

borstvoeding openbaar

Het is een zonnige woensdagmiddag. Ik zit gelukzalig op mijn bakfiets. We fietsen langs een willekeurig huis met een ooievaar in de tuin. ‘Hoera een jongen’, staat er op het raam. ‘Fijn voor jullie’, is wat ik denk. Mijn peuter en mijn kleuter zitten in de bak. In mijn hoofd reken ik uit over hoeveel maanden mijn peuter een kleuter wordt.

Ondanks dat ik uitkijk naar de nieuwe fase (geen kleintjes onder de vier meer in huis), gaat er ook een scheut mixed-feelings door mijn lichaam. Van top tot teen. En ondanks dat ik denk ‘Fijn voor jullie’, denk ik ook ‘Jemig wat k*t voor mij’.

Een zonnige woensdagmiddag. Ik zit op een terrasje. Tegenover mij, in mijn gezichtsveld, zit er een moeder borstvoeding te geven aan haar kleintje. Moet dit nou serieus zo pal voor mijn neus? Ja, natuurlijk kan ik de andere kant op kijken of weggaan. Maar hey, ik zat hier eerst!

Maar ja, dat heeft die kersverse moeder die samen met haar newborn in hun eigen wereldje zitten, totaal niet in de gaten. Ik vind het verschrikkelijk dat ze dit zo in het openbaar doet!

Want nu moet ik naar dat schattige koppie kijken, en dat gretige geslurp aanhoren. Dat lieve handje dat zachtjes in haar borst knijpt, of aan haar haren trekt of speelt met haar shirt. Die heerlijke voetjes die om op te vreten zijn en zweetteentjes om mee te spelen.

Het geslurp wat ik nu dagelijks hoor is een beker yoki die naar binnen gegoten wordt. Die lieve handjes zijn nu vuisten die hard tegen mijn bovenarm gemept worden onder het mom van een potje vechten. En die lekker teentjes zijn grote zweettenen die je niet dichtbij je neus hebben wilt.

Weet je, het wordt er allemaal ingewreven. Die ooievaars in de tuinen, die mama die recht voor mijn neus borstvoeding zit te geven. Die scheut mixed-feelings, ik realiseer me dat het nooit meer terugkomt.

Echt, wat haalde ik in mij hoofd? Om ooit te stoppen met borstvoeding. Om uit te kijken naar die nieuwe fase? Straks zit ik hele ochtenden en middagen alleen. Straks heb ik alleen nog maar kleintjes die het allemaal beter weten. Die steeds onafhankelijker worden. Die steeds meer de wijde wereld in trekken.

Ik wil mijn baby’s terug!

Borstvoeding in het openbaar, kap er alsjeblieft mee! Niet omdat het er goor uitziet, niet omdat het er aanstootgevend uitziet. Maar omdat het er voor ‘moeders-die-geen-baby’s-meer-willen’ te mooi uitziet en de afgesloten eierstokken acuut weer open laat rammelen.

 

Ps. geniet ervan lieve moeders! En maak je al helemaal niet druk om wat iemand anders ervan vindt.

 

Afbeelding: Shutterstock

co-sleeper ziekenhuis

Co-sleeper in het ziekenhuis, het zou verplicht moeten worden…

Ik weet nog zo goed mijn allereerste nacht als moeder. Ik was alleen. In het ziekenhuis. Mijn dochter in een plastic schaaltje naast me, wat me nogal aan een Ikea SAMLA opbergbak deed denken. Perfect voor sportuitrusting, tuingereedschap of was- en schoonmaakattributen, maar nu lag mijn pasgeboren baby erin.

Durf niet te bewegen

Ik durfde mijn benen nog niet te bewegen, bang voor de ravage die ik eventueel zou voelen. Ik lag aan een infuus. En nog één. Eigenlijk lag ik gewoon compleet in de knoop met al die draden die uit mijn polsen kwamen.

Ik wist niet wat me was overkomen. Ik was bevallen. Ik was moeder geworden. En ik was moe. Héél moe.

Mijn newborn wist ook niet wat haar was overkomen. En daarom brulde ze nogal. Midden in de nacht. Ik wilde haar troosten, maar door mijn angst voor elke beweging die mijn lichaam maakte en alle draden waarmee ik in de knoop lag lukte het mij niet om haar uit het schaaltje te pakken en bij me te nemen.

Even zelf leren

Ik drukte op het rode knopje en de verpleegster kwam er aan gehobbeld. Blij was ze niet met mijn vraag om mijn kersverse dochter even aan te geven. Dat moest ik toch zeker wel even zelf gaan leren. Ze bood me nog wél aan om mijn baby even mee te nemen, zodat ik het gehuil niet aan hoefde te horen.

Achteraf heb ik allerlei scherpzinnige reacties zitten bedenken, waarmee ik had kúnnen reageren. Maar ja, dat is altijd achteraf.

Nu zag ik deze foto op Facebook voorbij komen en wat had ik deze co-sleeper toch graag die allereerste nacht als nieuwbakken moeder aan mijn ziekenhuisbed gehad.

bron: Facebook

Maar goed, ik denk ook graag aan de medemens en zou het niet fantastisch zijn als deze co-sleepers standaard in het ziekenhuis komen? Want of je nou een keizersnede hebt gehad of het gevoel van ‘ik kan nooit meer lopen, want er hangt een bowlingbal tussen mijn benen’, dit is natuurlijk wat we allemaal willen, ons baby’tje zo dichtbij mogelijk.


Uitgelichte afbeelding: Shutterstock

wet van murphy ouderschap

De wet van Murphy van het ouderschap

De wet van Murphy: “if there’s any way they can do it wrong, they will”. Vrij in het Nederlands vertaald: “als iets mis kan gaan, dan gaat het ook een keer mis”, aldus Wikipedia.

In het ouderschap gaan er heel veel dingen goed. Dat zijn de dagen dat alles op rolletjes loopt en ook lekker blijft rollen. Maar men moet de snaren niet te strak spannen, want voor je het weet komt Murphy om de hoek koekeloeren. Dat zijn de dagen waarin er iets dat mis kán gaan, ook mis gaat.

Murphy’s wet van de tijd

Kinderen kunnen ontzettend snel zijn. Bijvoorbeeld wanneer ze willen ontsnappen uit de tandartsstoel of uit hun bed. Ze kunnen ook te snel groeien, bijvoorbeeld wanneer je dat schattige jurkje achterin de kast vindt en erachter komt dat het al drie maten geleden aangetrokken had moeten worden.

Maar… wanneer het hen uitkomt (en jou uiteraard niet) kunnen ze ook ontzeeeeeeeeeeettend langzaam zijn. Bijvoorbeeld wanneer je nog tien minuten lopen van huis bent en je ontzettend nodig naar de wc moet, of wanneer je even snel de auto in wilt stappen omdat je op tijd op je afspraak wilt zijn en je kleintje besluit om uitgebreid te gaan poepen, kotsen of iets anders ranzigs.

De wet van nooit weten waar je aan toe bent 

Geloof me. In het ouderschap weet je nooit, maar dan ook nooit waar je aan toe bent. Heb je net groot sperziebonen ingekocht, dan is plotseling boerenkool hun lievelingseten. Zet je de roze beker voor ze neer, dan willen ze alleen nog maar blauw. Snijd je de boterham in zes stukjes, dan moest ‘ie dubbel. Doe je de boterham dubbel, dan had ‘ie in stukjes gemoeten.

Murphy’s wet van ‘vlak nadat’

Vlak nadat je de bedden hebt verschoont, pist er één in zijn bed. Vlak nadat je de auto hebt gezogen, leegt er één zijn broekzakken of schoenen vol met zand in je auto. Vlak nadat je de muren geschilderd hebt, veegt er één zijn spaghettihanden af aan de muur. Vlak nadat je kleintjes in bad zijn geweest, vind er één nog ergens een stuk chocolade. En vlak nadat je je nieuwe vloerkleed neerlegt, je kleintje besluit om met glitters te gaan knutselen.

Murphy’s slaapwet 

Murphy en slapen… BRRR! Het moment dat je (nadat je drie kwartier op de koude vloer naast het bedje gelegen hebt) de kamer uit probeert te sluipen, plakken je voeten aan het laminaat wat nét even teveel geluid maakt, waardoor je kleintje weer op slag klaarwakker is. Of wanneer je je kleintjes de hele week wakker hebt moeten maken voor school, staan ze in het weekend om 6.00 naast je bed te tetteren. En wanneer je het nieuws van een doorslapende baby wereldkundig maakt, vergeet het maar! De komende maand(en) ben je elke nacht weer in de weer.

Oh ja! Wanneer je besloten heb om het middagdutje eruit te halen omdat je kleintje nooit gaat slapen, dondert ze ineens elke middag in slaap op de bank. Of als je een hele autorit bezig bent geweest om je kleintjes wakker te houden, dan raken ze bij de laatste bocht in een diepe coma, waar ze dan de komende uren niet meer uitkomen om vervolgens de hele avond klaarwakker te zijn.

Echt, Murphy en slapen… BRRR!

De wet van Murphy en opvoeden… 

Opvoeden is het goede voorbeeld geven… Je hebt zojuist je kleintje uitgelegd dat FUCK geen net woord is om zomaar te roepen. Op dat moment gebeurt er iets waardoor er heel hard FUCK uit jouw mond komt rollen. Ook zullen je kleintjes de hele godganse dag door met elkaar kibbelen, ruzie maken of zelfs de hersenen in slaan. Tòt die 10 minuten voor ze naar bed gaan, dan zijn ze elkaars beste vrienden die samen plannetjes bedenken om maar niet het bed in te hoeven. En dan nog dat moment waarop je je voorbeeldige, schattige, zoete kleintjes even meeneemt naar die ‘belangrijke’ afspraak en je kleintjes besluiten om onhandelbare brutale monstertjes te worden en om de haverklap vragen wanneer je nou eens klaar bent omdat ze naar huis willen.

Uiteindelijk blijkt, Murphy is gewoon een eikel.

Afbeelding baby: Shutterstock