Een vriendin is bevallen en met het vrouwelijke aandeel Co ga ik op kraambezoek. Verwonderd staren wij naar het nieuwe leven. Tien vingertjes worden er geteld, een pluizig hoofdje voorzichtig geaaid en zelfs het prille gehuil van een baby geboren met 37 weken triggerde onze smeltfactor.
Ik knuffel en verschoon en ruik aan het lijfje en voel…..ik voel niets. Niets meer dan liefde en verwondering, maar geen gekriebel meer. Waar heb ik dat achter mij gelaten? Ik weet nog dat ik na kind 5 wel eens grapte over een ‘alleen nog maar als het een jongetje is’ voorwaarde, maar ergens ben ik het kwijt geraakt. Het dagdromen over nieuw leven. Het geen afscheid kunnen nemen van babyspullen. Alles is inmiddels weg. Wat rest is de herinnering aan de vijf baby’s die ik het leven heb geschonken. Sommige herinneringen lijken vaag als ik kijk naar mijn 1.85 meter lange prille manmensch die zoon heet. Soms vers als ik mijn jongste opgekruld zie slapen.
Onderweg naar huis zet ik mij schrap voor de vragen. ‘Ik wil een baby’ verzucht puber 2. ‘Ik wil ook mama worden’ beaamt de rest. Geen enkele verwachting naar mij. Ik adem opgelucht. Mijn aandeel is volbracht. Punt.
Afbeelding: Alena Sli/Shutterstock