Het middaguur was nog niet aangetikt toen de jongeman voor mij stond in de plaatselijke super. Op de lopende band stond voor mijn broccoli treurig 12 blikjes goedkope bier opgesteld. Hij had die ochtend rum als ontbijt genuttigd want de fles moest toch op bralde hij vriendelijk tegen de dame achter de kassa die subtiel zijn dominante adem negeerde. We wisselden een blik van verstandhouding uit: die blikjes gingen vandaag ook op. En morgen zou hij weer bij een andere supermarkt staan.
Als mijn kinderen het maar nooit zo ver laten komen schoot in een reflex door mijn hoofd. Zijn status wekte niet alleen medelijden op, maar ook machteloosheid. Ja, als geheelonthouder had ik makkelijk praten, maar ik besefte maar al te goed de verleidingen in de grote wereld. “Kleine kinderen kleine zorgen, grote kinderen grote zorgen” riep mijn moeder altijd, maar nooit had ik die impact kunnen voelen als nu met inmiddels twee pubers en nog drie te gaan. Ik leefde jarenlang in een wereld van slapeloze nachten, koemelk allergie en groente weigerende peuters. Mijn schaarse vrije tijd werd opgeslurpt door aandacht eisende en energie slurpende mini mensjes die mij claimden omdat ze hun veter niet gestrikt kregen of op de meest ongeschikte momenten (ja, in die super) een peuterpuber aanval kregen. Ik behoorde tot de club hashtag #nachtouders en dacht soms dat ik het nooit zou overleven zonder koffie. Alcohol, drugs, roken (waar ik een soort semi doodstraf voor heb ingesteld), foute vrienden, social media, alleen in het verkeer: de wereld met kleine mensjes en haar zorgen was klein en overzichtelijk en je had invloed hoe anders is dat met grote pubers waar een time-out niet meer werkt behalve op de lachspieren.
De jongeman groette vriendelijk en wankelde door de schuifdeuren. Ik wenste hem in mijn hoofd iemand met daadkracht die hem kon bijstaan, zelfinzicht en een toekomst. Ik dacht aan zijn moeder en dat hij ooit ook een klein jongetje moet zijn geweest die haar ’s nachts uit slaap huilde. Wat is de wereld nog veilig en klein met jonge kinderen en soms wreed voor moeders wiens grote kinderen die wereld niet aankunnen.
Afbeelding: Shutterstock
Recht in het hart….
Wat ik ook heel vaak denk. Hier zijn ze ondertussen 10, 11 en 13 en waar ik enkele jaren geleden dacht dat die zorgen niet zwaarder konden worden, kom ik nu tot het besef dat ze dus wèl zwaarder kunnen worden. Nu lig ik niet meer wakker van de zoveelste tantrum of snottebel of whatever, maar van die aanstormende puberteitsjaren en hoe vatbaar ze dan wel niet zijn. We kunnen alleen maar keihard ons best doen, niet? 😉