“Schoenen uit!” “Kapstok!” “Handen wassen! “Kijk, handig joh! De wc heeft een knop en daar kun je op drukken en dan spoelt je drol door.” Of gewoon: “Doortrekken!” Ik voel me soms net een commandant.
Het is niet onaardig bedoeld. “Zeg het met 1 woord”, heb ik weleens gelezen! Zeker bij jongens! Die zijn niet zo verbaal ingesteld. Zo’n heel verhaal over doortrekken komt echt niet aan. Al komt het zo wie zo niet aan, want elke dag zeg ik hetzelfde. En als ik het niet doe, dan gebeurt er niks. Gooien ze de jas neer, maken ze het bed niet op, ligt de drol in de wc, gooien ze de papiertjes van het snoepje op de bank en zitten ze met vieze handen aan tafel.
Ligt het dan aan mij? Speek ik Chinees? Ik denk dat het niet eens onwil is. Ze vergeten het gewoon. En hun vriendjes trouwens ook. Ze hebben het ook gewoon veel te druk met andere dingen.
Praten, lopen en fietsen deden ze ook niet in een dag. Dus ook om dit soort dingen te leren, moet ik het blijven herhalen. Ik word er soms alleen gestoord van. Ik voel me soms net Mien Schoonmaakmachien.
Toen ik nog werkte had ik een schoonmaakster. Ook dat was regelmatig weggegooid geld. Want als ze net was vertrokken, kwam de hele bende na schooltijd thuis en binnen een mum van tijd leek het net of de schoonmaakster nooit was geweest. Een keer kwam ik de net geboende badkamer binnen, nadat een vriendje naar de wc was geweest. Deze had blijkbaar nog niet geleerd hoe hij zijn kont moest afvegen. De wc-bril zat onder de poep. Wc papier met restjes op de grond. Deze was denk ik halverwege gescheurd. Hij had vervolgens ook de badrand vastgehouden. Deze zat natuurlijk ook onder. Voor niks 45 euro besteed aan de schoonmaakster. Dat was niet eens het ergste! Kon ik de hele badkamer opnieuw poetsen! En dan heb ik het niet eens over hoe ongelofelijk smerig het is om de restjes van een ander kind op te ruimen. Ik wist niet hoe snel ik hem uit de slaapkamer van mijn zoontje moest vissen. Niet nadenken over wat hij misschien nog meer had aangeraakt. Handen gewassen en de rest van de middag zijn we naar de speeltuin geweest.
Elke keer als ik thuis denk: “Zo alles is weer netjes”. Draai ik me om en kan ik opnieuw beginnen.
Hagelslag onder de tafel. “Kijk mam, er zit zand in mijn schoen”, en voordat ik dan zeggen: “Buiten legen!”, ligt de inhoud al op mijn vloer. Mijn jongste kan zo goed mikken, dat hij altijd precies tussen de bril door kan plassen en vind ik het resultaat onder de wc.
Ik blijf zo in ieder geval lekker bezig. Ik verveel me niet. We wonen nu eenmaal ook weer niet in een museum. Er moet ook geleefd worden. Hopelijk leren ze het ooit een keer. Tegen die tijd ben ik klaar voor het leger. Al vermoed ik, dat het wel nog even gaat duren.