Welkom in het enig kind hokje, vol met enige kinderen. Daar waar de vraag, ‘wanneer komt er een tweede’, niet gesteld wordt. Daar waar je mag klagen over hoe druk het leven met één, ja één kind kan zijn. Daar waar niemand eenzaam en alleen door het leven gaat.
Ik wil helemaal niet in een hokje zitten, maar ik word erin geplaatst. En ik behoor in het enige kind hokje. Een hokje dat door velen helemaal verkeerd ingeschat en verkeerd beoordeeld wordt. Net als het leven van een enig kind. Want opgroeien zonder broers en zussen, is een gebrek aan sociale vaardigheden. Althans zo zeggen de ‘onderzoeken’. Maar wat is het gebrek? Dat je nooit de schuld aan de ander kan geven wanneer er iets stuk is gegaan? Of dat je nooit eens de hersenen van je broertje in kunt slaan?
Het gaat prima met mij
Ik ben zelf enig kind en, al zeg ik het zelf, ik slaag er aardig in om aardig te zijn voor de mensen om me heen. Ik kan prima delen en ik toon zelf medeleven wanneer vrienden of familie dat verdienen. Ik heb zelfs nog nooit bij een psycholoog gezeten. En ik kan, zoals je leest, ook prima voor mezelf opkomen. Er is namelijk niemand anders die dat voor mij doet.
De geschiedenis herhaalt zich, want ook mijn kind is enig kind. Dat heeft verschillende redenen. Om maar te beginnen met het feit dat er voor het maken van een kind, twee personen nodig zijn. En nee, in mijn geval zijn er geen vruchtbaarheidsproblemen, het is een bewuste keuze. Dit terzijde, want de échte reden voor mij is dat dit goed is. Het is niet zielig, het is fijn om enig kind te zijn, net zo fijn om één kind te hebben. Toch lijkt het grootste deel van de maatschappij het niet met mij eens en vindt het zelfs egoïstisch.
Laatst sprak ik een moeder op het schoolplein. Ze klaagde over het brengen en halen van haar kinderen naar alle clubjes na schooltijd. ‘Jij hebt het makkelijk, want jij hoeft maar één kind heen en weer te brengen’, zegt ze tegen mij. En dan vraag ik mezelf af, wie is hier nou egoïstisch? En wie ben jij om te beoordelen of ik het makkelijk heb?
In het hokje
Wanneer mijn kind ziek is, moet ik óók opvang regelen of mijn werkgever bellen en een oplossing zoeken. En mijn werkgever is niet ‘makkelijker’, omdat ik ‘maar’ één kind heb.
Wanneer mijn kind huiswerk heeft, moet ik óók hem helpen en begeleiden in de taken die hij moeilijk vindt.
Wanneer mijn kind gepest wordt, dan maak ik me óók zorgen over hoe hij zich voelt en hoe hij ermee omgaat.
Oók mijn kind heeft driftbuien. Oók mijn kind wil aandacht op de momenten dat het niet altijd uitkomt. Oók mijn kind is weleens dwars.
Stop met het plaatsen van mij in een hokje waar ik niet wil zitten. Stop met het zeggen dat moeder zijn van één kind, maar makkelijk is, want het voelt alsof het niet genoeg is.
Oók ik ben moeder. En moeder zijn is nu eenmaal niet altijd makkelijk.
Afbeelding: Shutterstock
Update 2017/2023
Mooi geschreven! Wij hebben ook maar een kindje. Mijn vriend wil graag meer kinderen maar voor mij is het goed zo. Toch word er telkens nog gevraagd wanneer de tweede zich aandient. Zo vervelend!
Mooi geschreven. En dan mis ik zelfs nog een stukje, als je meer kinderen hebt kan je ze even met zijn allen naar buiten doen om daar samen te gaan spelen. Op vakantie kunnen ze samen naar de speeltuin. Maar met een enig kind moet je altijd mee spelen als er even geen vriendjes zijn. En die zijn er zeker niet altijd, zoals een broer of zus vaak wel aanwezig is.
Klopt, maar met je gedachte neem je ook aan dat broertjes en zusjes altijd samen (kunnen/willen) spelen. Dat is niet per definitie zo natuurlijk 😉 het gaat niet om meer/minder/zwaarder/lichter. Ieder zijn eigen keuze en beleving. Met 1 vond ik het druk en met 2,3 en uiteindelijk 4 ook 😉