Gelijk met de deur in huis! Nee hoor, ik ga jullie echt niet lastig vallen met bloederige bevallingsverhalen van mezelf. Als ik ergens niet goed tegen kan, zijn het mensen die in geur en kleur gaan vertellen hoe ze hun kind eruit hebben geperst. Dat interesseert me werkelijk geen ene bal. Ik ben nogal visueel ingesteld en dat plaatje hoef ik echt niet op mijn netvlies te zien.
Maar een artikel vanmorgen trok mijn aandacht. Nog maar 13% procent van de vrouwen bevalt thuis. Een professor noemde het iets voor geiten wollen sokken. Dus ik heb gelijk vanmorgen sandalen aangedaan, sokken trachten te breien en een broek met van die zakken aan de zijkant opgezocht. Ik pas namelijk geheel in het profiel. Ik ben thuis bevallen van de kinderen. Maar eigenlijk meer uit gemakzucht. Ik heb respect voor vrouwen die met weeën nog zin hebben helemaal naar het ziekenhuis te gaan. Mij niet gezien. Ik bleef liever thuis en dat de verloskundige dan naar mij toe kwam. Ik hou gewoon niet van ziekenhuizen.
Ik denk ook eerlijk gezegd dat de aanstaande vaders geen zin hebben in gedoe in huis. Die houden die rommel liever buiten de deur. Die zien zichzelf namelijk gelijk weer een muur staan behangen in de slaapkamer, terwijl ze net klaar zijn met de babykamer.
Bij mijn ouders vroeger thuis hadden we een overbuurvrouwtje. Nadat ze net was bevallen en wij op kraamvisite kwamen, werden direct de meest gênante foto’s onder je neus gedrukt. Vervolgens werd er gevraagd of we de film ook wilde bekijken. Ik snap ook echt niet waar de behoefte vandaan komt om de bevalling te filmen en vervolgens her te beleven. Als mijn man tijdens de bevalling met een camera durfde binnen te komen en zou zeggen: “Nu even lachen!” Had ik hem met camera en al de deur uitgeschopt. Vaak zie je er toch niet op je paasbest uit op die films. En om het dan ook nog met anderen te delen, is me werkelijk een raadsel.
Toen ik van de oudste zwanger was, stond ik voor de klas. Het leek me wel leuk om de kinderen enigszins te betrekken bij de zwangerschap, dus behandelde ik het thema baby. We hadden allerlei troep de klas in gesleept. Boeken, baby foto’s, woordmuur, knutseltoestanden. Totdat een leerling op school kwam met een heel mooi groot boek met de groei en ontwikkeling van de baby in de buik met levendige foto’s. Dus ik dacht, wat leuk, die laat ik in de klas zien. Ik had me echter niet helemaal goed verdiept in wat voor foto’s het nu precies waren. Dus de ene plaat na de andere volgde. De groei van zaadje, wurmpje tot baby. En toen draaide ik de bladzijde van het boek om en ik dacht alleen nog maar: “Ku…!” Ik zat te kijken, samen met 30 kleine kinderen, naar een levensgrote plaat van een hoofdje wat net uit de moeder kwam. Dus ik zei snel: “Zo, wat leuk, hier komt het babytje eruit.” Sloeg snel het blad om en riep: “Joepie! Nu is hij geboren”.
Toen ik jaren daarna zwanger was van de jongste werden op een gegeven moment toch een aantal vragen gesteld. Altijd precies op momenten dat je liever over iets anders wilt kletsen. Maar onderweg richting school werd me gevraagd. “Hoe komt die baby er dan uit, mam?” “Dat vraag ik me ook altijd af”, zei ik. Maar het vriendje wist wel een aardig antwoord. “Dan komt er een dokter met een mes. Die snijdt de buik van je moeder open en haalt je broertje eruit”. Nou, die was vast met de keizersnee geboren. Maar zo gaat het niet altijd. Dus vertelde ik kort wat er gebeurt tijdens een bevalling. Er viel even een stilte. Een “ieuw” kwam er nog even uit. Ze hadden liever dat verhaal met het mes. Al vroegen ze wel of ze mochten kijken als het zover was.
Ik zei, “Nou, mijn oude overbuurvrouw van vroeger heeft nog vast een leuke film. Die mag je misschien wel zien”.