Het lege fotoboek

Mijn oudste dochter heeft een fotoboek. Ze heeft er zelfs meerdere. Één van de eerste zes weken. Één van haar eerste levensjaar en één van de drie daarop volgende levensjaren. Oké, eerlijk, die laatste heeft ze niet, maar staat klaar om afgedrukt te worden. Waarom dit album maar niet door de drukker komt? Ten eerste, het broertje wat in die opvolgende levensjaren ter wereld kwam. En ten tweede, schuldgevoel. Niet naar haar, maar naar haar broertje en zusje.

Want weet je, die middelste en die jongste kinderen, die moeten het maar doen met een leeg fotoalbum. Een eerstgeborene kan zijn eerste levensjaar bijna van minuut tot minuut nalezen en kijken. Het moment van haar eerste boertje, eerste scheetje, eerste lachje, tweede lachje tot het tachtigste lachje. En zo een tweede? Die zal nooit precies weten wanneer dat plaats vond. Een derde? Die zal nooit weten hoe ze er überhaupt als baby uitzag.

Dat is natuurlijk ontzettend oneerlijk, harteloos bijna. Alsof er niet naar je omgekeken werd, foto’s werden in ieder geval zeer selectief gemaakt. Maar niets is minder waar. Het is namelijk zo dat de tijd die anders opging in het maken van foto’s en, nog veel tijdrovender, het maken van fotoboeken, er van je genoten werd. Dat eerste lachje gaf je niet aan de camera, maar aan je vader of moeder. Na die eerste stapjes werd je niet opgevangen door één hand en een camera, maar met twee armen wijd open. En ‘who cares’ wanneer dat precies was. Je bent gaan lachen, je bent gaan lopen en je bent gaan praten, niet dan?

En ik weet het, er komt een dag dat ik het één en ander moet gaan uitleggen. Die dag dat ze hun babyboek openen en ze geen enkele foto of wat voor info dan ook te zien krijgen. Sterker nog, er is geen babyboek om te openen. Ze krijgen een harde schijf met 100GB aan bestanden overhandigd, want de afbeeldingen zijn er natuurlijk wel. Deze kunnen ze doorspitten en dan mogen ze zelf uitzoeken wie wie is.

En tot die tijd, maak ik mij niet druk om de cijfertjes, datums en plaatjes. Weg met het schuldgevoel, ik geniet gewoon van ze.

Kleintjes naar bed brengen sucks

Ik ben gek op mijn kleintjes, ik help ze graag met het aantrekken van hun pyjamaatjes, ik help ze ook graag met het poetsen van hun tandjes, ik lees ze graag een verhaaltje voor het slapen gaan en als ik tijdens het voorlezen niet zelf in slaap gevallen ben, lees ik zelfs graag nog het tweede verhaaltje voor en ik knuffel en kroel graag nog voor een laatste keer voordat de oogjes toe gaan.

Schreeuwtijd

Ik doe dat heel graag…. Áls mijn kleintjes ook zo graag met me mee zouden werken om dit gesmeerd te laten lopen. Want er zijn van die dagen dat bedtijd (iemand omschreef dat ooit eens heel correct en realistisch) schreeuwtijd is.

Laatst was het weer zo een avond.

Het was een avond dat ik de klok, het laatste uur voor bedtijd, even op ‘fastforward’ wilde zetten. En daar gaat het mis. In mijn hoofd liggen ze namelijk al heerlijk in hun bedje te slapen, maar in de werkelijkheid staan ze nog als dolgeslagen gremlins op mijn bed te springen. Ze negeren alles wat ik zeg, werkelijk geen enkel woord van wat ik zeg komt binnen, alsof ze alleen nog maar in gremlin-taal kunnen praten.

Na tien keer gevraagd te hebben om een pyjama aan te trekken, is er werkelijk nog geen enkele beweging in deze handeling gekomen. Verschillende opvoedboeken en opvoedmethodes zitten daar ergens in mijn hoofd opgeslagen, maar het enige wat ik eruit kan blaten is een ‘Als jullie nu geen pyjama’s aan gaan trekken, ga je meteen naar bed en lees ik geen verhaaltje voor.’

>> Lees ook: beste bedtijden voor kinderen

Als ik ze dan, na een hoop geblèr in hun pyjamaatjes heb gekregen, begint het tandenpoetsdrama. Spelletjes ervan maken, liedjes erbij zingen, ik ken het allemaal en voer deze technieken in het heetst van de strijd (o nee, opvoeden is geen strijd, in het heetst van mijn eigen strijd dan) uit. Maar als kind nummer drie dan ook al stellig met haar kiezen op elkaar, haar tanden laat poetsen, komen de vlammen inmiddels uit mijn oren.

Allemaal naar bed!

Goed, naar bed. Allemaal naar bed. Allemaal in jullie eigen bed graag. In jullie eigen kamer. Na het drie keer vriendelijk gevraagd te hebben, komt er een soort oerkreet uit mijn strot, waarvan ik zelf niet wist dat het er überhaupt uit kon komen. Maar gut, het lijkt te werken. Ze liggen alle drie in hun eigen bed. En op dat moment beland ik in een soort flipperkast en wordt ik van de ene kamer naar de andere kamer gestuiterd.

Kamer 1> Mama, ik moet nog plassen.
Kamer 2> Mama, ik moet je nog iets HEEL belangrijks vertellen!
Kamer 1> Mama, ik wil nog een slokje water.
Kamer 3> Mama, wanneer gaan we avondeten?
Kamer 2> Mama, ik kan niet slapen.
Kamer 2> Mama, ik ben niet moe
Kamer 3> Mama, ik wil nog een slokje water.
Kamer 1> Mama, ik kan niet slapen.

En terwijl ik wanhopig op zoek ga naar het laatste stukje geduld in mijn lijf, stort ik in mijn hoofd mezelf van de trap. Maar de stilte lijkt mijn redding, want slapen ze nou echt? Ja! thank God ze slapen. Wijn.

En dat allemaal voor een schrale 4 uur, want rond 00.15 meldt de eerste zich weer aan bij ons bed.


kinderen naar bed

Afbeelding: Shutterstock

Met je broer of zus

Mijn kinderen konden het altijd erg goed met elkaar vinden. De oudste had de regie en de andere twee volgden de regie braaf op. Ik dacht echt dat ik engeltjes op de wereld had gezet, die elkaar lief hadden tot op het bot en elkaar alles gunden. Meer dan ze zichzelf gunden. Ware broeder- en zusterliefde.  Lees meer

derde-zwangerschap

Een derde? Zou je dat nou wel doen?

Ik merk dat er door mensen om mij heen regelmatig wordt gedacht aan een derde. Een goed antwoord op de vraag ‘is het verstandig om nog voor een derde kind te gaan?’ is er niet. Ik kan je alleen wat ervaringen geven over het hebben van drie kleintjes.

Ik heb er namelijk drie. En ik zou ze alle drie, stuk voor stuk niet meer willen missen. En dat zeg ik niet alleen maar omdat ik er geen één meer terug kán stoppen. Bovendien als ik dat zou kunnen doen, zou ik niet wéten welke ik terug in de doos zou stoppen.

Nee. Dat is omdat ik op alle drie trots ben, van ze hou en het voelt compleet.

Maar ze zijn er dus. Alle drie. 24 uur per dag. 7 dagen per week. Om gek van te worden. En dat is waar de volgende vraag vandaan komt. Een derde? Zou je dat nou wel doen?

Je zou het kunnen doen als je… 

Lees meer

Premiere Nijntje viert feest

Gisteren was het zover, de nieuwe musical van nijntje ging in première in het TivoliVredenburg theater. Dit keer was het feest, groot feest, nijntje vierde namelijk haar 60ste verjaardag!

Het is ongelofelijk hoe dit konijntje zijn publiek al 60 jaar kan boeien, maar het is waar. Daar heb ik gisteren het bewijs van gezien. Mijn kleintje heeft namelijk 55 minuten zeer geboeid naar het vrolijke en interactieve theaterstuk gekeken. En niet alleen mijn peuter, de hele zaal zat vol met enthousiaste kleintjes die genoten en het feest van Nijntje uitbundig meevierden. Ook al lijkt nijntje tijdloos en kun je altijd van haar op aan, toch gaat ook nijntje met de tijd mee. Dat konden we wel horen aan het nieuwe K3-lied.

Het vrolijke theaterconcert, met live band, was een feest van herkenning. Naast de bekende liedjes waren daar ook nieuwe liedjes die je binnen no-time met nijntje mee zingt. Ook voor de mama’s was er herkenning in het theaterstuk, zo werd er bijvoorbeeld een traantje gelaten toen nijntje voor het eerst naar school ging.

Dick Bruna bedacht nijntje in 1955. In de loop der jaren evolueerde nijntje van een stoffen speelgoeddier tot een eigenwijs konijn. Ivo de Wijs vertaalde de verhalen van Dick Bruna naar even speelse als herkenbare liedjes en de onvergetelijke Joop Stokkermans maakte er tijdloos vrolijke muziek bij.

De konijnenfamilie viert tot en met 17 mei in vele Nederlandse theaters feest. Kijk hier voor de speellijst.

Nijntje

Fotograaf: Leo van Velzen

Wat je niet wist… De redenen voor een driftbui

driftbui

Afbeelding: Shutterstock

Moeder van een peutertje, een dreumesje of (in een enkele geval) een kleutertje? Dan weet je inmiddels al wel een beetje hoe te leven in constante angst, omdat je simpelweg nooit weet hoe je kleintje zijn brood gesneden wil hebben. Ook weet je inmiddels wel dat je geen dure spullen (speelgoed) meer hoeft aan te schaffen, aangezien ze de meeste lol beleven met een kartonnen doos. Of ze slopen de boel, die zijn er ook.
En ongetwijfeld zul je ook regelmatig te stellen hebben met zo een bui, ik durf het bijna niet uit te spreken, maar ik doe het voor de duidelijkheid toch maar even. Een driftbui.

Zomaar. Opeens. Out of the blue.

Maar is dat eigenlijk wel zo? Komen die driftbuien zomaar opeens opdagen of hebben die kleintjes een gegronde reden om zich zo hysterisch en genadeloos te gedragen? Want, soms hebben ze echt een ernstig goede reden om languit op de grond (midden in een winkelcentrum) te gaan schreeuwen, krijsen, de vloer te besmeuren met kwijl en snot en vergeet vooral het hysterische schoppen met armen en benen niet.

Neem bijvoorbeeld de regels die de kleintjes allemaal ‘opeens’ opgelegd krijgen. Toen ze nog baby’s waren, hoefden ze maar een gilletje te geven en er was iemand die daar klaar voor ze stond. Maar een dreumes/peuter/kleuter moet zich ‘opeens’ aan allemaal regels houden. Hoezo mag ik de vla niet meer in mijn haren smeren? We gaan toch straks in bad? – Mag ik geen tekeningen op de muur maken? Maar het zijn hartjes! – Hoe kom je erbij dat sudocreme alleen voor je billen is? Het smeert ook prima op je wangen, je benen, de bank, de vloer en de muur.  

Of wat dacht je hiervan? Ik heb weleens aan de telefoon gehangen met één of ander verkoper en toen ik een keer besloot om aan de lijn te blijven voor het ‘bel me niet register’ heb ik na 10 minuten doorverwezen te worden en allerlei knopjes te hebben moeten indrukken, uit frustratie de telefoon op de grond gesmeten en ik kreeg de neiging om schoppend en krijsend op de grond te gaan liggen. Hoe denk je dat je kleintje zich voelt als hij of zij wéér mee moet naar de supermarkt. Hij wordt langs allerlei schappen gelootst, hij moet alle zakjes snoep weer terug leggen en bij de kassa moet hij zeker vijf minuten wachten. En als mama de zware boodschappen snel in de auto wil zetten, moet hij ineens doorlopen! HALLO! Tijd voor een driftbuitje.

Stel je voor; je zit in een aftands restaurantje ergens in een achterbuurt van Hong Kong en je krijgt een bordje voorgeschoteld waarvan je werkelijk geen idee hebt, wat erop ligt. Je ziet wat bruine drap en hier en daar een brokje. Ga je het eten? No way! Ik niet. Van binnen zou je waarschijnlijk kokhalzen. Je zou wel kunnen janken en als je even de kans krijgt, vlucht je, zo snel als je kan!
En stel je nu even je dreumes/peuter/kleuter voor. Je hebt heerlijk in de keuken gestaan om een fijne maaltijd voor je liefjes te bereiden. Op het moment dat het op tafel komt begint je dreumes/peuter/kleuter te gillen alsof ze iets voorgeschoteld krijgt wat ze nog nooit eerder heeft gezien. Misschien is dat ook wel zo? Misschien ook niet. Het is in ieder geval verrekte eng om dat ‘vreemde eten’ op te eten.

De taalbarrière. Hoe lastig is het om met zo weinig woorden iets duidelijk te maken. Die jas die je aan hebt, die is echt veel te warm en dan ook nog een muts op je kop én kriebelende (geen biokatoen!) wanten aan. Dus ja, dan smijt je alles de hele tijd af. Maar nee, dat is niet duidelijk genoeg, want alles wordt weer rigoureus bij je opgezet. Het laatste wat je dan nog kunt doen om jezelf duidelijk te maken is een strot van hier tot gunter opzetten.

En dan hebben we nog de magische wereld. Voor een dreumes/peuter/kleuter is er geen onderscheid tussen de echte wereld en de fantasie wereld. En ja, wij weten wel dat het allemaal niet echt is, voor zo een kleintje ligt dat toch even anders. Die krokodillen onder je bed? Die zijn daar en in dat bed wil je dus echt niet slapen. Die schaduw op de gang? Dat is een spook, je gaat dus echt niet langs dat spook mee naar buiten. Het doucheputje? Daar kun je zomaar opeens in verdwijnen, daar ga je dus echt niet, voor je plezier én om even lekker schoon te worden, vlak naast staan. En zo heeft iedere dreumes/peuter/kleuter zijn eigen magische wereld…

Een driftbui… Zomaar? Opeens? Out of the blue?

Nah.


 

redenen driftbui

5 simpele stappen om je kleintjes hun speelgoed op te laten ruimen (soort van)

Je kent het wel (oke, oke, de perfecte en altijd opgeruimde moeders kennen het waarschijnlijk niet), overal waar je ook kijkt ligt speelgoed. Een blokje DUPLO op je looppad, een stempeltje aan je muur gekleefd, een omgekeerde Barbiebak, een Spidermanmasker op het toilet (waarom?), leesboekjes over de vloer… En terwijl je een half uur geleden nog dacht ‘goh, wat zijn ze lekker aan het spelen’, bedenk je je nu opeens ‘Wat een BENDE! Opruimen allemaal NU!’

Maar ja, zo simpel is dat natuurlijk niet. Want je denkt toch niet dat de kinderen meteen alle rommel gaan opruimen wanneer jij dat vraagt?

Toch zijn er 5 simpele stappen om die verrekte bende op te ruimen. Volg de stappen nauwkeurig en na stap 5 is alle bende weer opgeruimd.

Stap 1: Roep je kleintjes bij elkaar en zeg ze dat ze al het speelgoed moeten opruimen. Wees wel duidelijk. Barbie’s in de Barbiebak, Duplo in de Duplobak, boekjes in de boekenkast, enzovoorts. Klinkt vrij simpel toch?

Stap 2: Herhaal dit ongeveer 10.000 keer. Zo simpel was het blijkbaar toch niet.

Tip: Zet desnoods opruimliedjes erbij aan om de kinderen extra te motiveren.

Stap 3: Begin nu met dreigen. ‘Als je nu dat DUPLOblokje niet in de bak doet, ga je maar even op de gang zitten.’

Stap 4: Je doet even duidelijk voor, wat je nou precies bedoelt met opruimen. De Barbies in de Barbiebak, de leesboekjes in de kast. De kleintjes kijken aandachtig en spelen ondertussen nog even vrolijk verder. Hoe simpel kun je het maken?

Stap 5: Je stuurt de kinderen de kamer uit en je gaat nu zelf maar het laatste restje van de bende opruimen. Het grootste deel had je namelijk al in stap één tot en met vier gedaan. Uiteindelijk toch echt de simpelste manier.


opruimen

 Afbeelding opruimend kind: Shutterstock

Ervaren moeders tegen de nieuwe moeders…

battle women

Ken je de Netflix serie Orange is the New Black? Ja natuurlijk ken je die. Het gaat over een vrouwengevangenis en in die gevangenis bevinden zich allemaal groeperingen. Op het moment dat je moeder wordt is het alsof je net als Piper daar voor het eerst die vrouwengevangenis binnen wandelt. Er zitten daar dan allerlei verschillende groepjes onder andere onder leiding van bijvoorbeeld een Red, een Pennsatucky of een Gloria.

Deze zijn dan de ervaren moeders, bijvoorbeeld de ‘alles voor elkaar’ moeders. Moeders die het ’s morgens voor elkaar krijgen om hun haren te doen, om hun tanden te poetsen en netjes aangekleed op tijd (lachend) op hun werk verschijnen, maar wel hun kindjes op de creche dumpen. De borstvoedingsmoeders die ver bij de magnetron vandaan zitten en met enige jaloezie naar het wijntje van de flesvoedingmoeders kijken. De draagdoekmoeders en de co-sleepers kunnen zich eindelijk even uitrekken en bij de ‘ik doe maar wat moeders’ zie je continu een groot vraagteken boven hun hoofd hangen. Oh ja en er wandelt ook een ‘Crazy eye’ rond, ik durf niet hardop te zeggen bij welke moedergroep deze hoort.
Maar deze ervaren vrouwen zijn allemaal aan het wachten op het arriveren van een nieuwe gevangene, zodat ze kunnen smullen van de fouten van ‘de nieuwe’ in dit geval moeder.

Zou het nu niet leuker zijn om dat wijzen met een vingertje om te zetten in goed bedoelde adviezen? Want ik zal je vertellen, deze moeders in de moeder-gevangenis, zijn allemaal verre van perfect, ieder huisje heeft z’n kruisje zullen we maar zeggen. Dus, hier komen mijn goedbedoelde adviezen…

– Probeer geen linkse hoek uit te delen aan iemand die je vertelt dat je moet gaan slapen als je baby slaapt.

– Als je kraamverzorgster je aanbiedt om te koken, maandverbandjes in de vriezer wil leggen, een boodschapje voor je wil doen, voor de derde keer je bed wil verschonen, of gewoon de deur open wil doen voor de kraamvisite, probeer geen superheld te zijn maar accepteer (of nee, maak gebruik van) de hulp.

– Ik vind het echt ontzettend knap als je weer uren in de keuken hebt gestaan om een suiker- en zoutvrije maaltijd voor je kleintje in elkaar te flansen. Maar sla jezelf niet voor je kop als je achteraf bedenkt dat je kleintje er welgeteld drie happen van genomen heeft.

– Probeer ook geen linkse hoek uit te delen aan de zoveelste persoon die vraagt waarom je geen borstvoeding geeft. Of vraagt wanneer je weer aan het werk gaat, of waarom je niet meer aan het werk gaat of wanneer de volgende komt of wat voor domme vraag dan ook stelt.

– Het is volkomen normaal dat je auto verandert in een klikobak vol met ontbijtkoekresten, Dora-koekkruimels, waardeloze McDonalds Happymeal speeltjes, kotsresten en kwijtgeraakte bibliotheekboeken. Voel je dus niet schuldig tegenover je schoonmoeder als je haar een keer een lift geeft.

– Als je een beetje gefrustreerd raakt van het oorverdovende geschreeuw dat uit je kleine wondertje komt (en geloof me, dat gebeurt), leg het kleintje dan even in zijn bedje of box, ga naar je kamer, doe de deur dicht en schreeuw zo hard als je kan en herhaal dit zo vaak als nodig is.

– Het is niet raar als je een keer 10 minuten gedachteloos door je Facebook tijdlijn scrolt, op de wc.

– O ja! En probeer ook de mensen die zeggen “geniet er maar van, want voor je het weet…” niet te hoeken.

Want weet je, het zijn allemaal goedbedoelde adviezen uit een ‘ervaren’ moederhart. En ieder die handelt uit een moederhart, doet het geweldig!

 

Afbeelding: Shutterstock

Een hondenleven! De overeenkomsten met een kleintje.

Na twaalf weken weet ik het zeker. Een puppy opvoeden heeft verrekte veel overeenkomsten met het opvoeden van een kind. Er gaat ten eerste net zoveel energie, frustratie en geduld in zitten. Maar daarnaast moet je net als bij je kleintje, ook bij een puppy je trukendoos opentrekken om je opvoedkunsten tevoorschijn te toveren.

Overeenkomsten? Jazeker! Let maar op.

Voordat een kleintje zindelijk is piest en poept het overal, een puppy doet dat ook. Eén klein verschilletje, een baby heeft een luier om, een puppy niet. Daar ren je met een poepzakje achteraan.

In het begin slaapt een kleintje veel. Een puppy ook. Nog een klein verschilletje; een puppy gaat gewoon liggen en slapen, een mensenkind heeft daar over het algemeen iets meer moeite mee.

slapen-pup

Zodra een kleintje de wereld gaat ontdekken, loopt het constant weg. Een puppy ontdekt ook de wereld volop en rent ook weg. Meestal komt een kleintje toch weer bij je terug als je hem roept. Na een beetje training, een puppy ook.

Een kind lijkt soms onverzadigbaar en eet alles wat los en vast zit. Een puppy nog meer.

Als een kleintje met een soortgenoot speelt, heeft hij geen aandacht meer voor jou. Als een puppy met een soortgenoot speelt, kun je roepen wat je wilt, maar dan is de aandacht als sneeuw voor de zon verdwenen.

vriendjes

Een kleintje moet overal even aan likken. Een puppy ook.

Kleintjes hebben een aantrekkingskracht op sommige mensen, alsof ze ernaartoe gezogen worden. Dit geldt ook voor puppy’s.

Een kleintje heeft zo nu en dan een bad nodig. Zoals je ziet, een puppy ook.

zwarte-pup

Een kleintje kan zijn puppy-ogen opzetten en krijgt dan meestal na tien keer nee zeggen toch een ja. Een puppy ook.

Nee hoor, ze mag niet op de bank.
Nee, nee, niet op de bank.
Lily, ga van de bank af!
LILY!
Ach, what the heck.

Om een kleintje kun je ongelofelijk hard lachen, zonder dat hij doorheeft dat hij grappig is. Geldt ook voor een puppy.

pup-oren

Kleintjes kunnen ongegeneerd scheten laten met een geur alsof ze een halve shoarma-tent naar binnen hebben gewerkt. Een puppy daar de schuld van geven is makkelijk, maar ze doen dat ook.

Een kleintje zoekt genegenheid en geborgenheid en wil het liefst 24/7 bij je zijn. Een puppy ook.

knuffel-pup

 

 

Je piemel valt er niet af

Ik heb een zoon. Een ‘echte’ jongen in hart en nieren. Ik heb ook vriendinnen met zoontjes. Allemaal, stuk voor stuk, stoere binkies. En het zijn ook nog eens de vrienden van mijn zoon. Zo nu en dan een jongensomgeving dus.

Nee, een jongen is geen meisje. Een jongen doet jongensdingen. En ik wil niet generaliserend zijn, maar het is gewoon zo. Er zijn duidelijk zichtbare verschillen tussen een jongen en een meisje. Zo rammen jongetjes op alles wat ze op hun pad tegenkomen en als ze echt op gang zijn, brullen ze er ook nog bij. Maar er is nog een dingetje waar je niet omheen kunt. Ze hebben een piemel.

Jongens hebben een piemel!

Nu ben ik zelf nooit in het bezit geweest van een piemel en mag ik mijzelf dus geen grote expert op dit gebied noemen. Maar gezien de jongensomgeving waarin ik mij soms begeef, kan ik natuurlijk een poging wagen om een beeld te schetsen en misschien wat advies te geven over de piemel.

Lieve jongetjes,

Ik snap dat een piemel heel handig is om mee te kunnen plassen. Maar omdat je heel gemakkelijk overal kunt plassen, betekent niet dat je overal moet plassen. De ingang van onze tent is bijvoorbeeld niet de plek om plaskraan open te zetten. En de glijbaan op het speelpleintje is ook niet bedoeld om je plasje vanaf te laten glijden.

Ik weet hoe een piemel eruit ziet, je hoeft het dus niet nadat je onder de douche bent geweest in de rondte te wapperen en er een speciaal dansje mee te doen (dit geldt ook voor alle vaders).
Op school zijn er misschien kindjes (meisjes) die niet weten hoe een piemel eruit ziet. Het is niet jouw taak om dat laten zien. Alsjeblieft, hou hem in je broek! Echt waar, als klein jongetje kan dat misschien onschuldig overkomen, maar als je straks een tiener bent zal je niet zo onschuldig meer behandeld worden. Dus, leer het nu gewoon alvast af!

Het is ook echt niet nodig om je piemel in allerlei gaatjes te stoppen, zoals het gat van een cd, shampoofles of iets anders waar ‘ie nu nog wel doorheen past, maar er komt een dag… En het is ook zeker niet nodig om je piemel in de appelsap te dopen. Of op de tafel te leggen. Echt. Niet. Nodig.

En als laatste, wees gerust! Ontspan! Je piemel valt er niet af. Hij zit daar in je broek en hij blijft daar in je broek. Je hoeft dus niet elke vijf minuten te voelen of ‘ie er nog zit en je hoeft hem niet vast te houden terwijl je Spiderman zit te kijken. Echt, geloof me, hij zit daar voor de rest van je leven.

Nou de groetjes he… En boks!

Afbeelding: Shutterstock