Angstvallige overeenkomsten tussen een tattoo en een kleintje

In het verleden heb ik er meerdere malen over nagedacht. Soms wist ik het zeker, ik wil het! En het volgende moment besefte ik mij dat ik er de rest van mijn leven aan vast zou zitten en veranderde ik weer van gedachten.

80% van de mensen met een tattoo krijgt spijt.

Achteraf ben ik blij dat ik het nooit daadwerkelijk gedaan heb. Zoals ik mezelf nu zie, past het niet bij mij. Maar ondanks dat, ben ik niet meteen anti. Eigenlijk ben ik net zo anti als dat ik pro ben. Ik ben neutraal.

Eigenlijk kun je het nemen van een tattoo prima vergelijken met het nemen van een kleintje. Oké, oké, even voor de politieke correctheid; een kleintje krijg je en neem je niet. Maar er komt toch een dag dat je besluit, ik ga ervoor, of niet.

Hier zijn 9 angstvallige overeenkomsten tussen het nemen van een tatoeage en het krijgen van een kleintje.

– Een tatoeage is voor altijd. Een kleintje ook. Behalve dan dat je een tatoeage weg kan laseren. En ook al zou je dat af en toe met je kleintje ook best willen, het is geen optie.

– Zien mensen zo’n aarsgewei, van die vleugels boven je billen? Dan behoor je tot de groep met een tokkie-tekening op het lichaam. Zien mensen je borstvoeding geven? Dan zal je wel tot de borstvoeding- en bakfietsmaffia behoren. Mensen zullen hun oordeel al klaar hebben voordat ze weten wie je bent.

– Als je er eenmaal één hebt, is het banen-aanbod een stuk beperkter geworden.

– Een tatoeage ruïneert je lichaam. Een baby ook. Tenzij je het ziet als versiering of een accessoire.

– Het is altijd duurder dan je in gedachte had. Need I say more?

– Wil je er zelf echt één, of wil je er misschien één omdat iedereen er één heeft…

– Je weet dat het als je er eentje neemt (of krijgt), hoe je het ook went of keert, pijn gaat doen.

– Je denkt dat je er één wilt, maar als je er eenmaal aan gewent bent, wil je er toch nog één en nog één, en nog één, komt er ooit een einde aan?

– Op het moment van het nemen (of krijgen) ben je laaiend enthousiast, maar denk je er 15 jaar later nog steeds zo over?

Wat moeders echt willen voor moederdag

Ze wil slapen. Ongestoord tot een uur of 10.00. Wakker gemaakt worden door de vogeltjes die fluiten en niet door het getetter van de kleintjes.

Ze wil 10 waardebonnen voor een ‘laat me met rust’ moment.

Ze wil een hele maaltijd warm en ongestoord op kunnen eten.

Ze wil dat er niemand meer de hele dag door met domme vragen aan komt zetten. Vraag je nu aan mij wat een domme vraag is?

Ze wil 20 waardebonnen voor een ‘blijf van je broertje af’ moment.

Ze wil ontbijt op bed, maar dan klaargemaakt in iemand anders zijn keuken. En opeten in iemand anders zijn bed. (Vanish verwijdert de rode aardbeienvlekken níét uit de witte lakens)

Ze wil ‘ik wil’ niet meer horen voor minimaal 24 uur.

Ze wil 35 waardebonnen voor een ‘ga spelen met je speelgoed’ middag.

Ze wil een huis dat zichzelf schoonmaakt. Of minstens voor een uur schoon blijft.

Ze wil

  • 5 cl witte rum (bij voorkeur Havana Club)
  • ½ limoen
  • 3 afgestreken dessertlepels bruine rietsuiker
  • 6 blaadjes mint
  • 1 takje mint
  • 4 ijsblokjes
  • 15 cl gekoeld sodawater

en ze wil dat papa er een Mojito van maakt.

Dat (en ongetwijfeld nog veel meer) is wat moeders écht willen voor moederdag…

Afbeelding: Shutterstock

Second opinion

Soms lopen dingen in je leven anders dan je verwacht had. Het overvalt je en je doet er alles aan om het probleem zo snel mogelijk op te lossen. Achteraf denk je, hmm, wat is er nu eigenlijk gebeurd? En hoe gaat het nu? Je kijkt er nog eens met andere ogen naar. Een second opinion.

Het gebeurde ons twee zomers geleden. Onze jongste dochter zat op het einde van een zware behandeling in het ziekenhuis toen onze oudste dochter opeens neerviel. We hadden al snel door dat ze een epileptische aanval had gehad. Omdat onze wereld midden in de tumoren zat, was dat ook meteen onze grootste angst. Waar komt deze aanval vandaan? Is een tumor de reden van deze aanval?

Het is ‘maar’ epilepsie

Na onderzoek in ons vertrouwde ziekenhuis bleek er geen sprake van een tumor. Een pak van je hart, een last van je schouders. Het is ‘maar’ epilepsie en het kan behandeld worden met medicijnen.

De medicijnen lijken aan te slaan, de aanvallen verminderen en blijven na ruim een jaar zelfs helemaal weg. Onze grote meid neemt haar medicijnen voorbeeldig en we hebben stille hoop dat ze er langzaamaan overheen zal groeien.

Toen leek ze afgelopen najaar toch steeds vaker een korte absence te hebben. Wellicht door de drukke tijden, Sinterklaas, Kerst en vakantie. We wachten januari af, hopelijk dat het dan weer beter gaat. Maar helaas nemen de absences toe en worden haar medicijnen door de arts weer verhoogd.

Medicijnen voor je kleintje voelen nooit goed

Het voelt niet goed, medicijnen voor je kleintje voelen nooit goed. Maar het feit dat de epilepsie nog niet weg is, voelt ook niet goed. We hadden zo de hoop dat het een éénmalig iets zou zijn, iets waar ze heel snel weer overheen zou groeien. Helaas moeten we er nog steeds mee dealen en de adviezen van de arts neem je aan, dus het medicijn blijft zich verhogen.

De flesjes Trileptal vliegen er doorheen en één keer in de zoveel tijd moeten we langs de apotheek om nieuw medicijn te halen. En daar gebeurde iets, waardoor ik mezelf eens kritische vragen ging stellen. De apothekersassistente attendeerde mij erop dat mijn dochter, voor haar leeftijd, een flinke dosis kreeg. Ik stond een beetje met een mond vol tanden toen ze dat zei. Geen flauw benul van hoeveel troep ik eigenlijk in mijn kleintje pomp, elke dag. En waarvoor? De absences bleven aanhouden, het medicijn telkens verhogen leek dus niet de oplossing, maar was wel de enige oplossing die de arts bedenken kon. Maar was het medicijn nu niet erger dan de kwaal? Hield het medicijn de kwaal in stand? Vragen, vragen, vragen… Opeens kwamen de vragen.

Ik ging er vanuit dat het wel over zou waaien

Tijd voor actie. Het moet anders. Het schuldgevoel vliegt me naar de keel. Hoe heb ik dit altijd zo kunnen laten sluimeren? Eigenlijk heb ik me nooit echt in de ziekte verdiept. Ik ging er vanuit dat het wel over zou waaien. Het blijkt helaas niet zo te zijn. Maar nu wil ik duidelijkheid. De arts in het ziekenhuis lijkt ons niet verder te kunnen helpen.

En zo kwamen we terecht bij een kinderepilepsiecentrum, voor een second opinion. Een second opinion, omdat wij vraagtekens hebben bij het behandelplan. Omdat het niet goed voelt. En hoe specialistisch een arts ook is, soms moet een ouder vertrouwen op zijn gevoel en gaan voor een second opinion.

Want opeens kijk je er met andere ogen naar.

Hoe het verder zal gaan, weten we nog niet. De diagnose zal opnieuw gesteld worden en daar zal een passend behandelplan bij komen. 

Tips voor een onvergetelijke kleedjesmarkt met je kleintje

Morgen is het weer zover. Heel Nederland onder de 12 jaar heeft z’n kamer opgeruimd en gaat z’n oude zooi proberen te slijten voor een habbekrats. En hoe je vroeger, pre-kleintjes, op Koninginnedag je kater aan het onderdrukken was met tompoucen en bier. Zo sta je tegenwoordig om 6.00 ’s morgens een plekje voor het kleedje van je kleintje (die eindelijk een keer uit lijkt te slapen) te zoeken tussen alle andere ouders met vreselijk slaaptekort. Je deelt een paar zwijgende, maar medelevende blikken met elkaar. En je vult het kleedje van je kleintje met al het (dure) speelgoed wat ze ooit ‘oh, zo graag’ zouden en moesten hebben, maar uiteindelijk nooit aangeraakt is.

Om deze dag een beetje dragelijk en feestelijk, het is tenslotte Koningsdag, te maken, heb ik een paar tips voor je.

Tips voor de kleedjesmarkt…

– Als het regent; ga niet! Gewoon niet doen. Koop tompoucen en maak desnoods een emotie-eter van je kleintje. Alles beter dan op de kleedjesmarkt te zitten in de regen. Want geloof me, uiteindelijk komt het erop neer dat jij daar in de regen zit, niet je kleintje…

– Als het prachtig mooi weer is; ga niet! Echt… Heb je eindelijk een keer een vrije dag en het is mooi weer, zit je met je reet op de veel te harde straat, zooi voor een duppie te verkopen. Bediend worden op een terrasje klinkt veel beter, vind je niet?

Als er uiteindelijk toch geen ontkomen aan blijkt te zijn, is het laatste wat je kunt doen: het beste ervan maken en dat doe je zo.

– Neem twee thermoskannen mee. Eén voor de koffie en één voor de wijn.

– Zorg dat je niet naast de loempiakraam staat. Tenzij je om 8.00 ’s ochtends een zeer sterke maag hebt en heel erg van loempia’s houdt, zorg dan dat je naast de loempiakraam staat.

– Zorg dat alle zooi voor 11.00 uur verkocht is, zodat je je lunch niet op een harde stoeptegel hoeft te nuttigen, maar op een hip terrasje.

– Gaat de verkoop niet snel genoeg? Verduister, zonder dat je kleintje het doorheeft, wat van de spulletjes. Gooi af en toe bijvoorbeeld wat spullen stiekem op het kleedje van je buurman.

– Zorg dat je naast de HEMA staat, zodat je onbeperkt oranje tompoucen kunt halen.

– Zorg dat je naast de Gall en Gall staat voor als je tweede thermoskannetje leeg is.

– En als laatste, zorg dat je kleintje een onvergetelijke dag heeft. En zorg dat hij van zijn verdiende geld niet allemaal ‘nieuwe’ zooi gaat kopen, want dan sta je er volgend jaar weer.


kleedjesmarkt pinterest

 Afbeelding: Shutterstock

Toen ik nog geen moeder was…

Ik weet het nog goed. Ik was een jaar of 22, ik liep over straat en daar liep een moeder ver voor haar kind uit. Een kind van een jaar of drie. Haar kind rende wanhopig achter haar aan. ‘Tillen’, riep ze. Maar moeder liep zonder te reageren klakkeloos door. Ik voelde een steek in mijn hart en wilde het kind het liefste optillen, een knuffel geven en zeggen ‘het komt wel goed schatje’. En die moeder? Ik kon het niet begrijpen, hoe kon ze haar kind nou zo negeren?

Zo ga ik het later niet doen, was wat ik dacht.

Ik herinner me ook nog dat fijne zomermiddagje op het terrasje in de zon. We waren heerlijk naar het strand geweest en aan het eind van de middag genoot ik met mijn vrienden van een drankje op het terras. Totdat daar een gezin naast ons kwam zitten. Een gezin met twee kleine kinderen. Die kinderen waren aan het blèren en constant ruzie aan het maken. Moeder gaf een snauw en vertelde de kinderen dat ze hen helemaal zat was. Ach, je zal het toch van je moeder horen, dat ze je helemaal zat is. Wat moet er dan van die kinderen terecht komen, wat zullen ze zich ongewenst voelen.

Dat ga ik later nooit zeggen, was wat ik dacht.

Of die ene keer dat ik van iemand hoorde dat hun kinderen (bijna) elke nacht in het bed van de ouders kropen. Nou, dat doe je toch niet! Kinderen horen in hun eigen bed en als ze een nachtmerrie hebben gehad, leg je ze gewoon weer terug. Als je het eenmaal één keer toelaat, kom je er nooit meer vanaf…

Mijn kinderen slapen later vanaf dag 1 in hun eigen bed, was wat ik dacht.

En ik zat ook een keer op verjaarsvisite. Daar was een kind, volledig door het dolle heen. Het kind luisterde voor geen meter naar zijn ouders. De ouders bleven maar waarschuwen en dreigen ‘Als je nu dit niet doet, dan krijg je dat niet’. Het kind kreeg alles voor elkaar. Totaal inconsequente ouders. Slecht hoor, dacht ik, zo verpest je toch je hele kind.

Later ben ik altijd, maar dan ook altijd consequent, was wat ik dacht.

Beste moeders, sorry daarvoor! Sorry voor mijn zelfvoldaanheid en onwetendheid.

Want beste moeder die haar kind negeerde, hier ben ik dan. Elke dag naar school lopend met een peuter op mijn arm. Maar soms ook niet. Soms staat ze krijsend op het schoolplein, omdat ik besloten heb dat ze zelf wel een keer naar huis kan lopen. En dan roept ze heel wanhopig ‘Mamaaaa, tilleeeeeen’. En ik loop door, in de hoop dat ze me achterna komt. Begrijpend, hoe je je kind voor even negeert.

En beste moeder van het terrasje, daar zit ik dan. Met mijn luidruchtige kleintjes op een terrasje. De een gooit z’n drinken om, de ander rent om alle tafeltjes en de derde blijft maar tetteren in mijn oor. Een wanhopige snauw komt er uit mijn mond en God, wat ben ik die kleintjes zat. Laat mij gewoon even genieten van mijn rose’tje in de zon.

Aan de ouders waarbij ik afkeurend mijn hoofd schudde toen ik hoorde over het samen slapen met de kinderen. Drie keer raden wiens bed nu elke nacht vol ligt. Want ja, als er eentje midden in de nacht begint te brullen, wil ik dat diegene zo snel mogelijk z’n klep weer dicht doet voordat de rest wakker wordt. Bovendien wil ik zelf ook helemaal niet wakker worden. De oplossing is toch echt verder slapen in mijn bed. Met het kleintje.

En als laatste, sorry beste ouders op het verjaarsfeestje. Consequent? Altijd inconsequent is ook best consequent. En als dat niet lukt, kan ik altijd nog chanteren.

Toen ik nog geen moeder was, wist ik het allemaal heel goed. En nu? Nu voel ik het allemaal heel goed.

Afbeelding: Shutterstock

Ik doe aan kinderverwaarlozing. Want ze spelen buiten. Alleen.

buiten spelen

Mijn kleintjes loslaten. Ik vind het een dingetje. Een lastig dingetje kun je wel zeggen. Vooral als mijn kleine bloedjes buiten gaan spelen. Ik krijg het gevoel alsof ik ze loslaat in een donker bos vol met boze wolven die op de loer liggen en, als ik even niet kijk, toeslaan.

In de realiteit spelen ze aan de overkant. Op het schoolplein, zichtbaar vanuit mijn keukenraam. Ik voel me een zeiksnor als ik niet wil dat ze de straat op gaan, stel je voor wat er allemaal gebeuren kan. En bovendien heb ik geen zin om constant mee te moeten, want de peuter wil ook mee. En ik voel een vlaag paniek als ik mijn kleintjes even niet zie terwijl ik naar ze gluur.

‘Er komt een dag dat jouw 8-jarige vraagt of ze alleen buiten mag spelen.’ Ho, stop! Wat? Wacht even… 8-jarige? Het is de eerste regel die ik lees uit een artikel van VROUW (Telegraaf) en dat maakt mij natuurlijk nieuwsgierig naar meer. Want ik voel mij, mede door de boventitel ‘Kinderen alleen laten buitenspelen is kinderverwaarlozing’, een beetje aangesproken.

Mijn kleintjes zijn 4 en 6. En ze spelen buiten. Alleen. En nee ik laat ze niet de busbaan over sprinten. Of vissen aan de waterkant. Maar ze zijn daar wel, op het schoolplein. Alleen. Weet ik veel wat aan het spelen.

Als ik het artikel moet geloven, zou ik in sommige staten van Amerika worden aangeklaagd voor verwaarlozing. Bijvoorbeeld in Kansas is het verboden om kinderen onder de zes jaar alleen buiten te laten spelen. En in Illinois is het voor kinderen tot hun veertiende zelfs verboden om alleen thuis te blijven.

Pfff. Ik heb laatst de kleintjes voor de tv gezet en ik ben de hond uit gaan laten. Zolang er een kinderserie van Netflix aanstaat, hebben ze toch geen aandacht voor überhaupt iets wat er om hen heen gebeurt.

Ik vind het nogal wat, ik ben blijkbaar helemaal niet zo slecht in het loslaten. Sterker nog, ik verwaarloos ze zelfs!

En toch denk ik dat het wel goed is zo. Ik moet ze ook de ruimte kunnen geven om de wereld te ontdekken. Om zichzelf te laten ontdekken, wie ze zijn en waar ze staan. Zelfstandig vriendschappen te sluiten om vervolgens weer ruzie met deze vrienden te maken. En ja, ook kattenkwaad uit te halen. Is dat nou echt kinderverwaarlozing? Of misschien kinderverrijking?

 

Afbeelding: Shutterstock

De beste verstopplekken, aldus je kleintje

Verstoppertje spelen met je kleintje is leuk. Ontzettend leuk! En erg nuttig als je een powernap nodig hebt, maar vandaag heb ik het over de geniale verstopplekken van je kleintje. Ik houd ervan. Van de eenvoud waarin de kleintjes denken. En één ding is zeker, kleintjes zijn ontzettend slecht in een potje verstoppertje spelen. En dan vooral in het verzinnen van een geniale verstopplek. En als ze dan eenmaal denken een onvindbare plek gevonden te hebben, gebruiken ze deze plek elke keer, keer op keer weer als verstopplek met de overtuiging dat je hem of haar daar never nooit niet vinden zal.

Vandaag presenteer ik de slechtste, maar volgens je kleintje de allerbeste, verstopplekken…

verstoppen

Ik zie jou niet, dus jij ziet mij niet…

Die benen, dat blijft toch een dingetje…

Als ik achter een voorwerp sta, ben ik onzichtbaar. Duh.

Verrassend goed gelukt!

voordelen één slaapkamer

Voordelen van alle kinderen op één kamer

Ik heb weleens (heel vaak) gedacht om één slaapkamer helemaal vol te gooien met matrassen. Kinderen tevreden, want ze slapen bij ons, wij tevreden want we hoeven niet langer meer op een stukje van 50cm bij 150cm te liggen. Toch is het nooit gebeurd, want we leven tenslotte niet ergens in de bosjes van Afrika en ik geef toe, het zou toch ook wel een beetje gek voelen. Maar ja, aan de andere kant, nu word ik ook regelmatig wakker met drie extra logees in mijn bed. Dat voelt overigens ook best wel gek, vooral mijn vermoeide hoofd en krakkemikkige lichaam door het opgevouwen nachtje.  Lees meer

Waarom koken de grootste rotklus is…

moeder kookt

Wij hebben een kleintje die het avondeten verafschuwd. ’s Morgens vroeg vraagt ze al wat voor avondeten haar te wachten staat. Ze zegt er tegenwoordig wel bij ‘Ik zal niet zeggen dat ik het niet lust’. Maar als ik met mijn antwoord kom, trekt ze een kop alsof ze een zure hondendrol voorgeschoteld gaat krijgen. Het enige goede antwoord dat ik kan geven, is patat of spinazie à la crème. Aangezien we dat niet elke avond eten, is het weleens een drama bij ons aan tafel. Niet echt gezellig, maar het gebeurt helaas vaker dan me lief is.

Nee, het maken van het avondeten is, voor de flopkok die ik ben, echt een hels karwei. Alleen al om het feit dat er (bijna) niemand blij is met het geleverde werk. Maar er zijn meerdere redenen waarom koken de grootste rotklus is…

Voor koken heb je voedsel nodig. Voedsel komt niet vanzelf in je koelkast, tenzij je elke week Appie laat komen, maar die luxe is mij niet gegund. Het betekent voor mij simpelweg boodschappen doen. Zelf een lijstje maken en zelf boodschappen doen in de supermarkt. Aangezien ik verschrikkelijk slecht ben in plannen en pas voor het boodschappen doen mét kleintjes (waarom lees je hier), ben ik gedoemd om in het weekend de nodige boodschapjes in huis te halen die we nodig hebben voor het leuke en gezellige avondeten van de komende week. En geloof me, ik weet echt héél veel leukere dingen te doen in het weekend.

En dan mag ik de hele week een fijn diner voor mijn gezin verzorgen. Om dat diner klaar te maken, is een goede planning tevens een vereiste. Zoals je net al las, plannen behoort niet tot mijn talenten. Maar er moet toch gekookt worden en dus waag ik mijzelf elke avond weer aan deze uitdaging. Helaas blijkt altijd dat de aardappelen al 10 minuten klaar zijn, terwijl de groente nog gewassen moet worden. Dit komt door mijn klunzigheid, maar ook door een kleintje die mij, altijd opeens tijdens het koken, vraagt om te helpen met haar huiswerk. En anders is er wel een kleintje dat opeens besluit om uitgebreid te gaan poepen en de poep daarna overal op te smeren… Oké, you get the point.

Als dan eenmaal het gekookte eten op tafel staat en iedereen klaar is om te eten, komt het spannendste deel. Gaan we met z’n allen gezellig eten, of valt de ene na de andere kegel, al “DIT LUST IK NIET”schreeuwend, om? Helaas voor ons is dat laatste drie van de vier keer het geval. Laat ik het zo zeggen, het motiveert me niet om mijn best te doen om een gezonde maaltijd op tafel te zetten.

Als beloning krijg ik de zooi die er achtergelaten wordt. Geen fooitje of bedankje voor de ‘lekkere’ maaltijd, alleen maar spinazieresten die vastgeplakt zijn aan de tafel, soms zelfs onder tafel en een aanrecht vol met vuile vaat. En heus, ik zou het het allemaal waard vinden als, als iedereen heerlijk genoten heeft van mijn fijne maaltijd…

Koken… Hoe graag ik het zou willen kunnen, het is de grootste rotklus die er is.

 

Afbeelding: Shutterstock

5 feitjes voor een moeder van een peuter

peuter

Zomaar op een dag verandert je lieve kleine dreumesje in een peutermonster. Als ‘moeder met een perfect leventje met lief klein kindje’ word je dan ook opeens een ‘oververmoeide moeder met een peuterpuber (from hell), die leeft op al dan niet afgekloven rijstwafels, koffie en wijn’. Misschien wat overdreven, maar je snapt het punt.

Althans, je snapt het punt als je de volgende feitjes bijzonder goed herkent…

Feitje 1: Babydoekjes zijn niet alleen voor babybilletjes. Ook de handjes, neusje, eigenlijk je hele peuter kun je er prima mee wassen vlak voordat je de deur uitmoet. Ze zijn ook bijzonder nuttig tijdens de fase ‘zindelijk worden’. Denk namelijk maar niet dat je dan van de vieze poepbillen af bent, zo nu en dan staat je peuter doodleuk naast je te poepen. Midden op het schoolplein. Geloof me, dit wil je niet met een washandje schoonmaken, dit doe je met een half pak billendoekjes. En met de andere helft van het pak maak je de badkamervloer schoon.

Feitje 2: Soms is de dag te lang. Maar je weet, een middagdutje betekent de hele avond een wakkere peuter. En dat willen we niet. Aan het einde van de middag kun je dus ook beter geen autoritjes meer plannen. En als het dan toch moet, radiovolume op voluit, alle ramen open en af en toe heel luid naar je peuter roepen “HÉ, MOET JE DAAR NOU KIJKEN!” Werkt het niet, dan is er nog maar één oplossing: wijn. Voor jezelf uiteraard.

Feitje 3: Peuters willen wat jij hebt. Misschien is het zelfs wel de truc om je peuter aan het eten te krijgen. Als je net doet alsof die aardappel een klomp goud is, die je never nooit niet zou weggeven, die je beschermt met je leven. Dan kun je op je vingers natellen dat je peuter die aardappel van jou moet en zal hebben. Als je peuter deze dan te pakken heeft, doe dan alsof je ontzettend verdrietig bent, grote kans dat je peuter er snel een hap van neemt. En dan zijn er peutertjes die medelijden met je krijgen en het klompje goud (de aardappel) met je delen. Maar er zijn ook van die monsters die de aardappel zo snel mogelijk naar binnen werken en in de tussentijd naar je blijven kijken om te zien of je wel aan het lijden bent.

Feitje 4: Waarom, WAARom, WAAROM? En echt, vraag me niet waarom, want ik weet het niet.

Feitje 5: Juich nóóit te vroeg! Is je peuter zindelijk? Slaapt je peuter eindelijk de hele nacht, na drie jaar, door? Lust je peuter sperziebonen? Op het moment dat je het nieuws wereldkundig maakt, pist je peuter zijn broek vol. Of is de komende maand elke nacht weer aan het krijsen. En die sperziebonen kun je in je neus stoppen. Juich nooit te vroeg.

 


feitjes moeder peuter

Afbeelding: Shutterstock