wet van murphy ouderschap

De wet van Murphy van het ouderschap

De wet van Murphy: “if there’s any way they can do it wrong, they will”. Vrij in het Nederlands vertaald: “als iets mis kan gaan, dan gaat het ook een keer mis”, aldus Wikipedia.

In het ouderschap gaan er heel veel dingen goed. Dat zijn de dagen dat alles op rolletjes loopt en ook lekker blijft rollen. Maar men moet de snaren niet te strak spannen, want voor je het weet komt Murphy om de hoek koekeloeren. Dat zijn de dagen waarin er iets dat mis kán gaan, ook mis gaat.

Murphy’s wet van de tijd

Kinderen kunnen ontzettend snel zijn. Bijvoorbeeld wanneer ze willen ontsnappen uit de tandartsstoel of uit hun bed. Ze kunnen ook te snel groeien, bijvoorbeeld wanneer je dat schattige jurkje achterin de kast vindt en erachter komt dat het al drie maten geleden aangetrokken had moeten worden.

Maar… wanneer het hen uitkomt (en jou uiteraard niet) kunnen ze ook ontzeeeeeeeeeeettend langzaam zijn. Bijvoorbeeld wanneer je nog tien minuten lopen van huis bent en je ontzettend nodig naar de wc moet, of wanneer je even snel de auto in wilt stappen omdat je op tijd op je afspraak wilt zijn en je kleintje besluit om uitgebreid te gaan poepen, kotsen of iets anders ranzigs.

De wet van nooit weten waar je aan toe bent 

Geloof me. In het ouderschap weet je nooit, maar dan ook nooit waar je aan toe bent. Heb je net groot sperziebonen ingekocht, dan is plotseling boerenkool hun lievelingseten. Zet je de roze beker voor ze neer, dan willen ze alleen nog maar blauw. Snijd je de boterham in zes stukjes, dan moest ‘ie dubbel. Doe je de boterham dubbel, dan had ‘ie in stukjes gemoeten.

Murphy’s wet van ‘vlak nadat’

Vlak nadat je de bedden hebt verschoont, pist er één in zijn bed. Vlak nadat je de auto hebt gezogen, leegt er één zijn broekzakken of schoenen vol met zand in je auto. Vlak nadat je de muren geschilderd hebt, veegt er één zijn spaghettihanden af aan de muur. Vlak nadat je kleintjes in bad zijn geweest, vind er één nog ergens een stuk chocolade. En vlak nadat je je nieuwe vloerkleed neerlegt, je kleintje besluit om met glitters te gaan knutselen.

Murphy’s slaapwet 

Murphy en slapen… BRRR! Het moment dat je (nadat je drie kwartier op de koude vloer naast het bedje gelegen hebt) de kamer uit probeert te sluipen, plakken je voeten aan het laminaat wat nét even teveel geluid maakt, waardoor je kleintje weer op slag klaarwakker is. Of wanneer je je kleintjes de hele week wakker hebt moeten maken voor school, staan ze in het weekend om 6.00 naast je bed te tetteren. En wanneer je het nieuws van een doorslapende baby wereldkundig maakt, vergeet het maar! De komende maand(en) ben je elke nacht weer in de weer.

Oh ja! Wanneer je besloten heb om het middagdutje eruit te halen omdat je kleintje nooit gaat slapen, dondert ze ineens elke middag in slaap op de bank. Of als je een hele autorit bezig bent geweest om je kleintjes wakker te houden, dan raken ze bij de laatste bocht in een diepe coma, waar ze dan de komende uren niet meer uitkomen om vervolgens de hele avond klaarwakker te zijn.

Echt, Murphy en slapen… BRRR!

De wet van Murphy en opvoeden… 

Opvoeden is het goede voorbeeld geven… Je hebt zojuist je kleintje uitgelegd dat FUCK geen net woord is om zomaar te roepen. Op dat moment gebeurt er iets waardoor er heel hard FUCK uit jouw mond komt rollen. Ook zullen je kleintjes de hele godganse dag door met elkaar kibbelen, ruzie maken of zelfs de hersenen in slaan. Tòt die 10 minuten voor ze naar bed gaan, dan zijn ze elkaars beste vrienden die samen plannetjes bedenken om maar niet het bed in te hoeven. En dan nog dat moment waarop je je voorbeeldige, schattige, zoete kleintjes even meeneemt naar die ‘belangrijke’ afspraak en je kleintjes besluiten om onhandelbare brutale monstertjes te worden en om de haverklap vragen wanneer je nou eens klaar bent omdat ze naar huis willen.

Uiteindelijk blijkt, Murphy is gewoon een eikel.

Afbeelding baby: Shutterstock

Beste moeder die vandaag ontslag wilde nemen

Ik zie je schouders hangen alsof ze naar beneden getrokken worden met twintig kilo lood. Het zijn niet alleen je schouders die hangen, ook aan je wallen hangen wat kilootjes. Je vraagt jezelf af wat voor nut het heeft om nog een fatsoenlijke maaltijd op tafel te zetten. Of om al het speelgoed in de bakken te gooien, de was was op te vouwen, of überhaupt het huishouden doen, omdat het allemaal compleet nutteloos lijkt te zijn.

Ontslag nemen

Je zou ontslag willen nemen. Maar dat kan niet. Want ontslag nemen betekent stoppen en je kunt niet zomaar stoppen.

Ik zie je in de auto zitten en je probeert je af te zonderen van het eeuwige getetter en gekibbel achter je. Het liefst zou je willen schreeuwen “KOPPEN DICHT!!”, maar het enige wat je kunt doen, is je hoofd tegen de toeter rammen en de tranen over je wangen laten biggelen.

Je zou ontslag willen nemen. Maar dat kan niet. Want ontslag nemen betekent stoppen en je kunt niet zomaar stoppen.

Ik zie je zitten op het toilet waar je op adem probeert te komen van een hysterisch schreeuwfestijn waar je zojuist in was beland. Je kind van inmiddels 7 jaar gedroeg zich als een kleuter en haalde het bloed onder je nagels vandaan, zo erg dat je jezelf niet meer beheersen kon en net zo hard mee schreeuwde alsof je zelf de kleuter was.

Jij, je leven, je gezin, je kleintjes. Wat zou je soms toch graag ontslag willen nemen. Maar dat kan niet. Want ontslag nemen betekent stoppen en je kunt niet zomaar stoppen.

Je kunt het!

Er zijn dagen in het moederschap die zullen aanvoelen alsof je moet overleven op een onbewoond eiland. Er zijn weken die zullen aanvoelen alsof je moet overleven op de maan.

Maar je kunt het, ik weet het zeker je kunt het!

Dus raap jezelf bij elkaar en gooi die schouders eronder. Weegt het twintig kilo lood? Jij kunt het dragen! Winnaars geven nooit op en mensen die opgeven winnen nooit.

Het moederschap ziet er soms zo anders uit dan je voor ogen had. Het zijn geen plaatjes die je van Pinterest kunt plukken en op je eigen bord kunt pinnen. Soms wel, maar meestal niet. Meestal is het hard werken. En leren, vooral over jezelf.

Een wijs iemand zei ooit ‘de grootste fout die je kunt maken is om er geen te maken’. Al gaande weg leer je en soms zou je toch echt ontslag willen nemen. Maar dat kan niet. Want ontslag nemen betekent stoppen en je kunt niet zomaar stoppen.

Wie dan?

Want, beste moeder die vandaag haar ontslag wilde indienen, heb je enig idee wat voor rol je bijdraagt? Ja, al je werk voelt soms compleet nutteloos, maar stel je eens voor dat je er niet zou zijn en al dat werk niet gedaan zou worden? En ja, je kunt je kleintjes regelmatig achter het behang plakken (en de kleintjes jou), maar wie troost ze dan als ze vallen? Wie stelt ze gerust als ze ’s nachts een nachtmerrie hebben. En wie leert ze dan om te gaan met al die heftige wervelstormpjes van emoties in hun hoofdjes?

Wie helpt ze dan met hun huiswerk? Wie wast er dan hun kleertjes? Wie ruimt er dan hun kots op? Wie veegt er dan hun kont af?

Echt, ik weet het zeker, je kunt het! Haal die gewichtjes van je schouders en je wallen. Stop met het kijken naar de ‘het leven is zo geweldig met mijn kinderen Instagramposts’. Stop met jezelf en je kleintjes te vergelijken met de perfecte moeders en hun perfecte kinderen.  

Want ook al zou je heel graag ontslag willen nemen, jij bent de perfecte moeder voor jouw kleintjes. En er is niemand anders die jouw rol over zou kunnen nemen.

Morgen is er weer een nieuwe dag. En je kunt het, ik weet het zeker je kunt het!


Afbeelding vermoeide moeder: Shutterstock

Wat mijn kleintjes niet zeggen

Opvoeden. Opvoeden is herhalen. Herhalen. En herhalen. Oh ja, en het goede voorbeeld geven. En dat dan weer herhalen.

Ik doe mijn best. Echt waar.

Toch hoor ik mijn kleintjes het volgende nooit zeggen.

niet zeggen

– Goedemorgen mama. Oh, ik zie dat je nog slaapt, ik zal nog even lekker in mijn eigen bed gaan liggen en jou nog even lekker verder laten slapen.

– Oh mama, wat een leuke kleding heb je vandaag voor mij klaargelegd. Ik zal het even helemaal zelf aantrekken. Ook mijn sokken.

– Ja natuurlijk vind ik het goed mama, dat vandaag mijn broertje naast jou zit tijdens het ontbijt. Ik zal daar geen drama van maken.

– Ja mama, ik weet wel waar mijn gymtas is, ik zal hem meteen even pakken.

– O, mama is nu even aan het bellen. Ik wacht wel even met het stellen van mijn vraag. Of eigenlijk, laat maar, want ik heb eigenlijk helemaal geen vraag.

– En nu ga ik even de hele middag lekker met mijn speelgoed spelen. Want ik heb zo lekker veel en daar verveel ik me nooit mee!

– Ik ben nu klaar met spelen. Voordat ik wat anders ga doen, ruim ik eerst dit speelgoed even op.

– O, we gaan een uur in de auto, laat ik eerst even plassen.

– Laten we samen besluiten wat we vanmiddag op Netflix gaan kijken. O wacht, wat mijn broertje kijken wil is leuk, dat wil ik ook wel zien.

– Nee, ik hoef geen snoepje of koekje, want dan lust ik straks geen avondeten.

– Wat heb je vandaag gekookt? Yeah, lekkerrrrrrr!!

– Vroeg je nou of ik dat even wilde opruimen? Maar natuurlijk doe ik dat mama. Meteen! Joepie!

– O lief broertje, moet je ook plassen? Ik zal even opschieten, want ik ben bijna klaar, dan mag jij.

– Ik ben inderdaad heel moe, ik ga nu lekker in bed liggen en slapen. De hele nacht. Zonder wakker te worden. In mijn eigen bed.

 

Afbeelding: Shutterstock

Ik ben drie en ik heb de regie! Ik ben zeven en ik pik dat nie!

Broers en zussen. Broers en broers. Zussen en zussen. Het kan zo leuk zijn. Maar ook zo vermoeiend. Zeker voor een zevenjarige ‘oudste’ met een driejarige ‘jongste’.

Als oudste heb je namelijk een aantal eigenschappen waar je in principe weinig tegen kunt doen, je krijgt ze gewoon als cadeau erbij. Zo zijn oudste kinderen vaak de leidertypes en hebben zij standaard de regie in handen. Regie als het op spelen aankomt, wie de afstandsbediening in handen heeft of wie waar zitten mag.

Maar dan is daar opeens je zusje van drie die stevig met haar armpjes in haar zij vertelt dat ze écht niet gaat doen wat jij zegt. Dan sta je toch wel even gek te kijken als zevenjarig opperhoofd. In eerste instantie is het nog schattig en denk je als grote zus nog, laat maar gaan, ze trekt wel weer bij…

Maar kindjes van drie, willen ook de regie. En niet voor even, maar de rest van hun leven.

Zo, ben ik even lekker op mijn rijmelarij toer. 

Kindjes van drie willen hun eigen weg bepalen. Wil jij even snel een boodschapje doen, vergeet het maar. Vind jij dat het tijd is om op te ruimen, begin dat maar ver van tevoren voorzichtig aan te kondigen, want ‘meteen’ en ‘even snel’ komt niet in hun toneelstuk voor. De regie in handen willen hebben gaat zelfs zo ver dat de driejarige bij het rode stoplicht heel hard GROEN gaat roepen.

Een toneelknecht van de grote zus is het laatste wat een driejarige wil zijn. En dan is zo een driejarig zusje helemaal niet zo schattig meer. Als je namelijk tijdens een verjaardag een voorstelling wilt geven, zoals zevenjarige dat doorgaans doen, en je driejarige zusje de regie overneemt, dan is dat natuurlijk bloedirritant.

En met twee regisseurs in de stoel wordt zo een voorstelling al snel een open podium voor een dramatische improvisatie.

Ik ben drie en ik heb de regie?! Ik ben zeven en ik pik dat nie!!

Afbeelding broer en zus: Shutterstock

Co-sleeping

Co-sleeping, samen slapen, whatever… wat kan jou het schelen!

Mensen hebben een mening over co-sleeping, samen slapen, of whatever hoe je het noemen wil. Hier mijn ervaringen over dit onderwerp.

Om de één of andere reden moeten mensen altijd wat te zeggen hebben over een ander. Commentaar leveren op de opvoeding van een ander, bijvoorbeeld. Ik zal niet liegen, ik doe daar meestal onbewust en soms bewust aan mee. Maar als je dan zelf het een keer op je bordje krijgt, realiseer je je hoe irritant het eigenlijk is.

Gij zult niet samen slapen

Als ik bijvoorbeeld vertel dat tot voor kort (lees tot voor heel kort en soms nog steeds) al onze kleintjes ’s nachts bij ons in bed kruipen, kropen! Die fronsende, verbazingwekkende, afkeurende blikken… Alsof ik één van de 10 geboden verbroken heb. ‘Gij zult niet samen slapen met uw kleintjes’. Ik ben vrij christelijk opgevoed en ik ben er ook vrij zeker van dat dit gebod niet op één van de twee stenen tafelen beschreven stond. 

Fijn, ik bega, beging geen zonde.

Minachtende en verbaasde blikken

En wat de oordelende, minachtende en verbaasde blikken betreft, what the heck? Denk je dat ik er buitenaardse rottende monstertjes mee kweek? Heb jij er last van als mijn kleintjes bij mij in bed slapen, sliepen? Wij kregen er overigens wel last van, aangezien die rottende monstertjes alle drie gemiddeld een meter lang zijn. En omdat onze nachtrust er elke nacht kwalitatief flink op achteruit ging, was het hoog tijd om daar verandering in te brengen.

Co-sleeping (go sleeping!)

En nu als, áls de kleintjes een hele nacht doorslapen in hun eigen bedje is het inderdaad alsof ik de hele nacht in een coma heb gelegen. De tijd lijkt ook veel sneller te gaan. Je gaat slapen en je wordt weer wakker. In plaats van je gaat slapen, je wordt wakker van kind 1 dat bij je wil liggen. Je valt in lichte slaap en je vangt een hand op met je neus. Je valt in slaap en wordt half wakker van kind 2 die boven op je voeten kruipt. Je valt in slaap en kind 3 duwt je als ware opzij omdat je in de weg ligt. Je valt in slaap maar durft niet meer te bewegen. Je wordt half wakker van warme voetjes in je rug. Je negeert het wakker worden én het kietelen onder je voet. Je wordt wakker en denkt, het wordt een laaaaaange dag…

Nee, ik zal het niet ontkennen, ik slaap beter zonder de kleintjes in mijn bed. Nu je zin?

Maar God, wat mis ik soms die plakkerige voetjes, warme adempjes en kriebelende haartjes in mijn rug en gezicht bij het wakker worden. En wat mis ik die warme armpjes zomaar opeens midden in de nacht om mijn nek. En wat baal ik als ik mijn bed uit moet als één van de kleintjes in hun eigen bed een nachtmerrie heeft.

Ja mijn kleintjes worden groot en blijkbaar hoort ook dit bij het loslaten. Maar geen moment dat ik  spijt heb gehad van de nachten dat ik mijn kleintjes in mijn bed liet.

co-sleeping

Soms zijn het de kleine dingen

Soms zijn het de kleine dingen. Kleine kleffe vingertjes, die om op te vreten zijn, in jouw grote hand. Zijn vingertjes die jouw vinger zo stevig vasthouden dat je ring door je huid boort en het er pijn van doet. Zijn handje die jouw hand ongemerkt maar gericht zoekt bij een spannende gebeurtenis.

Soms zijn het de kleine dingen die er toe doen.

Die twee armpjes die je stevig vastpakken en je de liefste knuffel geven, gewoon omdat ze je lief vindt. Die twee armpjes die je de warmste knuffel geven, gewoon omdat ze je heeft gemist.

moeder en kind

Soms zijn het de kleine dingen die er toe doen.

Het lieve toetje met pindakaas op haar wangen, dat je aankijkt met ondeugende, twinkelende ogen, dat je laat smelten en lachen tegelijk. Het bekkie waar woorden en zinnen uitkomen, zo grappig, dat de beste komieken ze niet hadden kunnen verzinnen.

Soms zijn het de kleine dingen die er toe doen.

Ze kunnen het je allemaal wijsmaken, het je allemaal vertellen. Hoe geweldig het is, het mooiste wat je overkomt. Maar soms zijn die kleine donders gewoon zo lastig, dat je ze alleen nog maar terug in de doos wilt stoppen. Ze slurpen alle energie uit je, ze luisteren naar geen enkel woord wat je zegt en niets in het leven gaat meer gemakkelijk of even snel. Soms zijn ze verre weg van ‘het mooiste wat je overkomen is’ en wil je het moederschap stiekem ongedaan maken.

En op die momenten komt er weer zo een klef handje, een stevig knuffeltje of een glimmend pindakaas bekkie. Kleine dingen die het er allemaal toe doen en het ouderschap de moeite waard maken.

Het mooiste wat je overkomt. Het zijn die kleine dingen.

 

Afbeelding: Shutterstock

Ik ben een gelukzoeker

Ik heb de afgelopen dagen veel gelezen. Veel gezien. Veel nagedacht. Ik had besloten om er niet over te schrijven.

Nu doe ik het toch.

Ik ben een gelukzoeker. Elke ochtend als ik wakker word, ga ik weer op zoek naar mijn geluk.

Mijn kinderen. De ene dag is mijn geluk dichtbij. Mijn kinderen waar ik van geniet. Het besef dat ik ze in veiligheid kan grootbrengen. Dat ik ze kan omarmen en alles kan bieden wat ze nodig hebben. De andere dag is mijn geluk wat verder weg. Dan geniet ik er minder van, plak ik mijn verwende wezens achter het behang. Ik zoek verder voor mijn geluk.

Uiteindelijk blijkt, mijn geluk is altijd dichtbij.

Mijn leven. Ik zoek naar geluk in mijn leven. Er zijn dagen dan lacht het geluk mij toe. Heb ik alles wat mijn hartje begeert. Er zijn ook dagen dan ben ik minder gelukkig. Dan weet ik niet wat ik wil of hoe ik iets bereiken moet. Ik moet wat verder zoeken naar het geluk.

Uiteindelijk blijkt, mijn geluk is altijd dichtbij.

De plek waar ik woon. De plek waar ik woon is mijn geluk. Ik leef niet in angst, in geweld, in gevangenschap. Ik leef in vrijheid. Ik hoef hierin niet mijn geluk te zoeken, ik heb het geluk.

Geluk. We willen het allemaal. Voor onszelf. Voor onze kinderen.

Stel je eens voor…

Pats, kaboem! Weg is het geluk om mijn kinderen in veiligheid groot te brengen. Weg is het geluk om een leven te hebben met alles wat mijn hartje begeert. Weg is het geluk van de plek waar ik woon.

Maar ik ben een gelukzoeker. Dus ik pak mijn spullen en ik ga op zoek naar het geluk. Voor mezelf. Voor mijn kinderen.

Het geluk is niet meer zo dichtbij. Ik moet over land, over zee. Ik moet alles geven om mijn kinderen bij mij te houden, om mijn kinderen het geluk te geven. Het geluk wat we allemaal zoeken.

Ieder mens is een gelukzoeker.

De vraag is alleen, heb jij het geluk dat de ander het je ook gunt?

Het naar-bed-breng-ritueel (volgens mijn kinderen)

Als allereerste wil ik even zeggen dat ik diep, diep respect heb voor alle alleenstaande moeders (en vaders) die elke avond hun kleintjes naar bed moeten brengen. Alleen.

Want drie kleintjes naar bed brengen in je eentje, het is gewoon bijna niet te doen.

Het begint al bij de aankondiging, het moment waarop ik mijn kleintjes vertel dat het bedtijd is. Hoe kan ik ze zoiets vreselijks aandoen? Elke avond weer. Het is het alsof ik ze vertel dat ze nooit meer een feestje mogen geven of dat Sinterklaas niet bestaat. Maar feitelijk zeg ik alleen maar dat het weer tijd is om lekker te gaan slapen.

Als ik mijn kleintje aan het woord zou laten over hoe het naar-bed-breng-ritueel zou gaan, dan zou ze ongeveer het volgende zeggen.

Kleintje aan het woord

We moeten eerst helemaal zelf naar boven lopen, niemand die ons wil tillen. Belachelijk, want we zijn zo mooeeee! Dan zet mama ons onder de douche, waar we niet eens alle flessen shampoo leeg mogen knijpen. Vervolgens mag mama wel in die fles knijpen en smeert ze het nog over onze hoofdjes ook. Het prikt niet, beweert ze. Ze heeft zelf zeker nog nooit dat spul met ogen open onder de douche uitgespoeld.

Als we dan eindelijk lekker onder de douche staan, moeten we er alweer uit! Meteen afdrogen en pyjama’s aan. Het liefst rennen we nog even rond in onze blote kont, maar dat vind mama ook al geen goed idee. Pyjama’s aan dus. We willen het niet zelf doen, we zijn te moooeeee!!

“Hebben jullie al geplast?”, vraagt mama.

“PLASSEN EN TANDENPOETSEN!”, roept mama dan. We horen haar wel, maar we luisteren gewoon liever niet. Ik heb het namelijk veel te druk met het treiteren van mijn broertje. Die hapt zo lekker op alles wat ik zeg. Plassen en Tandenpoetsen NU! Oké, het is menens. Braaf hobbelen we naar de badkamer, waar ik als eerste roep “Ik eerst!”. “Nee, ik eerst!”, roept mijn broertje dan. Maar mijn zusje vindt dat zij als eerste aan de beurt is.

“Hebben jullie al geplast?”, vraagt mama.

Mwaaah, mwhaaaaa! Opeens hebben we ontzettende drang om het op een gillen te zetten. Alle drie. Mama maakt overigens gewoon gebruik van de mondjes die wijd open staan en poetst onze tandjes. Ho, wacht even. Niet de bedoeling dat het gemakkelijk gaat. Alle drie klappen we onze kiezen op elkaar en klemmen de tandenborstel…

Tjonge, mama kan ook nergens om lachen.

Oké, oké, we gaan naar bed. Maar eerst rennen we nog even die kamer in en verstoppen we achter het gordijn. Grappig grapje toch?

“Hebben jullie al geplast?”, vraagt mama.

Okéokéoké, nu gaan we echt naar bed.

We kiezen een boekje. Of eigenlijk kiezen we alle drie een boekje. Mijn zusje is duidelijk; die roept 98 keer “Nijntje viert feest!”. Ik vind het persoonlijk nog even nodig om te gaan blèren. Gewoon omdat ik moe ben en een hekel aan Nijntje heb. Logisch toch?

Door al het geblèr heeft mama geen zin meer om voor te lezen. Lekker dan…

We liggen hoor! Opeens bedenken we dat we alle drie nog moeten plassen… Mama zegt natuurlijk geen nee, die heeft namelijk geen zin om drie keer per week een pisbed te moeten verschonen. Ik ken haar wel een beetje.

En zo staan we alle drie weer voor de piespot te duwen. Ik was eerst, nee ik was eerst en ja hoor, natuurlijk gaat mijn broertje uitgebreid zitten poepen. “Ga beneden naar de wc dan!”, roept mama. Maar we willen niet naar beneden, want we zijn mooooeeeee! Het poepen bleek vals alarm. 

We liggen weer in bed.

“Mama, wil je bij me liggen?”
“Nee, mama wil je bij mij liggen?”
“Néé, mama je moet bij mij liggen!”

Mama gaat op de gang zitten.

Ik ben vergeten mijn handen te wassen! Nee, dat is heel erg, heel onhygiënisch! Ik móét nog even mijn handen wassen. Mijn zusje vindt het ook heel onhygiënisch en móét ook nog even haar handen wassen.

Mijn broertje vraagt zich nog even af wanneer we gaan avondeten en is diep teleurgesteld als blijkt dat de aardappelen met spinazie het avondeten waren.

Mama zegt nu met een dringende toon dat we écht moeten gaan slapen, anders wordt ze knettergek. Ik denk bij mezelf ‘dat is ze allang’, maar ik weet dat het verstandiger is om dat niet hardop te zeggen.

Het wordt stil in de kamers van mijn broertje en zusje. Ik probeer het nog één keer: “Mama, wil je bij me liggen?”. Ze geeft geen antwoord. Nou, nog één keertje dan: “Mama, wil je bij me liggen?”. Ze kan het niet meer aan en komt bij me liggen! Yes! “Kriebel je nog even op mijn rug?” Yes! 

GAAP, ik ben zo mooeeee…. zzzzz

Afbeelding kinderen in bed: Shutterstock

5 irritante feitjes voor elke (jonge) ouder

Voor je aan kinderen begon hoorde je wel het één en ander over het ouderschap, maar eigenlijk drong dat nooit echt door. Je natuurlijke oerinstinct negeerde al het negatieve en alleen de rozengeur en maneschijn was wat je voor je zag. Maar als dat kleintje er eenmaal is, dan is er geen weg meer terug. Dan zijn daar toch bepaalde dingen die je irriteren. Bijvoorbeeld dat slaapgebrek. Dat is irritant. Of die jaarlijks terugkerende Pieten discussie. Ook behoorlijk irritant. Het zijn welbekende irritante feitjes. Maar er zijn nog meer irritante feitjes die elke ouder leert kennen dankzij het ouderschap…

Feitje 1. De wereld draait door als je kleintje (eindelijk) een middagdutje doet

Waarom, oh waarom komt de pakketbezorger toch altijd op het moment dat je kleintje net (na een hevige strijd) in slaap gevallen is? Het lijkt zelfs wel alsof het volume van de bel twintig keer zo hard staat als hij erop drukt. En waarom hebben de vliegtuigen, altijd op het moment van het middagdutje, opeens een koers, zo laag mogelijk over jouw dak? Om nog maar te zwijgen over alle hulpdiensten die plots een route langs jouw huis lijken te hebben.

Feitje 2. Je krijgt altijd ongevraagde adviezen

Ik weet het, de adviezen zijn allemaal goed bedoeld. Maar dat maakt ze niet minder irritant. Voorbeeldje: ‘Zorg goed voor jezelf! Want hoe kun je voor een kleintje zorgen als je niet goed voor jezelf zorgt?’. Leuk en aardig allemaal, maar maak ondertussen dan maar even het avondeten, doe mijn kleintje maar even in bad, geef het meteen even de borst en zorg dat het in zijn eigen bedje slaapt. Dan zorg ik wel even voor mezelf…

Feitje 3. Je kleintje heeft een eigen mening

Ja ik weet het, dat is een zéér goede eigenschap. Maar niet als jij even snel een boodschap wil doen en je kleintje niet. Of als je je kleintje ’s morgens wil aankleden met je nieuw gekochte leuke jurkje, maar zij liever dat spuuglelijke Hello Kitty shirt aan trekt.

Feitje 4. Het is noodzakelijk om áltijd alert te zijn op plastic speelgoed dat over de vloer slingert

En het maakt niet uit hoe oud ze zijn, er ligt altijd wel ergens een lego blokje, een Barbie schoentje of een ander godvergeten plastic stuk speelgoed dat jouw blote voetzool (midden in de nacht) weet te vinden.

Feitje 5. Er komt een dag dat je wenst dat je je kleintje nooit had leren praten

Is het niet omdat je kleintje aan één stuk door ratelt en geen moment z’n kwebbel meer kan houden, dan is het wel om de meest genante opmerkingen die een kleintje maakt waar andere mensen bij zijn. Bijvoorbeeld als je kleintje op het (openbare) toilet opmerkt dat zijn vader een staart aan de voorkant heeft. Of als je kleintje in de supermarkt opmerkt dat die ene mevrouw een baby krijgt… Not! Of als je met je kleintje in de lift staat en je kleintje zich hardop afvraagt wie die gekke enge meneer is? Of als… Nou ja, er komt een dag dat je wenst dat je je kleintje nooit had leren praten.

Afbeelding jong gezin: Shutterstock

Langer dan een kwartier échte aandacht

echte aandacht kind

Vandaag zal je een bekentenis lezen. Sommige van jullie zullen het misschien niet begrijpen en mij de slechtste moeder aller tijden vinden. Andere van jullie begrijpen meteen wat ik bedoel.

Het is niet dat ik er een hekel aan heb als één van mijn kleintjes dé vraag stelt. Het is gewoon dat ik het niet zo lang volhoud.

Ach, what the heck, ik vind het soms ook echt-niet-leuk! Slééécht…

Ik denk weleens dat mijn kleintjes de concentratieboog van een goudvis hebben, maar als ik even kritisch naar mezelf kijk, is de mijne niet veel beter. Althans, als het op spelen met mijn kleintjes aankomt.

“Mam, wil je met mij spelen?”

Mijn eerste gedachte: ‘Oh God! Pffff Kun je niet even zelf gaan spelen? Nou, laat ik even leuk doen… Als je maar niet dát spelletje kiest’. 

Mijn antwoord: “Tuurlijk lieverd, wat wil je doen?”

Een spelletje Levensweg? Ik trek dat niet. Het duurt veel te lang , het is verschrikkelijk saai en er zit totaal geen uitdaging in. Muizenval, nog zo een spel rechtstreeks uit de hel. De bouwwerken pleuren altijd binnen de kortste keren weer in elkaar en niemand snapt eigenlijk de clou van het spel. Mijn kleintjes zetten constant het muisje onder de val, zonder enkele spelregel te volgen. Na wat pogingen tot uitleg ben ik er dan alweer klaar mee. Want er luistert toch niemand. Memory daarentegen, daar kan ik wel een potje van spelen. Iedereen snapt wat de bedoeling is, ook met kleintjes kan het een ware uitdaging zijn en het is ook weer zo opgeruimd.

Langer dan een kwartier échte volledige aandacht geven. Het lijkt zo simpel…

Met de poppen spelen? Of Playmobil? Of LEGO… Het draait er allemaal op uit dat ik doe wat het kleintje zeg. Als ik wat eigen inbreng aan het verhaal geef, wordt dat meteen afgekeurd. ‘Nee mam, zo gaat het verhaal niet!’. En binnen vijf minuten dwaal ik af en ben ik weer door mijn facebook tijdlijn aan het scrollen. Vadertje en moedertje spelen daarentegen, dat kan ik voor een langere tijd volhouden. Zolang ik de baby spelen mag.

Langer dan een kwartier échte volledige aandacht geven. Ik vind het verrekte lastig.

Voorlezen, ook zo een dingetje. Mijn hemel, wat zijn sommige boeken slaapverwekkend. Ik lig nog eerder te knorren dan de kleintjes. Of als je kleintje zelf gaat leren lezen en het dolgraag elke avond aan jou wil laten horen. Heel knap hoor en trots ben ik ook heus. Maar man man, wat gaat dat langzaam. Ondertussen kan ik gerust een wasje vouwen.

Ik weet dat er een dag komt dat mijn kleintjes niet meer met we wíllen spelen. En ongetwijfeld zal ik me er dan schuldig over voelen dat ik niet langer dan een kwartier échte volledige aandacht geven kon. Dat kan dan op de grote stapel schuldgevoel.

Want hoe erg mijn ego het ook vindt om het toe te geven, het lukt me niet om langer dan een kwartier échte volledige aandacht te geven.


 

Afbeelding: Shutterstock / fizkes